• U kunt nummers in een nummerveld typen door op een cijfertoets te drukken. U hoeft niet op de Alt-toets te drukken.
• U kunt een getal in een wachtwoordveld typen door de Alt-toets ingedrukt te houden en op de cijfertoets te drukken.
• U kunt de nummervergrendeling inschakelen door op de Alt-toets en de linker Shift-toets te drukken.
• Druk op de Alt-toets en de rechter Shift-toets om de hoofdlettervergrendeling in te schakelen.
• U kunt de nummervergrendeling of de hoofdlettervergrendeling uitschakelen door op de Shift-toets te drukken.
• Om over te schakelen naar een andere invoertaal moet u op het taalscherm controleren of het veld Snelkoppeling invoermethode
gebruiken is ingesteld op Ja. Houd de Alt-toets ingedrukt en druk op de Enter-toets. Blijf de Alt-toets ingedrukt houden en markeer
een taal. Laat de Alt-toets los.
Symbolen invoegen
• Om een apenstaartje (@) of een punt (.) in te voegen in een e-mailadres drukt u op de spatietoets.
• U kunt een symbool typen door op de Symbool-toets te drukken. Typ de letter die onder het gewenste symbool verschijnt.
Werken met tekst
• Als u een regel tekst wilt markeren, drukt u op de Shift-toets en draait u de trackball.
• Als u tekst teken voor teken wilt markeren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en draait u de trackball naar links of naar rechts.
• U kunt een tekstselectie annuleren door op de Escape-toets te drukken.
• U kunt tijdens het typen gemarkeerde tekst knippen door op de Shift-toets en de Backspace/Delete-toets te drukken.
• U kunt tijdens het typen gemarkeerde tekst kopiëren door op de Alt-toets te drukken en met de trackball te klikken.
• U kunt tijdens het typen gemarkeerde tekst plakken door op de Shift-toets te drukken en met de trackball te klikken.
98