162071
58
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/78
Pagina verder
CopyRight : Blaupunkt
Aangeboden door : NavigatieForum
TravelPilot Navigatie
TravelPilot DX-V
Gebruiksaanwijzing
http://www.blaupunkt.com
2
Handafstandsbediening RC 09H
Overzicht
9
14
12
10
11
13
2 3 41 6 7 85
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
3
Overzicht
Monitor
1 Display voor de weergave van de symbool- en de kaartweergave
2 Infraroodontvanger voor handafstandsbediening RC 09H
3 Tuimeltoets +/- links voor het instellen van de helderheid
4 SRC-toets
Wisselen van videobron (navigatie / externe video-ingang op de computer)
5 Blauwe toets voor het in- en uitschakelen van de monitor
6 MODE-toets
Wijziging van het 16:9-beeldformaat (full / normal / cinema)
7 Tuimeltoets +/- rechts voor het instellen van het contrast
8 Helderheidssensor
Handafstandsbediening RC 09H
9
!
-toets, opent het menu van de dy-
namische routegeleiding en de
handmatige filemijdfunctie.
:
-toets, correctietoets voor het wis-
sen van letters bij het invoeren; te-
rugspringen naar het vorige menu.
;
-toetsen, kiezen van
menuopties en letters
<
OK
-toets, voor het kiezen van menu-
opties
= Zijtoets voor het inschakelen van de
toetsenbordverlichting
>
-toets, herhaalt de laatste gespro-
ken mededeling van de navigatie en
roept het infomenu op. In lijsten wor-
den vermeldingen die met … zijn ge-
kenmerkt, volledig weergegeven.
Pluspunt: met de als optie verkrijg-
bare handafstandsbediening RC 09
kan de TravelPilot DX-V op dezelfde
manier comfortabel vanaf het stuur
worden bediend.
4
De TravelPilot is ontworpen voor gebruik in personenauto’s.
Speciale informatie, zoals hoogtebeperkingen of maximale wiel- of asdruk die nodig zijn voor de routegeleiding van
vrachtwagens en autobussen, is niet opgenomen op de cd.
Bediening tijdens de rit
Wanneer u geen acht slaat op het verkeer, kunt u ernstige ongelukken veroorzaken.
Om afleiding door de TravelPilot te voorkomen, dient u de volgende punten in het oog te houden:
Maak u voor het begin van de rit vertrouwd met de TravelPilot en de bediening ervan.
Stop op een geschikte plaats wanneer u de TravelPilot opnieuw wilt programmeren.
Bedien de TravelPilot tijdens de rit alleen wanneer de verkeerssituatie dit toelaat.
Voer alleen een reisdoel in wanneer de auto stilstaat.
Aanwijzingen voor de veiligheid
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
5
Inhoudsopgave
Overzicht.............................................. 2
Aanwijzingen voor de veiligheid........4
Inleiding ............................................... 6
Algemeen .............................................7
Over deze handleiding .......................... 7
Accessoires........................................... 7
Principe van de navigatie ...................... 8
Inschakelen ........................................... 8
Beknopte handleiding....................... 10
Betekenis van de symbolen in de
menu’s................................................. 10
Markeren van menuopties................... 10
Kiezen van menuopties....................... 10
Menu’s verlaten................................... 10
Direct invoeren van reisdoelen in
tien stappen......................................... 11
Actueel reisdoel met naam opslaan
voor de routegeleiding......................... 14
Voorbeeld voor routegeleiding met
kaartweergave..................................... 14
Reisdoel invoeren ............................. 18
Reisdoel invoeren wanneer het
adres bekend is................................... 18
Bijzondere reisdoelen (parkeer-
terreinen, tankstations, enz.) kiezen ... 20
Reisdoel invoeren met coördinaten .... 22
Reisdoel invoeren via de kaart-
weergave............................................. 23
Reisdoel uit geheugen ........................ 26
Routegeleiding .................................. 27
Routegeleiding starten ........................ 27
Afgebroken routegeleiding opnieuw
starten ................................................. 27
Volume van de gesproken
mededelingen instellen ....................... 28
Reisdoel- en route-informatie
opvragen ............................................. 28
Routegeleiding met optische
rijadviezen ........................................... 29
Routegeleiding met kaartweergave .... 30
Soort kaartweergave kiezen................ 31
File-omleiding instellen........................ 36
Dynamische routegeleiding
met TMC ............................................. 39
TMC in-/uitschakelen .......................... 40
TMC-zender kiezen met de
TMC-Tunerbox D-Namic ..................... 40
TMC-zender kiezen met de autoradio . 41
Route tijdens de routegeleiding
berekenen met TMC ........................... 42
Verkeersberichten weergeven ............ 42
Routeopties kiezen ........................... 44
Routeopties voor de routegeleiding
wijzigen ............................................... 44
Routeopties wijzigen tijdens de
routegeleiding...................................... 45
Instellingen bewaren ........................... 45
Reisdoelgeheugen ............................ 46
Reisdoel opslaan................................. 47
Reisdoelen wissen uit het reisdoel-
geheugen ............................................ 49
Reisdoelgeheugen opnieuw sorteren . 50
Trajectgeheugen................................ 51
Reisdoel voor traject invoeren............. 51
Traject sorteren ................................... 53
Reisdoel voor traject wissen ............... 53
Traject geheel wissen ......................... 54
Routegeleiding naar een reisdoel in
een traject starten .............................. 54
Reisgids ............................................. 55
Reisgids activeren............................... 55
Overige functies ................................ 56
Kaartweergave zonder routegeleiding .. 56
Boordcomputer oproepen ................... 56
Systeeminstellingen ......................... 57
Basismenu voor de systeem-
instellingen oproepen .......................... 57
Audio/video-instellingen uitvoeren ...... 57
Basisinstellingen uitvoeren.................. 60
Overige instellingen uitvoeren............. 63
Instellingen ter kalibrering uitvoeren ... 67
Appendix............................................ 69
Navigatie-cd-rom verwisselen ............. 69
Te gebruiken navigatie-cd-roms .......... 69
Aanwijzingen voor het onderhoud
van cd-roms ........................................ 69
Beschikbare navigatie-cd-roms ........... 70
Verkrijgbare reisgids-cd-roms ............. 70
Wide screen-monitorinstellingen .... 71
Betekenis van de symbolen op de
kaart ................................................... 73
Glossarium ........................................ 75
Index................................................... 76
6
Geachte klant,
Gefeliciteerd met de aankoop van uw TravelPilot DX-V. U kunt erop vertrouwen dat u
met de aankoop van de TravelPilot DX-V de juiste keus gemaakt hebt.
De TravelPilot DX-V is een betrouwbare, eenvoudig te bedienen gids in het verkeer,
die u nauwkeurig door het verkeer naar uw bestemming geleidt.
Deze handleiding voert u stap voor stap door de functies van de TravelPilot DX-V en
beantwoordt de meest gestelde vragen. Meer informatie over de omgang met deze
gebruiksaanwijzing vindt u in het gedeelte “Over deze handleiding”.
Wanneer u nog vragen of opmerkingen heeft over de TravelPilot DX-V, kunt u altijd
bellen met onze telefoonhotline of contact opnemen met uw Blaupunkt-handelaar. U
vindt de telefoonnummers van de internationale telefoonhotline op de laatste pagina
van deze handleiding.
Voor onze producten die binnen de EU zijn aangeschaft, bieden wij een fabrieksga-
rantie. U kunt de garantievoorwaarden oproepen onder www.blaupunkt.de of direct
bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31139 Hildesheim
Opmerking m.b.t. aansprakelijkheid
Ondanks constante technische ontwikkeling kan het navigatieapparaat vanwege on-
deskundige bediening, wijzigingen in de verkeersregels, werkzaamheden, sterke ver-
keersbelasting, vergissingen of onjuiste informatie op de navigatiegegevensdrager of
vanwege algemene reken- en plaatsbepalingsfouten in bepaalde gevallen een on-
juiste of niet-geoptimaliseerde routegeleiding geven. Blaupunkt aanvaardt geen aan-
sprakelijkheid en geeft geen vergoeding voor hieruit ontstane schade of andere nade-
len.
Inleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
7
Algemeen
Over deze handleiding
Deze handleiding moet u vertrouwd maken met de bediening en de functies van uw
TravelPilot DX-V en een veilige en succesvolle bediening mogelijk maken. Lees deze
handleiding voordat u de TravelPilot DX-V voor het eerst gebruikt aandachtig door en
bewaar hem zorgvuldig in de auto.
Om informatie snel te kunnen opzoeken worden in deze handleiding de volgende
symbolen gebruikt op afzonderlijke stappen aan te duiden:
1. Markeert bedieningsstappen die u dient uit te voeren om het doel van een
handeling te bereiken.
Hiermee zijn de reacties van het apparaat gekenmerkt die na een handeling
optreden.
Pluspunt: hier krijgt u aanwijzingen en tips voor de omgang met de Travel-
Pilot DX-V.
Let op:
Wanneer u hebt gekozen voor de uitvoering met tv-monitor wide vision,
is voor de monitor een aparte gebruiksaanwijzing meegeleverd.
Accessoires
Infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09
Met de infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09 kunt u de TravelPilot DX-V com-
fortabel vanaf het stuurwiel bedienen.
TMC-Tunerbox D-Namic
Om dynamische navigatie mogelijk te maken (automatisch omzeilen van files) moet
de TravelPilot DX-V worden verbonden met een TMC-bron (Traffic Message Chan-
nel). Hiervoor is de als accessoire verkrijgbare “TMC-Tunerbox D-Namic” voor de
ontvangst van TMC-gegevens beschikbaar.
Infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09
8
Bovendien hebt u de mogelijkheid om de TMC-gegevens te ontvangen via een Blau-
punkt-autoradio. Welke Blaupunkt-autoradio’s in staat zijn om TMC-gegevens te ont-
vangen en door te geven aan de TravelPilot DX-V kunt u navragen bij uw Blaupunkt-
vakhandel of via de Blaupunkt-hotline. Het nummer van de Hotline vindt u op de laat-
ste pagina van deze handleiding.
Principe van de navigatie
De actuele positie van de auto wordt door uw TravelPilot DX-V bepaald d.m.v. het
door satellieten ondersteunde positioneringssysteem GPS. GPS betekent Global Po-
sitioning System en maakt het mogelijk om wereldwijd veilig de positie te bepalen.
Bovendien worden de bewegingen van de auto geregistreerd d.m.v. een “gyro” en het
elektronische snelheidssignaal van de auto. Het navigatiesysteem van de TravelPilot
DX-V vergelijkt de zo verkregen gegevens met het gedigitaliseerde gegevensmateri-
aal op de navigatie-cd-rom en berekent daaruit de routes voor de routegeleiding.
Wanneer de TravelPilot DX-V is aangesloten op een TMC-bron (“TMC-Tunerbox D-
Namic” of geschikte autoradio), wordt bij de berekening van de route rekening gehou-
den met de actuele situatie van het verkeer. Nadere informatie bij TMC vindt u in het
hoofdstuk “Dynamische routegeleiding met TMC”.
Inschakelen
Wanneer de TravelPilot DX-V op de juiste wijze is aangesloten op het contactslot en
de continue pluspool, wordt deze automatisch tegelijk met de ontsteking van de auto
geactiveerd.
Algemeen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
9
Bedieningsintro
Bij het opstarten van het systeem verschijnt een bedieningsintro. Hier worden de func-
ties van de afstandsbediening verklaard. Aansluitend kunt u kiezen of het bedieningsin-
tro telkens moet worden weergegeven wanneer de TravelPilot DX-V wordt ingescha-
keld.
Pluspunt: u kunt het bedieningsintro altijd activeren resp. deactiveren in het
menu “Instelling”. Lees hiervoor het hoofdstuk “Instellingen”, “Bedienings-
intro in- en uitschakelen”.
Diefstalbeveiligingssysteem
Om ingebruikname van de TravelPilot DX-V na onderbreking van de accuspanning
(bv. bij diefstal) te voorkomen hebt u de mogelijkheid om de codering van uw Travel-
Pilot DX-V te activeren.
Wanneer de codering actief is, kan het apparaat na onderbreking van de accuspan-
ning alleen in gebruik worden genomen door het invoeren van het codenummer. U
vindt het codenummer in de apparaatpas van de TravelPilot DX-V. Bewaar de appa-
raatpas nooit in de auto!
Hoe u de codering activeert resp. deactiveert en hoe u gecodeerde apparaten inscha-
kelt na onderbreking van de accuspanning, leest u in het hoofdstuk “Instellingen”,
“Veiligheidscode activeren/deactiveren”.
Pluspunt: Het diefstalbeveiligingssysteem voorkomt elektronisch dat de
TravelPilot DX-V na demontage door onbevoegden in gebruik wordt geno-
men.
Uitschakelen van de monitor
Indien gewenst kunt u met de blauwe toets 5 op de monitor het display uitschakelen.
Rijadviezen worden ook gegeven wanneer het display is uitgeschakeld. Door opnieuw
op de blauwe toets 5 te drukken schakelt u het display weer in.
Algemeen
5
10
Beknopte handleiding
Betekenis van de symbolen in de menu’s
In verschillende menu’s worden handelingen geactiveerd resp. uitgevoerd door het
kiezen en bevestigen van symbolen. De belangrijkste symbolen zijn hieronder afge-
beeld en verklaard:
-symbool: starten van de routeberekening en de routegeleiding
-symbool: opslaan van adressen en instellingen
-symbool: wissen van adressen na het invoeren van reisdoelen /
resetten van de boordcomputer
-symbool: oproepen van de lijstfunctie bij het invoeren van reisdoelen
-symbool: alle opties zijn geactiveerd
-symbool: alle opties zijn gedeactiveerd
Markeren van menuopties
Verschuif de keuzemarkering met de - en de -toetsen van de afstands-
bediening.
