489133
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/138
Pagina verder
1
Voorwoord
Voorwoord
1
1e druk
Geachte BERNINA klant,
Hartelijk gefeliciteerd! U heeft een BERNINA gekocht en hiermee een weloverwogen
keuze gemaakt waarvan u jarenlang plezier zult hebben. Sinds meer dan 100 jaar legt
onze familie de focus op tevreden klanten. Voor mij persoonlijk is het uiterst belangrijk
om u Zwitserse precisie van de allerhoogste kwaliteit, een toekomstgerichte
naaitechnologie en een alomvattende klantenservice te bieden.
De BERNINA 7-serie bestaat uit drie hoogmoderne modellen. Bij de ontwikkeling van
deze modellen stonden niet alleen de allerhoogste eisen aan de techniek en een groot
bedieningsgemak bovenaan de lijst, maar ook het productdesign. Per slot van rekening
verkopen wij onze producten aan creatieve mensen zoals u, die niet alleen een
uitstekende kwaliteit, maar ook de vormgeving en het design van een product zeer
waarderen.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u van het creatieve naaien met uw nieuwe BERNINA 710
zult genieten. Lees ook meer over de veelzijdige accessoires voor de BERNINA
naaimachines op www.bernina.com. Op onze website vindt u bovendien veel inspiratie
en creatieve projecten met werkbeschrijvingen als gratis download.
Uw BERNINA dealer geeft u ook graag vrijblijvend informatie over het complete
BERNINA productassortiment, alsmede het BERNINA cursus- en service-aanbod.
Ik wens u veel creatief plezier met uw nieuwe BERNINA.
H.P. Ueltschi
Eigenaar
BERNINA International AG
CH-8266 Steckborn
www.bernina.com
2
Veiligheidsvoorschriften
BELANGRIJKE
INFORMATIE
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de
gebruikelijke en navolgende veiligheidsvoorschriften absoluut in
acht te worden genomen:
Lees voor het gebruik van deze naaicomputer alle aanwijzingen
zorgvuldig door.
Bij niet-gebruik moet het apparaat altijd uitgeschakeld
worden door de netstekker uit het stopcontact te trekken.
GEVAAR!
Om het risico van een elektrische schok te vermijden:
1. Laat de naaicomputer nooit onbeheerd staan zolang deze
nog op het stroomnet is aangesloten.
2. Na gebruik en voordat de naaicomputer wordt gereinigd, dient
de stekker uit het stopcontact van het stroomnet te worden
verwijderd.
3. LED-straling. Niet direct met optische instrumenten bekijken.
LED-klasse 1M.
WAARSCHUWING!
Om het risico van verbrandingen, brand, elektrische schok of
verwondingen van personen te vermijden:
1. Deze naaicomputer mag alleen voor de in de handleiding
beschreven doeleinden worden gebruikt. Er mogen uitsluitend
accessoires worden gebruikt die door de fabrikant worden
aanbevolen.
2. Laat niet toe, dat de naaicomputer als speelgoed wordt gebruikt.
Voorzichtigheid is vooral vereist wanneer de naaicomputer door
of in de nabijheid van kinderen wordt gebruikt. De naaicomputer
mag niet zelfstandig door personen met fysieke, psychische of
sensorische beperkingen, of indien de kennis voor het bedienen
van de naaicomputer niet voorhanden is, worden gebruikt. In dit
geval mag de naaicomputer alleen worden gebruikt, als een
persoon, die voor de veiligheid van deze persoon
verantwoordelijk is, de bediening van de naaicomputer heeft
uitgelegd. Laat de naaicomputer in de nabijheid van kinderen
nooit onbeheerd staan.
3. Gebruik de naaicomputer niet als:
kabel of stekker zijn beschadigd
deze niet storingvrij functioneert
deze gevallen of beschadigd is
deze in het water is gevallen
Breng uw naaicomputer naar uw BERNINA dealer voor een
uitgebreide controle en eventuele reparatie.
4. Let erop, dat de ventilatie-openingen tijdens het gebruik van
de naaicomputer nooit geblokkeerd zijn. Verwijder pluisjes,
stof- en draadresten regelmatig uit de openingen.
5. Houd uw vingers op voldoende afstand van alle bewegende
delen. Voorzichtigheid is vooral vereist in de buurt van de naald.
6. Steek geen voorwerpen in de openingen van de naaicomputer.
7. Gebruik de naaicomputer nooit buiten.
8. Gebruik de naaicomputer niet in ruimtes waar
aërosolproducten (sprays, spuitbussen) worden gebruikt.
9. Duw niet tegen en trek nooit aan de stof tijdens het naaien.
Dit kan veroorzaken, dat de naald breekt.
10. Gebruik geen kromme naalden.
11. Gebruik altijd een originele BERNINA steekplaat. Een andere
steekplaat kan veroorzaken, dat de naald breekt.
12. Om de naaicomputer uit te schakelen moet de
hoofdschakelaar op «0» worden gezet en de netstekker uit
het stopcontact worden getrokken. Trek altijd aan de stekker
en nooit aan de kabel.
13. Zet bij handelingen in het bereik van de naald - zoals naald
verwisselen, naaivoet verwisselen, enz. - de hoofdschakelaar
altijd op «0».
14. Bij de in de handleiding beschreven reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden mag de naaicomputer nooit op
het stroomnet zijn aangesloten.
15. Deze naaicomputer is dubbel geïsoleerd. Gebruik alleen
originele vervangingsonderdelen. Lees de aanwijzing voor het
onderhoud van dubbel geïsoleerde producten.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Milieubescherming
BERNINA International AG neemt haar plichten
omtrent milieubescherming waar. Wij streven ernaar,
onze producten zodanig te vervaardigen, dat het
milieu wordt ontzien. Om deze reden wordt de
productietechniek steeds verbeterd.
Indien u deze naaicomputer niet meer gebruikt,
verzoeken wij u deze op een voor het milieu
verantwoorde manier af te voeren, overeenkomstig
de nationale richtlijnen. Niet bij het huishoudelijk
afval afvoeren. In geval van twijfel kunt u met uw
BERNINA dealer contact opnemen.
ONDERHOUD DUBBEL
GEISOLEERDE
PRODUCTEN
Een dubbel geïsoleerd product is van twee isoleereenheden in
plaats van een aarding voorzien. Een dubbel geïsoleerd product
bevat geen aardingsmiddel en dient ook niet te worden gebruikt.
Het onderhoud van een dubbel geïsoleerd product vereist grote
zorgvuldigheid en een uitstekende kennis van het systeem en mag
derhalve alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd. Voor
service en reparatie mogen uitsluitend originele onderdelen worden
gebruikt. Een dubbel geïsoleerd product is op de volgende wijze
gekenmerkt: «Dubbele isolering» of «dubbel geïsoleerd».
Het symbool kan eveneens aangeven, dat een product
dubbel geïsoleerd is.
AANSPRAKELIJKHEID
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden
die door een verkeerde bediening van deze naaicomputer zijn
veroorzaakt. Deze naaicomputer is bestemd voor huishoudelijk
gebruik. Deze naaicomputer voldoet aan de Europese Richtlijn
2004/108/EC met betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit.
BEWAAR DEZE
HANDLEIDING
ZORGVULDIG!
De actuele versie van uw handleiding vindt u op
www.bernina.com.
Als de naaicomputer in een koude ruimte staat, moet
deze ong. 1 uur voor gebruik in een warme ruimte
worden gezet.
4
Inhoud
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 2
Milieubescherming 3
Verklaring tekens 8
Verklaring uitdrukkingen 8
Accessoires 9
Standaardaccessoires 9
Naaivoeten 10
Accessoirebox neerzetten 11
Spoeltje 11
Overzicht naaicomputer 12
Vooraanzicht 12
Detailaanzicht 12
Belangrijke informatie over het naaien 14
Garen 14
Naald, garen en materiaal 14
Naald, garen 15
Juiste verhouding naald-garen 15
Garen te dun of naald te dik 15
Garen te dik of naald te dun 15
Naaldoverzicht 16
Naaicomputer gereedmaken 18
Hoofdschakelaar/Kabelaansluitingen 18
Pedaal 18
Aanschuiftafel 18
Kniehevel 19
Garenkloshouder verticaal 19
Onderdraad opspoelen 20
Spoelen tijdens het naaien 20
Spoeltje inzetten/Onderdraad inrijgen 21
Spoelhuls verwisselen 21
Spoel uit de spoelhuls verwijderen 21
Bovendraad inrijgen 22
Naald verwisselen 22
Tweelingnaald inrijgen 23
Drielingnaald inrijgen 23
Naald inrijgen 24
Naaivoet verwisselen 24
Steekplaat 25
Markeringen op de steekplaat 25
Steekplaat verwijderen 25
Steekplaat bevestigen 25
Draadspanning 26
Bovendraadspanning veranderen 26
Bovendraadspanning opslaan 26
Terug naar de basisinstelling 26
Naaivoetdruk veranderen 27
Bij dik materiaal, bijv. bij quilten 27
Naaivoetdruk opslaan 27
Basisinstelling terughalen 27
Transporteur en stoftransport 28
Transporteur in naaipositie/omlaag 28
Functies 30
Overzicht «functie»-toetsen 30
«Start/stop»-toets 30
«Naaivoetstand»-toets 30
«Automatische draadafsnijder»-toets 30
«Achteruit»-toets 30
«Naaldstop»-toets 30
Programmeerbare «motiefeinde/afhecht»-toets 30
Snelheidsregelaar 30
Steekbreedte- en steeklengteknop
(multifunctioneel) 31
«Naaldstand»-toetsen 31
Naaldstop-positie boven en «achteruit»-toets 31
Naaldstop-positie onder en «achteruit»-toets 31
Beeldscherm 32
Overzicht hoofdbeeldscherm 32
Systeeminstellingen 32
Menukeuze 32
Keuze 33
Steekmotieven 33
Steekweergave 33
Functies - beeldscherm 34
Overzicht functies naaien 34
Algemene functies 34
Overzicht functies knoopsgat 36
Overzicht functies alfabetten 38
Overzicht functies combinatiemodus 40
Setup-programma 44
Overzicht «setup»-beeldscherm 44
Beeldscherminstellingen veranderen 45
Helderheid 45
Naailicht 45
Helderheid naailicht 45
Begroetingstekst 45
Begroetingstekst wissen 45
Correcties 45
Beeldschermkleur kiezen 46
Naai-instellingen 46
Naaisnelheid regelen 46
Bovendraadspanning veranderen 46
Afhechtprogramma automatisch 46
Draadafsnijder automatisch 46
Naaivoet omhoogzetten 46
Draadafsnijder automatisch en afhechtsteken 47
Naaivoetstand bij naaldstop-positie onder 47
Zweefpositie van de naaivoet 47
Terug naar de basisinstelling 47
Spoelsnelheid veranderen 48
Beeldscherm kalibreren 48
Audio-instellingen veranderen 49
Controle-instellingen 49
Inhoud
5
Inhoud
Informatie 50
Taal 50
Versie 50
Dealergegevens 50
Service-informatie 51
Update 51
Knoopsgatsledevoet nr. 3A kalibreren/Reinigen 52
Basisinstelling 53
Terug naar de basisinstelling 53
Persoonlijke gegevens wissen 53
Tutorial 54
Overzicht tutorial 54
Naaigids 56
Overzicht naaigids 56
Overzicht naaitechnieken 56
Naaigids verlaten 56
Help-programma 57
Steken 57
Functies 57
Balans 58
Nuttige en decoratieve steken 58
Corrigeren 58
Terug naar de basisinstelling 58
eco - beschrijving 59
eco inschakelen 59
eco uitschakelen 59
Nuttige steken 60
Overzicht nuttige steken 60
Steekkeuze 62
Direct 62
Met behulp van het steeknummer 62
Afbreken 62
Steekmotief individueel aanpassen 63
Tijdelijk persoonlijk geheugen 63
Blijvend persoonlijk geheugen 64
Steekbreedte en steeklengte veranderen 65
Toepassingen 66
Rechte steek 66
Drievoudige rechte steek 66
Drievoudige zigzag 67
Ritssluiting 68
Stoppen - handmatig 69
Stoppen - automatisch 70
Stoppen verstevigd, automatisch 71
Randen afwerken 71
Dubbele overlock 72
Randen doorstikken 73
Blindzoom 74
Zichtbare zoom 74
Afhechtprogramma 75
Rijgsteek 75
Platte verbindingsnaad 76
Stoflagen aanpassen 77
Hoeken naaien 77
Knoopsgaten 78
Overzicht knoopsgaten 78
Belangrijke informatie 79
Handmatige knoopsgaten markeren 79
Automatische knoopsgaten markeren 79
Oogknoopsgaten markeren 79
Proeflapje 79
Kordonbreedte veranderen 79
Steeklengte veranderen 79
Verstevigingsmateriaal 80
Vuldraad 81
Ideaal materiaal voor vuldraden 81
Vuldraad met knoopsgatsledevoet nr. 3A 81
Vuldraad met knoopsgatvoet nr. 3C
(speciaal accessoire) 81
Vuldraad vastzetten 81
Knoopsgat openen m.b.v. een tornmesje 81
Knoopsgat openen met de knoopsgatbeitel
(speciaal accessoire) 81
Balans aanpassen 82
Balans bij knoopsgat met lengtemeting 82
Balans bij oogknoopsgat of afgerond knoopsgat
met lengtemeting 82
Balans bij handmatig oogknoopsgat of afgerond
knoopsgat 82
Balans bij handmatig standaardknoopsgat 82
Balans bij stekenteller-knoopsgat 82
Balans wissen 82
Knoopsgaten programmeren 83
Standaard- en stretchknoopsgat met
lengtemeting, automatisch 83
Automatisch met directe lengte-invoer 84
Automatisch met knoopmeting 84
Oogknoopsgat en afgerond knoopsgat
automatisch 85
Ajourknoopsgat 86
Stekenteller-knoopsgat 86
Knoopsgat in het blijvend geheugen 87
7- of 5-fase knoopsgat, handmatig 89
Knoop-aanzetprogramma 90
Oogprogramma 91
Decoratieve steken 92
Overzicht decoratieve steken 92
Toepassing 92
6
Inhoud
Inhoud
Toepassingen 93
Kruissteek 93
Biezen 94
Bobbin work 95
Quiltsteken 96
Overzicht quiltsteken 96
Toepassingen 97
Doorpitsteek 97
Quilten uit de vrije hand 98
BSR (BERNINA SteekRegulator)
(speciaal accessoire) 99
Quilten met BSR 99
BSR-functie 99
BSR-functie met rechte steek nr. 1 99
BSR-functie met zigzagsteek nr. 2 99
Twee verschillende BSR-modi 99
Voorbereiding 100
Naaivoetzool verwijderen 100
Naaivoetzool bevestigen 100
Functies in de BSR-modus 101
Naaldstop onder (standaard) 101
Naaldstop boven 101
Naald omhoog-/omlaagzetten 101
Afhechten met de «start/stop»-toets
(alleen modus 1) 101
Afhechtfunctie (alleen modus 2) 101
Quilten uit de vrije hand (alleen modus 2) 101
Quilten uit de vrije hand met uitgeschakelde
BSR-modus 101
Akoestisch signaal (beeper) in-/uitschakelen 102
Signaalkeuze voor BSR in het setup-programma 102
Signaalkeuze voor BSR op het «BSR»-
beeldscherm 102
BSR-functie starten 103
BSR-functie uitschakelen bij gebruik van de
«start/stop»-toets 103
BSR-functie uitschakelen 103
BERNINA dubbeltransport 104
Naaivoetassortiment 104
BERNINA dubbeltransport inschakelen 104
BERNINA dubbeltransport uitschakelen 104
Stoffen 105
Alfabetten 106
Overzicht alfabetten 106
Schrifttekens 106
Perfecte steek 106
Schrifttekens combineren 107
Combinatie corrigeren 107
Alfabet in verbinding met functies 108
Kleine letters kiezen 108
Lettergrootte veranderen 108
Persoonlijk programma 109
Persoonlijk beeldscherm inrichten 109
Steken voorbereiden 109
Eerste steek programmeren/opslaan 109
Volgende steek programmeren/opslaan 110
Steekkeuze in het persoonlijke programma 110
Persoonlijk beeldscherm 110
Steken veranderen/vervangen 111
Steken wissen 112
Combinatiemodus 113
Steekcombinatie maken 113
Programmeren en opslaan 113
Steekweergaveveld wissen 114
Opgeslagen combinatie openen 114
Steekcombinatie corrigeren 115
Steek invoegen 115
Steek veranderen 115
Complete combinatie spiegelen 116
Combinatie onderverdelen 116
Combinatie onderbreken 116
Steekcombinatie 117
Vervangen 117
Wissen 117
Onderhoud 118
Storingen opheffen 120
Steekoverzicht 124
Nuttige steken 124
Knoopsgaten 124
Decoratieve steken 124
Quiltsteken 126
Alfabetten 127
Index 130
7
Notities
Notities
Notities
8
Verklaring tekens
GEVAAR!
