39Gebruikssteken: rijgsteek
Rijgsteek
TIP
rijgsteek nr. 21 (activa 230 nr. 19, activa 220 nr. 16)
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omlaag (stoppositie)
stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire voor activa 220)
Rijgsteek
•
voor alle werkzaamheden, waarbij een zeer grote steeklengte
gewenst of noodzakelijk is
•
voor het rijgen van naden, zomen, quilts, enz.
•
gemakkelijk los te tornen
Voorbereiding
•
stoflagen met kopspelden dwars t.o.v. de rijgrichting op elkaar
spelden (dit verhindert, dat de lagen stof verschuiven)
Rijgen
•
transporteur naar beneden zetten
•
stof onder de naaivoet leggen en een steek naaien; draden bij
rijgbegin vasthouden
•
naaiwerk op de gewenste steeklengte naar achteren trekken
•
een steek naaien, handeling herhalen
Afhechten/draden fixeren
•
bij begin en einde een paar kleine rijgsteken naaien
Rijgen
•
gebruik bij het rijgen fijn stopgaren; dit kan later gemakkelijker
worden losgetornd
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet: