5. Klik op OK.
De standaardoptie voor ondertekening en codering wijzigen
Uw BlackBerry®-toestel is ontworpen om de standaardoptie voor ondertekening en coderings te gebruiken wanneer u een bericht verzendt
naar een contactpersoon naar wie u nog niet eerder een bericht hebt verzonden of van wie u nog niet eerder een bericht hebt ontvangen.
Als u al eens een bericht hebt verzonden naar of ontvangen van de contactpersoon, probeert het toestel de optie voor ondertekening en
codering te gebruiken die voor het laatste bericht werd gebruikt.
1. Klik in de toestelopties op Geavanceerde opties.
2. Klik op Standaardservices.
3. Wijzig het veld Standaardcodering.
4. Druk op de menutoets.
5. Klik op Opslaan.
Informatie over berichtenclassificaties
Als uw BlackBerry®-toestel hoort bij een e-mailaccount die gebruikmaakt van een BlackBerry® Enterprise Server die deze functie
ondersteunt en de systeembeheerder berichtenclassificaties instelt, past de BlackBerry Enterprise Server een minimumset van
beveiligingsacties toe op elk bericht dat u opstelt, doorstuurt of beantwoordt, gebaseerd op de classificatie die u aan het bericht toewijst.
De systeembeheerder geeft aan welke berichtenclassificaties u kunt gebruiken.
Als u een bericht ontvangt dat gebruikmaakt van berichtenclassificaties, kunt u de verkorte classificatie weergeven in de onderwerpregel
van het bericht en de volledige beschrijving van de classificatie in de hoofdtekst van het bericht. Ook kunt u de verkorte classificatie en
de volledige beschrijving van de classificatie van een verzonden bericht bekijken in de map Verzonden items.
Het veld Standaardcategorie wijzigen
Als u deze taak wilt uitvoeren, moet uw BlackBerry®-toestel zijn gekoppeld aan een e-mailaccount waarbij een BlackBerry® Enterprise
Server wordt gebruikt die deze functie ondersteunt en moet uw systeembeheerder de berichtenclassificaties instellen.
Uw BlackBerry-toestel is ontworpen om de standaardberichtenclassificatie te gebruiken wanneer u een bericht naar een contactpersoon
verzendt naar wie u nog niet eerder een bericht hebt verzonden of van wie u nog niet eerder een bericht hebt ontvangen. Als u al eens
een bericht hebt verzonden naar of hebt ontvangen van de contactpersoon, probeert het toestel de berichtenclassificatie te gebruiken die
voor het laatste bericht werd gebruikt.
1. Klik in de toestelopties op Geavanceerde opties.
2. Klik op Standaardservices.
3. Wijzig het veld Standaardcategorie.
4. Druk op de menutoets.
5. Klik op Opslaan.
Het formaat van S/MIME-indicators in berichten wijzigen
1. Klik in de toestelopties op Beveiligingsopties.
2. Klik op S/MIME.
3. Wijzig het veld Berichtweergavepictogrammen.
4. Druk op de menutoets.
Gebruikershandleiding
Berichten met S/MIME-beveiliging
59