Onvoorwaardelijk in acht te nemen!
Verwondingsgevaar!
ATTENTIE!
Onvoorwaardelijk in acht te nemen!
Beschadigingsgevaar!
Tips!
Verklaring uitdrukkingen
Balans Afwijkingen bij het naairesultaat aanpassen
Stofvouw Gevouwen stofrand
BSR BERNINA SteekRegulator. Quilten uit de vrije hand met gelijkblijvende steeklengte binnen een bepaalde snelheid
clr Clear. Instellingen of gegevens wissen
Grijper Neemt de lus van de bovendraad en vormt samen met de onderdraad de steek
LMS Lengtemeetsysteem bij het knoopsgat
Memory Blijvend geheugen
Memory-stick BERNINA geheugenstick, leeg (speciaal accessoire)
Kordon Dichte zigzagsteek
Trens Dwarsverbinding bij knoopsgaten
Alle rechten voorbehouden
Om technische redenen en ten behoeve van verbeteringen aan het product, kunnen wijzigingen met betrekking tot de
uitrusting van de naaicomputer of van de accessoires te allen tijde zonder vooraankondiging worden aangebracht. De
accessoires kunnen eveneens, afhankelijk van het land, variëren.
Verklaring tekens
9
Accessoires
Standaardaccessoires
1 Kniehevel
2 Pedaal
3 Beschermhoes
4 Accessoirebox
5 Netkabel
6 Aanschuiftafel
7 3 garengeleidingsschijven
8 4 spoelen (waarvan één in de spoelhuls)
9 Nivelleerplaatjes
10 Assortiment naalden
11 Randgeleider rechts
12 Tornmesje
13 Schroevendraaier grijs Torx
14 Schroevendraaier rood
15 Speciale schroevendraaier (Torx)
16 Kwastje
17 Oliespuitje
18 2 plaatjes van schuimstof
Accessoires
7
11
13
12
14
18
8
9
10
3
4
2
5
6
1
16
15
17
10
Accessoires
Naaivoeten
21
5
4
1 Nr. 1C Terugtransportvoet
2 Nr. 1D Terugtransportvoet
3 Nr. 3A Automatische knoopsgat-
sledevoet
4 Nr. 4D Ritsvoet
5 Nr. 5 Blindzoomvoet
Meer accessoires vindt u op
www.bernina.com
3
11
Accessoires
Accessoirebox neerzetten
Opbergvoorbeeld
kantel de beide draaivoeten aan de achterkant van de box naar buiten tot
deze vastzitten
Rangschikking
De box is standaard uitgerust met een grote 1 en een kleine la 2 alsmede een
houder voor spoeltjes 5 en naaivoeten 7.
spoeltje wegnemen = druk lichtjes op de veertoets 6
de knoopsgatsledevoet nr. 3A kan in het linkervak 4 worden opgeborgen
het meegeleverde assortiment naalden wordt in het speciale vak 3
opgeborgen
2
1
5
7
6
4
3
Spoeltje
ATTENTIE!
Leg de spoeltjes zodanig in het vakje van de accessoirebox,
dat de zilverkleurige sensors aan de rechterkant liggen. Anders
kan het spoeltje in het vakje klemraken, omdat de beide
zijkanten van het spoeltje een verschillende diameter hebben.
12
Overzicht naaicomputer
Overzicht naaicomputer
Vooraanzicht
Detailaanzicht
42
4
6
40
43
41
44
20
25
21
1
2
3
5
4
16
12
22
6
9
8
7
15
10
23
45
13
14
11
17
19
24
18
13
Overzicht naaicomputer
1 Spoelhuisdeksel
2 Steekplaat
3 Aansluiting voor speciale accessoires
4 Naaivoet
5 LED-naailicht
6 Naaldhouder
7 «Achteruit»-toets
8 Automatische draadafsnijder
9 «Naaivoet»-toets
10 «Start/stop»-toets
11 Draadgeleider
12 Snelheidsregelaar
13 Draadhevelafdekking
14 «Naaldstop onder/boven»-toets
15 Programmeerbare «motiefeinde/afhecht»-toets
16 Draadhevel
17 Spoelvoorspanning
18 Beeldscherm
19 «Naai-ondersteunings»-toetsen
«Home»-toets
«Setup»-toets
«Tutorial»-toets
«Naaigids»-toets
«Help»-toets
«eco»-toets
«clr»-toets
20 «Naaldstand»-toetsen
21 Steeklengteknop
22 Steekbreedteknop
23 Garenwinder
24 Draadafsnijder bij garenwinder
25 Opening voor kniehevel
26 Draadgeleiding achter
27 Handvat
28 Garenkloshouder horizontaal
29 Garenkloshouder verticaal
30 Oog voor draadgeleiding
31 Handwiel
32 Hoofdschakelaar Aan «I»/Uit «0»
33 Netkabel-aansluiting
34 Magneethouder voor beeldschermpen (speciaal accessoire)
35 USB-aansluiting
36 PC-aansluiting
37 Pedaal-aansluiting
38 Transporteurknop
39 Ventilatie-openingen
40 Naaldinrijger
41 Transporteur
42 Onderdraadafsnijder
43 Bovenkap-bevestigingsschroef
44 Draadafsnijder op de bovenkap
45 Aansluiting voor aanschuiftafel
46 Opening voor bevestiging van stopring
47 Aansluiting voor speciale accessoires
48 BSR-aansluiting
49 BERNINA dubbeltransport
23
26
27
29
28
31
35
36
32
33
39
37
38
24
30
34
48
46
49
45
47
17
14
Belangrijke naai-informatie
Belangrijke informatie over het naaien
Kies garen dat bij de naaitechniek en het uiteindelijke gebruik van het project
past. Voor een perfect resultaat speelt de kwaliteit van naald, garen en stof een
belangrijke rol. Het is raadzaam om kwaliteitsmateriaal van een goed merk te
gebruiken.
Katoen
̶ katoen heeft de voordelen van natuurlijke vezels en is daarom bijzonder
geschikt voor het naaien van katoenen stoffen
̶ als katoen gemerceriseerd is, heeft het garen een lichte glans en
veranderen de eigenschappen niet bij het wassen
Polyester
̶ garen van polyester is heel duurzaam, breekt zelden en is zeer kleurecht
̶ polyester is elastischer dan katoen en het is daarom raadzaam dit garen
voor duurzame en rekbare naden te gebruiken
Rayon/Viscose
̶ rayon en viscose hebben de voordelen van natuurlijke vezels en hebben
een mooie glans
̶ rayon/viscose zijn vooral geschikt voor decoratieve steken en geven de
steek een speciaal effect
Garen
Naald, garen en materiaal
Naald en garen moeten zorgvuldig op elkaar worden afgestemd.
De juiste naalddikte hangt zowel van het gekozen garen, als ook van de stof
die hiermee wordt verwerkt af. Hierbij bepaalt het stofgewicht en de stofsoort
de dikte van het garen, de dikte van de naald en de vorm van de naaldpunt.
ATTENTIE!
Controleer de toestand van de naald regelmatig.
Als richtlijn geldt: verwissel de naald voor elk nieuw
naaiproject. Een defecte naald beschadigt niet alleen het
naaiproject, maar ook de naaicomputer.
15
Belangrijke naai-informatie
Juiste verhouding naald-garen
De draad ligt tijdens het naaien precies in de lange gleuf van de naald. Het
garen kan optimaal worden genaaid.
Garen te dun of naald te dik
Het garen ligt te los in de gleuf van de naald, er kunnen steekfouten ontstaan
of het garen kan worden beschadigd.
Garen te dik of naald te dun
Het garen schuurt langs de rand van de naaldgleuf en kan klem raken.
Hierdoor kan de draad breken.
Naald, garen
130/705 H-S/70
1 130 schachtlengte
2 705 platte kolf
3 H gleuf
4 S vorm naaldpunt (hier bijv. medium ball point/gemiddelde ronde punt)
5 70 naalddikte (schachtdikte)
1
2
4
5
3
Richtlijnen
Materiaal en garen Naalddikte
dunne stofkwaliteit:
fijn garen (stopgaren, borduurgaren) 70-75
halfzware stofkwaliteit:
naaigaren 80-90
zware stofkwaliteit:
naaigaren (quiltgaren, doorstikgaren) 100, 110, 120
16
Belangrijke naai-informatie
Naaldoverzicht
Universeel
130/705 H/60-100
normale, iets ronde punt
bijna alle natuurlijke en synthetische
stoffen (geweven en gebreide stoffen)
Metafil
130/705 H-MET/75-80 of H-SUK/90-100
groot oog
naaiprojecten met metallic garen
Jersey/stretch
130/705 H-S, H-SES, H-SUK/70-90
ronde punt (ball point)
jersey, tricot, gebreid/rekbaar materiaal
Cordonnet
130/705 H-N/80-100
kleine ronde punt, lang oog
voor doorstikken met dik garen
Leer
130/705 H-LL, H-LR/90-100
snijpunt
alle soorten leer, kunstleer, plastic, folie,
vinyl
Zwaardnaald (ajournaald)
130/705 HO/100-120
brede naald (vleugel)
ajourzomen
Jeans
130/705 H-J/80-110
zeer dunne punt
zware stoffen zoals denim, canvas, stof
voor werkkleding, zeildoek
Tweeling-ajournaald
130/705 H-ZWI-HO/100
voor speciale effecten bij
ajourborduurwerk
Microtex
130/705 H-M/60-90
bijzonder dunne punt
microvezelstoffen en zijde
Tweelingnaald
130/705 H-ZWI/70-100
naaldafstand:
1.0/1.6/2.0/2.5/3.0/4.0/6.0/8.0
zichtbare zoom in rekbare stoffen;
biezen, decoratief naaiwerk
Quilten
130/705 H-Q/75-90
dunne punt
stik- en doorstikwerkzaamheden
Drielingnaald
130/705 H-DRI/80
naaldafstand: 3.0
zichtbare zoom in elastisch materiaal;
decoratief naaiwerk
Borduren
130/705 H-SUK/70-90
groot oog, iets afgeronde punt
borduurwerk op alle natuurlijke en
synthetische stoffen
17
Notities
Notities
18
Naaicomputer gereedmaken
Pedaal aansluiten
rol de kabel af
steek de stekker van de kabel in het hiervoor bestemde stopcontact 1
rol de kabel op de gewenste lengte uit en zet deze bij 4 of 5 vast
Pedaal
De aanschuiftafel dient ter vergroting van het werkvlak.
Aanschuiftafel bevestigen
draai aan het handwiel (zie blz. 13)
de naald wordt omhooggezet
druk op de «naaivoet»-toets
de naaivoet wordt omhooggezet
schuif de aanschuiftafel over de vrije arm naar rechts tot deze vastzit
Aanschuiftafel verwijderen
zet de naald en naaivoet omhoog
druk de knop 1 naar beneden
trek de aanschuiftafel naar links weg
Aanschuiftafel
Naaisnelheid regelen
Door meer of minder druk 2 op het pedaal wordt de naaisnelheid geregeld.
Naald omhoog-/omlaagzetten
druk met de hak 3 op het pedaal
de naald wordt omhoog- of omlaaggezet
Pedaal verwijderen
rol de kabel aan de onderkant op
zet de stekker van de kabel bij 6 vast
Naaicomputer gereedmaken
4
6 5
2
3
1 Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar wordt de naaicomputer en het naailicht in- en
uitgeschakeld.
I De naaicomputer is ingeschakeld
0 De naaicomputer is uitgeschakeld
2 Netkabel-aansluiting
3 Pedaal-aansluiting
4 PC-aansluiting
5 USB-aansluiting
1
1
2
5
4
Hoofdschakelaar/kabelaansluitingen
3
1
19
Naaicomputer gereedmaken
Naaicomputer gereedmaken
Kniehevel
De naaivoet wordt met behulp van de kniehevel omhoog- of omlaaggezet.
Kniehevel bevestigen
bevestig de kniehevel in de opening 1
Naaivoet omhoog-/omlaagzetten
duw de kniehevel met de knie naar rechts
u moet de kniehevel normaal zittend gemakkelijk kunnen bedienen
de naaivoet wordt omhooggezet, de transporteur wordt gelijktijdig
omlaaggezet; de draadspanning is uitgeschakeld
na de eerste steek staat de transporteur weer in de normale stand
De verticale garenkloshouder bevindt zich aan de zijkant achter het handwiel.
Deze houder is noodzakelijk voor het naaien met verschillende draden, bijv. bij
naaiwerk met de tweelingnaald, enz. Hij kan bovendien worden gebruikt om
tijdens het naaien garen op te spoelen.
draai de garenkloshouder 1 naar boven tot hij niet verder kan
Garenkloshouder verticaal
Indien nodig, kan uw BERNINA dealer de stand van de kniehevel
aanpassen.
bevestig bij alle garenklossen het plaatje van schuimstof 2, zodat de klos
stevig op de houder staat
2
1
1
20
Naaicomputer gereedmaken
zet de hoofdschakelaar op «I»
zet een leeg spoelklosje op de spil 1
duw de hendel 4 tegen het spoeltje
de garenwinder loopt automatisch
het beeldscherm voor het spoelen verschijnt
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links/
rechts of
draai aan de steekbreedteknop (zie blz. 12)
de spoelsnelheid wordt gewijzigd
het spoelen stopt wanneer het spoeltje vol is
het beeldscherm wordt gesloten
neem het spoeltje weg, trek het garen over de draadafsnijder 5 en snijd
hem af
Onderdraad opspoelen
Spoelen tijdens het naaien
zet het plaatje van schuimstof op de verticale garenkloshouder 6
zet de garenklos op de verticale garenkloshouder
trek het garen in de richting van de pijl door het oog 7
zet het plaatje van schuimstof op de garenkloshouder
zet de garenklos op de garenkloshouder
bevestig de passende garengeleidingsschijf 2
trek de draad van de garenklos in de richting van de pijl in de achterste
draadgeleiding en om de voorspanning
wikkel het garen twee tot drie keer om het lege spoeltje
trek de resterende draad over de draadafsnijder 3 en snijd hem af
Passende garengeleidingsschijf
Diameter van de garenklos = grootte van de garengeleidingsschijf.
Er mag geen speling tussen de garengeleidingsschijf en de
garenklos zitten.
om de voorspanning
Ga verder te werk zoals boven beschreven.
5
3
1
4
2
7
6
Als vanaf de verticale garenkloshouder wordt opgespoeld, is het
raadzaam om de spoelsnelheid te verminderen.
21
Naaicomputer gereedmaken
Spoeltje inzetten/onderdraad inrijgen
verwijder de spoelhuls volgens de onderstaande beschrijving
zet het spoeltje zodanig in, dat de draad tegen de wijzers van de klok in 1
is opgespoeld
trek de draad van links in de gleuf
Spoelhuls verwisselen
Spoelhuls verwijderen
zet de naald omhoog
zet de hoofdschakelaar op «0»
open het spoelhuisdeksel 1
druk op de ontgrendeling 2
verwijder de spoelhuls
Onderdraadafsnijder
trek de draad over de draadafsnijder 5 en snijd hem af
sluit het spoelhuisdeksel
Spoelhuls inzetten
houd de spoelhuls zodanig vast, dat de draadgeleiding 3 naar boven wijst
leg de draadgeleiding in de opening 4 van de grijperbaanring
zet de spoelhuls in en duw op het midden tot hij vastzit
De onderdraad moet niet naar boven worden gehaald, omdat de
hoeveelheid van het ondergaren voor naaibegin voldoende is.
trek de draad naar rechts onder de veer 2
trek de draad onder de draadgeleiding door en naar boven
de draad is in de draadgeleiding ingeregen
trek aan de draad
het spoeltje moet tegen de wijzers van de klok in draaien
3
4
5
4
1
2
Spoel uit de spoelhuls verwijderen
druk op de ontgrendeling van de spoelhuls (zie afbeelding bij «Spoelhuls
verwijderen» op deze pagina)
2
1
22
Naaicomputer gereedmaken
Bovendraad inrijgen
zet de naald en naaivoet omhoog
zet de hoofdschakelaar op «0»
zet het plaatje van schuimstof op de garenkloshouder
zet het garenklosje op de houder, zodat de draad met de wijzers van de
klok mee van de klos loopt
bevestig de passende garengeleidingsschijf
Naald verwijderen
zet de naald omhoog
verwijder de naaivoet of zet deze omlaag (zie blz. 24, 30)
zet de hoofdschakelaar op «0»
draai de bevestigingsschroef 1 met de grijze schroevendraaier los
trek de naald naar beneden
Naald inzetten
houd de platte kant van de naald naar achteren
schuif de naald naar boven tot hij niet verder kan
draai de bevestigingsschroef 1 met de grijze schroevendraaier vast
Naald verwisselen
Passende garengeleidingsschijf
Diameter van de garenklos = grootte van de garengeleidingsschijf.
Er mag geen speling tussen de garengeleidingsschijf en de
garenklos zitten.
houd de draad vast en trek hem in de richting van de pijl in de achterste
draadgeleiding 1
trek de draad naar voren door de gleuf in de bovendraadspanning 2
trek de draad rechts langs de draadhevelafdekking naar beneden om
punt 3
trek de draad links langs de draadhevelafdekking naar boven om punt 4
(draadhevel)
trek de draad naar beneden in de draadgeleidingen 5 en 6
rijg de naald in (zie blz. 24)
1
2
1
3
4
5
6
23
Naaicomputer gereedmaken
Naaicomputer gereedmaken
Eerste draad inrijgen
zet de naald en naaivoet omhoog en verwijder eventueel de naaivoet
zet de hoofdschakelaar op «0»
zet de tweelingnaald in
zet het plaatje van schuimstof op de garenkloshouder
zet de garenklos 3 op de horizontale garenkloshouder
bevestig de passende garengeleidingsschijf
houd de draad vast en trek deze in de achterste draadgeleiding 2
trek de draad naar voren door de gleuf en aan de rechterkant langs de
draadspanningsschijf 1
geleid de draad zoals gewoonlijk naar de naald en
rijg deze met de hand in de rechternaald
Tweede draad inrijgen
bevestig het plaatje van schuimstof op de verticale garenkloshouder
zet de tweede garenklos 4 op de verticale garenkloshouder
houd de draad vast en trek deze in de achterste draadgeleiding 2
trek de draad naar voren door de gleuf en aan de linkerkant langs de
draadspanningsschijf 1
geleid het garen zoals gewoonlijk naar de naald en
rijg het garen met de hand in de linkernaald
De draden 5 mogen nooit in elkaar gedraaid zijn.
Tweelingnaald inrijgen
Hiervoor moeten twee klosjes garen en een vol spoeltje worden gebruikt.
zet de drielingnaald in
zet een garenklos 1 op de horizontale garenkloshouder
zet het volle spoeltje 2 en de tweede garenklos 3, gescheiden door een
garengeleidingsschijf, op de verticale garenkloshouder (beide moeten in
dezelfde richting draaien)
rijg zoals gebruikelijk in en
trek twee draden links langs de draadspanningsschijf 4 en één draad
rechts langs de draadspanningsschijf
geleid de draad zoals gewoonlijk naar de naald
rijg de draad met de hand in elke naald
Drielingnaald inrijgen
Bij het gebruik van de verticale garenkloshouder moet altijd een
plaatje van schuimstof worden bevestigd. Dit verhindert, dat het
garen aan de garenkloshouder blijft hangen.
Met behulp van de extra verkrijgbare geleider voor metallic garen en
zijde (speciaal accessoire) loopt het garen beter van de beide boven
elkaar liggende klosjes.
5
3
2
4
1
4
1
3
2
24
Naaicomputer gereedmaken
Naald inrijgen
zet de naald omhoog
zet de naaivoet omlaag
zet de hoofdschakelaar op «0»
houd de draad naar linksachter vast
duw de hendel 1 naar beneden en houd deze naar beneden gedrukt
trek de draad om het haakje 2 naar rechts voor de naald
trek de draad naar voren in de draadgeleiding 3 tot hij vastzit (in het haakje)
laat de hendel 1 en de draad los
de naald is ingeregen
trek de draad naar achteren,
onder de naaivoet door en van achter naar voor over de draadafsnijder op
de bovenkap 4, snij de draad af
De draad laat bij naaibegin automatisch los.
Zet de naald in de hoogste stand door één keer op het pedaal te
drukken (1 steek).
4
2
3
1
1
Naaivoet verwisselen
Naaivoet verwijderen
zet de naald en naaivoet omhoog
zet de hoofdschakelaar op «0»
duw de bevestigingshendel 1 naar boven
neem de naaivoet weg
1
Naaivoet bevestigen
schuif de naaivoet van onderen in de houder
duw de bevestigingshendel 1 naar beneden
1
25
Naaicomputer gereedmaken
Steekplaat
Markeringen op de steekplaat
̶ de steekplaat is voorzien van lengte-, dwars- en diagonaalmarkeringen in
mm en inch
̶ markeringen zijn een hulpmiddel tijdens het naaien, bijv. bij exact
doorstikken
̶ dwarsmarkeringen zijn handig bij het naaien van hoeken, knoopsgaten, enz.
̶ diagonaalmarkeringen zijn praktisch bij quilten
̶ de naald steekt bij positie «0» (= naaldstand midden) in de stof
̶ de lengtemarkeringen hebben betrekking op de afstand van de naald tot
aan de markering
̶ de maateenheden zijn rechts en links aangegeven, met naaldstand midden
als basis
Steekplaat verwijderen
druk op de «transporteur»-knop 5
de transporteur zakt omlaag
zet de hoofdschakelaar op «0»
verwijder de naaivoet en naald
druk de steekplaat rechtsachter 1 naar beneden tot deze wegkantelt
neem de steekplaat weg
Steekplaat bevestigen
leg de openingen 2, 3 en 4 in de steekplaat op de overeenkomstige stiften
druk de steekplaat naar beneden tot hij vastzit
druk op de «transporteur»-knop
na de eerste steek staat de transporteur weer in de normale stand
1
2
3
4
5
26
Naaicomputer gereedmaken
Naaicomputer gereedmaken
Draadspanning
De bovendraadspanning wordt automatisch bij de steekkeuze in de
basisinstelling gezet.
De bovendraadspanning wordt in de BERNINA fabriek optimaal
ingesteld en op de naaicomputer getest. Hiervoor worden als boven- en
onderdraad Metrosene-/Seralongaren nr. 100/2 (firma Mettler,
Zwitserland) gebruikt.
Als ander naai- of borduurgaren wordt gebruikt, kunnen afwijkingen op de
optimale draadspanning ontstaan. Daarom is het soms noodzakelijk om de
draadspanning aan het naaiwerk en de gewenste steek aan te passen.
Hogere bovendraadspanning = de bovendraad wordt meer
gespannen en de onderdraad wordt hierdoor meer in de stof
getrokken.
Lagere bovendraadspanning = de bovendraad wordt minder
gespannen en hierdoor meer in de stof getrokken.
Bovendraadspanning veranderen
druk op het «i»-veld
druk op het «bovendraadspannings»-veld
de optimale steekvorming wordt weergegeven (draadverstrengeling in de
stof)
de witte balk op de schaal en het getal in het veld geven de basisinstelling
weer
druk op de pijlvelden omhoog/omlaag of
draai de steekbreedte- of steeklengteknop naar links/rechts of
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger
de bovendraadspanning wordt hoger of lager ingesteld
de wijziging van de bovendraadspanning wordt op de schaal (geel) en in
het geel omlijnde veld weergegeven
de basisinstelling blijft zichtbaar (wit)
de wijziging van de bovendraadspanning heeft alleen betrekking op de
gekozen steek
Bovendraadspanning opslaan
druk op het «terug»-veld
de instelling wordt opgeslagen en het beeldscherm wordt gesloten
Terug naar de basisinstelling
druk op het geel omlijnde veld
de basisinstelling wordt teruggehaald
zet de naaicomputer uit
alle wijzigingen worden gewist
27
Naaicomputer gereedmaken
Naaivoetdruk veranderen
druk op het «i»-veld
druk op het «naaivoetdruk»-veld
de schaal voor de naaivoetdruk verschijnt
draai de steekbreedte- of steeklengteknop naar links of rechts
de naaivoetdruk wordt verminderd of verhoogd
de wijziging van de naaivoetdruk wordt op de schaal (geel) en in het geel
omlijnde veld weergegeven
de basisinstelling blijft zichtbaar (wit)
Bij dik materiaal, bijv. bij quilten
moet de steekbreedte- of steeklengteknop naar links worden gedraaid
de naaivoetdruk krijgt een min-waarde
De naaivoet wordt iets omhooggezet en het naaiwerk kan beter worden
verschoven.
Naaivoetdruk opslaan
druk op het «terug»-veld
de instelling wordt opgeslagen en het beeldscherm wordt gesloten
Basisinstelling terughalen
druk op het geel omlijnde veld
de basisinstelling wordt teruggehaald
De naaivoetdruk moet na beëindiging van de toepassing weer in de
basisstand worden teruggezet.
28
Naaicomputer gereedmaken
Naaicomputer gereedmaken
«Transporteur»-toets 1 gelijk met het frame.
transporteur is gereed om te naaien
Trekken, duwen of tegenhouden van de stof veroorzaakt onregelmatige steken.
Laat het naaiwerk gelijkmatig onder de naaivoet doorglijden!
Bij elke steek beweegt de transporteur één stap. De lengte van zo'n stap hangt
van de gekozen steeklengte af.
Bij een zeer korte steeklengte zijn de stappen ook heel klein. De stof glijdt
maar langzaam onder de naaivoet door, ook bij maximale naaisnelheid.
Knoopsgaten en kordonnaden worden bijvoorbeeld met een zeer korte
steeklengte genaaid.
Transporteur in naaipositie/omlaag
Transporteur en stoftransport
ATTENTIE!
Trekken, duwen of tegenhouden van de stof kan beschadiging
van de naald en de steekplaat ten gevolge hebben.
«Transporteur»-toets 1 ingedrukt.
transporteur staat omlaag
Voor werkzaamheden die met de hand worden geleid (stoppen, borduren uit
de vrije hand, quilten uit de vrije hand).
1
29
Notities
Notities
30
Functies
Functies
Overzicht «functie»-toetsen
«Start/stop»-toets
̶ starten en stopzetten van de naaicomputer
met of zonder pedaal
̶ starten en stopzetten van de BSR-functie als
de BSR-voet is bevestigd en aangesloten
«Naaivoetstand»-toets
druk op de toets
de naaivoet wordt omlaaggezet en weer iets
omhooggezet, zodat het naaiwerk
gemakkelijker geplaatst kan worden
bij het starten wordt de naaivoet op de stof
gezet
druk nogmaals op de toets
de naaivoet wordt omhooggezet
«Achteruit»-toets
̶ naadbegin en -einde handmatig afhechten: de
steek wordt achteruit genaaid zolang de toets
ingedrukt blijft
̶ lengte van knoopsgaten programmeren
̶ lengte bij automatisch stoppen programmeren
̶ omschakelen in het afhechtprogramma met
rechte steek (steek nr. 5)
̶ afhechten bij het quilters afhechtprogramma
nr. 1324
«Automatische draadafsnijder»-toets
̶ boven- en onderdraad worden automatisch
afgesneden
̶ in het setup-programma kunnen 3-6
afhechtsteken worden geprogrammeerd. Deze
worden genaaid voordat de draad wordt
afgesneden
Snelheidsregelaar
̶ met de snelheidsregelaar kan de naaisnelheid
traploos worden ingesteld
«Naaldstop»-toets
druk op de toets
de naald wordt omhoog- of omlaaggezet net
als wanneer met de hak op het pedaal wordt
gedrukt
Programmeerbare «motiefeinde/afhecht»-toets
druk voor naaibegin of tijdens het naaien op
de toets
enkelmotieven worden aan het einde met het
aantal geprogrammeerde steken afgehecht
druk voor naaibegin of tijdens het naaien van
een combinatie op de toets
het geactiveerde motief in de combinatie wordt
aan het einde met het aantal
geprogrammeerde steken afgehecht
het aantal en de soort afhechtsteken kunnen
in het setup-programma worden
geprogrammeerd
31
Functies
Steekbreedte- en steeklengteknop
(multifunctioneel)
̶ steekbreedte of steeklengte aanpassen
̶ draadspanning verstellen
̶ gleufbreedte van het knoopsgat of de
knoopgrootte instellen
̶ balans instellen
̶ diverse wijzigingen in het setup-programma
«Naaldstand»-toetsen
druk op de linkertoets
de naald verschuift naar links
druk op de rechtertoets
de naald verschuift naar rechts
houd de toets ingedrukt
de naald wordt snel verschoven
̶ totaal 11 naaldstanden (5 links, 5 rechts,
1 midden = 0)
Naaldstop-positie boven en «achteruit»-toets
Als bij geprogrammeerde naaldstop-positie boven
tijdens het naaien of na het stoppen op de
«achteruit»-toets wordt gedrukt (bijv. zigzag), naait
de naaicomputer nog 1 steek vooruit voordat naar
achteruitnaaien wordt omgeschakeld.
Naaldstop-positie onder en «achteruit»-toets
Als bij geprogrammeerde naaldstop-positie onder
na het stoppen op de «achteruit»-toets wordt
gedrukt (bijv. zigzag), schakelt de naaicomputer
direct om naar achteruitnaaien.
32
Beeldscherm
Systeeminstellingen
1 Home
2 Setup-programma
3 Tutorial
4 Naaigids
5 Help
6 ECO
7 Instellingen wissen
Beeldscherm
Overzicht hoofdbeeldscherm
Menukeuze
8 Nuttige steken
9 Decoratieve steken
10 Alfabetten
11 Knoopsgaten
12 Persoonlijk programma/geheugen
13 Steekkeuze m.b.v. cijfers
21 3 4 5 6 7
10
8
11
12
13
9
33
Beeldscherm
Keuze
14 Enkel-/combinatiemodus
15 Scrollen omlaag/omhoog
Steekmotieven
16 Steekkeuze
Steekweergave
17 Weergave van de gekozen steek
18 Informatie
14 15
16
17
18
34
Functies - beeldscherm
Functies
1 Naaldstop onder/boven
2 Motiefbegin
3 Afhechtfunctie
4 Motiefherhaling
5 Motieflengte veranderen
6 Bovendraadspanning
7 Naaldstand
8 Spiegelbeeld links/rechts
9 Steekmotieven opslaan
10 Veiligheidsprogramma
11 Spiegelbeeld onder/boven
12 Basisinstelling steekmotief
13 Naaivoetindicator
14 Permanent achteruitnaaien
15 Balans
16 Naaivoetdruk
Functies - beeldscherm
Overzicht functies naaien
druk op het «i»-veld
het «functie»-beeldscherm verschijnt
Naaldstop boven/onder
druk op het veld
de pijl op het beeldscherm wijst omlaag
de naaicomputer stopt met naaldstand onder
druk nogmaals op het veld
de pijl op het beeldscherm wijst omhoog
de naaicomputer stopt met naaldstand boven
Motiefbegin
de functie verschijnt als de naaicomputer tijdens het
naaien van een enkelmotief of een combinatie
wordt stopgezet
druk op het veld
de gekozen steek of het programma wordt op
motiefbegin gezet
Afhechten
druk voor naaibegin op het veld
een enkelmotief wordt aan het begin met vier
afhechtsteken afgehecht
druk tijdens het naaien van een enkelmotief op het
veld
het enkelmotief wordt aan het einde afgehecht
de naaicomputer stopt
programmeer de functie in een motiefcombinatie
elk afzonderlijk motief van de combinatie kan aan
het begin of einde worden afgehecht
Motiefherhaling
druk 1x op het veld
cijfer 1 verschijnt: de naaicomputer stopt aan het
einde van een enkelmotief of een motiefcombinatie
druk 2-9x op het veld
cijfers 2-9 verschijnen: de naaicomputer stopt na
het ingevoerde aantal afzonderlijke herhalingen of
motiefcombinaties
Algemene functies
Informatie
druk op het veld
er verschijnt een nieuw beeldscherm
Terug
druk op het veld
terug naar het voorheen geopende beeldscherm
alle wijzigingen worden overgenomen
Instelling bevestigen
druk op het veld
de wijziging/keuze wordt geactiveerd of bevestigd
Actief beeldscherm verlaten
druk op het veld
het beeldscherm wordt gesloten
het laatst geactiveerde beeldscherm verschijnt
3
7
4 65
8 9 10
11 12 13
15 1614
2
1
35
Functies - beeldscherm
Veiligheidsprogramma
druk op het veld
druk op het «naald»- of «steekplaat»-veld
Naaldoverzicht:
druk op het gewenste «naald»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde speciale naald (tweelingnaald, enz.)
raakt de naaivoet of steekplaat niet = geen
naaldbreuk
de cijfers in de naaldvelden geven de naaldafstand
in mm weer
druk op het «standaardnaald»-veld
de standaardnaald is weer geactiveerd
de steekbreedtebegrenzing is uitgeschakeld
Steekplaatoverzicht:
druk op het gewenste «steekplaat»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde naald raakt de naaivoet en de
steekplaat niet = geen naaldbreuk
De functie blijft ook na het uit- en weer inschakelen van
de naaicomputer geactiveerd.