Pluspunt: de bedieningsassistent (markering in de afbeelding) laat u met de
gele markering zien welke richtingstoetsen van de afstandsbediening in het
actuele menu te gebruiken zijn.
Kiezen van menuopties
Om gemarkeerde vermeldingen in menu’s te kunnen kiezen, drukt u op de
OK
-toets
van de afstandsbediening.
Menu’s verlaten
Wanneer u een menu wilt verlaten, drukt u op de -toets van de afstandsbediening.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
11
Om u snel vertrouwd te maken met de basisfuncties van de TravelPilot DX-V worden
hieronder drie voorbeelden gegeven ter illustratie:
Direct invoeren van een stad als reisdoel met vermelding van straat en
dwarsstraat.
Invoeren van een naam voor het reisdoel en deze opslaan in het reisdoelge-
heugen.
Routegeleiding met kaart: wijzigen van de schaal van de kaart en de infor-
matie op de kaart.
Overige mogelijkheden voor het invoeren van het reisdoel zijn beschreven in het
hoofdstuk “Reisdoel invoeren”.
Direct invoeren van reisdoelen in tien stappen
Als voorbeeld wordt hier de handelwijze voor het invoeren van een reisdoel weerge-
geven.
Stad: Berlijn
Straat: Alexanderplatz
Dwarsstraat: Alexanderstraße
Stad:
1. Schakel het contact van de auto in.
Het hoofdmenu verschijnt.
2. Kies in het hoofdmenu “Reisdoel”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
3. Markeer de regel met het -symbool (stad). Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de plaatsnaam verschijnt.
4. Markeer de letter “B” met de -toetsen van de afstandsbedie-
ning. Druk op de
OK
-toets.
In de lijst (onder het veld met de letters) verschijnt de eerste plaatsnaam die
begint met de letter “B”.
Beknopte handleiding
12
Let op:
Door herhaald op de -toets te drukken kunt u ingevoerde letters wis-
sen. Wanneer u de -toets lang ingedrukt houdt, verlaat u het invoer-
menu.
Pluspunt: telkens wanneer een volgende letter wordt ingevoerd, verandert
automatisch de lijst met weergegeven plaatsnamen. Zo kunt u de gewenste
plaats snel vinden.
5. Markeer achtereenvolgens de letters “E”, “R”, “L” en “I” en druk na elke letter
op de
OK
-toets.
In de lijst verschijnt “BERLIN”.
Pluspunt: bij het invoeren worden letters die logischerwijs niet kunnen vol-
gen op de ingevoerde tekens, grijs weergegeven en kunnen derhalve niet
worden gekozen.
6. Om naar de lijst van plaatsnamen te gaan markeert u het
-symbool in het
letterveld en drukt u op de
OK
-toets.
De lijst van plaatsnamen wordt weergegeven.
Let op:
Om de eerste plaatsnaam uit de weergegeven lijst te kiezen markeert u
“OK” in het letterveld en drukt u op de
OK
-toets, of u houdt de
OK
-toets
lang ingedrukt.
7. Markeer “BERLIN” in de lijst met plaatsnamen. Druk op de
OK
-toets.
Aangezien “Berlin” tweemaal voorkomt als stad in Duitsland (hoofdstad van
de Bondsrepubliek en stadsdeel van Segeberg), verschijnt een keuzemenu
voor de exacte bepaling van de bestemming.
Pluspunt: de twintig laatst ingevoerde steden worden automatisch opgesla-
gen. Hierdoor kunt u vaak gekozen steden snel terugvinden; deze worden
immers in het invoerveld direct weergegeven.
8. Markeer “BERLIN” in het keuzemenu. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt opnieuw.
Beknopte handleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
13
Beknopte handleiding
Straat:
9. De keuzemarkering staat in het menu “Reisdoel” automatisch op het
-symbool (straat). Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de straatnaam verschijnt.
Ga voor het invoeren van de straatnaam “Alexanderplatz” te werk zoals be-
schreven onder “Stad”.
Dwarsstraat:
10. De keuzemarkering staat automatisch op het
-symbool (dwarsstraat).
Druk op de
OK
-toets.
De keuzelijst met de beschikbare dwarsstraten verschijnt.
Kies “ALEXANDERSTRASSE”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
Het -symbool is gemarkeerd. U kunt nu de routegeleiding starten met de
OK
-toets.
Pluspunt: nadat het reisdoel compleet is ingevoerd en voordat u de routege-
leiding start, hebt u de mogelijkheid om het reisdoel op te slaan in het reis-
doelgeheugen.
14
Actueel reisdoel met naam opslaan voor de routegeleiding
1. Kies het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de naam van een reisdoel wordt
weergegeven.
2. Voer zoals u gewend bent een naam in voor het reisdoel, bv. “HOTEL”.
3. Markeer “OK” in het letterveld en druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt.
4. Zet de naam van het reisdoel met de
-toetsen pp de gewenste positie
in het reisdoelgeheugen. Druk op de
OK
-toets.
Het hoofdmenu verschijnt.
Voorbeeld voor routegeleiding met kaartweergave
Nadat het reisdoel is ingevoerd, kunt u de routegeleiding starten.
1. Markeer het -symbool en druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel.
De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen. U kunt
vanuit dit menu de routeopties wijzigen.
Pluspunt: de routeopties kunnen op elk moment tijdens de routegeleiding
worden gewijzigd. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routeopties kiezen”, “Route-
opties wijzigen tijdens de routegeleiding”.
Routeopties wijzigen vóór de routegeleiding
De routegeleiding uit het voorbeeld moet plaatsvinden met de opties “Korte weg” en
zonder “Autosnelweg”.
2. Terwijl het menu met de gegevens van het reisdoel wordt weergegeven,
wordt de menuoptie “Wegenopties wijzigen” gemarkeerd weergegeven. Druk
op de
OK
-toets.
Het menu “Wegenopties wijzigen” verschijnt.
Beknopte handleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
15
3. Verschuif de keuzemarkering naar de menuoptie “Korte weg” en druk op de
OK
-toets.
“Korte weg” is gekozen.
4. Wanneer “Autosnelweg” geactiveerd is (v-tekentje in het hokje ervoor), ver-
schuift u de keuzemarkering naar “Autosnelweg” en drukt u op de
OK
-toets.
“Autosnelweg” is gedeactiveerd. Het v-tekentje in het hokje voor “Autosnel-
weg” verdwijnt.
5. Markeer het
-symbool en druk op de
OK
-toets.
De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen.
Nadat de route berekend is, begint de routegeleiding. De eerste gesproken
mededeling van de routegeleiding is te horen. Hiervoor wordt de als laatste
actieve weergave gebruikt (routegeleiding met symbolen of kaartweergave).
Overschakelen op de kaartweergave
6. Wanneer de als laatste actieve routegeleiding met symbolen werd weerge-
geven, schakelt u als volgt over op de kaartweergave: druk tijdens de route-
geleiding op de
OK
-toets.
Aan de linker onderrand verschijnt een uitvouwmenu.
7. Kies “Kaart” en druk op de
OK
-toets.
De kaartweergave verschijnt.
Pluspunt: met dit uitvouwmenu kunt u tijdens de routegeleiding gemakkelijk
wisselen tussen de symbool- en de kaartweergave.
Beknopte handleiding
16
Schaal van de kaart wijzigen
Omdat het reisdoel op grote afstand van de eigen positie ligt, moet de schaal van de
kaart worden gewijzigd. Zo hebt u een goed overzicht over de gehele route. Wanneer
u zich in de omgeving van het reisdoel bevindt, kunt u de schaal van de kaart weer
vergroten om gedetailleerde informatie over de omgeving van het reisdoel te verkrij-
gen.
8. Druk tijdens de kaartweergave op de
- toets.
Er wordt een venster geopend voor de instelling van de schaal van de
kaart.
9. Kies met de -toetsen de gewenste schaal. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven met de nieuwe schaal.
Informatie oproepen op de kaart
Wanneer u de omgeving van het reisdoel nadert, kunt u comfortabel extra informatie
over bv. parkeergarages, openbare instellingen of werkplaatsen laten weergeven op
de kaart.
Voor de routegeleiding uit het voorbeeld moeten parkeergarages/-terreinen en tank-
stations op de kaart worden weergegeven.
10. Druk tijdens de routegeleiding op de
OK
-toets.
Aan de linker onderrand verschijnt een uitvouwmenu.
11. Kies “Instelling” en druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” verschijnt.
12. Kies het -symbool en druk op de
OK
-toets.
Het keuzemenu “Info op kaart” verschijnt.
Kies met de
-toets de menuoptie “Parkeerplaats” en druk op de
OK
-toets.
In het vakje links naast de menuoptie verschijnt een v-tekentje.
Pluspunt: dankzij het v-tekentje voor de menuoptie kunt u snel zien of een
menuoptie geactiveerd is of niet.
Beknopte handleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
17
13. Kies met de -toets de menuoptie “Tankstation” en druk op de
OK
-toets.
In het hokje links naast de menuoptie verschijnt een v-tekentje.
14. Kies de menuoptie “OK” aan de rechterzijde van het menu met de -toets.
Druk op de
OK
-toets.
De kaartweergave met de gekozen symbolen verschijnt.
Pluspunt: wanneer u alle informatie op de kaart wilt laten weergeven, mar-
keert u het
-symbool, wanneer u alle informatie op de kaart wilt laten
verwijderen het -symbool aan de rechterkant van het menu en drukt u op
de
OK
-toets.
15. Wanneer het reisdoel bereikt wordt en de routegeleiding beëindigd is, blijft
de kaartweergave actief. Wanneer u een nieuw reisdoel wilt invoeren, drukt
u op de
-toets.
Het hoofdmenu verschijnt.
Nadere informatie over de routegeleiding en een uitvoerige beschrijving van de soor-
ten routegeleiding en weergave vindt u in het hoofdstuk “Routegeleiding”.
Beknopte handleiding
18
Reisdoel invoeren
Naast de vier symbolen op de bovenste regel in het menu “Reisdoel” hebt u de vol-
gende mogelijkheden om een reisdoel in te voeren:
Via de enveloppe kunt u het reisdoel direct invoeren wanneer u het exacte
adres kent. U gebruikt hiervoor de menuopties “Stad” - “Centrum” - “Straat” -
“Dwarsstraat” - “Huisnummer”.
Met de benzinepomp / koffiekop kunt u kiezen uit een lijst van bijzondere
reisdoelen, zoals parkeerterreinen, ziekenhuizen, tankstations, stations en
andere openbare instellingen. Deze reisdoelen kunnen worden opgeroepen
voor de omgeving van de eigen positie, voor het laatste reisdoel van de navi-
gatie of voor de omgeving van een te kiezen plaats, of landelijke reisdoelen
zijn zoals snelwegservice of luchthavens.
Met het coördinatennet kunt u uw reisdoel bepalen door coördinaten in te
voeren.
Via de wereldbol kunt u een reisdoel direct vastleggen in de kaartweergave.
Bovendien hebt u de mogelijkheid een reeds opgeslagen reisdoel uit het reisdoelge-
heugen op te roepen om het opnieuw in te voeren als reisdoel.
Reisdoel invoeren wanneer het adres bekend is
1. Kies in het hoofdmenu de menuoptie “Reisdoel”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
Pluspunt: Telkens wanneer het menu “Reisdoel” wordt opgeroepen, wordt
automatisch de enveloppe voor het direct invoeren van het reisdoel actief.
Het direct invoeren van een adres via stad, straat en dwarsstraat wordt als voorbeeld
gegeven in de beknopte handleiding. Bovendien kunt u als onderdeel van het een
centrum of een huisnummer invoeren.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
19
Een centrum (stadsdeel) als reisdoel kiezen
Bij grote steden kunt u het centrum van een stadsdeel invoeren als reisdoel.
1. Om een centrum te kiezen als reisdoel voert u eerst een stad in.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
2. Markeer dan het
-symbool (centrum). Druk op de
OK
-toets.
Vervolgens wordt de lijst van centra (bij maximaal twaalf vermeldingen) of de
lijst van letters opgeroepen (bij meer dan twaalf vermeldingen).
3. Voer de naam van het gewenste centrum in in de lijst van letters of bevestig
een bestaande vermelding. Bevestig de eerste vermelding in de lijst met het
-symbool of roep aansluitend de lijst van centra op met het -symbool.
4. Markeer het gewenste centrum. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
De keuzemarkering staat op het
-symbool. U kunt nu de routegeleiding
starten met de
OK
-toets. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”.
Huisnummer invoeren
Het invoeren van het reisdoel kan worden uitgebreid met de vermelding van een
huisnummer. Voorwaarde is dat de hiervoor benodigde gegevens op de navigatie-
cd aanwezig zijn.
1. Voer eerst een plaats- en een straatnaam in.
2. Markeer het
-symbool (huisnummer). Druk op de
OK
-toets.
De lijst met cijfers voor het invoeren van het huisnummer verschijnt.
3. Ga voor het invoeren van het huisnummer te werk zoals beschreven bij
“Stad”. Kies het gewenste huisnummergebied uit de lijst. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” verschijnt.
De keuzemarkering staat op het
-symbool. U kunt nu de routegeleiding
starten met de
OK
-toets. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”.
Reisdoel invoeren
20
Bijzondere reisdoelen (parkeerterreinen, tankstations, enz.)
kiezen
Via het -symbool (benzinepomp / koffiekop) hebt u verschillende reisdoelen ter
beschikking voor het bepalen van het reisdoel. U kunt deze reisdoelen kiezen in rela-
tie tot uw positie op dat moment (“Omgeving positie”), tot het laatste actieve reisdoel
van de navigatie (“Laatste reisdoel”) of tot elke gewenste plaats (“Omgeving adres”),
of u kunt een landelijk reisdoel kiezen (bv. grensovergang, luchthaven). De reisdoe-
len worden bij “Omgeving positie” en “Laatste reisdoel” direct op volgorde van af-
stand, en bij “Omgeving adres” alfabetisch weergegeven.
Pluspunt: zo kunt u bv. eenvoudig het eerstvolgende tankstation vinden.
De beschikbare bijzondere reisdoelen verschillen afhankelijk van de positie van de
auto of de omgeving van het reisdoel en hebben betrekking op een straal van ca. 20 km
(bij luchthavens tot 80 km). De exacte straal is afhankelijk van de navigatie-cd-rom.
1. Om een bijzonder reisdoel te kiezen kiest u in het menu “Reisdoel” het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Bijzondere doelen” wordt weergegeven.
2. Zet de keuzemarkering op het gewenste referentiepunt (“Omgeving positie”,
“Laatste reisdoel” of “Omgeving adres”). Druk op de
OK
-toets.
3. Wanneer u “Omgeving adres” hebt gekozen, moet eerst een plaats worden
gekozen, waarop de reisdoelen betrekking hebben.
Pluspunt: de bepaling van het reisdoel verloopt hier zoals u gewend bent bij
het direct invoeren van reisdoelen.
Wanneer de plaats bepaald is, verschijnt de lijst met reisdoelen.
4. Kies het gewenste bijzondere reisdoel. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met beschikbare reisdoelen wordt weergegeven.
5. Kies het gewenste reisdoel. Druk op de
OK
-toets.
De naam van het reisdoel verschijnt in een menu.
De keuzemarkering staat op het
-symbool. U kunt nu de routegeleiding
starten met de
OK
-toets. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”.
Reisdoel invoeren
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
21
Landelijke reisdoelen (snelwegop-/afrit, snelwegservice, luchthaven of grens-
overgang) kiezen
Met de menuoptie “Buiten de stad” hebt u de mogelijkheid om snelwegop- en afritten,
snelwegservicepunten, luchthavens en grensovergangen in het gehele land te kie-
zen. Hiervoor hoeft u alleen de naam te kennen.
1. Kies de menuoptie “Buiten de stad” en druk op de
OK
-toets.
Er wordt een lijst met beschikbare landelijke reisdoelen weergegeven.
2. Kies de gewenste menuoptie. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de naam van het reisdoel ver-
schijnt.
3. Voer de naam van het reisdoel in.
Pluspunt: de bepaling van het reisdoel verloopt hier zoals u gewend bent bij
het direct invoeren van reisdoelen.
Nadat u het reisdoel hebt gekozen, verschijnt de naam van het reisdoel in
een menu.
De keuzemarkering staat op het -symbool. U kunt nu de routegeleiding
starten met de
OK
-toets. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”.
Reisdoel invoeren
22
Reisdoel invoeren met coördinaten
Via het -symbool (coördinatennet) hebt u de mogelijkheid om uw reisdoel te be-
palen met coördinaten. Hiervoor moet u de coördinaten invoeren in de vorm van de
lengte- en breedtegraad.
1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu “Reisdoel”.
Druk op de
OK
-toets.
Het menu voor het invoeren van coördinaten wordt weergegeven.
U kunt nu onder “Positie reisdoel” de gewenste coördinaten invoeren. Onder “Actuele
positie” wordt als extra uw huidige positie in coördinaten weergegeven, voor zover uw
positie voldoende satellietontvangst toelaat.
2. Kies de menuoptie “Lengtegraad”. Druk op de
OK
-toets.
Het invoerveld voor de graden is gemarkeerd.
3. Stel met de
-toetsen het aantal graden in. Druk daarna op de
-toets.
Het invoerveld voor de minuten is gemarkeerd.
4. Stel met de -toetsen het aantal minuten in. Druk daarna op de
-toets.
Het invoerveld voor de seconden is gemarkeerd.
5. Stel met de -toetsen het aantal seconden in. Druk daarna op de
OK
-toets.
Het menu voor het invoeren van de coördinaten wordt opnieuw weergege-
ven.
6. Stel nu op dezelfde wijze de coördinaten voor de breedtegraad in. Druk
daarna op de
OK
-toets. De keuzemarkering staat op het -symbool. U
kunt nu de routegeleiding starten met de
OK
-toets. Lees hiervoor het hoofd-
stuk “Routegeleiding”.
Let op:
Het wisselen tussen noord/zuid en oost/west bij het invoeren van de coör-
dinaten gebeurt automatisch bij het invoeren van het aantal graden.
Reisdoel invoeren
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
23
Reisdoel invoeren via de kaartweergave
Via het -symbool (wereldbol) kunt u een reisdoel voor de navigatie bepalen in de
kaartweergave.
1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu “Reisdoel”. Druk
op de
OK
-toets.
Er verschijnt een op het noorden georiënteerde kaart.
De omgeving van het als laatste ingevoerde reisdoel verschijnt. Wanneer er
eerder geen reisdoel was ingevoerd, verschijnt de omgeving van de positie
van de auto. Het dradenkruis dient om het reisdoel te bepalen.
2. Beweeg het dradenkruis met de
-toetsen van de afstandsbe-
diening in de richting van het gewenste reisdoel.
Het dradenkruis beweegt over het display.
Wanneer het dradenkruis over de rand van de kaart wordt bewogen, ver-
schijnt automatisch de volgende uitsnede van de kaart.
Pluspunt: afhankelijk van de schaal van de kaart verschijnt op de regel onder
de kaart de naam van de straat of de stad waarover het dradenkruis wordt
bewogen.
Schaal van de kaart wijzigen
Wanneer het reisdoel op grote afstand van uw positie ligt, kunt u de schaal van de
kaart wijzigen. Zo kunt u het dradenkruis snel over grote afstanden verplaatsen.
1. Druk tijdens de kaartweergave op de
OK
-toets.
Er wordt een uitvouwmenu geopend.
2. Kies “Schaal”. Druk op de
OK
-toets.
Er wordt een venster geopend voor de instelling van de schaal van de
kaart.
3. Kies de gewenste schaal. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt met de nieuwe schaal weergegeven.
Reisdoel invoeren
24
Informatie oproepen op de kaart
U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weer-
geven.
1. Open het uitvouwmenu met de
OK
-toets.
2. Kies “Info op kaart”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een keuzemenu met de beschikbare informatie.
3. Markeer de informatie die op de kaart moet worden weergegeven. Druk tel-
kens op de
OK
-toets.
De informatie die op de kaart moet worden weergegeven, moeten geken-
merkt zijn met een v-tekentje.
4. Wanneer u alle voor de kaartweergave gewenste informatie hebt gekozen,
drukt u op de
-toets.
“OK” aan de rechterkant van het menu is gemarkeerd.
5. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven met de gewenste informatie.
Routegeleiding starten
Wanneer u het reisdoel op de kaart hebt bepaald, kunt u de routegeleiding direct
starten.
1. Open het uitvouwmenu met de
OK
-toets.
2. Kies “Start”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel.
De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen. Vanuit
dit menu kunt u de routeopties wijzigen.
Lees hiervoor de hoofdstukken “Routeopties kiezen” en “Routegeleiding”.
Reisdoel invoeren
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
25
Reisdoel invoeren
Reisdoel op kaart opslaan vóór de routegeleiding
Wanneer u het reisdoel met het dradenkruis hebt gemarkeerd, kunt u het in het ge-
heugen opslaan om het later opnieuw te gebruiken voor de routegeleiding.
1. Open het uitvouwmenu met de
OK
-toets.
2. Kies “Bewaren”. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de naam van het reisdoel ver-
schijnt.
3. Voer een naam in voor het reisdoel en verlaat de letterlijst door de
OK
-toets
langer dan twee seconden ingedrukt te houden of door “OK” in het letterveld
te kiezen en te bevestigen.
Het menu “Reisdoel opslaan” wordt weergegeven.
4. Beweeg de korte naam met de -toetsen naar de gewenste positie in
het reisdoelgeheugen. Druk op de
OK
-toets.
Het hoofdmenu verschijnt.
26
Reisdoel uit geheugen
In het reisdoelgeheugen kunnen vaak gebruikte reisdoelen worden opgeslagen, van
een korte naam worden voorzien en worden opgeroepen voor de routegeleiding.
Pluspunt: de laatste twaalf reisdoelen worden door de TravelPilot DX-V auto-
matisch opgeslagen.
Reisdoel kiezen uit het geheugen
Uitgangspunt: u bevindt zich in het hoofdmenu. Wanneer u zich niet in het hoofdmenu
bevindt, komt u via de
-toets terug in het hoofdmenu.
1. Kies in het hoofdmenu “Reisdoelgeheugen”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen” verschijnt.
De symbolen op de bovenste symboolbalk betekenen:
Geheugen van de laatste twaalf reisdoelen
Reisdoelgeheugen gerangschikt volgens eigen voorkeur
Reisdoelgeheugen alfabetisch gerangschikt
Reisdoelgeheugen bewerken (reisdoelen wissen, opslaan en sorte-
ren)
2. Kies het symbool van het gewenste reisdoelgeheugen. Druk op de
OK
-toets.
De beschikbare reisdoelen verschijnen.
3. Kies het gewenste reisdoel. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel.
De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen. Vanuit dit
menu kunt u de routeopties wijzigen.
Lees hiervoor de hoofdstukken “Routeopties kiezen” en “Routegeleiding”.
Reisdoel invoeren
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
27
Routegeleiding
Voor de routegeleiding hebt u drie weergavesoorten tot uw beschikking. U kunt kie-
zen uit routegeleiding met rijsymbolen, routegeleiding met kaart of de mix-modus van
kaart en symbolen.
Pluspunt: bij beide soorten routegeleiding krijgt u bovendien door een sym-
pathieke stem instructies voor het afslaan.
Nadat u de routegeleiding hebt gestart en de route is berekend, wordt de routegelei-
ding weergegeven met de als laatste gekozen instellingen.
Routegeleiding starten
Nadat u het reisdoel hebt ingevoerd, kunt u de routegeleiding starten.
1. Markeer het -symbool en druk op de
OK
-toets.
Er wordt een menu weergegeven met de gegevens van het ingestelde reis-
doel.
De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen. Zodra de
route berekend is, wordt het eerste rijadvies weergegeven en als gesproken
mededeling gegeven.
Afgebroken routegeleiding opnieuw starten
Pluspunt: wanneer u de routegeleiding hebt afgebroken, bv. om een langere
pauze te houden, kunt u de routegeleiding comfortabel opnieuw starten van-
uit het hoofdmenu.
U bevindt zich in het hoofdmenu.
1. Markeer “Start”. Druk op de
OK
-toets.
De route wordt berekend en er verschijnt een menu met de gegevens van
het ingestelde reisdoel.
28
Routegeleiding
Volume van de gesproken mededelingen instellen
1. Om het volume van de gesproken mededelingen voor de rijadviezen in te
stellen, drukt u tijdens de routegeleiding op de of de -toets.
Er verschijnt een venster voor de instelling van het volume.
2. Stel het volume in met de -toetsen. Druk op de
OK
-toets.
De gesproken mededeling worden weergegeven met het ingestelde volu-
me.
Reisdoel- en route-informatie opvragen
Nadat de route berekend is, kunt u reisdoel- en route-informatie opvragen. Als reis-
doelinformatie worden het volledige adres, de verwachte rijtijd en de afstand tot het
reisdoel weergegeven.
1. Houd tijdens de routegeleiding de -toets langer dan twee seconden inge-
drukt. Het menu “Info” verschijnt.
2. Wanneer u tijdens de routegeleiding kort op de -toets drukt, wordt de laat-
ste gesproken mededeling herhaald.
Routelijst inzien
De routelijst geeft een selectie van de straten weer die op de route zijn gevolgd of nog
moeten worden gevolgd.
Let op:
De routelijst wordt tijdens de rit geactualiseerd. De nog te volgen delen
van het traject worden weergegeven. Bij berekening van een lange route
met bv. vermijding van snelweggedeelten, kunnen deze niettemin in de
routelijst zijn opgenomen. Wanneer de auto deze delen van het traject
nadert, worden ze uit de routelijst gewist.
1. Markeer in het menu “Info” op de bovenste regel van het menu het
-symbool. Druk op de
OK
-toets. De routelijst verschijnt.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
29
Routegeleiding met optische rijadviezen
Tijdens de routegeleiding met optische rijadviezen verschijnen op het display pijlsym-
bolen die de gesproken mededeling grafisch weergeven. Bovendien verschijnt de
volgende informatie in de symboolweergave:
1 Pijlsymbool
2 Afstand tot het reisdoel
3 Reistijd of aankomsttijd
4 Naam van de gevolgde weg
5 Naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen
6 Afstandsbalk tot de afslag
7 TMC-zendernaam (hier: NDR 2)
8 Tijd
9 Aantal ontvangbare satellieten
: Statusaanduiding van de TMC-functie
; Afstand tot het eerstvolgende beslissingspunt
Symboolweergave activeren
1. Om van de kaartweergave over te schakelen op de symboolweergave drukt
u terwijl de kaartweergave actief is op de
OK
-toets.
