Filter:
uw apparaat heeft twee filters.
Motorfilter (inlaatfilter)
De inlaatfilter bevindt zich in het stofvak. De filter zit verticaal in het achterste
gedeelte van het stofvak. Trek de filter naar boven uit het apparaat. Reinig de
motorfilter steeds na ca. tien maal vervangen van de stofzak. Desgewenst kunt u
de filter in warm water zonder toevoegingen reinigen. Plaats de filter pas nadat hij
volledig gedroogd is!
Uitlaatfilter
Uw apparaat beschikt tevens over een uitlaatfilter. De filter bevindt zich opzij van
het apparaat achter een ventilatierooster.
Open het ventilatierooster door aan de hendel aan de zijde van het ventilatierooster
te trekken. Trek daarna het filter naar voor uit. Verwijder de filter en reinig deze op
de reeds beschreven wijze. Plaats de filter weer correct terug en sluit het ventila-
tierooster.
Reinigen en bewaren
Reinigen
• Trek vóór de reiniging eerst de netsteker uit de contactdoos!
• Reinig de buitenkant met een droge doek.
Bewaren
• Laat het apparaat volledig afkoelen.
• Rol de kabel volledig op.
• Berg het apparaat a.u.b. verticaal of horizontaal op om de haak aan het vloer-
mondstuk in de parkeerhulp aan de achter- of aan de onderzijde van het appa-
raat in te haken.
Dit apparaat is gekeurd conform de op dit moment van toepassing zijnde CE-
richtlijnen zoals bijvoorbeeld elektromagnetische compatibiliteit en laagspannings-
voorschriften en is geconstrueerd volgens de nieuwste veiligheidstechnische voor-
schriften.
Technische wijzigingen voorbehouden!
12
NL