automatisch stoppen in dun tot middelzwaar materiaal
voor alle soorten tricot en gladde stoffen; zichtbare naad voor
kleding, lingerie, tafellakens, enz.
met de hand gemaakt-effect: een steek (onderdraad) is zichtbaar,
de andere steek (bovendraad = quiltgaren [monofil]) is onzicht-
baar; bovendraadspanning afhankelijk van de stof verhogen (6–9)
voor fijne tot middelzware stoffen; blouses, jurken, broeken,
huishoudtextiel
voor lichte tot middelzware materialen; blouses, jurken, kinder- en
babykleding, knutselwerk
voor alle zeer elastische tricotstoffen van katoen, wol, zijde en synthe-
tische vezels
voor stevige materialen (niet elastisch); jassen, mantels, broeken,
vrijetijdskleding
programma voor het voorstikken van knoopsgaten, het afwerken
van knoopsgaten met een bandje (naaivoet nr. 3A) of zakopenin-
gen (naaivoet nr. 3, speciaal toebehoren)
17 Stopprogramma
22 Wafelsteek
40 Quiltsteek/doorpitsteek
10 Standaard knoopsgat
11 Standaardknoopsgat smal
12 Stretchknoopsgat
13 Oogknoopsgat
14 Knoopsgat met rechte
steken