Motieflengte veranderen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met
uw vinger
de motieflengte (standaard = 100%) wordt traploos
versteld
vergroot/verklein de lengte met behulp van de
pijlvelden in stappen van 1% of
druk op het «motieflengte»-veld
de motieflengte wordt in stappen van 100%
vergroot
De max. lengte is 1000%, de kortste lengte 10%.
Enkele steekmotieven zijn begrensd en kunnen niet tot
1000% worden verlengd.
Bovendraadspanning
verander de bovendraadspanning
de instelling is op het veld zichtbaar
Naaldstand
verschuif de naald naar links of rechts met behulp
van de pijlvelden links/rechts of met uw vinger
houd uw vinger op het pijlveld
de naald wordt snel verschoven
de naaldstand wordt in het geel omlijnde veld
weergegeven
druk op het geel omlijnde veld
de naald wordt in het midden gezet (positie 0)
Spiegelbeeld links/rechts
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
links/rechts ten opzichte van de naairichting.
Steken opslaan
verander bij de gekozen steek bijv. de steeklengte
en steekbreedte
druk op het veld
de gewijzigde steek is opgeslagen
Als de stiksteekplaat is geactiveerd, kan de
steekbreedte niet worden veranderd.
Spiegelbeeld onder/boven
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
onder/boven ten opzichte van de naairichting.
Basisinstelling steekmotief
druk op het veld
alle veranderingen aan het gekozen steekmotief
worden in de basisstand teruggezet
Naaivoetindicator
druk op het veld
het beeldscherm met de weergave van de
mogelijke naaivoeten voor het gekozen steekmotief
wordt geopend
druk op het «terug»-veld
het beeldscherm wordt gesloten
Permanent achteruitnaaien
De naaicomputer naait het gekozen steekmotief
achteruit.
Balans
Vooruit- en achteruitgenaaide steken worden
aangepast.
Naaivoetdruk
verander de naaivoetdruk
de gekozen instelling is in het veld zichtbaar
36
Functies - beeldscherm
Knoopsgat veranderen
1 Knoopsgatlengte programmeren
2 Knoopsgatlengte instellen
3 Handmatig knoopsgat
4 Stekenteller-knoopsgat
5 Afhechtfunctie
6 Knoopsgat-gleufbreedte
7 Balans
8 Bovendraadspanning
9 Veiligheidsprogramma
10 Naaivoetindicator
11 Naaivoetdruk
druk op de «knoopsgat»-toets
kies het knoopsgat
druk op het «i»-veld
Knoopsgatlengte programmeren
als een knoopsgat wordt gekozen, is het veld
automatisch wit omlijnd
bepaal de knoopsgatlengte tijdens het naaien met
behulp van de «achteruit»-toets
programmeer de in het veld daaronder
weergegeven lengte direct door op dit veld te
drukken
het veld wordt gedeactiveerd
als een nieuwe lengte moet worden
geprogrammeerd, moet opnieuw op het veld
worden gedrukt
Knoopsgatlengte instellen
Voer de knoopsgatlengte met behulp van de
steekbreedte- of steeklengteknop in. Weergave in mm.
Handmatig knoopsgat
handmatig knoopsgat in 5 of 7 stappen (afhankelijk
van het soort knoopsgat) naaien
met de pijlvelden, onder het weergegeven
knoopsgat, kan elke fase worden gekozen
Stekenteller-knoopsgat
Als de gewenste lengte van het eerste kordon is
bereikt, dient u
op de «achteruit»-toets te drukken
Als de lengte van het tweede kordon is bereikt, dient u
op de «achteruit»-toets te drukken
de weergave wisselt naar «auto»
het knoopsgat is geprogrammeerd
Afhechten
druk voor naaibegin op het veld
het knoopsgat wordt aan het begin met vier
afhechtsteken afgehecht
druk tijdens het naaien van een knoopsgat op het
veld
het knoopsgat wordt aan het einde afgehecht
de naaicomputer stopt
Overzicht functies knoopsgat
1
2
5 8
6 9
3 10
7 114
37
Functies - beeldscherm
Functies - beeldscherm
Knoopsgat-gleufbreedte
stel de knoopsgat-gleufbreedte met behulp van de
steekbreedte- of steeklengteknop of met de
pijlvelden tussen 0,1 mm tot 2,0 mm in
Standaardbreedte = 0,6 mm.
Balans
Vooruit- en achteruitgenaaide steken worden
aangepast.
Bovendraadspanning
verander de bovendraadspanning
de instelling is in het veld zichtbaar
Veiligheidsprogramma
druk op het veld
druk op het «naald»- of «steekplaat»-veld
Naaldoverzicht:
druk op het gewenste «naald»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde speciale naald raakt de naaivoet en
de steekplaat niet = geen naaldbreuk
de cijfers in de naaldvelden geven de naaldafstand
in mm weer
druk op het «standaardnaald»-veld
de standaardnaald is weer geactiveerd
de steekbreedtebegrenzing is uitgeschakeld
Steekplaatoverzicht:
druk op het gewenste «steekplaat»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde naald raakt de naaivoet en de
steekplaat niet = geen naaldbreuk
De functie blijft ook na het uit- en weer inschakelen van
de naaicomputer geactiveerd.
Naaivoetindicator
druk op het veld
de aanbevolen naaivoet wordt weergegeven
op het geopende beeldscherm worden de mogelijke
naaivoeten voor de gekozen steek weergegeven
druk op het «terug»-veld
het beeldscherm wordt gesloten
Naaivoetdruk
verander de naaivoetdruk
de gewijzigde instelling is in het veld zichtbaar
38
Functies - beeldscherm
Alfabet veranderen
1 Afhechtfunctie
2 Motiefherhaling
3 Motieflengte veranderen
4 Bovendraadspanning
5 Naaldstand
6 Spiegelbeeld links/rechts
7 Steekmotieven opslaan
8 Veiligheidsprogramma
9 Spiegelbeeld onder/boven
10 Basisinstelling steekmotieven
11 Naaivoetindicator
12 Permanent achteruitnaaien
13 Balans
14 Lettergrootte bij alfabetten
15 Naaivoetdruk
druk op de alfabet-toets
kies een alfabet
druk op het «i»-veld
Overzicht functies alfabetten
Afhechten
druk voor naaibegin op het veld
een enkelmotief wordt aan het begin met vier
afhechtsteken afgehecht
druk tijdens het naaien van een enkelmotief op het
veld
het enkelmotief wordt aan het einde afgehecht
de naaicomputer stopt
programmeer de functie in een motiefcombinatie
elk afzonderlijk motief van de combinatie kan aan
het begin of het einde worden afgehecht
Motiefherhaling
druk 1x op het veld
cijfer 1 verschijnt: de naaicomputer stopt aan het
einde van een enkelmotief of een motiefcombinatie
druk 2-9x op het veld
de cijfers 2-9 verschijnen: de naaicomputer stopt na
het ingevoerde aantal afzonderlijke herhalingen of
motiefcombinaties
Motieflengte veranderen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met
uw vinger
de motieflengte (standaard = 100%) wordt traploos
versteld
vergroot/verklein de motieflengte met behulp van de
pijlvelden in stappen van 1% of
druk op het «motieflengte»-veld
de motieflengte wordt in stappen van 100%
vergroot
De max. lengte is 200%, de kortste lengte is 10%.
Bovendraadspanning
verander de bovendraadspanning
de gewijzigde instelling is in het veld zichtbaar
1
5
9
2 4
6 7 8
10 11
12 14 1513
3
39
Functies - beeldscherm
Spiegelbeeld onder/boven
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
onder/boven ten opzichte van de naairichting.
Basisinstelling steekmotief
druk op het veld
alle veranderingen aan het gekozen steekmotief
worden in de basisstand teruggezet
Naaivoetindicator
druk op het veld
de aanbevolen naaivoet wordt getoond
op het geopende beeldscherm worden de mogelijke
naaivoeten voor het gekozen steekmotief
weergegeven
druk op het «terug»-veld
het beeldscherm wordt gesloten
Permanent achteruitnaaien
De naaicomputer naait het gekozen steekmotief
achteruit.
Balans
Vooruit- en achteruitgenaaide steken worden
aangepast.
Lettergrootte bij alfabetten
kies een alfabet
de lettergrootte is 9 mm
druk op het veld
het cijfer «2» is geactiveerd
de lettergrootte is 6 mm
Naaivoetdruk
verander de naaivoetdruk
de instelling is in het veld zichtbaar
Naaldstand
verschuif de naald naar links of rechts met behulp
van de pijlvelden links/rechts of met uw vinger
houd uw vinger op het pijlveld
de naald wordt snel verschoven
de naaldstand wordt in het geel omlijnde veld
weergegeven
druk op het geel omlijnde veld
de naald wordt in het midden gezet (positie 0)
Spiegelbeeld links/rechts
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
links/rechts ten opzichte van de naairichting.
Steekmotieven opslaan
verander bij de gekozen steek bijv. de steeklengte
en steekbreedte
druk op het veld
het gewijzigde steekmotief is gewijzigd
Veiligheidsprogramma
druk op het veld
druk op het «naald»- of «steekplaat»-veld
Naaldoverzicht:
druk op het gewenste «naald»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde speciale naald raakt de naaivoet en
de steekplaat niet = geen naaldbreuk
de cijfers in de naaldvelden geven de naaldafstand
in mm weer
druk op het «standaardnaald»-veld
de standaardnaald is weer geactiveerd
de steekbreedtebegrenzing is uitgeschakeld
Steekplaatoverzicht:
druk op het gewenste «steekplaat»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde naald raakt de naaivoet en de
steekplaat niet = geen naaldbreuk
De functie blijft ook na het uit- en weer inschakelen van
de naaicomputer geactiveerd.
40
Functies - beeldscherm
Combinatiemodus
1 Wissen
2 Combinatie bij cursorpositie bewerken
3 Motieflengte veranderen
4 Bovendraadspanning
5 Naaldstand veranderen
6 Spiegelbeeld links/rechts
7 Complete combinatie bewerken
8 Veiligheidsprogramma
9 Spiegelbeeld onder/boven
10 Naaivoetindicator
11 Permanent achteruitnaaien
12 Balans
13 Lettergrootte bij alfabetten
14 Naaivoetdruk
druk op het «combinatiemodus»-veld
kies de steekmotieven
druk op het «i»-veld
Wissen
Afzonderlijk steekmotief wordt gewist.
Combinatie bij cursorpositie bewerken
druk op het veld
het beeldscherm wordt geopend
Motieflengte veranderen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met
uw vinger
de motieflengte (standaard = 100%) wordt traploos
versteld
vergroot/verklein de motieflengte met de pijlvelden
in stappen van 1% of
druk op het «motieflengte»-veld
de motieflengte wordt in stappen van 100%
vergroot
De max. lengte is 1000%, de kortste lengte is 10%.
Enkele steekmotieven zijn begrensd en kunnen niet tot
1000% worden vergroot.
Bovendraadspanning
verander de bovendraadspanning
de instelling is in het veld zichtbaar
Naaldstand
verschuif de naald naar links of rechts met behulp
van de pijlvelden links/rechts of met uw vinger
houd uw vinger op het pijlveld
de naald wordt snel verschoven
de naaldstand wordt in het geel omlijnde veld
weergegeven
druk op het geel omlijnde veld
de naald wordt in het midden gezet (positie 0)
Spiegelbeeld links/rechts
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
links/rechts ten opzichte van de naairichting.
Overzicht functies combinatiemodus
1
5
9
2 4
6 7 8
10
11 13 1412
3
41
Functies - beeldscherm
Functies - beeldscherm
Permanent achteruitnaaien
De naaicomputer naait het gekozen steekmotief
achteruit.
Balans
Vooruit- en achteruitgenaaide steken worden
aangepast.
Lettergrootte bij alfabetten
kies een alfabet
de lettergrootte is 9 mm
druk op het veld
het cijfer «2» is geactiveerd
de lettergrootte is 6 mm
Naaivoetdruk
verander de naaivoetdruk
de instelling is in het veld zichtbaar
Complete combinatie bewerken
druk op het veld
het beeldscherm wordt geopend
Veiligheidsprogramma
druk op het veld
druk op het «naald»- of «steekplaat»-veld
Naaldoverzicht:
druk op het gewenste «naald»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde speciale naald raakt de naaivoet en
de steekplaat niet = geen naaldbreuk
de cijfers in de naaldvelden geven de naaldafstand
in mm weer
druk op het veld «standaardnaald»
de standaardnaald is weer geactiveerd
de steekbreedtebegrenzing is uitgeschakeld
Steekplaatoverzicht:
druk op het gewenste «steekplaat»-veld
de steekbreedte wordt automatisch begrensd
de bevestigde naald raakt de naaivoet en de
steekplaat niet = geen naaldbreuk
De functie blijft ook na het uit- en weer inschakelen van
de naaicomputer geactiveerd.
Spiegelbeeld onder/boven
De naaicomputer naait het steekmotief gespiegeld,
onder/boven ten opzichte van de naairichting.
Naaivoetindicator
druk op het veld
de aanbevolen naaivoet wordt weergegeven
op het geopende beeldscherm worden de mogelijke
naaivoeten voor het gekozen steekmotief getoond
druk op het «terug»-veld
het beeldscherm wordt gesloten
42
Functies - beeldscherm
Functies
1 Combinatie-onderverdeling
2 Combinatie-onderbreking
3 Afhechten
druk op het «combinatiemodus»-veld
kies de steekmotieven
druk op het «i»-veld
druk op het «cursorpositie»-veld
Combinatie-onderverdeling
̶ elke combinatie kan in verschillende segmenten
worden onderverdeeld
̶ alleen het combinatiedeel, waarin de cursor zich
bevindt, kan worden genaaid
̶ om een ander segment te naaien, moet de cursor
in dit gedeelte worden gezet
Combinatie-onderbreking
̶ elke combinatie kan naar wens worden
onderbroken
̶ na de stop wordt het volgende deel genaaid
Afhechten
̶ programmeer de functie in een motiefcombinatie
̶ elk afzonderlijk motief van de combinatie kan aan
het begin of aan het einde worden afgehecht
1
2
3
43
Functies - beeldscherm
Functies
1 Wissen
2 Spiegelbeeld links/rechts
3 Combinatieherhaling
druk op het «combinatiemodus»-veld
kies de steekmotieven
druk op het «i»-veld
druk op het «complete combinatie bewerken»-veld
Wissen
De complete combinatie wordt gewist.
Spiegelbeeld links/rechts
De naaicomputer naait de complete combinatie
gespiegeld, links/rechts ten opzichte van de
naairichting.
Combinatieherhaling
druk 1x op het veld
het cijfer 1 verschijnt: de naaicomputer stopt aan
het einde van de motiefcombinatie
druk 2-9x op het veld
de cijfers 2-9 verschijnen: de naaicomputer stopt na
het ingevoerde aantal motiefcombinaties
1
2
3
44
Setup-programma
Setup-programma
Overzicht «setup»-beeldscherm
Met behulp van het setup-programma kunnen het beeldscherm
en de instellingen aan uw persoonlijke wensen worden
aangepast.
De veranderingen, die in het setup-programma worden gemaakt,
blijven altijd behouden, ook wanneer de naaicomputer in de
tussentijd werd uitgeschakeld.
druk op de toets «setup-programma»
het «setup-programma»-beeldscherm verschijnt
1 Beeldscherminstellingen
2 Beeldschermkleur
3 Naai-instellingen
4 Spoelsnelheid
5 Beeldschermkalibratie
6 Audio-instellingen
7 Controle-instellingen
8 Informatie
9 Naaicomputer updaten
10 Kalibratie knoopsgatsledevoet nr. 3A/Reinigen
11 Basisinstelling
21 3
5 6 7
10 119
4
8
45
Setup-programma
Setup-programma
druk op het «beeldscherminstellings»-veld
Helderheid
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links/
rechts of
draai aan de steekbreedteknop
de helderheid 1 van het beeldscherm wordt gewijzigd
de wijzigingen zijn in het geel omlijnde veld zichtbaar
de basisinstelling wordt door een witte lijn weergegeven
Naailicht
als het veld 2 is geactiveerd, is het naailicht ingeschakeld
als het veld 2 inactief is, is het naailicht uitgeschakeld
Helderheid naailicht
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links of
rechts of
draai aan de steeklengteknop
de helderheid 3 van het naailicht wordt gewijzigd
de wijzigingen zijn in het geel omlijnde veld zichtbaar
de basisinstelling wordt door een witte lijn weergegeven
Begroetingstekst
begroetingstekst 4 instellen of veranderen
De spatietoets bevindt zich onder het lettertoetsenbord.
de begroetingstekst verschijnt in het tekstveld 5 boven het toetsenbord
bevestig met
Begroetingstekst wissen
druk op het tekstveld 5
de ingevoerde tekst wordt compleet gewist
Correcties
druk op het veld 6
de ingevoerde tekst wordt van rechts naar links gewist
̶ «ABC» alles in hoofdletters (standaard)
̶ «abc» alles in kleine letters
̶ «1,2,3» cijfers en wiskundige tekens
̶ «Ä À Á», «ä à á» en «@ #» kleine en grote speciale tekens
Beeldscherminstellingen veranderen
De basisinstelling wordt teruggehaald door op het geel omlijnde veld
te drukken.
1
2
5
4
3
6
46
Setup-programma
druk op het «beeldschermkleur»-veld
kies de gewenste beeldschermkleur
Beeldschermkleur kiezen
Naai-instellingen
druk op het «naai-instellings»-veld
Naaisnelheid regelen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links/
rechts of
draai aan de steekbreedteknop
de maximale naaisnelheid 1 wordt gewijzigd
het cijfer in het geel omlijnde veld is het toerental per minuut, de
basisinstelling wordt door een witte lijn weergegeven
Bovendraadspanning veranderen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links/
rechts of
draai aan de steeklengteknop
verander de basisinstelling van de bovendraadspanning 2 met plus of min
twee waarden
0.0 = basisinstelling
druk op het veld
Afhechtprogramma automatisch
̶ het aantal en de soort afhechtsteken van de externe «motiefeinde/
afhecht»-toets kunnen worden geprogrammeerd
̶ standaard = vier afhechtsteken op dezelfde plaats
druk op het veld 3, voor afhechtsteken vooruit
met de pijlvelden kunnen steeds drie tot zes afhechtsteken worden
geprogrammeerd
Draadafsnijder automatisch
als het veld 4 is geactiveerd, worden boven- en onderdraad, na het
afhechten, automatisch afgesneden
Naaivoet omhoogzetten
bij geactiveerd veld 5 wordt de naaivoet na het afhechten omhooggezet
bij niet-geactiveerd veld blijft de naaivoet onder
De bovendraadspanning en snelheidswijziging hebben invloed op
alle steekmotieven en blijven opgeslagen, ook wanneer de
naaicomputer wordt uitgeschakeld.
1
2
3
4 5
47
Setup-programma
Draadafsnijder automatisch en afhechtsteken
̶ het aantal en de soort afhechtsteken kunnen voordat de draad wordt
afgesneden worden geprogrammeerd
̶ standaard = geen afhechtsteken geprogrammeerd
druk op veld 5 of 6 voor afhechtsteken op dezelfde plaats of afhechtsteken
vooruit
met de pijlvelden kunnen steeds twee tot zes afhechtsteken worden
geprogrammeerd
druk op het veld
druk op het veld
Naaivoetstand bij naaldstop-positie onder
als het veld 7 is geactiveerd, blijft de naaivoet, als de naaicomputer wordt
stopgezet, omlaag
als het veld 8 is geactiveerd, wordt de naaivoet zover omhooggezet, dat
het naaiwerk goed kan worden gedraaid (zweefpositie)
als het veld 9 is geactiveerd, wordt de naaivoet in de hoogste stand gezet
Zweefpositie van de naaivoet
draai aan de steekbreedte- of steeklengteknop of
druk op de pijlvelden omhoog/omlaag of
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger
de hoogte kan tussen 0 mm en 7 mm worden ingesteld. Standaard = 2 mm
de ingestelde waarde, de afstand tussen het naaiwerk en de naaivoet,
wordt in het veld 10 weergegeven
Terug naar de basisinstelling
druk op het geel omlijnde veld
de basisinstelling wordt teruggehaald
druk op het veld
7
10
8 9
5 6
48
Setup-programma
Beeldscherm kalibreren
druk op het veld met het kalibratiesymbool
tik met een stomp voorwerp op het midden van het kruisje
het kruisje wordt verplaatst
herhaal dit tot alle drie aangetoonde posities gekalibreerd zijn
het beeldscherm wordt gesloten
de afstelling wordt opgeslagen
druk op het «beeldschermkalibratie»-veld
Het kalibratiescherm kan ook als volgt worden geopend:
schakel de naaicomputer uit
druk op de beide «naaldstand»-toetsen op de machine en houd
deze ingedrukt
schakel de naaicomputer in en laat de beide toetsen los zodra
het «kalibratie»-beeldscherm verschijnt
Spoelsnelheid veranderen
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger naar links/
rechts of
draai aan de steekbreedteknop
de spoelsnelheid wordt veranderd
druk op het «spoelsnelheids»-veld
49
Setup-programma
Audio-instellingen veranderen
Met 1 worden de signalen in- of uitgeschakeld.
Steek/Functie/BSR kiezen
De keuze van steken en functies 2 kan akoestisch worden weergegeven.
druk op het veld 3 met de luidspreker voor de steek tot het gewenste
signaal hoorbaar is
Er staan zes verschillende signalen ter beschikking.
het signaal wordt door middel van een cijfer (1-6) aangetoond
activeer of deactiveer de signalen voor de functies 4 en het signaal voor
quilten met BSR 5 op dezelfde manier
het deactiveren wordt bij het scrollen door de verschillende signalen als
laatste mogelijkheid aangetoond
druk op het «audio-instellings»-veld
Controle-instellingen
De volgende controlefunctie kan worden in- of uitgeschakeld:
Bovendraadcontrole
Bovendraadcontrole
geopend oog = functie is geactiveerd
druk op het «geopend oog»-veld
gesloten oog = functie is gedeactiveerd
Het signaal van de controlefunctie wordt middels de audio-instelling van de
functies ingesteld.
druk op het «controle-instellings»-veld
2
5
4
3
1
50
Setup-programma
Setup-programma
Informatie
Taal
scrol door de talen en kies de gewenste taal
druk op het «i»-veld
Versie
de actuele versies van de naaicomputer zijn zichtbaar
het totale aantal steken van de naaicomputer en het stekenaantal sinds de
laatste, door de BERNINA dealer uitgevoerde servicebeurt, worden
aangetoond
druk op het veld
druk op het veld
Dealergegevens
druk op het veld
De onderstaande informatie over de BERNINA dealer kan worden ingevoerd:
firmanaam
adres
telefoonnummer
internet- of e-mail-adres
druk op het veld
51
Setup-programma
Setup-programma
Update
Het is raadzaam om voor het updaten de gegevens en instellingen op de
naaicomputer te beveiligen.
druk op het veld 1
de gegevens van de naaicomputer worden op de USB-stick opgeslagen
druk op het «update»-veld 2 om het proces te starten
Er wordt gecontroleerd of:
er een BERNINA USB-stick is aangesloten
voldoende vrije geheugencapaciteit voorhanden is
de juiste software op de stick is geïnstalleerd
informatie en instellingen worden overgedragen
Bij een succesvolle update verschijnt een melding en de naaicomputer is
gereed voor gebruik.
als de update niet kan worden gestart of wanneer tijdens de update-
procedure problemen ontstaan, wordt dit door een foutmelding
weergegeven
Zijn de gegevens en instellingen na de update niet meer op de naaicomputer:
druk op het veld 3
de op de USB-stick opgeslagen gegevens worden op de naaicomputer
opgeslagen
bevestig de BERNINA USB-stick met de nieuwe softwareversie
druk op het «update»-veld
Verwijder de BERNINA USB-stick niet voordat het einde van de
update door een melding wordt aangetoond.
Service-informatie
De service-informatie met betrekking tot de actuele toestand van de
naaicomputer kan op een geheugenstick worden opgeslagen en bij de
BERNINA dealer worden afgegeven:
sluit de geheugenstick op de naaicomputer aan
druk op het «LOG»-veld
de gegevens worden op de stick opgeslagen
verwijder de stick
1
3
2
52
Setup-programma
Knoopsgatsledevoet nr. 3A kalibreren/Reinigen
bevestig de knoopsgatsledevoet nr. 3A
druk op de «start/stop»-toets
de knoopsgatsledevoet beweegt vooruit en achteruit
de knoopsgatsledevoet wordt afgesteld en de naaicomputer geeft weer of
het kalibreren succesvol heeft plaatsgevonden
De knoopsgatvoet en de naaicomputer zijn op elkaar afgesteld en mogen
uitsluitend met elkaar samen worden gebruikt.
druk op het «kalibratie»-veld
1 Knoopsgat-sledevoet nr. 3A kalibreren
2 Draadvanger reinigen
3 Pakpositie
druk op het «reinigen/kalibreren»-veld
druk op het «reinigings»-veld
1 2
53
Setup-programma
Basisinstelling
De onderstaande keuzes zijn mogelijk:
1 Terug naar de basisinstelling
2 Persoonlijke gegevens wissen
Terug naar de basisinstelling
druk op het veld 1
druk op het veld
bevestig met
de naai-instellingen staan in de oorspronkelijke stand
het vorige beeldscherm verschijnt
druk op het «terug»-veld
het keuzemenu verschijnt
Persoonlijke gegevens wissen
druk op het veld 2
druk op het «basisinstellings»-veld
druk op het veld 4
bevestig met
de gegevens zijn gewist en het vorige beeldscherm verschijnt
druk op het «terug»-veld
het keuzemenu verschijnt
1
2
3
1
2
4
54
Tutorial
Tutorial
Overzicht tutorial
1 Garen/Inrijgen
2 Naald
3 Naaivoet
4 BSR
5 Naaitechnieken
6 Quilten
7 Knoopsgaten
8 Kniehevel (FHS)
9 Diverse
10 Storingen opheffen
kies het gewenste thema, bijv. Naaivoet
het thema-overzicht met betrekking tot naaivoeten verschijnt
kies het gewenste thema, bijv. Naaivoet verwisselen
druk op de «tutorial»-toets
het «tutorial»-beeldscherm verschijnt
De tutorial geeft informatie en uitleg over diverse thema's met
betrekking tot naaien.
1
3
5
9
6
10
7
2
4
8
55
Tutorial
informatie met betrekking tot het gewenste thema wordt weergegeven
scrol verder met behulp van de draaiknoppen of uw vinger
druk op «volgende»
de volgende pagina verschijnt
druk op «vorige»
de vorige pagina verschijnt
druk op
het «tutorial»-beeldscherm wordt gesloten
het laatst geactiveerde beeldscherm verschijnt
56
Naaigids
Naaigids
Overzicht naaigids
De naaigids geeft informatie en advies met betrekking tot naaiprojecten. Na het
invoeren van het materiaal en de gewenste naaitechniek worden
aanbevelingen voor de geschikte naald, naaivoet, enz. aangetoond.
de naaivoetdruk en de bovendraadspanning worden automatisch ingesteld
druk op de «naaigids»-toets
het «naaigids»-beeldscherm verschijnt
1 Licht geweven
2 Halfzwaar geweven
3 Zwaar geweven
4 Jeans
5 Lichte rekbare stoffen
6 Halfzware rekbare stoffen
7 Zware rekbare stoffen
8 Bont
9 Frottee
10 Hoogpolige, pluizige stoffen
11 Leer en vinyl
12 Tule en kant
Overzicht naaitechnieken
druk op het veld met het gewenste materiaal, bijv. Licht geweven
De mogelijke naaitechnieken worden weergegeven.
1 Naden
2 Afwerken
3 Blindzoom
4 Knoopsgat
5 Ritssluiting
6 Decoratieve steek naaien
7 Machinaal quilten
8 Naaien uit de vrije hand
9 Applicaties
aanbevelingen voor het gewenste materiaal en de gewenste naaitechniek
worden aangetoond
bevestig met
het beeldscherm met het geprogrammeerde steekmotief verschijnt
Naaigids verlaten
druk op
druk op het veld met de gewenste naaitechniek, bijv. Knoopsgat
Als de gewenste naaitechniek niet op deze lijst is te vinden, moet u een
soortgelijke techniek kiezen.
1
5
9
2
6
10
3
11
7
4
8
12
1 52
6
3
7
4
8 9
57
Help-programma
druk op de «help-programma»-toets
kies de gewenste steek of functie
Steken
Het beeldscherm geeft de volgende informatie:
naam van de steek
geschikt materiaal
aanbeveling
Help-programma
Het help-programma bevat informatie over afzonderlijke steekmotieven en
functievelden op het beeldscherm.
Functies
Het beeldscherm geeft de volgende informatie:
naam van de functie
beschrijving van de functie
aanbeveling
druk op
het help-programma wordt gesloten
het laatst geactiveerde beeldscherm verschijnt
58
Balans
druk op het «i»-veld
druk op het «balans»-veld
op het linkerdeel van het beeldscherm is de steek in de originele toestand
(geprogrammeerd) zichtbaar
op het rechterdeel zijn de correcties die worden gemaakt direct zichtbaar
Balans
Nuttige en decoratieve steken
De naaicomputer wordt grondig getest en optimaal ingesteld, voordat deze de
fabriek verlaat. Verschillende stoffen, garens en verstevigingsmaterialen
kunnen de geprogrammeerde steken zodanig beïnvloeden, dat deze niet
correct worden genaaid. Met de elektronische balans kunnen deze afwijkingen
worden gecorrigeerd en de steken optimaal aan het materiaal worden
aangepast.
Corrigeren
Als de genaaide steek (bijv. wafelsteek) niet is gesloten:
moet de steek met de steekbreedte- of steeklengteknop in de lengte
zodanig worden aangepast, tot de steek op het rechterdeel van het
beeldscherm met de genaaide steek op de stof overeenkomt
de wijziging wordt in het geel omlijnde veld met een cijfer aangetoond
druk 2x op het «terug»-veld
de wijzigingen worden opgeslagen
het laatst geactiveerde beeldscherm verschijnt
Terug naar de basisinstelling
druk op het «i»-veld
druk op het geel omlijnde «balans»-veld
druk op het geel omlijnde veld
de basisinstelling wordt ingesteld
59
eco
eco
eco inschakelen
druk op de «eco»-toets
het beeldscherm wordt donker
het stroomverbruik wordt gereduceerd en het naailicht wordt uitgeschakeld
De spaarmodus dient tegelijkertijd als kinderbeveiliging. Op het beeldscherm
kan niets worden gekozen en de naaicomputer kan niet worden gestart.
eco uitschakelen
druk op de «eco»-toets
de naaicomputer is weer gereed voor gebruik
eco - beschrijving
Als de werkzaamheden gedurende enige tijd worden onderbroken, kan de
naaicomputer in de eco-modus worden gezet.
