Snelkeuze
Een snelkiesnummer toewijzen aan een toets
1. Klik met het wieltje van het toestel.
2. Klik op Snelkeuzelijst bekijken.
3. Klik op een niet-toegewezen toets.
4. Klik op Nieuwe snelkeuze.
5. Klik op een contactpersoon.
6. Klik op Snelkeuze toevoegen aan <naam contactpersoon>.
De contactpersoon veranderen die aan snelkiestoets is toegewezen
1. Klik met het wieltje van het toestel.
2. Klik op Snelkeuzelijst bekijken.
3. Klik op een contactpersoon of telefoonnummer.
4. Voer een van de volgende acties uit:
• Als u een andere contactpersoon aan een snelkiestoets wilt koppelen, klikt u op Bewerken. Klik op een nieuwe contactpersoon.
Klik op Snelkeuze toevoegen aan <naam contactpersoon>.
• Als u de contactpersoon aan een andere snelkiestoets wilt koppelen, klikt u op Verplaatsen. Draai aan het wieltje om de
contactpersoon naar de nieuwe snelkeuzetoets te verplaatsen. Klik met het wieltje.
• Als u de contactpersoon uit de snelkeuzelijst wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen.
Telefonische vergaderingen
Telefonisch vergaderen
1. Druk tijdens een oproep op de verbindingstoets.
2. Toets een telefoonnummer in of markeer een contactpersoon.
3. Druk op de verbindingstoets.
4. Klik bij de tweede oproep met het wieltje.
5. Klik op Deelnemen.
Opmerking: Als u meer dan twee nummers aan een telefonische vergadering wilt toevoegen, zet u de telefonische vergadering in de
wachtstand voordat u het volgende telefoonnummer of de volgende contactpersoon belt.
Een telefoonnummerkoppeling aanmaken voor een telefonische vergadering
1. Typ een telefoonnummer voor de ''bridge'' voor de telefonische vergadering.
21