Aan de linker onderrand van het display wordt een uitvouwmenu geopend.
2. Markeer de optie “Pictogram” en druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt voortgezet met optische rijadviezen.
Pluspunt: bij het oproepen van het uitvouwmenu is altijd de laatste functie
gemarkeerd.
Let op:
Nadat het reisdoel bereikt is, verschijnt automatisch de kaartweergave.
Routegeleiding
33
33
3
11
11
1
66
66
6
22
22
2
44
44
4
55
55
5
88
88
8
99
99
9
77
77
7
::
::
:
33
33
3
11
11
1
;;
;;
;
22
22
2
44
44
4
88
88
8
99
99
9
77
77
7
::
::
:
30
Routegeleiding
Routegeleiding met kaartweergave
Bij de routegeleiding met kaartweergave krijgt u naar keuze een kaart van de omge-
ving van de positie (actuele positie van de auto) of van de omgeving van het reisdoel
te zien.
Wanneer de kaart van de eigen positie wordt getoond, kan de oriëntatie van de kaart
worden gekozen uit de rijrichting of op het noorden. Bovendien kunt u de kaartweer-
gave met “Kruispunt zoom” kiezen. Daarbij wordt tijdens de routegeleiding van een
kleine schaal, bv. 500 m, bij nadering van een afslag automatisch overgeschakeld op
een grotere schaal, bv. 100 m. Na het afslaan wordt de schaal automatisch weer
verkleind tot de eerder ingestelde schaal.
Bovendien kunt u comfortabel een overzichtskaart oproepen van het gehele traject.
In elk van de mogelijke kaartweergaven kunnen verschillende soorten extra informa-
tie worden opgeroepen, zoals rijtijd, te rijden traject, tankstations, parkeerterreinen en
bezienswaardigheden.
Lees voor de routegeleiding met de kaart het hoofdstuk “Beknopte handleiding”, “Voor-
beeld voor routegeleiding met kaartweergave”.
Kaartweergave activeren
1. Wanneer u de routegeleiding voor het laatst met de symboolweergave hebt
gebruikt, kunt u overschakelen op de kaartweergave. Druk tijdens de sym-
boolweergave op de
OK
-toets.
Aan de linker onderrand van het beeld wordt een uitvouwmenu geopend.
2. Markeer “Kaart”. Druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt voortgezet met de kaart.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
31
Routegeleiding
Overzicht
1 Pijl voor de rijrichting geeft de positie van de auto en de rijrichting weer.
2 Info met resterende reistijd / aankomsttijd, afstand van het reisdoel, en bij
het afslaan het pijlsymbool en de afstandsbalk
3 Info met schaal van de kaart, TMC-zendernaam en kompasroos
4 De berekende route wordt in de kaartweergave gekleurd aangeduid.
5 Naam van de gevolgde weg, tijd en statusaanduiding van de TMC-filefunctie
6 Naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen
7 Kaartinformatie (parkeerplaatsen, tankstations, etc.)
8 Afstand tot het eerstvolgende beslissingspunt
Soort kaartweergave kiezen
U hebt de mogelijkheid om de eigen positie, de kaart van het reisdoel of de over-
zichtskaart met het gehele verloop van de route te laten weergeven.
Kaart van de eigen positie kiezen (noord, rijrichting, kruispunt-zoom)
Bij de kaartweergave “Positiekaart” kunt u kiezen tussen drie verschillende weerga-
vesoorten van de positiekaart:
kaart georiënteerd op het noorden,
kaart georiënteerd op de rijrichting en
kaart georiënteerd op de rijrichting of het noorden (afhankelijk van de
schaal); bovendien wordt de schaal van de kaart aangepast (“Kruispunt
zoom”).
Pluspunt: Bij de instelling “Kruispunt zoom” wordt de schaal van de kaart au-
tomatisch vóór een afslag ingesteld op een vergrote weergave van het kruis-
punt.
55
55
5
33
33
3
44
44
4
11
11
1
22
22
2
77
77
7
66
66
6
44
44
4
11
11
1
33
33
3
55
55
5
88
88
8
22
22
2
32
Routegeleiding
1. Open het uitklapmenu met de
OK
-toets.
Kies “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” wordt geopend.
2. Kies “Kaart positie”. Druk op toets .
Er wordt een keuzemenu voor de soort positiekaart weergegeven.
3. Markeer de gewenste weergavesoort. Druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt voortgezet met de gekozen kaart.
Kaartweergave van het gebied van bestemming of overzichtskaart kiezen
1. Open het uitklapmenu met de
OK
-toets.
Kies “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” wordt geopend.
2. Kies de kaartweergave “Omgeving reisdoel” of “Overzichtskaart” door op de
- of -toets te drukken. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven in de gekozen weergavesoort.
Schaal van de kaart wijzigen
De schaal waarmee elke kaart wordt weergegeven, kan vrij worden gekozen. De schaal
ken worden ingesteld tussen 50 m en 500 km. Dit betekent dat een cm op de kaart
kan overeenstemmen met 50 m tot 500 km.
1. Open het uitvouwmenu met de
OK
-toets.
Kies “Schaal”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Schaal wijzigen” wordt geopend.
2. Kies met de
-toetsen de gewenste schaal. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven met de nieuwe schaal.
Pluspunt: u kunt de schaal in de kaartweergave ook direct met de
-toetsen wijzigen.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
33
Routegeleiding
Informatie op de kaart
U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weer-
geven.
De volgende informatie kan als extra op de kaart worden weergegeven:
Expositieruimtes Snelwegafrit Snelwegservice
Autoverhuur Station Winkelcentrum
Overzet Luchthaven Restaurant
Grensovergang Hotel Ziekenhuis
Openb. instelling Parkeerplaats Politie
Postkantoor Bezienswaardigheid Overige reisdoelen
Sportgelegenheden Tankstation Theater/Cultuur
Werkplaatsen
Pluspunt: voor de weergave van een autowerkplaats kunt u uw automerk
kiezen.
1. Open het uitvouwmenu met de
OK
-toets.
Kies “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” verschijnt.
2. Kies het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een keuzemogelijkheid met de beschikbare soorten informa-
tie.
3. Markeer de informatie die op de kaart moet worden weergegeven. Druk tel-
kens op de
OK
-toets.
De informatie die op de kaart moet worden weergegeven, moeten geken-
merkt zijn met een v-tekentje.
Pluspunt: u kunt aan de rechterkant van het menu naar keuze alle informatie
tegelijk laten weergeven ( -symbool) resp. verwijderen ( -symbool).
Kies hiervoor het desbetreffende symbool.
4. Wanneer u alle voor de kaartweergave gewenste informatie hebt gekozen,
markeert u de menuoptie “OK”.
34
5. Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven met de gewenste informatie.
Kaartweergave kiezen
Voor de kaartweergave kunt u de volgende opties kiezen:
Kaart met infovenster
Zuivere kaartweergave
Mix-modus: de kaart- en symboolweergave en de infovensters worden tege-
lijk op het display afgebeeld.
Pluspunt: in de mix-modus gaat er geen kaartinformatie verloren, omdat de
symboolweergave transparant over de kaart wordt geplaatst.
1. Open het uitklapmenu met de
OK
-toets.
Kies “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” wordt weergegeven.
2. Kies het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Er wordt een menu met de verschillende weergavesoorten weergegeven.
3. Markeer de weergavesoort waarin de kaart moet worden weergegeven.
Druk op de
OK
-toets.
De kaart wordt weergegeven met de gewenste infovensters.
Let op:
De overzichtskaart kan niet in de mix-modus wordt weergegeven.
Routegeleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
35
Reistijd of aankomsttijd kiezen
U kunt kiezen of in het rechter-infovenster de reistijd of de aankomsttijd bij het reis-
doel wordt weergegeven.
1. Open het uitklapmenu met de
OK
-toets.
Markeer “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” verschijnt.
2. Markeer het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het keuzemenu “Klok” verschijnt.
3. Kies de menuoptie “Tijdinfo”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu ter instelling van de displayweergave verschijnt.
4. Kies de gewenste weergavesoort door op de -toetsen te drukken.
Druk op de
OK
-toets.
De ingestelde weergavesoort wordt naast de menuoptie aangegeven.
5. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de -toets.
Beeldschermmodus Automatisch/Dag/Nacht kiezen
U kunt het display van de TravelPilot DX-V instellen op automatisch, dag- of nachtbe-
drijf.
1. Open het uitklapmenu met de
OK
-toets.
Markeer “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” wordt weergegeven.
2. Markeer “Beeldscherm”. Druk op de
OK
-toets.
Er wordt een menu ter bepaling van de beeldschermmodus weergegeven.
3. Kies de gewenste modus. Druk op de
OK
-toets.
De modus wordt gewijzigd.
Pluspunt: wanneer u de instelling “Automatisch” hebt gekozen, schakelt het
beeldscherm over op nachtbedrijf zodra de verlichting van de auto wordt in-
geschakeld (mits aangesloten op de aansluiting van de verlichting).
Routegeleiding
36
Routegeleiding
File-omleiding instellen
Ongeacht of uw TravelPilot DX-V is aangesloten op een TMC-bron (“TMC-Tunerbox
D-Namic” of een geschikte Blaupunkt-autoradio), kunt u een omleiding om een file
ook met de hand invoeren. Zo kunt u de route in overeenstemming met de verkeers-
situatie (bv. werk in uitvoering, geblokkeerde weggedeelten, enz.) op korte termijn
veranderen. De TravelPilot DX-V berekent dan een nieuwe route langs de file. Hier-
voor moet u de afstand van het begin en het einde van de file tot uw eigen positie
weten. Bovendien kunt u gehele wegen in de routelijst blokkeren.
File-omleiding activeren
1. Om een file-omleiding in te stellen drukt u tijdens de routegeleiding op de
!
-toets van de afstandsbediening.
Het menu “Verkeersopst.” wordt geopend.
2. Markeer het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Verkeersopst.” voor het handmatig invoeren van een omleiding
wordt geopend.
3. Kies “Verkeersopstopping voor u”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu voor het invoeren van het begin en einde van de file.
4. Markeer de onderste getalswaarde door op de -toets te drukken. Deze
bepaalt de afstand van het begin van de file tot de positie van de auto.
Zet de pijl met de
-toetsen van de afstandsbediening op de afstand
van het begin van de file tot de positie van de auto. De beschikbare afstan-
den zijn afhankelijk van de route van de navigatie.
5. Markeer de bovenste getalswaarde door op de -toets te drukken. Deze
bepaalt de afstand van het einde van de file tot de positie van de auto.
Stel met de
-toetsen de afstand tot het einde van de file in.
6. Druk op de
OK
-toets. Het -symbool is gemarkeerd.
7. Druk opnieuw op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route
wordt berekend” is te horen.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
37
File-omleiding opheffen
1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de file-omleiding weer opheffen. Markeer
in het menu “Verkeersopst.” voor het handmatig invoeren de optie “Ver-
keersopstopping opheffen”. Druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route
wordt berekend” is te horen.
Wegen resp. weggedeelten in de routelijst blokkeren
1. U hebt de mogelijkheid, wegen in de routelijst te blokkeren. Markeer in het
menu “Verkeersopst.” voor het handmatig invoeren de optie “Blokkeer in
routelijst”. Druk op de
OK
-toets.
De routelijst verschijnt.
2. Markeer de eerste straat in de routelijst die moet worden geblokkeerd. Druk
op de
OK
-toets.
De straat wordt gemarkeerd als geblokkeerd met het -symbool.
Wanneer er slechts één straat moet worden geblokkeerd, markeert u geen
volgende straten, maar drukt u opnieuw op de
OK
-toets.
Wanneer er verschillende straten geblokkeerd moeten worden, zet u de keu-
zemarkering op de laatste straat. Druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route
wordt berekend” is te horen.
Pluspunt: u kunt bij lange wegen ook losse gedeelten blokkeren, bv. tussen
twee kruispunten. Wegen die gedeeltelijk kunnen worden geblokkeerd, zijn
in het menu “Blokkeer in routelijst” gekenmerkt met een pijl naar rechts.
3. Om weggedeelten te blokkeren markeert u de te blokkeren weg. Druk op de
-toets.
De weggedeelten worden weergegeven.
4. Ga om de weggedeelten te blokkeren te werk zoals hierboven beschreven.
Routegeleiding
38
Blokkering in de routelijst opheffen
1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de blokkering van de wegen in de route-
lijst weer opheffen. Markeer hiervoor “Blokkering opheffen” in het menu “Ver-
keersopst.”. Druk op de
OK
-toets.
De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route
wordt berekend” is te horen.
Routegeleiding
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
39
Dynamische routegeleiding met TMC
De TMC-functie van de TravelPilot DX-V maakt dynamische routegeleiding mogelijk
(momenteel alleen in Duitsland en Nederland mogelijk) voorbij de file. De TravelPilot
DX-V verwerkt hiervoor de binnenkomende TMC-verkeersberichten, past de route-
planning aan aan de actuele verkeerssituatie en geeft berichten symbolisch weer in
de kaartweergave.
Pluspunt: de TravelPilot DX-V berekent een naar reisduur geoptimaliseerde
route. Dat wil zeggen dat wanneer een omleiding rond de file een te grote
omweg zou inhouden, de TravelPilot DX-V u onder bepaalde omstandighe-
den via de weg met de file zal leiden. Dit hangt af van de lengte en het soort
van de gemelde files en de lengte van de mogelijke omleiding.