60
Nuttige steken
Nuttige steken
Overzicht nuttige steken
druk op de toets «nuttige steken»
de eerste nuttige steken verschijnen op het beeldscherm
de andere nuttige steken kunnen d.m.v. scrollen worden
bekeken
Rechte steek
voor niet-elastische stoffen; alle werkzaamheden
met rechte steek, zoals patroondelen aan elkaar
naaien, doorstikken, rits inzetten
Zigzag
voor alle werkzaamheden met zigzagsteek zoals
randen afwerken, elastiek en kant vastnaaien
Vari-overlock
voor dunne tricot; elastische overlocknaad en
rekbare zoom
Boognaad
voor de meeste soorten stof; stoppen met de
boognaad, verstellen, randen verstevigen, enz.
Afhechtprogramma
voor alle soorten stof; voor het afwerken van
naadbegin en -einde met rechte steken
Drievoudige rechte steek
voor duurzame naden in stevig materiaal,
zichtbare zoom en zichtbare naad
Blindzoom
voor de meeste soorten stof; blindzoom;
schelpzoom in zachte tricot en fijne stoffen;
decoratieve naad
Dubbele overlock
voor alle soorten rekbare stoffen; overlocknaad = in
één handeling naaien en afwerken
Super-stretchsteek
voor zeer elastisch materiaal; zeer rekbare open
naad voor alle soorten kleding
Rimpelsteek
voor de meeste soorten stof; rimpelen met elastiek,
voegnaad = randen van de stof liggen tegen elkaar;
decoratief naaiwerk
Tricotsteek
voor tricot; zichtbare zoom, zichtbare naad in
ondergoed, truien; tricot verstellen
Drievoudige zigzag
voor duurzame naden in stevige materialen,
zichtbare zoom en zichtbare naad
Wafelsteek
voor alle soorten tricot en gladde stoffen; zichtbare
naad in ondergoed, kleding, tafellinnen, verstelwerk,
enz.
Stretch-overlock
voor middelzware rekbare stoffen, badstof en
stevige stoffen; overlocknaad, platte
verbindingsnaad
61
Nuttige steken
Nuttige steken
Trensprogramma
zakopeningen verstevigen, riemlusjes aanzetten,
enz.
Trensprogramma
zakopeningen verstevigen, riemlusjes aanzetten,
ritssluitingen vastzetten en naadeinden afhechten
Grote vliegsteek
voor middelzware tot zware materialen;
zakopeningen, ritssluitingen vastzetten en splitjes
verstevigen
Blindzoom smal
voor blindzomen in fijne stoffen
Drie eenvoudige rechte steken
als verbindingssteken in een combinatie tussen
twee afzonderlijke decoratieve steken
Eenvoudige rechte steek
als verbindingssteek tussen twee afzonderlijke
decoratieve steken; wordt gebruikelijk in de
combinatiemodus toegepast
Rijgsteek
naden, zomen, enz. tijdelijk vastnaaien
Lycrasteek
voor lycra, platte verbindingsnaad, zichtbare zoom,
naden in lingerie doorstikken
Stretchsteek
voor zeer elastische materialen; open naad voor
sportkleding
Verstevigde overlock
voor middelzware rekbare stoffen en badstof;
overlocknaad, platte verbindingsnaad
Brei-overlock
voor met de hand of machinaal gebreide delen;
overlocknaad = naaien en afwerken in één
handeling
Eenvoudig stopprogramma
automatisch stoppen van dunne tot middelzware
stoffen
Verstevigd stopprogramma
automatisch stoppen in zware stoffen
Universele steek
voor stevige materialen zoals vilt, leer; platte
verbindingsnaad, zichtbare zoom, elastiek
vastnaaien, decoratieve naad
Gestikte zigzag
randen afwerken en verstevigen, elastiek
vastnaaien, decoratieve naad
62
Nuttige steken
Steekkeuze
1 Nuttige steken
2 Decoratieve steken
3 Alfabetten
4 Knoopsgaten
5 Persoonlijk programma/geheugen
de beschikbare steekmotieven zijn op het beeldschermdeel 6 zichtbaar
kies de gewenste steek
alle andere steken verschijnen door middel van scrollen 7
1
2
3
4
5
Direct
kies de gewenste hoofdcategorie 1-5
Met behulp van het steeknummer
druk op de toets «0-9»
de nummers die kunnen worden ingevoerd zijn op het beeldschermdeel 10
zichtbaar
voer het steeknummer in
het ingevoerde steeknummer verschijnt in veld 8
druk op het veld 9
het laatste cijfer wordt gewist
druk op het veld 8
het complete getal wordt gewist
bevestig met
Afbreken
druk op de toets «0-9»
het laatst geactiveerde beeldscherm verschijnt
Een ongeldig ingevoerd steeknummer wordt in het veld 8 met 3
vraagtekens weergegeven.
1
2
3
4
5
6
7
8 9
10
63
Nuttige steken
Nuttige steken
Steekmotief individueel aanpassen
Afhankelijk van het materiaal en de toepassing kan een steek individueel
worden veranderd. De hier beschreven aanpassingen kunnen op alle nuttige
en vele decoratieve steken worden toegepast.
Tijdelijk persoonlijk geheugen
Elke gewijzigde steekbreedte en steeklengte worden automatisch opgeslagen.
Voorbeeld:
̶ naai met een gewijzigde steek (bijv. zigzag)
̶ kies een andere steek (bijv. de rechte steek) en naai verder
̶ bij het terughalen van de individueel gewijzigde zigzag blijven de
wijzigingen behouden
Basisinstelling terughalen
Afzonderlijke steken kunnen handmatig worden teruggezet.
druk op de steekbreedte-/steeklengteweergave en op het overeenkomstige
beeldscherm op het geel omlijnde veld of
druk op de «clr»-toets
alle gewijzigde instellingen van de geactiveerde steek worden teruggezet
zet de naaicomputer uit
alle wijzigingen worden bij alle steken gewist
Het persoonlijke geheugen is onbegrensd; het kan een willekeurig
aantal steekveranderingen bevatten:
̶ steeklengte
̶ steekbreedte
̶ naaldstand
̶ motiefverlenging
̶ spiegelbeeld
̶ draadspanning
̶ balans
̶ motiefherhaling 1-9x
64
Nuttige steken
Wijzigingen opslaan
druk op het «i»-veld
druk op het «mem»-veld
druk op het «terug»-veld
de wijzigingen zijn opgeslagen
Terug naar de basisinstelling
druk op het «i»-veld
druk op het «memX»-veld
druk op het «terug»-veld
de basisinstelling is ingesteld
Blijvend persoonlijk geheugen
De door BERNINA geprogrammeerde basisinstellingen kunnen worden
gewijzigd en worden opgeslagen en blijven ook behouden als de naaicomputer
wordt uitgeschakeld.
Basisinstellingen veranderen
kies een steek, bijv. zigzag
verander de steekbreedte en steeklengte middels de draaiknoppen
65
Nuttige steken
draai aan de draaiknoppen of
druk op de steekbreedte- of steeklengteweergave
druk op het desbetreffende beeldscherm op de pijlvelden of
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met uw vinger
Kan tijdens het naaien worden veranderd.
Bij de nuttige steken en quiltsteken wordt de effectieve steeklengte 1
weergegeven.
Bij de overige steken, incl. alfabetten wordt de complete lengte van een steek 2
weergegeven. De effectieve steeklengte 3 is alleen zichtbaar als het
steeklengtebeeldscherm is geopend.
Naaldstand veranderen
druk op de «verschuif»-toetsen voor de naaldstand of
druk op het «i»-veld
druk op het «naaldstand»-veld
houd uw vinger op de «verschuif»-toetsen of pijlvelden
de naald wordt snel verschoven
verschuif de balk op het beeldscherm met uw vinger
In totaal 11 naaldstanden (5 links, 5 rechts, 1 midden = 0).
Steekbreedte en steeklengte veranderen
1
2 3
66
Nuttige steken
Toepassingen
Terugtransportvoet nr. 1C/1D
Rechte steek nr. 1
Na het inschakelen van de naaicomputer verschijnt altijd de rechte steek.
de naald staat omhoog
Toepassing
Geschikt voor alle materialen.
Terugtransportvoet nr. 1C/1D
Drievoudige rechte steek nr. 6
Open naad
Duurzame naad voor harde en dicht geweven stoffen zoals denim en
ribfluweel.
Steeklengte aan het naaiwerk aanpassen
Bijv. voor denim een lange steek (ca. 3-4 mm), voor fijne stoffen een
korte steek (ca. 2-2,5 mm).
Steeklengte aan het garen aanpassen
Bijv. een lange steek (ca. 3-5 mm) bij doorstikken met cordonnet
garen.
Naaldstop onder activeren
Het naaiwerk kan, wanneer dit bijvoorbeeld moet worden gedraaid,
niet verschuiven.
Bij harde of zeer dicht geweven stoffen
Een jeansnaald en de jeansvoet nr. 8 vergemakkelijken het naaien
van zware stoffen zoals denim en canvas.
Decoratief doorstikken
Vergroot de steeklengte en gebruik de drievoudige rechte steek voor
decoratief doorstikwerk op denim.
Rechte steek
Drievoudige rechte steek
67
Nuttige steken
Drievoudige zigzag
Terugtransportvoet nr. 1C/1D
Drievoudige zigzagsteek nr. 7
In stevig materiaal, vooral denim, stof voor bijv. ligstoelen of luifels.
Zomen in kleding die vaak wordt gewassen. Werk de zoomrand
eerst af. Gebruik bij zeer harde stoffen een jeansnaald.
68
Nuttige steken
Ritsvoet nr. 4D
Rechte steek nr. 1
Voorbereiding
sluit de naad tot aan het begin van de rits
naai een paar afhechtsteken
sluit de ritsopening met een paar lange steken
werk de naadtoeslag af
strijk de naad open
open het deel voor de rits
rits inrijgen: rijg de rits zó onder de stof, dat de stofranden in het midden
van de rits tegen elkaar liggen
Rits inzetten
maak de rits een stukje open
zet de naaldstand naar rechts
begin linksboven te naaien
geleid de naaivoet zodanig, dat de naald langs de tandjes van de rits in de
stof steekt
stop voor het lipje van de rits met naaldstand onder
zet de naaivoet omhoog
sluit de rits weer
naai verder, stop voor het einde van de split met naaldstand onder
zet de naaivoet omhoog
draai het naaiwerk
naai tot de andere kant van de rits, stop met naaldstand onder
zet de naaivoet omhoog
draai het naaiwerk opnieuw
naai aan de andere kant van onder naar boven
Variant: de rits aan beide kanten van onder naar boven inzetten
Geschikt voor alle stoffen met een vleug (bijv. fluweel).
bereid de ritssluiting zoals boven beschreven voor
begin in het midden van de naad bij ritseinde te naaien, naaldstand rechts
naai schuin naar de rij tandjes van de rits
naai de eerste kant 1 van onder naar boven
verzet de naaldstand naar links
naai de andere kant 2 op dezelfde wijze van onder naar boven
Er kan niet langs het lipje van de rits worden genaaid
̶ naai tot ong. 5 cm voor het lipje van de rits
̶ zet de naald omlaag, zet de naaivoet omhoog, open de rits, naai
verder (gebruik de kniehevel)
Transport bij naadbegin
̶ houd het garen bij naadbegin goed vast en trek het naaiwerk aan
het garen evt. lichtjes naar achteren (maar enkele steken) of
̶ naai eerst ong. 1-2 cm achteruit, daarna zoals gewoonlijk verder
naaien
Harde ritsband of dicht geweven stoffen
Gebruik naald nr. 90-100 = gelijkmatige steekvorming.
Ritssluiting
1
2
69
Nuttige steken
Nuttige steken
Stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire)
Rechte steek nr. 1
Gaten of dunne versleten plekken verstellen
«Vervangen» van lengte- en dwarsdraden in elk materiaal.
Voorbereiding
zet de transporteur omlaag
bevestig de aanschuiftafel
span de stof in een borduurring (speciaal accessoire)
het gedeelte dat gestopt wordt, blijft zo goed gespannen en trekt nergens
Naaien
̶ werk van links naar rechts, geleid het naaiwerk regelmatig met de hand en
zonder druk
̶ verander van richting door boven en onder rondingen te naaien (niet spits,
omdat dan eventueel gaatjes ontstaan of de draad breekt)
̶ naai de rijen op onregelmatige lengtes, de draad verdwijnt als het ware in
de stof
De steken zijn niet mooi
̶ als de draad bovenop de stof schijnt te liggen, moet het naaiwerk
langzamer worden verschoven
̶ als knoopjes aan de onderkant van de stof ontstaan, moet het
naaiwerk sneller worden verschoven
Draadbreuk
Het naaiwerk moet gelijkmatiger worden geleid.
Stoppen - handmatig
1 Spandraden over het gat naaien
naai de eerste spandraden niet te dicht op elkaar en over de beschadigde
plek uit
naai een onregelmatig lange rand
draai het naaiwerk 90°
2 Over de eerste spandraden naaien
naai over de eerste spandraden, ook hier niet te dicht op elkaar
draai het naaiwerk 180°
3 Stopwerk afmaken
naai nogmaals losjes een rij steken
3
1 2
70
Nuttige steken
Stoppen - automatisch
Terugtransportvoet nr. 1C
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Stopprogramma nr. 22
Snelle stopmethode voor dunne plekken of scheuren
Vervangen van lengtedraden in alle materialen.
Voorbereiding
span fijne materialen in een borduurring (speciaal accessoire)
het gedeelte dat gestopt wordt blijft gelijkmatig gespannen en trekt niet
Stoppen met de terugtransportvoet nr. 1C
Naaibegin is linksboven.
naai de eerste lengte
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
de lengte is geprogrammeerd
naai het stopprogramma verder af
de naaicomputer stopt automatisch
druk op de «clr»-toets
de programmering wordt gewist
Stoppen met de knoopsgatsledevoet nr. 3A
̶ bij scheuren en beschadigde plekken
̶ stoplengte max. 3 cm
̶ werkwijze zoals bij de terugtransportvoet nr. 1C
Versteviging bij scheuren
Leg of plak fijn verstevigingsmateriaal onder de beschadigde plek.
Het gestopte gedeelte is «scheefgetrokken»
Corrigeer m.b.v. de balans (meer informatie over de balansfunctie
op blz. 58).
71
Nuttige steken
Stoppen verstevigd, automatisch
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Stopprogramma nr. 23
Snelle stopmethode voor dunne plekken of scheuren
Vervangen van lengtedraden in alle materialen.
Voorbereiding
span fijne materialen in een borduurring (speciaal accessoire)
het gedeelte dat gestopt wordt blijft gelijkmatig gespannen en trekt niet
Stoppen met de knoopsgatsledevoet nr. 3A
Naaibegin is linksboven.
naai de eerste lengte
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
de lengte is geprogrammeerd
naai het stopprogramma verder af
de naaicomputer stopt automatisch
druk op de «clr»-toets
de programmering wordt gewist
Het stopprogramma bedekt de beschadigde plek niet helemaal
Verschuif de stof en naai het stopprogramma opnieuw (lengte is
geprogrammeerd en kan een willekeurig aantal keren worden
herhaald).
Met de directe lengte-invoer (zie blz. 36) kan een stoplengte tot
30 mm worden geprogrammeerd.
Terugtransportvoet nr. 1C
Zigzagsteek nr. 2
̶ voor alle materialen
̶ voor het afwerken van randen
̶ voor rekbare naden
̶ voor decoratieve werkzaamheden
Randen afwerken
laat de stofrand onder het midden van de naaivoet doorlopen
stel de steekbreedte niet te groot in
stel de steeklengte niet te lang in
de naald steekt aan één kant in de stof, aan de andere kant langs de stof
̶ de stofrand moet platliggen en mag niet oprollen
̶ gebruik bij fijne stoffen stopgaren
Kordonnaad
̶ dichte, korte zigzag (steeklengte 0,5-0,7 mm)
̶ kordonnaad voor applicaties, voor borduren, enz.
