Bediening20
Achteruitnaaien
tijdelijk:
•
op de knop drukken
•
steek achteruitnaaien zolang de knop ingedrukt
blijft (steeklengte max. 3 mm)
Gebruik:
•
knoopsgatlengtes programmeren
•
lengte van het stopprogramma programmeren
•
handmatig afwerken (naadbegin/naadeinde)
permanent:
•
twee keer kort achter elkaar op de knop drukken
•
de naaicomputer naait de gewenste steek
permanent achteruit
•
achteruitnaaien beëindigen: één keer op de
knop drukken
1/2 motorsnelheid
•
op de toets drukken = de naaicomputer naait
op 1/2 snelheid
•
nogmaals op de toets drukken = de naaicompu-
ter naait weer op volle snelheid
Functies
Naaldstop-wijziging
•
bij de basisinstelling wijst de pijl naar boven
•
op de toets drukken
•
op het LCD beeldscherm wijst de pijl naar bene-
den = de naaicomputer stopt met de naald in de
stof
•
opnieuw op de naaldstoptoets drukken
•
op het LCD beeldscherm wijst de pijl naar boven
= de naaicomputer stopt met de naald omhoog
Attentie:
Toets iets langer indrukken = de naald
wordt automatisch omhoog of omlaag gezet
clr/del-toets (clear/delete)
•
op de toets drukken = de basisinstelling wordt
teruggehaald
•
afzonderlijk geactiveerde functies worden gewist
Uitzonderingen:
•
naaldstop onder/boven
•
1/2 motorsnelheid
•
als het handmatige knoopsgat is gekozen, knip-
pert de eerste stap op het LCD beeldscherm
Een functie is ...
geactiveerd, wanneer het overeenkomstige symbool op het LCD beeldscherm verschijnt
gedeactiveerd, wanneer het symbool niet meer op het LCD beeldscherm verschijnt.