Voorwaarde voor dynamisering is dat de TravelPilot DX-V is aangesloten op een TMC-
ontvangstapparaat.
Als TMC-ontvangstapparaten zijn de voor de TravelPilot DX-V ontwikkelde “TMC-
Tunerbox D-Namic” beschikbaar, alsmede enkele Blaupunkt-autoradio’s.
Welke Blaupunkt-autoradio’s geschikt zijn voor aansluiting op de TravelPilot DX-V,
kunt u navragen bij uw geautoriseerde Blaupunkt-vakhandel of bij de Blaupunkt-hotli-
ne (het nummer van de hotline vindt u op de laatste pagina van deze handleiding).
Pluspunt: Wanneer u geen “TMC-Tunerbox D-Namic” en geen geschikte
Blaupunkt-autoradio bezit, kunt u met de hand een omleiding rond een file
invoeren. Lees hiervoor in het hoofdstuk “Routegeleiding” het gedeelte onder
“File-omleiding instellen”.
40
TMC in-/uitschakelen
De TMC-functie wordt in- resp. uitgeschakeld in het menu routeopties.
Lees hiervoor het hoofdstuk “Routeopties kiezen”.
Let op:
Wanneer de TMC-functie wordt ingeschakeld, worden automatisch in het
menu de opties “Snelle weg”, “Autosnelweg”, “Overzet” en “Tol” geko-
zen. Zodra u een optie uitschakelt, wordt ook de TMC-functie uitgescha-
keld.
TMC-zender kiezen met de TMC-Tunerbox D-Namic
De “TMC-Tunerbox D-Namic” zoekt op de achtergrond automatisch de frequentie-
band af naar ontvangbare TMC-zenders. De ontvangbare TMC-zenders worden ge-
ordend in een zenderlijst en continu geactualiseerd.
U hebt de mogelijkheid om uit deze zenderlijst een TMC-zender te kiezen.
1. Druk op de
!
-toets van de afstandsbediening.
Het menu “Verkeersopst.” word geopend.
2. Kies “TMC-zenderlijst”. Druk op de
OK
-toets.
De TMC-zenderlijst verschijnt.
Let op:
Wanneer er geen TMC-zenders beschikbaar zijn, is een signaaltoon te
horen.
3. Kies de door u gewenste TMC-zender. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Verkeersopst.” verschijnt. De actueel gekozen TMC-zender wordt
naast de menuoptie aangegeven.
Pluspunt: bij gebruik met de “TMC-Tunerbox D-Namic” wordt de door u ge-
kozen TMC-zender (gewenste zender) automatisch als voorkeurzender inge-
steld. Dat houdt in dat deze zender ook na het verlaten van het uitzendge-
bied van uw voorkeurzender (andere TMC-zender wordt automatisch inge-
Dynamische routegeleiding met TMC
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
41
steld) en wanneer u het later weer betreedt, weer met voorrang wordt ont-
vangen, ook wanneer er andere TMC-zenders beschikbaar zijn. Deze intelli-
gente omschakeling leidt ertoe dat de zenderweergave ook in het uitzendge-
bied vaak kan wisselen. Hierdoor wordt gegarandeerd dat u alle verkeersin-
formatie ontvangt die door de ontvangbare TMC-zenders worden uitgezon-
den.
TMC-zender kiezen met de autoradio
De verkeersinformatie wordt aan de TravelPilot DX-V doorgegeven door een autora-
dio met TMC-functie.
1. Druk op de
!
-toets van de afstandsbediening.
Het menu “Verkeersopst.” wordt geopend.
2. Kies “TMC-zoekdoorloop”. Druk op de
OK
-toets.
De TMC-zoekdoorloop in de autoradio wordt gestart.
De zoekdoorloop stopt bij de eerste ontvangbare TMC-zender en de zender-
naam wordt weergegeven naast de menuoptie.
3. Wanneer u een andere zender wilt instellen, start u de TMC-zoekdoorloop
opnieuw.
Let op:
Wanneer tijdens de routegeleiding op de autoradio een zender ingesteld
die geen TMC-gegevens doorgeeft of het ontvangstgebied van de TMC-
zenders wordt verlaten, verschijnen op het display streepjes in plaats
van de zendernaam. Er wordt dan geen verkeersinformatie ontvangen.
Wanneer u verkeersinformatie wilt ontvangen, moet de TMC-zoekdoor-
loop opnieuw worden gestart met de TravelPilot DX-V.
Dynamische routegeleiding met TMC
42
Route tijdens de routegeleiding berekenen met TMC
De verkeersinformatie worden door een TMC-zender uitgezonden naast het program-
ma. Wanneer een verkeersbericht van belang is voor de berekende route, wordt auto-
matisch een nieuwe route naar het reisdoel berekend. Bovendien is de gesproken
mededeling “De route wordt berekend met inachtneming van verkeersinformatie”.
Let op:
De TravelPilot DX-V berekent altijd een naar reistijd geoptimaliseerde
route. Dit betekent dat wanneer een gemelde verkeersstoring tot een te
grote omweg zou leiden, de TravelPilot onder bepaalde omstandigheden
geen omleiding berekent en u door de verkeersstoring leidt. Dit gedrag is
afhankelijk van de lengte en aard van de verkeersstoring en de lengte
van de mogelijke omleiding.
Verkeersberichten weergeven
Weergeven op de kaart
De ontvangen verkeersinformatie wordt in de kaartweergave met verschillende sym-
bolen en met een stippellijn weergeven. Wanneer de verkeersstremming op de door
het navigatiesysteem berekende route ligt, wordt het filesymbool rood omrand weer-
gegeven.
De volgende filesymbolen verschijnen op de kaart:
langzaamrijdend verkeer
file
volledige stremming
Dynamische routegeleiding met TMC
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
43
Let op:
De filesymbolen worden op de kaart grijs weergegeven wanneer deze
niet relevant zijn voor de route (bv. tegenoverliggende rijbaan of naast
de route).
In de kaartweergave zonder actieve routegeleiding (positiekaart) worden
de filesymbolen routerelevant weergegeven.
Als tekstbericht lezen
U kunt alle via TMC ontvangen verkeersinformatie laten weergeven. Hierbij wordt de
verkeersinformatie uit een gebied met een straal van ca. 100 km rondom de auto
weergegeven.
1. Markeer in het menu “Verkeersopst.” de optie “Verkeersinfo weergeven”.
Druk op de
OK
-toets.
Het eerste TMC-verkeersbericht uit de lijst verschijnt.
Op de bovenste regel staan het nummer van het weergegeven bericht en het
totale aantal berichten in de lijst. U kunt met de -toetsen door de be-
richten “bladeren”.
Let op:
Wanneer zich geen verkeersbericht in het geheugen bevindt, verschijnt
op het display de aanwijzing “Er is geen verkeersinfo”.
Dynamische routegeleiding met TMC
44
Routeopties kiezen
U hebt de mogelijkheid om de routeopties voor de berekening van de route aan te
passen aan uw wensen.
In principe kunt u kiezen tussen de korte of de snelle route. Bovendien kunt u het
gebruik van snelwegen, veren, tolwegen en de dynamische routegeleiding (TMC)
activeren resp. deactiveren (lees voor de dynamische routegeleiding het hoofdstuk
“Dynamische routegeleiding met TMC”).
Pluspunt: u kunt de routeopties ofwel alleen voor de actueel actieve routege-
leiding wijzigen en opslaan, ofwel voor elke keer dat u de routegeleiding in-
schakelt.
Enkele routeopties zijn niet met elkaar verenigbaar, Zo kan de dynamische routege-
leiding bv. alleen worden gebruikt in combinatie met de opties “Snelle weg”, “Auto-
snelweg”, “Overzet” en “Tol”.
Routeopties voor de routegeleiding wijzigen
Nadat u de routegeleiding gestart hebt, verschijnt een informatiemenu met de gege-
vens van het actuele reisdoel en is de gesproken mededeling “De route wordt bere-
kend” te horen. Van hieruit kunt u de routeopties wijzigen.
1. Druk wanneer “Wegenopties wijzigen” gemarkeerd is op de
OK
-toets.
Het menu “Wegenopties wijzigen” verschijnt.
De actieve instelling voor de route, “Korte weg” of “Snelle weg” is gemar-
keerd met een punt. De actieve opties zijn gekenmerkt met een v-tekentje.
Routeopties activeren/deactiveren
2. Zet de keuzemarkering op de te wijzigen optie. Druk op de
OK
-toets.
Het v-tekentje verschijnt resp. verdwijnt.
3. Kies het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
De route wordt berekend met de gewijzigde opties.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
45
Routeopties wijzigen tijdens de routegeleiding
De routeopties kunnen tijdens de routegeleiding worden gewijzigd in het menu “In-
stelling” van de routegeleiding.
1. Druk tijdens de routegeleiding op de
OK
-toets.
Er wordt een uitvouwmenu geopend.
2. Kies “Instelling” in het uitvouwmenu. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” verschijnt.
Pluspunt: in het menu “Instelling” ziet u in één oogopslag welke routeopties
er geactiveerd resp. gedeactiveerd zijn.
3. Kies in het menu “Instelling” de optie “Wegenopties”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Wegenopties wijzigen” verschijnt.
Bovendien kunt u de routeopties ook wijzigen in het menu “Info”.
1. Houd tijdens de routegeleiding de -toets langer dan twee seconden inge-
drukt.
Het menu “Info” verschijnt.
2. Markeer op de bovenste regel van het menu het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu voor de routeopties verschijnt.
Instellingen bewaren
Wanneer de actuele instellingen ook moeten worden gebruikt voor de volgende keren
dat u de routegeleiding gebruikt, moeten ze worden bewaard.
1. Druk nadat u de instellingen hebt uitgevoerd op de -toets.
Het
-symbool van het menu is geactiveerd.
2. Markeer het
-symbool en druk op de
OK
-toets.
De routeopties worden opgeslagen.
Routeopties kiezen
46
Reisdoelgeheugen
Met het reisdoelgeheugen hebt u de mogelijkheid om reisdoelen die u vaak bezoekt,
van een naam te voorzien en op te slaan. U kunt de opgeslagen reisdoelen volgens
uw eigen voorkeur of alfabetisch gerangschikt oproepen. Bovendien slaat de Travel-
Pilot DX-V de laatste twaalf reisdoelen automatisch op. Deze kunnen vanuit het reis-
doelgeheugen opnieuw worden gebruikt voor de routegeleiding en voorzien van een
naam worden opgeslagen.
Hoe u reisdoelen uit het reisdoelgeheugen gebruikt bij het invoeren van het reisdoel
leest u in het hoofdstuk “Reisdoel invoeren”, “Reisdoel uit geheugen”.
Reisdoelgeheugen openen
Vanuit het hoofdmenu:
1. Markeer in het hoofdmenu “Reisdoelgeheugen”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen” verschijnt.
De symbolen op de bovenste symboolbalk betekenen:
Geheugen van de laatste twaalf reisdoelen
Reisdoelgeheugen gerangschikt volgens eigen voorkeur
Reisdoelgeheugen alfabetisch gerangschikt
Reisdoelgeheugen bewerken (reisdoelen wissen, opslaan en sorte-
ren)
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
47
Reisdoel opslaan
U hebt de mogelijkheid om het actuele reisdoel en de actuele positie op te slaan als
reisdoel.
Actueel reisdoel met naam opslaan
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen” het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt.
2. Markeer de optie “Actueel reisdoel bewaren”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een lijst met letters voor het invoeren van een naam.
3. Voer een naam in voor het reisdoel met de letterlijst zoals u gewend bent bij
het invoeren van reisdoelen. Markeer ten slotte “OK” en druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt.
4. Zet het reisdoel met de -toetsen op de gewenste positie in het geheu-
gen. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Reisdoelgeheugen
48
Positie opslaan als reisdoel
Pluspunt: het opslaan van de actuele positie als reisdoel is zinnig wanneer u
tijdens de rit op een plaats komt dat u later opnieuw wilt bezoeken. Boven-
dien worden hier zeer nauwkeurige gegevens opgeslagen. Zo kunt u zich di-
rect tot voor de deur laten geleiden, in plaats van tot een dwarsstraat of een
huisnummergebied.
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen” het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt.
2. Markeer “Positie als reisdoel”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een lijst met letters voor het invoeren van een naam.
3. Voer een naam in voor het reisdoel met de letterlijst zoals u gewend bent bij
het invoeren van reisdoelen. Markeer ten slotte “OK” en druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt.
4. Zet het reisdoel met de -toetsen op de gewenste positie in het geheu-
gen. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Reisdoelgeheugen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
49
Reisdoelen wissen uit het reisdoelgeheugen
U kunt losse reisdoelen, de laatste reisdoelen of het gehele reisdoelgeheugen wis-
sen.
Reisdoel wissen
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Reisdoel wis-
sen”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel wissen” verschijnt.
2. Markeer het te wissen reisdoel. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een controlevraag.
3. Wanneer u het reisdoel wilt wissen, markeert u “Ja”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Laatste reisdoelen wissen
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Laatste reis-
doelen wissen”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een controlevraag.
2. Wanneer u de laatste reisdoelen wilt wissen, markeert u “Ja”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Reisdoelgeheugen wissen
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Reisdoelge-
heugen wissen”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een controlevraag.
2. Wanneer u het gehele reisdoelgeheugen wilt wissen, markeert u “Ja”. Druk
op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Reisdoelgeheugen
50
3. Wanneer u het reisdoelgeheugen niet wilt wissen, markeert u “Nee”. Druk op
de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw.