Randen afwerken
Als variant kan de satijnsteek nr. 1354 worden gebruikt.
72
Nuttige steken
Nuttige steken
Terugtransportvoet nr. 1C
Overlockvoet nr. 2A (speciaal accessoire)
Dubbele overlock nr. 10
Gesloten naad
Dubbele overlocknaad in losse gebreide stoffen en voor dwarsnaden in
gebreide stoffen.
Dubbele overlock
Rekbaar en gebreid materiaal
̶ gebruik een nieuwe jerseynaald om de fijne vezels niet te
beschadigen
̶ verminder eventueel de naaivoetdruk
Naaien van elastische stoffen
Gebruik indien noodzakelijk een stretchnaald (130/705 H-S).
73
Nuttige steken
Nuttige steken
5/8
5/8
5/
8
1
25 15 15
15
75
75
Randen doorstikken
Blindzoomvoet nr. 5
Terugtransportvoet nr. 1C
Smalle kantvoet nr. 10/10C/10D (speciale accessoires)
Rechte steek nr. 1
Smal doorstikken
Buitenranden
leg de rand van de stof links tegen de geleider van de blindzoomvoet
kies naaldstand links op de gewenste afstand van de rand
Breed doorstikken
Stof geleiden
Naaivoet als geleiding:
laat de rand van de naaivoet precies op de rand van de stof lopen
Steekplaat als geleiding:
laat de rand van de stof langs de markeringen op de steekplaat lopen
(1 tot 2,5 cm)
Randgeleider als geleiding:
Naaivoet
draai de schroef achter op de naaivoet los
steek de randgeleider door het gat in de naaivoet
stel de gewenste breedte in
draai de schroef vast
laat de rand van de stof langs de randgeleider lopen
Laat voor het naaien van parallel lopende, zeer brede naden de randgeleider
langs een reeds genaaide naad lopen.
Blindzoomvoet nr. 5
Naaldstanden links of uiterst rechts.
Terugtransportvoet nr. 1C en smalle kantvoet nr. 10/10C/10D
(speciaal accessoire)
Alle naaldstanden mogelijk.
Zomen
leg de rand van de zoom (bovenrand aan de binnenkant van de zoom)
rechts tegen de geleider van de blindzoomvoet
kies naaldstand uiterst rechts om op de bovenrand van de zoom te naaien
5/8
5/85/8
1
25 15 15
15
75
75
5/8
5/85/8
1
25 15 15
15
75
75
5/8
5/85/8
1
25 15 15
15
75
75
74
Nuttige steken
Nuttige steken
5/8
5/85/8
1
25 15 15
15
75
75
Blindzoom
Blindzoomvoet nr. 5
Blindzoom nr. 9
Voor «onzichtbare» zomen in halfzware tot zware materialen van katoen, wol
of gemengde vezels.
Voorbereiding
werk de rand van de zoom af
vouw de zoom om en rijg of speld hem vast
voorkant van de stof
achterkant van
de stof
Fijnafstelling steekbreedte
Laat de stofvouw regelmatig langs de geleider van de naaivoet
glijden = de steken zijn overal even breed.
Terugtransportvoet nr. 1C/1D
Tricotsteek nr. 14
Voor een zichtbare, rekbare zoom in tricot van katoen, wol, synthetische of
gemengde vezels.
Voorbereiding
strijk de zoom, kan eventueel ook worden geregen
verminder eventueel de naaivoetdruk
Naaien
naai de zoom aan de voorkant op de gewenste breedte
knip de resterende stof aan de achterkant af
Zichtbare zoom
vouw de stof zodanig, dat de afgewerkte rand aan de rechterkant ligt
leg de stof onder de naaivoet en
schuif de omgevouwen zoomrand tegen het geleidingsplaatje van de
naaivoet
Naaien
De naald mag maar net in de stofvouw steken, net als bij het naaien met de
hand.
controleer de blindzoom na ong. 10 cm aan beide kanten van de stof, pas
de steekbreedte evt. aan
75
Nuttige steken
Nuttige steken
Terugtransportvoet nr. 1C
Afhechtprogramma nr. 5
̶ voor alle materialen
̶ afhechten van naadbegin en naadeinde
Naaien van lange naden met een rechte steek
Gelijkmatig afhechten doordat het aantal steken is vastgelegd.
Naadbegin
druk op het pedaal
de naaicomputer hecht het naaiwerk automatisch bij naadbegin af (5 steken
vooruit, 5 steken achteruit)
naai de naad met een rechte steek op de gewenste lengte
Naadeinde
druk op de «achteruit»-toets
de naaicomputer hecht automatisch af (5 steken achteruit, 5 steken vooruit)
de naaicomputer stopt automatisch aan het einde van het
afhechtprogramma
Afhechtprogramma
Draden afhechten/fixeren
Zet de transporteur omlaag, naai bij begin en einde 3-4 rijgsteken op
dezelfde plaats.
Garen
Gebruik voor het rijgen fijn stopgaren; dit kan later gemakkelijker
worden verwijderd.
Rijgsteek
Stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire)
Rijgsteek nr. 30
̶ voor alle werkzaamheden, waarbij een zeer grote steeklengte noodzakelijk
of gewenst is
̶ naden, zomen, quilts rijgen, enz.
̶ voor tijdelijk aan elkaar naaien
̶ gemakkelijk te verwijderen
Voorbereiding
zet de transporteur omlaag
speld de lagen stof met kopspelden dwars ten opzichte van de rijgrichting
op elkaar
dit verhindert dat de lagen verschuiven
Rijgen
leg de stof onder de naaivoet
houd de draden vast en naai een steek
trek het naaiwerk op de gewenste steeklengte naar achteren
naai een steek
herhaal deze handeling
76
Nuttige steken
Nuttige steken
Terugtransportvoet nr. 1C
Stretch-overlocksteek nr. 13
Ideaal voor donzig of dik materiaal zoals badstof, vilt, leer, enz.
Naaien
leg de randen van de stof over elkaar
naai langs de stofrand
de naald moet rechts over de bovenste stofrand in de onderste stoflaag
steken
een zeer platte, duurzame naad
Platte verbindingsnaad
77
Nuttige steken
Nuttige steken
De transporteur kan alleen goed functioneren, als de naaivoet horizontaal op
de stof ligt.
Als de naaivoet «schuin» staat, bijv. bij een dikke naad, kan de transporteur de
stof niet goed geleiden. De stof wordt samengedrukt.
Om het verschil in hoogte te compenseren, moeten één, twee of drie
nivelleerplaatjes achter de naald onder de naaivoet worden gelegd.
Om het verschil aan de voorkant van de naaivoet te compenseren, moeten
één, twee of drie plaatjes onder de naaivoet, zo dicht mogelijk bij de naald
worden gelegd. Naai tot de naaivoet het dikke gedeelte helemaal is
gepasseerd en neem de plaatjes weg.
Stoflagen aanpassen
Hoeken naaien
Naaldstop onder.
Naaldstop onder.
Bij het naaien van hoeken wordt het naaiwerk niet zo goed getransporteerd,
omdat maar een gedeelte van de stof op de transporteur ligt.
Leg één, twee of drie nivelleerplaatjes aan de rechterkant van de naaivoet en
zo dicht mogelijk tegen de stof.
de stof wordt gelijkmatig getransporteerd
Vanwege de breedte van het steekgat liggen de buitenste transporteurrijen
tamelijk ver uit elkaar.
78
Knoopsgaten
Standaardknoopsgat
voor lichte tot middelzware stoffen; blouses, jurken,
beddengoed, enz.
Standaardknoopsgat smal
voor lichte tot middelzware materialen; blouses,
jurken, kinder- en babykleding, knutselwerk
Stretchknoopsgat
voor alle zeer elastische tricotstoffen van katoen,
wol, zijde en synthetische vezels
Afgerond knoopsgat met normale trens
voor middelzware tot zware stoffen; jurken, jassen,
mantels, regenkleding
Oogknoopsgat
voor zware, niet-rekbare materialen; jassen,
mantels, vrijetijdskleding
Stiksteekknoopsgat
programma voor het voorstikken van knoopsgaten,
zakopeningen, voor het verstevigen van
knoopsgaten, speciaal voor knoopsgaten in leer of
kunstleer
Ajourknoopsgat
voor lichte tot middelzware stoffen van geweven
materiaal; blouses, jurken, vrijetijdskleding,
beddengoed
Decoratief knoopsgat met vliegtrens
voor decoratieve knoopsgaten in stevige, niet-
rekbare materialen
Knoop-aanzetprogramma
voor het aanzetten van knopen met 2 en 4 gaatjes
Oog met kleine zigzag
als opening voor koorden en smalle banden; voor
decoratief naaiwerk
Knoopsgaten
Overzicht knoopsgaten
druk op de «knoopsgat»-toets
andere knoopsgaten verschijnen als verder wordt gescrold
Knoopsgaten zijn praktische sluitingen, die ook voor decoratieve
doeleinden toegepast kunnen worden. Alle knoopsgaten kunnen
op verschillende manieren geprogrammeerd en genaaid worden.
Oog met rechte steek
als opening voor koorden en smalle banden; voor
decoratief naaiwerk
Oogknoopsgat met spitse trens
voor stevige stoffen (niet-rekbaar): jassen, mantels,
vrijetijdskleding
79
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Belangrijke informatie
Handmatige knoopsgaten markeren
markeer de knoopsgatlengte overal op de gewenste plaats
gebruik knoopsgatvoet nr. 3C (speciaal accessoire)
Automatische knoopsgaten markeren
markeer uitsluitend één knoopsgatlengte
na het naaien van het eerste knoopsgat is de lengte geprogrammeerd
markeer voor alle overige knoopsgaten alleen het beginpunt
gebruik de automatische knoopsgatsledevoet nr. 3A
Oogknoopsgaten markeren
markeer alleen de kordonlengte
de lengte van het oog wordt extra genaaid
na het naaien van het eerste knoopsgat is de lengte geprogrammeerd
markeer voor alle overige knoopsgaten alleen het beginpunt
gebruik de automatische knoopsgatsledevoet nr. 3A
Proeflapje
maak altijd een proefknoopsgat op een stukje van de originele stof en
gebruik hetzelfde verstevigingsmateriaal als bij het uiteindelijke knoopsgat
kies hetzelfde soort knoopsgat
naai het knoopsgat steeds in dezelfde richting op de stof (lengte of dwars)
snijd het knoopsgat open
schuif de knoop door het knoopsgat
pas de lengte van het knoopsgat indien nodig aan
Kordonbreedte veranderen
verander de steekbreedte
Steeklengte veranderen
Een wijziging van de steeklengte heeft invloed op beide kordons.
steken dichter op of verder uit elkaar
Na het veranderen van de steeklengte:
moet de knoopsgatlengte opnieuw worden geprogrammeerd
Als een knoopsgat dwars ten opzichte van
de rand moet worden genaaid, is het
raadzaam om een nivelleerplaatje (speciaal
accessoire) te gebruiken. Leg het
nivelleerplaatje van achteren tussen het
naaiwerk en de naaivoetzool, tot aan het
dikke gedeelte en schuif het plaatje naar
voren.
Voor het naaien van een knoopsgat in
moeilijk materiaal is het raadzaam om een
transporthulp (speciaal accessoire) te
gebruiken. Dit accessoire kan in combinatie
met de knoopsgatsledevoet nr. 3A worden
gebruikt.
80
Knoopsgaten
Verstevigingsmateriaal
̶ verstevigingsmateriaal ondersteunt de duurzaamheid en stabiliteit van een
knoopsgat
̶ kies verstevigingsmateriaal overeenkomstig de eigenschappen van de stof
̶ bij dikke, pluizige stoffen kan borduurvlies worden gebruikt
de stof wordt dan beter getransporteerd
81
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Vuldraad
Algemeen
̶ een vuldraad verstevigt het knoopsgat en geeft het een mooie vorm
leg de stof overeenkomstig onder de naaivoet
Ideaal materiaal voor vuldraden
̶ parelgaren nr. 8
̶ stevig handnaaigaren
̶ dun haakgaren
Vuldraad met knoopsgatsledevoet nr. 3A
zet de knoopsgatsledevoet omhoog
zet de naald bij knoopsgatbegin in de stof
leg de vuldraad rechts onder de knoopsgatsledevoet
leg de vuldraad over het palletje achter op de knoopsgatsledevoet
trek de vuldraad links onder de knoopsgatsledevoet naar voren
trek de uiteinden van de vuldraad in de klemhouders
zet de knoopsgatsledevoet omlaag
Naaien
naai het knoopsgat zoals gewoonlijk
houd de vuldraad niet vast
de knoopsgatkordons vallen over de vuldraad
Vuldraad met knoopsgatvoet nr. 3C (speciaal accessoire)
zet de knoopsgatvoet omhoog
zet de naald bij knoopsgatbegin in de stof
leg de vuldraad over het middelste palletje van de knoopstgatvoet (voor)
trek beide uiteinden van de vuldraad onder de knoopsgatvoet door naar
achteren en
leg een draad in elke gleuf aan de onderkant van de zool
zet de knoopsgatvoet omlaag
Naaien
naai het knoopsgat zoals gewoonlijk
houd de vuldraad niet vast
de knoopsgatkordons vallen over de vuldraad
Knoopsgat openen m.b.v. een tornmesje
snijd het knoopsgat met het tornmesje vanaf de uiteinden naar het midden
toe open
Knoopsgat openen met de knoopsgatbeitel (speciaal accessoire)
leg de stof met het knoopsgat op het houten blokje
zet de knoopsgatbeitel in het midden van het knoopsgat
druk de knoopsgatbeitel met de hand naar beneden
Vuldraad vastzetten
trek aan de vuldraad tot de lus in de trens verdwijnt
trek de uiteinden van de vuldraad naar de achterkant van de stof (m.b.v.
een handnaainaald)
knoop de uiteinden vast of hecht ze af
Voordat het knoopsgat wordt opengesneden
Steek als extra veiligheidsmaatregel een kopspeld bij de trens in de
stof zodat deze niet wordt doorgesneden.
82
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Balans bij knoopsgat met lengtemeting
De balans heeft op beide knoopsgatkordons dezelfde invloed.
Balans bij oogknoopsgat of afgerond knoopsgat met lengtemeting
De balans heeft op beide knoopsgatkordons dezelfde invloed.
Het oog of de ronding wordt als volgt in balans gebracht:
naai rechte steken vooruit tot
de naaicomputer naar het oog of de ronding omschakelt,
zet de naaicomputer stil
druk op het «balans»-veld
pas de afbeelding in het rechtergedeelte van het beeldscherm met behulp
van de steeklengteknop aan
Oog te ver naar rechts A:
draai de steeklengteknop naar links
Oog te ver naar links B:
draai de steeklengteknop naar rechts
druk op het «terug»-veld en naai het knoopsgat af
Balans aanpassen
Bij alle knoopsgaten met lengtemeting en handmatige knoopsgaten
kan iedere knoopsgatfase afzonderlijk met behulp van de balans
worden aangepast.
Bij de stekenteller-knoopsgaten heeft de balans een
tegenovergesteld effect op beide kordons (links en rechts): door de
kordons aan te passen wordt ook het oog of de ronding automatisch
veranderd.
A B
Balans bij handmatig oogknoopsgat of afgerond knoopsgat
Elke balanswijziging heeft op beide kordons een tegenovergesteld effect:
Linkerkordon te dicht C:
draai de steeklengteknop naar links
linkerkordon wordt langer, rechterkordon wordt korter
Linkerkordon niet dicht genoeg D:
draai de steeklengteknop naar rechts
linkerkordon wordt korter, rechterkordon wordt langer
Het oog of de ronding wordt als volgt in balans gebracht:
Oog te ver naar rechts A:
draai de steeklengteknop naar rechts
Oog te ver naar links B:
draai de steeklengteknop naar links
Balans bij handmatig standaardknoopsgat
De balans heeft op beide kordons hetzelfde effect.
Balans bij stekenteller-knoopsgat
De balans heeft een verschillend effect op de beide kordons (zie afbeelding bij
het handmatige knoopsgat).
programmeer het knoopsgat na elke balanswijziging opnieuw
Balans wissen
druk op het geel omlijnde veld op het speciale «balans»-beeldscherm of
druk op de «clr»-toets
«clr» wist ook het geprogrammeerde knoopsgat!
