• Als u het toepassingspictogram wilt verplaatsen, draait u de trackball naar de nieuwe locatie. Klik met de trackball.
• Als u het toepassingspictogram wilt verplaatsen naar een toepassingsmap, klikt u op een toepassingsmap.
• Als u het toepassingspictogram wilt verplaatsen uit een toepassingsmap, klikt u op de map Omhoog.
Een toepassingspictogram verbergen
Afhankelijk van uw thema kunt u bepaalde toepassingspictogrammen mogelijk niet verbergen.
1. Markeer in de toepassingenlijst een toepassingspictogram.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Verbergen.
Als u een verborgen toepassing wilt weergeven, drukt u op de menutoets. Klik op Alles weergeven.
Een toepassingsmap verwijderen
1. Markeer in de toepassingenlijst een toepassingsmap.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Verwijderen.
Opties voor toetsenbord
Toetstonen inschakelen
1. Klik in de toestelopties op Scherm/toetsenbord.
2. Stel het veld Toetstoon in op Aan.
3. Druk op de menutoets.
4. Klik op Opslaan.
Geluiden van de trackball uitschakelen
1. Klik in de toestelopties op Scherm/toetsenbord.
2. Stel het veld Geluid bij rollen in op Mute.
3. Druk op de menutoets.
4. Klik op Opslaan.
Als u de geluiden van de trackball weer wilt inschakelen, stelt u het veld Geluid bij rollen in op Klik.
De cursorsnelheid instellen
1. Klik in de toestelopties op Scherm/toetsenbord.
2. Stel het veld Toetssnelheid in.
3. Druk op de menutoets.
215