13
AMR
De activiteitsomzetting (AMR = Active
Metabolic Rate) is de hoeveelheid energie die
het lichaam per dag verbruikt in actieve
toestand. Het energieverbruik van een mens
stijgt met toenemende lichaamsactiviteit en
wordt bij de diagnoseweegschaal berekend
aan de hand van de ingegeven
activiteitsgraad (1-5).
Om het actuele gewicht te behouden, moet
de verbruikte energie in de vorm van eten en
drinken opnieuw worden toegediend. Wordt
gedurende langere tijd echter minder energie
toegevoerd dan wordt verbruikt, dan haalt het
lichaam het verschil in principe uit de
aangelegde vetopslag en neemt het gewicht
af. Wordt gedurende een langere tijd echter
meer energie toegevoerd dan de berekende
totale energieomzetting (AMR), dan kan het
lichaam het energieoverschot niet
verbranden. Het overschot wordt als vet
opgeslagen in het lichaam en het gewicht
neemt toe.
Tijdelijke samenhang van de resultaten
Houd er rekening mee dat alleen de langdurige trend telt. Kortstondige
gewichtsafwijkingen binnen een paar dagen zijn meestal het gevolg van
vochttekort.
De betekenis van de resultaten richt zich op
de veranderingen van het totale gewicht en
het percentage lichaamsvet en lichaamsvocht
en het spierpercentage evenals op de
tijdsduur waarin deze veranderingen
plaatsvinden. Snelle veranderingen binnen
enkele dagen zijn van gemiddelde
veranderingen (binnen enkele weken) en
langdurige veranderingen (maanden) te
onderscheiden.
Als basisregel kan gelden dat kortstondige
veranderingen van het gewicht bijna alleen
veranderingen van het vochtgehalte
betekenen, terwijl gemiddelde en langdurige
veranderingen ook het vet- en
spierpercentage kunnen betreffen.
x Als het gewicht kortstondig daalt, maar
het percentage lichaamsvet stijgt of
gelijk blijft, dan hebt u slechts vocht
verloren – bijv. na een training,
saunabezoek of een crashdieet.
x Als het gewicht langzaamaan stijgt en
het percentage lichaamsvet stijgt of
gelijk blijft, kunt u echter waardevolle
spiermassa opgebouwd hebben.
x Als het gewicht en het percentage
lichaamsvet tegelijk dalen, dan werkt uw
dieet – u verliest vetmassa.
x Idealiter ondersteunt u uw dieet met
lichamelijke activiteit, fitness- of
krachttraining. Daarmee kunt u bij een
gemiddeld tempo uw spierpercentage
verhogen.
x Het percentage lichaamsvet en
lichaamsvocht of het spierpercentage
mogen niet worden opgeteld
(spierweefsel bevat ook bestanddelen
uit lichaamsvocht).
Aanwijzing bij "ideaal gewicht":
Het ideale gewicht wordt berekend uit de lichaamslengte en de BMI (body-mass-
index). De weergave van het ideale gewicht bij het wegen met diagnose gebeurt
vanaf een leeftijd van 18 jaar.