Reisdoelgeheugen opnieuw sorteren
U kunt de met namen opgeslagen reisdoelen rangschikken in een door u vastgestel-
de volgorde (reisdoelgeheugen gesorteerd naar eigen wensen, -symbool).
1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Geheugen
opnieuw sort.”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel kiezen” wordt weergegeven.
2. Markeer het gewenste reisdoel. Druk op de
OK
-toets.
Het gemarkeerde reisdoel wordt invers en met een gele achtergrond weer-
gegeven.
3. Verschuif het reisdoel met de
-toetsen naar de gewenste positie.
Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” wordt opnieuw weergegeven.
Reisdoelgeheugen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
51
Trajectgeheugen
Met het trajectgeheugen hebt u de mogelijkheid, losstaande reisdoelen te verbinden
tot een traject of “tocht”.
Pluspunt: met het trajectgeheugen kunt u comfortabel bv. toeristische toch-
ten of klantbezoeken plannen.
1. Om het trajectgeheugen te programmeren kiest u in het hoofdmenu de optie
“Trajecten”. Druk op de
OK
-toets.
De trajectenlijst verschijnt (wanneer er nog geen trajectenlijst bestaat, ver-
schijnt het menu “Trajectengeheugen - bewerken”).
Reisdoel voor traject invoeren
Om een reisdoel voor een traject in te voeren staan diverse mogelijkheden ter be-
schikking:
Direct invoeren van een reisdoel inclusief reisdoelen in de omgeving, lande-
lijke reisdoelen, coördinaten en invoeren van reisdoelen met de kaart (zoals
beschreven in de hoofdstukken “Reisdoel invoeren” en “Beknopte handlei-
ding” onder “Direct invoeren van reisdoelen in tien stappen”).
Overnemen van reeds opgeslagen reisdoelen uit het reisdoelgeheugen.
Direct overnemen van het als laatste actieve reisdoel van de navigatie.
Nieuw reisdoel voor traject invoeren
1. Om een nieuw reisdoel voor een traject in te voeren kiest u in het menu “Tra-
jectengeheugen - bewerken” de optie “Nieuwe trajectbestemming”. Druk op
de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel” van het trajectgeheugen verschijnt.
2. Voer een reisdoel voor het traject in.
Markeer het
-symbool.
Pluspunt: het invoeren van het reisdoel verloopt hier zoals u gewend bent
van het direct invoeren van reisdoelen.
52
3. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met letters voor het invoeren van de korte naam verschijnt.
4. Voer een naam in zoals u gewend bent.
5. Markeer ten slotte “OK” in het letterveld en druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt.
6. Verschuif het reisdoel voor het traject naar de gewenste positie. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” wordt opnieuw weergegeven.
Reisdoel overnemen uit het reisdoelgeheugen
U kunt voor het trajectgeheugen reisdoelen overnemen uit het reisdoelgeheugen.
1. Om reisdoelen over te nemen uit het reisdoelgeheugen kiest u op de boven-
ste regel het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
De opgeslagen reisdoelen worden weergegeven.
2. Markeer het reisdoel dat moet worden overgenomen. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Reisdoel opslaan” van het trajectgeheugen verschijnt.
3. Zet het reisdoel voor het traject op de gewenste positie. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met trajecten verschijnt.
Laatste reisdoel van de navigatie overnemen
1. Om het laatste (actuele) reisdoel van de navigatie over te nemen kiest u op
de bovenste regel in het trajectgeheugen het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
2. Kies de menuoptie “Act. reisdoel invoegen”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een lijst met letters voor het invoeren van een naam voor het
reisdoel.
Trajectgeheugen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
53
3. Voer een naam voor het reisdoel in.
Het menu “Reisdoel opslaan” van het trajectgeheugen verschijnt.
4. Zet het reisdoel voor het traject op de gewenste positie in de trajectlijst. Druk
op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
Traject sorteren
1. Wanneer u de trajectlijst opnieuw wilt rangschikken, markeert u op de bo-
venste regel in het trajectgeheugen het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
2. Kies “Traject opnieuw sorteren”. Druk op de
OK
-toets.
De trajectlijst verschijnt.
3. Markeer het reisdoel dat moet worden verplaatst. Druk op de
OK
-toets.
Het gemarkeerde reisdoel in de tocht wordt invers en met een gele achter-
grond weergegeven.
4. Zet het reisdoel voor het traject op de gewenste positie met de -toet-
sen. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
5. Herhaal de bedieningsstappen totdat de trajectlijst volgens uw wensen ge-
rangschikt is.
Reisdoel voor traject wissen
1. Wanneer u een reisdoel wilt wissen uit de trajectlijst, markeert u op de bo-
venste regel in het trajectgeheugen het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
2. Kies “Trajectbestemming wissen”. Druk op de
OK
-toets.
De lijst van de tocht verschijnt.
3. Kies het reisdoel dat moet worden gewist. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een controlevraag.
Trajectgeheugen
54
4. Markeer “Ja”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
Het reisdoel is gewist uit het traject.
Traject geheel wissen
1. Wanneer u een traject volledig wilt wissen uit het trajectgeheugen, markeert
u op de bovenste regel in het trajectgeheugen het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
2. Markeer “Traject geheel wissen”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een controlevraag.
3. Markeer “Ja”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt.
Routegeleiding naar een reisdoel in een traject starten
1. Wanneer u de routegeleiding wilt starten, markeert u het -symbool op de
bovenste regel van het trajectgeheugen. Druk op de
OK
-toets.
De trajectlijst verschijnt.
2. Markeer het gedeelte van de trajectlijst waarnaar de routegeleiding moet be-
ginnen. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een infomenu met de gegevens van het reisdoel.
De gesproken mededeling “De route naar de tussenbestemming wordt bere-
kend “ is te horen.
Nadat het eerste reisdoel op het traject is bereikt, wordt automatisch de routegelei-
ding naar het volgende reisdoel op de trajectlijst gestart.
Pluspunt: De tocht kan vanuit elk willekeurig reisdoel worden gestart. Nadat
het laatste reisdoel van de tocht is bereikt, verschijnt automatisch de kaart-
weergave.
Trajectgeheugen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
55
Reisgids
De als extra verkrijgbare navigatie-cd’s met reisgids vergroten het toepassingsgebied
van de TravelPilot DX-V. Met de reisgidsen hebt u de mogelijkheid om bv. hotels,
restaurants, enz. te kiezen en als reisdoel in te stellen.
Let op:
De desbetreffende redactie is steeds verantwoordelijk voor de uitvoering
en inhoud van de reisgids. Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de
reisgids.
Pluspunt: u kunt met de reisgids en de trajectfunctie van de TravelPilot DX-V
zeer comfortabel bv. toeristische tochten plannen en uitvoeren. Hiervoor
hoeft u alleen de afzonderlijke reisdoelen uit de reisgids op te slaan en van-
uit het reisdoelgeheugen over te nemen in het trajectgeheugen.
Reisgids activeren
1. Kies de optie “Reisgids” in het hoofdmenu. Druk op de
OK
-toets.
Het hoofdmenu van de reisgids verschijnt.
Bijzonderheden bij het invoeren van reisdoelen
Ten opzichte van de normale manier van invoeren van reisdoelen van de TravelPilot
DX-V verschilt het invoeren op de volgende punten:
De letters in het invoerveld kunnen altijd alle worden gekozen.
Het -symbool (lijstsymbool) kan niet worden gekozen. Om in de lijst van
plaatsnamen te komen moet u de
OK
-toets langer ingedrukt houden of “OK”
kiezen in het invoerveld.
–U moet handmatig overschakelen voor bijzondere symbolen. Dit gebeurt met
het -symbool.
De laatst ingevoerde plaatsnamen worden bij het invoeren niet als suggestie
opgevoerd.
56
Overige functies
Kaartweergave zonder routegeleiding
Wanneer u rijdt zonder actieve routegeleiding, kunt u de TravelPilot DX-V gebruiken
voor het weergeven van een overzichtskaart van de omgeving. Op deze kaart kan
alle informatie van de navigatie, zoals parkeergarages en openbare instellingen, wor-
den weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”, “Routegeleiding met
kaartweergave”.
1. Om de kaartweergave zonder routegeleiding te gebruiken markeert u in het
hoofdmenu de menuoptie “Kaart”. Druk op de
OK
-toets.
De kaart van de omgeving verschijnt.
Pluspunt: wanneer het apparaat zich in het hoofdmenu bevindt, wordt na ca.
drie minuten automatisch overgeschakeld op de kaartweergave.
Boordcomputer oproepen
Met de geïntegreerde boordcomputer kunt u de volgende gegevens op het beeld-
scherm laten weergeven: de reistijd sinds het begin van de rit, de afgelegde afstand,
de actuele snelheid, de gemiddelde snelheid en de actuele geografische positie van
de auto.
1. Houd de
-toets langer dan twee seconden ingedrukt.
Het menu “Info” wordt weergegeven.
2. Markeer op de bovenste regel van het menu het -symbool. Druk op de
OK
-toets. De gegevens van de boordcomputer worden weergegeven.
U hebt de mogelijkheid om de weergegeven waarden te wissen.
3. Markeer hiervoor aan de rechterzijde het -symbool. Druk op de
OK
-toets.
De waarden worden gewist en vanaf het moment van wissen opnieuw bere-
kend.
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
57
Systeeminstellingen
Basismenu voor de systeeminstellingen oproepen
De systeeminstellingen van de TravelPilot DX-V worden gewijzigd via de menuoptie
“Instelling” van het hoofdmenu.
1. Kies in het hoofdmenu de menuoptie “Instelling”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Instelling” wordt geopend.
Het menu “Instelling” is verdeeld in vier submenu’s. U bereikt deze submenu’s via de
tandwielsymbolen op de bovenste regel van het menu.
Audio/video-instellingen
Basisinstellingen
Overige instellingen
Instellingen voor de kalibrering van de TravelPilot DX-V
Audio/video-instellingen uitvoeren
1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van
het menu. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de audio/video-instellingen verschijnt.
Taal kiezen
1. Om de taal van de menu’s en de gesproken mededelingen in te stellen kiest
u de menuoptie “Taal”. Druk op de
OK
-toets.
De lijst met de beschikbare talen wordt geopend.
De toevoeging “imperial” staat voor de aanduiding van afstanden in mijlen.
2. Kies de gewenste taal. Druk op de
OK
-toets.
De navigatie wordt opnieuw geladen in de gewenste taal.
58
Volume instellen
U hebt de mogelijkheid om het volume van de gesproken mededelingen, voor het
bevestigingssignaal (“Waarschuwingstoon”) en de snelheidsafhankelijke volumeaan-
passing (“GALA”) individueel in te stellen. Met het toenemen van de rijsnelheid neemt
ook het geluidsniveau in de auto toe. De volumeaanpassing past het volume van de
gesproken mededelingen automatisch hieraan aan.
Pluspunt: U kunt alle drie de volume-instellingen achtereen uitvoeren en
daarna met een druk op de
OK
-toets bevestigen.
Volume van de gesproken mededelingen instellen
1. Kies de menuoptie “Volume”. Druk op de
OK
-toets.
De balkweergave voor de instelling van het volume is gemarkeerd.
2. Stel het volume in met de -toetsen.
Pluspunt: tijdens het instellen is bij elke wijziging van het volume een korte
gesproken mededeling te horen. Zo weet u steeds hoe sterk het gekozen vo-
lume is.
3. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de audio-/video-instellingen wordt weergegeven.
Gevoeligheid van GALA instellen
1. Kies de menuoptie “Volume”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu voor de instelling van het volume wordt weergegeven.
2. Kies de balkweergave voor de instelling van GALA met de -toetsen.
De instelschaal is gemarkeerd.
3. Stel de gevoeligheid in met de -toetsen.
4. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de audio-/video-instellingen wordt weergegeven.
Systeeminstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
59
Volume van het bevestigingssignaal instellen
1. Kies de menuoptie “Volume”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu voor de instelling van het volume wordt weergegeven.
2. Kies de balkweergave voor de instelling van het volume van het bevesti-
gingssignaal met de
-toetsen.
De instelschaal is gemarkeerd.
3. Stel het volume in met de -toetsen.
4. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de audio-/video-instellingen wordt weergegeven.
Beeldschermmodus Automatisch/Dag/Nacht kiezen
1. Om de beeldschermmodus te kiezen markeert u de menuoptie “Beeld-
scherm”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu om de beeldschermmodus te kiezen.
2. Kies de gewenste modus. Druk op de
OK
-toets.
De gekozen modus wordt geactiveerd.
Pluspunt: U kunt de beeldschermmodus ook comfortabel wijzigen in het
menu “Instellingen” van de routegeleiding. Lees hiervoor in het hoofdstuk
“Routegeleiding” het gedeelte “Beeldschermmodus Automatisch/Dag/Nacht
kiezen”.
Systeeminstellingen
60
Basisinstellingen uitvoeren
1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van
het menu. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de basisinstellingen verschijnt.
Veiligheidscode activeren/deactiveren
1. Wanneer u de veiligheidscode van de TravelPilot DX-V wilt in- resp. uitscha-
kelen, kiest u de menuoptie “Veiligheidscode”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu voor het invoeren van het codenummer.
2. Markeer het eerste cijfer van het codenummer. Druk op de
OK
-toets.
Ga zo verder met de overige cijfers van het codenummer. Markeer ten slotte
“OK” en druk op de
OK
-toets.
Wanneer de code per ongeluk onjuist is ingevoerd en bevestigd, kunt u de
code pas na afloop van een wachttijd opnieuw invoeren. In deze tijd moet de
TravelPilot DX-V ingeschakeld blijven. In het invoerveld verschijnt “SAFE”.
