16
OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
De installatie, alle afstellingen, het ombouwen van het apparaat en de onderhoudswerkzaamheden die in dit
gedeelte staan vermeld mogen uitsluitend door een vakman verricht worden.
Als het apparaat niet op de juiste manier geïnstalleerd wordt kan dit schade aan personen, dieren of voorwerpen
veroorzaken waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk gesteld kan worden.
De veiligheids- of automatische afstelsystemen van de apparaten mogen tijdens de levensduur van het apparaat
uitsluitend door de fabrikant of door de bevoegde dealer afgesteld worden.
DE FORNUIS INBOUWEN
Haal de verschillende losse delen uit de verpakking, d.w.z. zowel uit de buiten- als uit de binnenverpakking, en controleer
of de fornuis ongeschonden is. Bij twijfel mag u het apparaat niet gebruiken en moet u zich tot een vakman wenden.
Aangezien het verpakkingsmateriaal (piepschuim, zakjes, karton, spijkers e.d.) gevaarlijk materiaal is moet het
buiten bereik van kinderen gehouden worden.
Dit is een type Y fornuis (EN norm 60335-2-6 en latere wijzigingen daarop, betreffend de mate van bescherming
tegen brandgevaar); dit betekent dat het apparaat geïsoleerd, tegen een muur op een afstand van hoogstens
20mm (Fig. 2) of tussen twee wanden (Fig. 1) geïnstalleerd kan worden. Het is ook mogelijk één zijwand te
hebben die boven het werkblad uitsteekt; de afstand tussen deze wand en de fornuis dient minstens 70mm te
zijn (Fig.2).
De wanden van de aansluitende keukenkastjes, indien aanwezig, en de wand achter de fornuis dienen uit
materiaal vervaardigd te zijn dat bestand is tegen een overtemperatuur van 65 K.
Het apparaat kan zowel als een klasse 1 als een klasse 2 subklasse 1 geïnstalleerd worden.
LET OP: Indien het apparaat als een klasse 2 subklasse 1 geïnstalleerd wordt, enkel en alleen flexibile metalen
buizen gebruiken voor de aansluiting op gas, in overkomst met de ter plekke geldende normen.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Wij informeren de installateur dat dit een fornuis van het type Y is. Dit betekent dat het apparaat op zich zelf
staand, geïsoleerd of tussen keukenkastjes of tussen een keukenkastje en de muur geplaatst kan worden.
Het apparaat moet overeenkomstig de geldende landelijke voorschriften geïnstalleerd worden.
Dit apparaat is niet aangesloten op systemen voor de afvoer van verbrandingsgassen.. Men moet met name
aandacht besteden aan onderstaande voorschriften die ten aanzien van de luchtverversing en de ventilatie van
ruimtes van toepassing zijn.
Eventuele hangende keukenkastjes dienen op een afstand van minstens 700mm boven de fornuis bevestigd zijn.
VENTILATIE VAN HET VERTREK
Om de goede werking van het apparaat te garanderen moet het vertrek waarin het apparaat geplaatst is continu
geventileerd worden. Het volume van het vertrek mag niet minder zijn dan 25 m³ en de benodigde hoeveelheid lucht
moet gebaseerd worden op de goede verbranding van het gas en de ventilatie van het vertrek. De natuurlijke toestroming
van lucht moet door permanente openingen gebeuren die in de muren zijn aangebracht van het vertrek dat geventileerd
moet worden: deze openingen moeten in verbinding staan met de buitenlucht en moeten een minimum doorsnede
hebben van 100 cm² (zie fig. 3) Deze openingen moeten dusdanig gemaakt zijn dat zij niet afgedekt worden.
Het is ook toegestaan het vertrek indirekt te ventileren door middel van luchttoevoer vanuit de aangrenzende vertrekken.
PLAATSING EN LUCHTVERVERSING
Kooktoestellen op gas moeten de verbrandingsgassen altijd uitstoten door middel van afzuigkappen die op schoorstenen,
rookkanalen zijn aangesloten of rechtstreeks naar buiten afgevoerd worden (zie fig. 4). Als het niet mogelijk is een
afzuigkap te installeren dan mag er een ventilator gebruikt worden die u in het raam kunt zetten of rechtstreeks naar
buiten toe kunt draaien. Deze ventilator moet tegelijkertijd met het apparaat in werking gesteld worden (zie fig. 5). Het
gebruik van een ventilator is toegestaan mits de landelijke voorschriften die ten aanzien van de ventilatie van ruimtes van
toepassing zijn strikt in acht genomen worden.
HET APPARAAT OP DE GASLEIDING AANSLUITEN
Alvorens het apparaat op de gasleiding aan te sluiten controleer of de gegevens die op het typeplaatje staan, dat
zich in de la voor het verwarmen van gerechten of aand de achterkant van de fornuis bevindt, overeenstemmen
met de gegevens van het gasleidingnet.
Een etiket dat op de laatste pagina van dit boekje en in de la voor het verwarmen van gerechten of aan de
achterkant van het apparaat is aangebracht, geeft aan waar het apparaat op afgesteld is: de gassoort en de
bedrijfsdruk.
BELANGRIJK: Dit apparaat dient volgens de nationaal geldende normen geïnstalleerd te worden en in een goed
geventileerde ruimte gebruikt te worden.
LET OP: Voor de aansluiting van het fornuis op de aardgasleiding zit een ½ conische gasdraad in de leiding
volgens de ISO 7-1 norm. De aansluiting moet via een doorlopende roestvrij stalen buis gebeuren.