Gebruiks- en siersteken
programmeren
•
memory openen (zie blz. 27)
•
de gewenste steek kiezen
(zie blz. 24)
•
het steeknummer (hier 21)
verschijnt op het beeldscherm
•
op de « »-toets (geheug-
entoets) drukken = de steek
is geprogrammeerd
•
het aantal resterende lege
geheugenplaatsen (hier 29)
en de cursor links van dit
cijfer knipperen
•
nieuwe steek kiezen;
programmeren met de
«
»
--toets, enz
Terugscrollen
•
linkertoets drukken = de
geprogrammeerde steken
lopen van achter naar voor
(«terugbladeren»)
Vooruitscrollen
•
« »-toets drukken = de
geprogrammeerde steken
lopen van voor naar achter
(«vooruitbladeren»)
Naaibegin
•
voetweerstand indrukken =
de naaimachine schakelt naar
het begin van de steekcombi-
natie
•
functie motiefeinde ( )
toevoegen = de naaimachine
stopt aan het einde van de
steekcombinatie
Inhoud van het memory
compleet uitwissen
•
eerst op de «clr/del»-toets
drukken, ingedrukt houden
en nadien op de « »-
toets drukken
•
beide toetsen loslaten
•
memory verlaten door op
de « »-toets te drukken
•
het memory is volledig
uitgewist Let op 220:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10-11, Knoopsgaten
No. 12, Knoop-aanzet-
programma
No. 13, Stopprogramma
No. 16, Rijgsteek
Let op 230:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10–12, Knoopsgaten
No. 13, Knoop-aanzet-
programma
No. 14, Oog
No. 15, Stopprogramma
No. 19, Rijgsteek
Let op 240:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10–14, Knoopsgaten
No. 15, Knoop-aanzet-
programma
No. 16, Oog
No. 17, Stopprogramma
No. 21, Rijgsteek