Het wachtwoord voor de sleutelopslag wijzigen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Voorzieningen voor sleutelopslag.
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op Wachtwoord wijzigen.
Het sleutelopslagwachtwoord synchroniseren met het toestelwachtwoord
Als u het sleutelopslagwachtwoord synchroniseert met het toestelwachtwoord, wordt het sleutelopslagwachtwoord automatisch bijgewerkt
als u het toestelwachtwoord wijzigt.
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Voorzieningen voor sleutelopslag.
5. Stel het veld Wachtwoord sleutelopslag en wachtwoord toestel synchroniseren in op Ja.
6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Opslaan.
Wijzigen wanneer uw toestel het wachtwoord van de sleutelopslag verwijdert
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Voorzieningen voor sleutelopslag.
5. Wijzig het veld Time-out voor wachtwoord persoonlijke sleutel.
6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Opslaan.
Om de persoonlijke sleutels te kunnen gebruiken nadat uw BlackBerry®-toestel het wachtwoord voor de sleutelopslag heeft verwijderd, dient
u uw wachtwoord voor de sleutelopslag in te voeren.
Contactpersonen automatisch aan uw contactpersonenlijst toevoegen als u items aan
de sleutelopslag toevoegt
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Voorzieningen voor sleutelopslag.
5. Wijzig het veld Adresinjector sleutelopslag in Ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Beveiliging
286