4 ONDERHOUD
4.1 REINIGING
Zorg er vóór elke handeling voor dat het apparaat volledig is uitgeschakeld en haal het uit het
stopcontact.
Deze kachel moet worden onderworpen aan frequente controle en algemene reiniging om altijd een
regelmatige werking, de veiligheid van het gebruik en een optimale prestaties te garanderen. Gezien de
temperaturen die tijdens de werking bereikt worden, is het volkomen normaal om verbrandingsresten op de
binnenwanden te observeren. Deze residuen kunnen gemakkelijk worden gereinigd, omdat ze relatief licht
en niet-kleverig zijn. In het geval van langdurige inactiviteit van de kachel is het noodzakelijk om de
aanwezigheid van obstructie in de rookgas en de schoorsteen te controleren voordat deze opnieuw wordt
gestart. Reinigingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer het apparaat koud is.
- Elke dag en wanneer dat nodig is: Verwijder de resten in de brander en zorg ervoor dat de brander-
lucht passages niet verstopt zijn (afb. 1). Verwijder de resten in het compartiment waarin de brander is
ondergebracht (afb. 2 en 3). Reinig het glas met een licht vochtige doek. Trek aan de hendel voor het
reinigen van de buis warmtewisselaar (Fig. 6).
- Eenmaal per 15 dagen of indien nodig: Verwijder de plaat en verwijder de resten in het onderste en
bovenste compartiment (Fig. 4 en 5).
- Eenmaal per maand en wanneer nodig: wanneer het reservoir leeg is, verwijder het stof dat zich op
de bodem heeft gevestigd. Reinig het touchscreen met een zachte, droge doek. Verwijder de resten in
het rookgas, stopcontact en in de aansluitelementen. Verwijder de branderbak, verwijder vervolgens
het branderbakplaatje (omhoog trekken), de linker en rechter vuurvaste wanden, dan de achterwand.
Verwijder resten op wanden e.d.
- Tweemaal per jaar of indien nodig: Verwijder de inspectie plaat en stof van de ventilatoren (afb. 7).
Controleer de conditie van het deurtouw en de afdichtingen van de veiligheidsklep. Veeg het rookgas
kanaal. BlackLine raadt u aan een professional in te huren om dit uit te voeren.
De dagelijkse aanwezigheid van verbrandingsresten op het glas is normaal.
De aanwezigheid van gedeeltelijk of volledig onverbrande pellets in het branderbakje is normaal. De
hoeveelheid residu varieert afhankelijk van de kwaliteit en conditie van de pellet.
Bij het openen van de deur is de val van residuen buiten de kachel normaal.