Opties voor PGP-sleutel
De weergavenaam voor een PGP-sleutel wijzigen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op PGP-sleutels.
5. Markeer een PGP®-sleutel.
6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Label wijzigen.
8. Typ een weergavenaam voor de PGP-sleutel.
9. Klik op OK.
De melding over de weergavenaam uitschakelen die wordt weergegeven wanneer u een PGP-sleutel aan de
sleutelopslag toevoegt
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op PGP-sleutels.
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op PGP-sleutels ophalen.
7. Druk op de menutoets.
8. Klik op Opties.
9. Wijzig het veld Vragen om label in Nee.
10. Druk op de menutoets.
11. Klik op Opslaan.
Wanneer u een PGP®-sleutel toevoegt, gebruikt uw BlackBerry®-toestel de naam die de PGP® Universal Server heeft ingesteld tijdens het
genereren van de sleutel.
De melding Status ophalen uitschakelen die wordt weergegeven wanneer u een PGP-sleutel aan de
sleutelopslag toevoegt
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op PGP-sleutels.
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op PGP-sleutels ophalen.
7. Druk op de menutoets.
Gebruikershandleiding
Beveiliging
282