3
gebruikt en de telefoon niet op uw oor houdt, houd deze dan op
minstens 2,5 cm afstand van uw lichaam, vooral tijdens de
gegevensoverdracht.
2. Kennismaking met het toestel
Het apparaat handelt een micro-simkaart af.
Kenmerken van de voedingsadapter:
• Ingangsvoltage: AC 100-240V~50/60Hz 0.25 A
• Uitgangsvoltage: DC 5.0V – 1.0 A
Batterij en spanning: 2200 mAh; 3,8V
SAR-waarde (stralingswaarde): 0,386 W/kg (hoofd)-0,620 W/kg (lichaam)
3. Geheugenkaart en SIM-kaart plaatsen
Schakel de stroom uit
en verwijder de
achterklep en batterij.
Plaats de SIM-kaart
volgens de markering
op het apparaat. Zorg
ervoor dat het
chipcontact en de snijrand van de kaart in de juiste richting zijn
uitgelijnd. Schuif de kaart in de sleuf totdat deze stopt.
4. Het toestel in-en uitschakelen
Druk lang op de Aan-toets aan de zijkant van het toestel om het toestel
in te schakelen.
Druk lang op de Aan-toets en vervolgens kies voor Uitschakelen uit de
Opties.
5. De aanraaktoetsen van het toestel