Bedieningsintro in-/uitschakelen
1. Wanneer u het bedieningsintro van de TravelPilot DX-V wilt in- resp. uitscha-
kelen, kiest u de menuoptie “Korte handleiding”. Druk op de
OK
-toets.
De bedieningsintro is geactiveerd wanneer ervoor een v-tekentje wordt
weergegeven.
Systeeminstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
61
Monitor kiezen
De TravelPilot DX-V is afhankelijk van de uitvoering uitgerust met een afneembare
16:9-monitor (wide screen) of een uitschuifbare 16:9-monitor (wide vision). Wanneer
u een tv-/videobron aansluit op de RGB-ingang van de TravelPilot DX-V, moet de
optie “Externe videobron” worden vrijgegeven. De monitor wide vision bevat een tv-
tuner, die onafhankelijk werkt van deze instelling.
1. Kies de desbetreffende monitorvariant en druk op de
OK
-toets.
De gekozen monitor is gekenmerkt met een gevuld cirkeltje.
Let op:
De volgende aanwijzingen “Externe videobron kiezen”, “Wisselen van
videobron” en “Wisselen van beeldformaat” gelden alleen voor de 16:9-
monitor wide screen.
Externe videobron kiezen
U hebt de mogelijkheid om d.m.v. een adapter een videospeler of een dvd-speler aan
te sluiten op de RGB-ingang van de TravelPilot DX-V. Welke adapters hiervoor be-
schikbaar zijn, kunt u navragen bij uw geautoriseerde Blaupunkt-vakhandel of bij de
Blaupunkt-hotline.
1. Wanneer u een externe videobron wilt aansluiten, kiest u de menuoptie “Ex-
terne videobron” en drukt u op de
OK
-toets.
De externe videobron is vrijgegeven wanneer hiervoor een v’tje wordt weer-
gegeven.
Wisselen van videobron
Het overschakelen op de externe videobron vindt plaats op de 16:9-monitor wide
screen. Het externe videosignaal is alleen zichtbaar wanneer de auto stilstaat resp.
niet sneller rijdt dan 6 km/uur.
1. Druk op toets SRC 4 op de monitor om te wisselen tussen navigatie en de
externe videobron.
Systeeminstellingen
4 6
62
Wisselen van beeldformaat
U hebt de mogelijkheid om het beeldformaat te wijzigen bij weergave van de externe
videobron.
1. Druk op toets MODE 6 totdat het gewenste formaat is ingesteld.
Het overschakelen gebeurt in de volgorde
normal cinema full normal …
Let op:
In de navigatiemodus is de modusomschakeling geblokkeerd. Het navi-
gatiebeeld wordt altijd in de full-mode weergegeven.
Het gekozen formaat kan voor de achteruitrijcamera en de externe video-
bron apart worden ingesteld en wordt ook opgeslagen.
Achteruitrijcamera vrijgeven
Voor de aansluiting van een achteruitrijcamera is een speciale adapter vereist. Welke
adapters hiervoor beschikbaar zijn, kunt u navragen bij uw geautoriseerde Blaupunkt-
vakhandel of bij de Blaupunkt-hotline.
1. Wanneer u een achteruitrijcamera gebruikt en het beeld van de camera op
het display van de TravelPilot DX-V wilt laten weergeven, kiest u de menu-
optie “Achteruitrijcamera”. Druk op de
OK
-toets.
De ingang voor de achteruitrijcamera is geactiveerd wanneer ervoor een v-
tekentje wordt weergegeven.
Bij een juiste aansluiting verschijnt het beeld van de achteruitrijcamera automatisch
wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Pluspunt: bij gebruik van de 16:9-monitor wide screen wordt het beeld van
de achteruitrijcamera horizontaal gespiegeld weergegeven. Zo ontstaat de
indruk van een achteruitkijkspiegel.
Systeeminstellingen
4 6
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
63
Overige instellingen uitvoeren
1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van
het menu. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de overige instellingen verschijnt.
Klokinstellingen uitvoeren
U hebt de mogelijkheid om de zomertijd, de kloktijd, de aanduiding van de aankomst-
of reistijd alsmede de indeling van de kloktijd in te stellen.
Het instellen van de minuten gebeurt normaliter automatisch via GPS. De uren
moet u met de hand instellen.
1. Kies de menuoptie “Klok”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Klok” wordt weergegeven.
2. Kies de menuoptie “Kloktijd”. Druk op de
OK
-toets.
Er wordt een menu voor de instelling van de kloktijd weergegeven en de
uren zijn gemarkeerd.
3. Kies de gewenste plaatselijke tijd (uur) door op de -toetsen te druk-
ken. Druk op de
OK
-toets.
De ingestelde plaatselijke tijd wordt naast de menuoptie weergegeven.
Let op:
Indien gewenst kunt op dezelfde wijze ook de minuten instellen. Let u er
echter op dat de minuten alleen in stappen van 30 minuten kunnen wor-
den ingesteld wanneer de kloktijd via GPS reeds is ingesteld.
Het apparaat schakelt niet automatisch over van zomertijd op wintertijd, zodat deze
instelling met de hand moet worden uitgevoerd.
4. Kies de menuoptie “Zomertijd”. Druk op de
OK
-toets.
De zomertijd is ingeschakeld wanneer naast de menuoptie een v-tekentje
verschijnt.
5. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de
-toets.
Systeeminstellingen
64
Aanduiding van de reis- of aankomsttijd kiezen
U hebt de mogelijkheid om tijdens de routegeleiding de reis- of de aankomsttijd te
laten weergeven.
1. Kies de menuoptie “Klok”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Klok” verschijnt.
2. Kies de menuoptie “Tijdinfo”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu ter instelling van de displayweergave verschijnt.
3. Kies de gewenste weergavesoort door op de -toetsen te drukken.
Druk op de
OK
-toets.
De ingestelde weergavesoort wordt naast de menuoptie aangegeven.
4. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de -toets.
Klokindeling kiezen
U hebt de mogelijkheid om de indeling van de klokweergave te wisselen tussen 12 en
24 uur.
1. Kies de menuoptie “Klok”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu “Klok” verschijnt.
2. Kies de menuoptie “Tijdsf ormat”. Druk op de
OK
-toets.
Het menu ter instelling van de kloktijd verschijnt.
3. Kies de gewenste indeling van de klokweergave door op de -toetsen
te drukken. Druk op de
OK
-toets.
De ingestelde klokindeling wordt naast de menuoptie aangegeven.
4. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de -toets.
Systeeminstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
65
Klokweergave kiezen
U hebt de mogelijkheid om de weergave van de kloktijd op de onderste regel van de
monitor in resp. uit te schakelen.
1. Kies de menuoptie “Tijd weergeven”. Druk op de
OK
-toets.
De weergave van de kloktijd is ingeschakeld wanneer naast de menuoptie
een v’tje verschijnt.
Standby-tijd instellen
U hebt de mogelijkheid om in te stellen hoe lang de TravelPilot DX-V na het uitscha-
kelen van het contact van de auto nog actief moet blijven. U kunt kiezen uit 0, 15, 30
en 45 minuten standby-tijd.
1. Kies de menuoptie “Standby-tijd”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een menu voor de instelling van de standby-tijd.
2. Kies de gewenste standby-tijd. Druk op de
OK
-toets.
De gekozen standby-tijd verschijnt naast de menuoptie.
Systeemversie laten weergeven
1. Om de systeemversie weer te geven kiest u de menuoptie “Versie”. Druk op
de
OK
-toets.
De actuele systeemversies worden getoond.
2. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de
-toets.
Positie handmatig invoeren
1. Wanneer u de positie van uw auto met de hand wilt invoeren, kiest u de me-
nuoptie “Invoer positie”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een keuzemenu.
2. Kies tussen de moegelijkheden voor het invoeren van de positie via het
adres of via de kaart. Druk op de
OK
-toets.
Systeeminstellingen
66
Pluspunt: de positie wordt ingevoerd zoals u gewend bent van het invoeren
van reisdoelen.
3. Nadat u de stad, de straat en het kruispunt hebt bepaald, moet u de richting
en de afstand van het kruispunt tot de positie van de auto instellen. Kies de
desbetreffende menuoptie en voer de instellingen uit met de -toetsen.
Markeer ten slotte “OK” en druk op de
OK
-toets.
Demomodus oproepen
U kunt met de TravelPilot DX-V de routegeleiding simuleren.
1. Wanneer u de demomodus wilt activeren, kiest u de menuoptie “Demo”.
Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een keuzemenu.
2. Kies kussen de enkelvoudige demomodus (“Normaal”) of de continu herhaal-
de routegeleiding (“Auto repeat”). Druk op de
OK
-toets.
De navigatie wordt opnieuw geladen.
Let op:
Reisdoelen en trajecten die in de demomodus worden geprogrammeerd,
blijven na het beëindigen van de demomodus niet bewaard in het geheu-
gen.
De demomodus blijft actief totdat de TravelPilot DX-V opnieuw wordt
opgestart of deze wordt gedeactiveerd.
Demomodus deactiveren
1. Wanneer u de demomodus wilt deactiveren kiest u in het menu “Instelling”
het
-symbool. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de overige instellingen verschijnt.
2. Kies de menuoptie “Navigatie”. Druk op de
OK
-toets.
De navigatie wordt opnieuw geladen.
Systeeminstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
67
Instellingen ter kalibrering uitvoeren
1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van
het menu. Druk op de
OK
-toets.
Het submenu voor de kalibrering verschijnt.
Kalibrering na bandenwissel
Nadat de banden zijn verwisseld, bv. van zomer- naar winterbanden, kan het evt.
noodzakelijk zijn om de TravelPilot DX-V opnieuw te kalibreren.
1. Kies de menuoptie “Bandenwissel”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een waarschuwing.
2. Wanneer u een kalibrering wilt uitvoeren, kiest u “Verder” en drukt u op de
OK
-toets.
Zodra u met uw auto gaat rijden, begint de TravelPilot DX-V de opgeslagen
kalibreringswaarden te actualiseren.
Dit proces wordt weergegeven in een statusvenster.
Systeem opnieuw installeren
Wanneer de TravelPilot DX-V in een andere auto is ingebouwd, moet de gehele kali-
brering opnieuw worden uitgevoerd.
1. Kies de menuoptie “Nieuwe installatie”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een waarschuwing.
2. Wanneer u het systeem opnieuw wilt kalibreren, kiest u “Verder” en drukt u
op de
OK
-toets.
Alle kalibratiewaarden worden gewist.
3. Zodra u met uw auto gaat rijden, begint de TravelPilot DX-V het systeem op-
nieuw te kalibreren.
Dit proces wordt weergegeven in een statusvenster.
Systeeminstellingen
68
Status van de kalibrering laten weergeven
U kunt de status van de kalibrering laten weergeven.
1. Kies de menuoptie “Status”. Druk op de
OK
-toets.
Er verschijnt een venster met de actuele status van de kalibrering. De status
wordt aangeduid in procenten.
Handmatig kalibreren
U kunt de TravelPilot DX-V ook handmatig kalibreren. Hiervoor dient u een traject van
minimaal 100 meter af te leggen met een snelheid van maximaal 30 km/h. Let erop
dat er een zo nauwkeurig mogelijk gemeten traject beschikbaar moet zijn.
1. Kies de menuoptie “Manueel”. Druk op de
OK
-toets.
U krijgt nu de opdracht om het traject dat u wilt afleggen, in te voeren.
2. Markeer het eerste cijfer met de
-toetsen van de afstandsbediening.
Druk op de
OK
-toets.
3. Markeer achtereenvolgens de overige cijfers en druk na elk cijfer op de
OK
-toets.
4. Bevestig de ingevoerde waarde door de
OK
-toets lang ingedrukt te houden.
U krijgt de opdracht om het traject af te leggen.
5. Volg de overige aanwijzingen op het beeldscherm.
Systeeminstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
69
Appendix
Navigatie-cd-rom verwisselen
De cd-rom kan alleen worden verwisseld wanneer de auto stilstaat. Om de geplaatste
cd-rom te verwijderen drukt u op de -toets. De cd-rom wordt naar buiten ge-
schoven. Schuif de nieuwe cd-rom, met de tekst naar boven, voorzichtig zover in de
cd-opening dat deze door de cd-speler zelfstandig naar binnen wordt getranspor-
teerd.
Te gebruiken navigatie-cd-roms
De TravelPilot DX-V kan alleen worden gebruikt met cd-roms die de opdruk DX heb-
ben. Wanneer er geen cd-rom in het apparaat is geplaatst, verschijnt een aanwijzing
van die strekking op het display.
Let op:
Het navigatiesysteem is niet geschikt voor het gebruik van zelf gebrande
cd’s. Hieruit ontstane fouten of beperkingen van de werking van de navi-
gatieperformance vallen niet onder de garantie.
Aanwijzingen voor het onderhoud van cd-roms
Mocht een cd-rom vuil geworden zijn, mag u deze nooit in cirkelrichting schoonma-
ken, maar alleen van binnen naar buiten met een niet-pluizende doek. Voor extreme
vervuilingen adviseren wij een bad van de cd-rom met normaal afwasmiddel. Maak
de cd-rom ook hier echter nooit in cirkelrichting schoon, maar van binnen naar buiten,
en laat de cd dan drogen.
Verder adviseren wij u de cd-rom zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde
zorgvuldig te behandelen, aangezien vanwege de opbouw van de cd-rom de informa-
tielaag direct onder de druklaag (labelkant) ligt.
70
Over vragen omtrent de leeskwaliteit de volgende opmerkingen:
Elke verontreiniging of beschadiging van een cd-rom kan leiden tot problemen bij het
lezen. De ernst van de leesfout is afhankelijk van de vervuiling en van de ernst van de
mechanische beschadiging. Ernstige krassen veroorzaken “leesfouten” (datafouten),
waardoor de cd-rom kan springen of blijven hangen. Alle cd-roms moeten zorgvuldig
worden behandeld en altijd in een beschermhoes worden bewaard.
Beschikbare navigatie-cd-roms
Exacte routes naar uw reisdoel
De navigatie-cd’s kennen de wegen tot in het detail, in veel steden zelfs de huisnum-
mers. De informatieve kaart toont u uw reisdoel. Extra comfort wordt verkregen door
de weergave van files, veerverbindingen en veel direct te kiezen reisdoelen zoals
luchthavens, parkeerterreinen, tankstations, enz. De volgende cd’s zijn verkrijgbaar:
Duitsland Plus - Benelux - Groot-Brittannië - Nederland - België/Luxemburg - Oosten-
rijk - Zwitserland - Frankrijk - Italië - Spanje - Portugal - Scandinavië
Verkrijgbare reisgids-cd-roms
Perfect op de hoogte
De reisgids-cd’s bevatten naast het wegennet een grote selectie hotels, restaurants,
bezienswaardigheden e.v.a. Gedetailleerde informatie kan worden geselecteerd a.h.v.
afstand, prijsklasse, creditcard, etc. De volgende reisgids-cd’s zijn verkrijgbaar:
Tele Atlas/Michelin Duitsland - Tele Atlas/Vartaführer Duitsland - Merian Scout Duits-
land - Merian Scout Duitsland Golf Special - Tele Atlas/Michelin België, Luxemburg -
Merian Scout Oostenrijk - Merian Scout Zwitserland - Tele Atlas/ANWB Nederland -
Tele Atlas/Michelin Frankrijk - Tele Atlas/De Agostini Italië
Appendix
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
71
Wide screen-monitorinstellingen
De displayhelderheid, het contrast, de helderheid van de toetsenbordverlichting en
het uitschakelen van het display geschieden met de bedieningstoetsen aan de voor-
zijde van de monitor. Bovendien hebt u de mogelijkheid om de monitor terug te zetten
op de fabrieksinstellingen.
Displayhelderheid instellen
De sturing van de displayhelderheid vindt plaats met een fototransistor 8 op de voor-
zijde van de kap alsmede met de tuimeltoets +/- links 3.
1. Druk op de tuimeltoets +/- 3 om de helderheid aan te passen aan uw per-
soonlijke wensen. De gekozen instelling wordt automatisch opgeslagen.
Monitor in- en uitschakelen
Mot de ON-toets 5 kan het display tijdens het bedrijf worden uitgeschakeld. De luid-
spreker, de infraroodontvanger en de toetsenbordverlichting blijven actief.
1. Druk op de ON-toets 5 op de monitor. Het display in- resp. uitgeschakeld.
Let op:
Wanneer het gehele systeem met het contactslot wordt uit- en weer inge-
schakeld, is ook het display weer in bedrijf.
Contrast instellen
Met de tuimeltoets +/- rechts 7 kunt u het contrast van het display optimaliseren.
1. Druk op de tuimeltoets +/- 7 om het contrast aan te passen aan uw per-
soonlijke wensen. De gekozen instelling wordt automatisch opgeslagen.
2 3 41 6 7 85
72
Helderheid van de toetsenbordverlichting instellen
De helderheid van de toetsenbordverlichting kan apart van de displayhelderheid wor-
den ingesteld.
1. Druk tegelijkertijd op de “+” van de tuimeltoetsen 3 en 7.
De toetsenbordverlichting wordt helderder.
2. Druk tegelijkertijd op de “-” van de tuimeltoetsen 3 en 7.
De toetsenbordverlichting wordt donkerder.
Terugzetten op de fabrieksinstellingen
Wanneer u bij ingeschakelde monitor de “-” van tuimeltoets 3 en “+” van tuimeltoets
7 tegelijk indrukt, zet u de volgende functies terug op de fabrieksinstellingen:
Toetsenverlichting
Helderheid van het display
Contrast
Navigatiebeeld in Full-modus
Mode-geheugen voor extern videosignaal en achteruitrijcamera in Normal-
modus
2 3 41 6 7 85
Wide screen-monitorinstellingen
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
73
Betekenis van de symbolen op de kaart
Kleur lijn
Autosnelwegen rood
Autowegen geel
Provinciale wegen oranje
Secundaire wegen wit
Doorgaande woonstraten wit
Woonstraten beige
Weg beige
Voetgangerszone beige
Spoorweg zwart-wit gestreept
Water lichtblauw
Landsgrenzen grijs
Provinciegrenzen worden niet weergegeven
Veerverbinding grijs-wit gestreept
Toltraject kleur als van de weg, grijs gestippeld
Beperkt toegankelijke weg beige
Route blauw
Route over veerverbinding blauw transparant gestreept
Handm. geblokkeerd gedeelte rood transparant gestreept
Volledige TMC-blokkering rood transparant gestreept
TMC - file rood transparant gestreept
TMC - dicht opeenr. verkeer rood transparant gestreept
Kleur vlakken
Water lichtblauw
Bebouwde kom middelgrijs
Nationaal park lichtgroen
Stadspark lichtgroen
Bos groen
Heide lichtbruin
Industriegebied donkergrijs
Industriehaven lichtgrijs
Zand / woestijn okergeel
Insulair gebied als achtergrond beeldscherm
Teksten en symbolen
Reisdoelsymbool zwart-gele vlag
Autosymbool zwart-wit-blauw
Centrum woonplaats klein zwarte punt / witte rand
Centrum woonplaats groot zwart vierkant / witte rand
Namen zwart
74
Symbolen van de bijzondere reisdoelen
Winkelcentrum
Veer
Luchthaven
Autoverhuur
Station
Grensovergang
Ziekenhuis
Expositieterrein
Openbare instelling
Hotel
Tankstation
Parkeerterrein / -garage
Politie
Post
Restaurant
Sportvelden
Theater
Bezienswaardigheid
Overige reisdoelen
Snelwegop-/afrit
Tankstation aan snelweg
Snelwegservice
Autowerkplaatsen desbetr. merklogo
Bosch-service
Niet-gebonden werkplaats
Filesymbolen
Volledige TMC-blokkering
TMC - file
TMC - dicht opeenr. verkeer
Betekenis van de symbolen op de kaart
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
75
Glossarium
Dynamische routegeleiding
De combinatie van het navigatiesysteem en een TMC-bron maakt
dynamische routegeleiding mogelijk. De TMC-gegevens worden
doorgegeven aan het navigatiesysteem. Het navigatiesysteem
verwerkt deze gegevens zelfstandig en berekent, rekening hou-
dend met de verkeersstroom, de lengte van de files en de maxi-
mumsnelheden, een nieuwe, naar tijd geoptimaliseerde route.
GALA
De snelheidsafhankelijke volumeaanpassing dient ter aanpas-
sing van het volume aan de rijsnelheid. Bij hoger wordende snel-
heid neemt ook het geluidsniveau in het interieur van de auto
toe. Het navigatiesysteem regelt daarom automatisch het volu-
me van de gesproken mededelingen. De gevoeligheid van de
regeling is instelbaar.
GPS
Global Positioning System is een door het Amerikaanse minis-
terie van defensie ontwikkeld satellietsysteem voor wereldwijde
positiebepaling. De nauwkeurigheid ligt in het ideale geval on-
der de tien meter.
Gyro
De gyro (toerentalsensor) is geïntegreerd in het navigatiesys-
teem. Deze dient voor het detecteren van richtingswijzigingen in
bochten.
Positiebepaling
Opdat de aanwijzingen van de navigatie op het juiste tijdstip
worden gegeven, is uiterst nauwkeurige positiebepaling van de
auto op het wegennet vereist. Sensoren bepalen de afgelegde
afstand, de rijrichting en wijzigingen van richting. De positie van
de auto wordt mede gevolgd door een GPS-satellietontvanger.
Rekening houdend met de informatie van deze sensoren vindt
een permanente vergelijking plaats met het verloop van de weg
in overeenstemming met de digitale kaart op de cd-rom.
TMC
Traffic Message Channel is een digitaal gegevenskanaal voor
verkeersinformatie waarmee continu geactualiseerde gegevens
over de verkeerssituatie worden uitgezonden.
76
Index
A
Aanduiding van de reis- of
aankomsttijd kiezen ......................... 64
Achteruitrijcamera vrijgeven................ 62
Actueel reisdoel met naam opslaan .... 47
B
Bedieningsintro ..................................... 9
Bedieningsintro in-/uitschakelen ......... 60
Beeldschermmodus Automatisch/
Dag/Nacht kiezen ...................... 35, 59
Betekenis van de symbolen op
de kaart ...................................... 73, 74
Bijzondere reisdoelen kiezen .............. 20
Blokkering in de routelijst opheffen ..... 38
C
Centrum kiezen ................................... 19
Contrast instellen ................................ 71
D
Demomodus deactiveren .................... 66
Demomodus oproepen........................ 66
Diefstalbeveiligingssysteem .................. 9
Displayhelderheid instellen ................. 71
Dwarsstraat kiezen.............................. 13
Dynamische routegeleiding met TMC . 39
E
Externe videobron kiezen ................... 61
F
File-omleiding activeren ...................... 36
File-omleiding opheffen....................... 37
H
Handmatig kalibreren .......................... 68
Helderheid van de toetsenbord-
verlichting instellen .......................... 72
Huisnummer invoeren ......................... 19
I
Informatie op de kaart ......................... 33
Informatie oproepen op de kaart ... 16, 24
K
Kaartweergave activeren .................... 30
Kaartweergave kiezen................... 31, 34
Kalibrering na bandenwissel ............... 67
Klokindeling kiezen ............................. 64
Klokinstellingen uitvoeren ................... 63
Klokweergave kiezen .......................... 65
L
Laatste reisdoel van de navigatie
overnemen....................................... 52
Laatste reisdoelen wissen................... 49
Landelijke reisdoelen kiezen ............... 21
M
Monitor in- en uitschakelen ................. 71
Monitor kiezen..................................... 61
N
Nieuw reisdoel voor traject invoeren ... 51
O
Opmerking m.b.t. aansprakelijkheid ...... 6
Overschakelen op de kaartweergave . 15
P
Positie handmatig invoeren................. 65
Positie opslaan als reisdoel................. 48
CopyRight : Blaupunkt
Anhang
Allgemeines Kurzanlei- TourenZieleingabe Zielspeicher Einstellun-
77
Index
R
Reisdoel invoeren met coördinaten .... 22
Reisdoel invoeren via de
kaartweergave ................................. 23
Reisdoel kiezen uit het geheugen ....... 26
Reisdoel op kaart opslaan .................. 25
Reisdoel overnemen uit het reisdoel-
geheugen......................................... 52
Reisdoel voor traject invoeren............. 51
Reisdoel wissen .................................. 49
Reisdoelgeheugen .............................. 46
Reisdoelgeheugen openen ................. 46
Reisdoelgeheugen opnieuw sorteren . 50
Reisdoelgeheugen wissen .................. 49
Reisgids activeren............................... 55
Reistijd of aankomsttijd kiezen............ 35
Routegeleiding .................................... 27
Routegeleiding met kaartweergave .... 30
Routegeleiding met optische
rijadviezen........................................ 29
Routegeleiding starten .................. 24, 27
Routelijst inzien ................................... 28
Routeopties activeren/deactiveren...... 44
Routeopties kiezen.............................. 44
Routeopties wijzigen ........................... 14
S
Schaal van de kaart wijzigen... 16, 23, 32
Stad invoeren ...................................... 11
Standby-tijd instellen ........................... 65
Status van de kalibrering laten
weergeven ....................................... 68
Straat invoeren .................................... 13
Symboolweergave activeren ............... 29
Systeem opnieuw installeren .............. 67
Systeeminstellingen ............................ 57
Systeemversie laten weergeven ......... 65
T
Taal kiezen .......................................... 57
Terugzetten op de fabrieks-
instellingen....................................... 72
TMC in-/uitschakelen .......................... 40
TMC-zender kiezen....................... 40, 41
V
Veiligheidscode activeren/
deactiveren ...................................... 60
Verkeersberichten weergeven ............ 42
Volume instellen .................................. 58
W
Wegen resp. weggedeelten in de
routelijst blokkeren........................... 37
Wisselen van beeldformaat ................. 62
Wisselen van videobron ...................... 61
Blaupunkt GmbH
05/2002 CM/PSS 8 622 402 661 B (NL)
Country: Phone: Fax: www:
Germany (D) 0180-5000225 05121-49 4002 http://www.blaupunkt.com
Austria (A) 01-610 390 01-610 393 91
Belgium (B) 02-525 5454 02-525 5263
Denmark (DK) 44 898 360 44-898 644
France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320
Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394
Italy (I) 02-369 6331 02-369 6464
Luxembourg (L) 40 4078 40 2085
Netherland (NL) 023-565 6348 023-565 6331
Norway (N) 66-817 000 66-817 157
Portugal (P) 01-2185 00144 01-2185 11111
Spain (E) 902-120234 916-467952
Sweden (S) 08-7501500 08-7501810
Switzerland (CH) 01-8471644 01-8471650
USA (USA) 800-2662528 708-6817188
58

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Blaupunkt dx-v bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Blaupunkt dx-v in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,2 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info