Aanbeveling
Maak een proefknoopsgat op een stukje van de originele stof.
C
D
druk op het «i»-veld
druk op het «balans»-veld
83
Knoopsgaten
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Bij het gebruik van de knoopsgatsledevoet nr. 3A wordt de lengte van het
knoopsgat d.m.v. de lens aan de voet automatisch gemeten = exact
dupliceren en automatisch omschakelen bij maximale lengte.
Voor knoopsgaten van 4-31 mm, afhankelijk van het soort knoopsgat.
De knoopsgatsledevoet moet plat op het materiaal liggen! Als de
voet op een naad ligt, kan de lengte niet exact worden gemeten.
5432
1
Standaard- en stretchknoopsgat automatisch nr. 51, 52, 53
Knoopsgat programmeren
1
naai het eerste kordon vooruit
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
«auto» en de geprogrammeerde lengte (in mm) verschijnen op het
beeldscherm
de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
De naaicomputer naait automatisch:
2 de rechte steken achteruit
3 de eerste trens
4 het tweede kordon vooruit
5 de tweede trens en de afhechtsteken
de naaicomputer stopt en schakelt automatisch om naar
knoopsgatbegin
Knoopsgat-automaat
alle andere knoopsgaten worden nu automatisch op dezelfde lengte
genaaid, zonder dat de «achteruit»-toets moet worden gedrukt
geprogrammeerde knoopsgaten kunnen in het blijvend geheugen worden
opgeslagen (zie blz. 87)
druk op de «clr»-toets
de programmering wordt gewist
Exact dupliceren
Geprogrammeerde knoopsgaten worden allemaal even lang en even
mooi.
Naaisnelheid
̶ naai met een lage snelheid voor een optimaal resultaat
̶ naai alle knoopsgaten met dezelfde snelheid voor een
regelmatige kordondichtheid
Knoopsgaten programmeren
Standaard- en stretchknoopsgat met lengtemeting, automatisch
84
Knoopsgaten
Automatisch met directe lengte-invoer
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Knoopsgatlengte programmeren
Met de automatische knoopsgatsledevoet nr. 3A kan het knoopsgat met een
exacte lengtebepaling worden genaaid.
Knoopsgatlengte = opening in mm
kies het gewenste knoopsgat
druk op het «i»-veld
druk op het «lengte-invoer»-veld
Knoopsgatlengte bepalen
voer de knoopsgatlengte met de steekbreedte- of steeklengteknop in
de ingevoerde lengte wordt links van de knop aangetoond
het cijfer rechts van de knop geeft de exacte knoopgrootte weer
druk op het «terug»-veld
de ingevoerde lengte is opgeslagen
«auto» en de geprogrammeerde lengte worden links op het beeldscherm
weergegeven
Terug naar het knoopsgatmenu
druk op het «terug»-veld
het «knoopsgat»-beeldscherm verschijnt
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Knoopgrootte bepalen
De naaicomputer berekent de lengte van het knoopsgat direct aan de hand
van de diameter van de knoop. 2 mm worden automatisch voor de
knoophoogte toegevoegd.
houd de knoop tegen het lichte veld in de rechter benedenhoek van het
beeldscherm
pas het lichte veld met de steekbreedte- of steeklengteknop aan de grootte
van de knoop aan
de knoopgrootte wordt in mm rechts van de knoop tussen de beide pijlen
weergegeven (bijv. 14 mm)
leg de knoop weg
druk op het «terug»-veld
de ingevoerde lengte is opgeslagen
«auto» en de geprogrammeerde lengte worden links op het beeldscherm
weergegeven
Correctie bij dikke knopen
Bij dikke, bolle knopen moet de knoopsgatlengte worden aangepast, bijv.
knoop 1 cm dik, knoopsgatlengte + 1 cm (incl. 2 mm).
De knoop kan dan gemakkelijk door het knoopsgat worden geschoven.
Automatisch met knoopmeting
Terug naar knoopsgatbegin
druk op het «motiefbegin»-veld
de naaicomputer zet het programma weer op knoopsgatbegin
Geprogrammeerde knoopsgaten wissen
druk op de «clr»-toets of op het «opname»-veld
«auto» verdwijnt en «REC» verschijnt
er kan een nieuwe knoopsgatlengte worden geprogrammeerd
85
Knoopsgaten
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Oogknoopsgat en afgerond knoopsgat automatisch
Oogknoopsgat en afgerond knoopsgat automatisch nr. 54, 56, 57
Knoopsgat programmeren
1
naai rechte steken vooruit
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
«auto» en de geprogrammeerde lengte (in mm) verschijnen op het
beeldscherm
de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
De naaicomputer naait automatisch:
2 het oog
3 het eerste kordon achteruit
4 de rechte steken vooruit
5 het tweede kordon achteruit
6 de trens en afhechtsteken
de naaicomputer stopt en schakelt automatisch om naar
knoopsgatbegin
Knoopsgat-automaat
alle andere knoopsgaten worden nu automatisch op dezelfde lengte
genaaid, zonder dat de «achteruit»-toets moet worden gedrukt
geprogrammeerde knoopsgaten kunnen in het blijvend geheugen worden
opgeslagen (zie blz. 87)
druk op de «clr»-toets
de programmering wordt gewist
Exact dupliceren
Geprogrammeerde knoopsgaten worden allemaal even lang en even
mooi.
Oogknoopsgaten dubbel naaien
̶ in dikke stoffen kunnen oogknoopsgaten dubbel worden genaaid;
het eerste oogknoopsgat wordt dan met een grotere steeklengte
genaaid
̶ nadat het eerste knoopsgat werd genaaid, mag het naaiwerk niet
worden verschoven
̶ zet de steeklengte handmatig terug en naai het knoopsgat nog
een keer
De knoopsgatsledevoet moet plat op het materiaal liggen! Als de
voet op een naad ligt, kan de lengte niet exact worden gemeten.
65432
1
86
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Knoopsgatsledevoet nr. 3A
Ajourknoopsgat nr. 63
Knoopsgat programmeren
1
naai het eerste kordon vooruit
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
«auto» en de geprogrammeerde lengte (in mm) verschijnen op het
beeldscherm
de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
De naaicomputer naait automatisch:
2 de ronding
3 het tweede kordon achteruit
4 de trens en de afhechtsteken
de naaicomputer stopt en schakelt automatisch om naar
knoopsgatbegin
Ajourknoopsgat
Stekenteller-knoopsgat
Knoopsgat-automaat
alle andere knoopsgaten worden nu automatisch op dezelfde lengte
genaaid, zonder dat op de «achteruit»-toets moet worden gedrukt
geprogrammeerde knoopsgaten kunnen in het blijvend geheugen worden
opgeslagen (zie blz. 87)
druk op de «clr»-toets
de programmering wordt gewist
432
1
druk op het «i»-veld
druk op het «REC»-veld
Knoopsgatvoet nr. 3C (speciaal accessoire)
Alle soorten knoopsgaten
Knoopsgat programmeren
1
naai het eerste kordon vooruit
zet de naaicomputer stil
druk op de «achteruit»-toets
432
1
̶ het eerste (linker)kordon wordt vooruit, het tweede (rechter)
kordon wordt achteruit genaaid
2 naai de trens onder en
3 het tweede kordon achteruit
zet de naaicomputer op de hoogte van de eerste steek stil
druk op de «achteruit»-toets
4 de naaicomputer naait de bovenste trens, de afhechtsteken en stopt
automatisch
«auto» verschijnt op het beeldscherm
de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
Elk volgend knoopsgat wordt nu op dezelfde wijze genaaid als het
geprogrammeerde knoopsgat.
87
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Knoopsgat in het blijvend geheugen
Knoopsgat opslaan
druk op het veld «opslaan» 1
het «opslag»-scherm verschijnt
druk op het veld «opslaan»
het knoopsgat is in het blijvend geheugen opgeslagen
Geprogrammeerd knoopsgat kiezen
druk op de map 2
kies het knoopsgat
druk op de «geheugen»-toets
druk op de «geheugen»-toets
1
2
88
Knoopsgaten
Knoopsgaten
Geprogrammeerd knoopsgat wijzigen
druk op het «i»-veld
druk op het «lengte-invoer»-veld
wijzig de lengte van het geprogrammeerde knoopsgat
druk twee keer op het «terug»-veld
sla het knoopsgat opnieuw op zoals beschreven
Geprogrammeerd knoopsgat wissen
druk op het veld «wissen» 1
de geprogrammeerde knoopsgaten verschijnen
kies het gewenste knoopsgat
bevestig met
het knoopsgat is gewist
druk op de «geheugen»-toets
1
89
Knoopsgaten
Knoopsgaten
7- of 5-fase knoopsgat, handmatig
Knoopsgatvoet nr. 3C (speciaal accessoire)
kies het gewenste knoopsgat
druk op het «i»-veld
druk op het «man»-veld
5-fase knoopsgat naaien
fase 1 is voor knoopsgatbegin geactiveerd
bij naaibegin wordt fase 2 actief
naai het eerste kordon
zet de naaicomputer op de gewenste kordonlengte of bij de
lengtemarkering stil
kies fase 3
de naaicomputer naait de ronding of het oog en stopt automatisch
kies fase 4
de naaicomputer naait het tweede kordon achteruit
zet de naaicomputer op de hoogte van de eerste steek (knoopsgatbegin)
stil
kies fase 5
de naaicomputer naait de bovenste trens en hecht automatisch af
7-fase knoopsgat naaien
fase 1 is voor knoopsgatbegin geactiveerd
bij naaibegin wordt fase 2 actief
naai het eerste kordon
zet de naaicomputer op de gewenste kordonlengte of bij de
lengtemarkering stil
kies fase 3
de naaicomputer naait rechte steken achteruit
zet de naaicomputer op de hoogte van de eerste steek (knoopsgatbegin)
stil
kies fase 4
de naaicomputer naait de bovenste trens en stopt automatisch
kies fase 5
de naaicomputer naait het tweede kordon
zet de naaicomputer op de hoogte van de laatste steek van het eerste
kordon stil
kies fase 6
de naaicomputer naait de onderste trens en stopt automatisch
kies fase 7
de naaicomputer hecht af en stopt automatisch
Stiksteekknoopsgat nr. 59
̶ programmeer dit op dezelfde manier als automatische
knoopsgaten (zie blz. 83)
̶ het knoopsgat nr. 59 wordt aanbevolen voor zachte, los geweven
stoffen en voor knoopsgaten die aan slijtage onderhevig zijn.
Stiksteekknoopsgaten verstevigen ook vinyl en vilt
De lengte van de kordons wordt tijdens het naaien handmatig vastgelegd.
Trens, ronding en afhechtsteken zijn voorgeprogrammeerd. De afzonderlijke
fasen kunnen ook door scrollen met de pijlvelden of een druk op de
«achteruit»-toets worden gekozen.
90
Knoop-aanzetprogramma
Stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire)
Knoop-aanzetvoet nr. 18 (speciaal accessoire)
Knoop-aanzetprogramma nr. 60
Knopen met 2 en 4 gaatjes aanzetten.
Voorbereiding
zet de transporteur omlaag
Knoop met 4 gaatjes aannaaien
naai eerst over de voorste gaatjes
schuif de knoop zorgvuldig naar voren
naai over de achterste gaatjes
Voor meer stabiliteit kan het knoop-aanzetprogramma dubbel
worden genaaid.
Knopen aanzetten
Knopen als decoratie worden zonder «steel» aangezet. «Steel» = afstand
tussen knoop en stof; kan met de knoop-aanzetvoet nr. 18 worden ingesteld.
Knoop aanzetten met stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire)
kies het knoop-aanzetprogramma
controleer de afstand tussen de gaatjes met behulp van het handwiel
verander indien noodzakelijk de steekbreedte
houd de draden bij naaibegin vast
naai de eerste afhechtsteken in het linkergat
naai het knoop-aanzetprogramma
de naaicomputer stopt automatisch als het programma is beëindigd en
staat direct weer op programmabegin
Begin- en einddraden
De draden zijn reeds afgehecht.
Voor meer stabiliteit
trek aan de beide onderdraden tot de uiteinden van de bovendraad aan de
achterkant zichtbaar zijn
knoop de draden aan elkaar
knip de draden af
Knoop aanzetten met knoop-aanzetvoet nr. 18 (speciaal accessoire)
stel de gewenste «steelhoogte» met de schroef aan de naaivoet in
kies het knoop-aanzetprogramma en ga op dezelfde manier te werk als bij
stopvoet nr. 9
druk op de «knoopsgat«-toets
druk op het «knoop-aanzetprogramma»-veld
Knoop-aanzetprogramma
91
Oogprogramma
Terugtransportvoet nr. 1C
Open borduurvoet nr. 20C
Oog met kleine zigzag nr. 61
Oog met rechte steek nr. 62
Ogen naaien
kies het oog
leg de stof onder de naaivoet en naai het oogprogramma
de naaicomputer stopt automatisch als het oog af is en staat meteen weer
op programmabegin
Ogen openen
m.b.v. een priem, gatentang of drevel
druk op de «knoopsgat»-toets
kies het «oogprogramma»-veld
Pas de ronding van het oog eventueel met de balans aan.
Voor meer duurzaamheid kan het oog dubbel worden genaaid.
Oogprogramma
92
Decoratieve steken
Decoratieve steken
Decoratieve steken
Overzicht decoratieve steken
druk op de toets «decoratieve steken»
op het beeldscherm verschijnt een overzicht van de
categorieën
kies de gewenste categorie
de gewenste categorie is geactiveerd
kies de gewenste steek
Categorieën
Cat. 100 = natuursteken
Cat. 300 = kruissteken
Cat. 400 = satijnsteken
Cat. 600 = geometrische steken
Cat. 700 = ajoursteken
Cat. 900 = kindermotieven
Cat. 1300 = quiltsteken
Perfecte steek
̶ gebruik dezelfde garenkleur voor boven- en onderdraad
̶ verstevig het naaiwerk aan de achterkant met
verstevigingsmateriaal
̶ leg bij hoogpolige materialen (bijv. wol, fluweel, enz.) ook op de
goede kant wateroplosbaar vlies dat na het naaien gemakkelijk
kan worden verwijderd
Afhankelijk van de soort stof komen eenvoudige of ingewikkelde decoratieve
steken beter tot hun recht.
̶ decoratieve steken, die met eenvoudige rechte steken zijn
geprogrammeerd, hebben een mooi effect op fijne stoffen, bijv. decoratieve
steek nr. 101
̶ decoratieve steken, die met drievoudige rechte steken of een paar
satijnsteken zijn geprogrammeerd, zijn vooral geschikt voor middelzware
materialen, bijv. decoratieve steek nr. 107
̶ decoratieve steken, die met satijnsteken zijn geprogrammeerd, komen
bijzonder goed tot hun recht op zware materialen, bijv. decoratieve steek
nr. 401
Toepassing
93
Decoratieve steken
Decoratieve steken
Toepassingen
Terugtransportvoet nr. 1C/1D of
Open borduurvoet nr. 20C/20D (speciaal accessoire)
Kruissteek
̶ naaiwerk met kruissteken is een traditionele techniek en een uitbreiding op
de overige decoratieve steken
̶ als de kruissteken op een stof van linnen textuur worden genaaid, krijgen
ze een «handgemaakt» effect
Toepassing
̶ voor woonaccessoires
̶ als sierrand aan kledingstukken
̶ algemene versieringen
Naaien
Naai en combineer de kruissteken van categorie 300 net als alle andere
decoratieve steken.
Sierranden naaien
kies een kruissteek
naai met behulp van de randgeleider of kantliniaal (speciaal accessoire) de
eerste rij steken
De eerste rij is maatgevend voor de volgende rijen; het is daarom belangrijk,
dat de eerste rij in een rechte lijn wordt genaaid.
kies een nieuwe steek
naai de tweede rij op de breedte van de naaivoet of met behulp van de
randgeleider naast de eerste rij
naai de volgende rijen steken op dezelfde manier
Kruissteek
Kruissteken met borduurgaren
De steken lijken voller.
94
Decoratieve steken
Biezenvoeten (speciale accessoires)
̶ nr. 30 (3 gleuven) = 4 mm tweelingnaald: voor zware materialen
̶ nr. 31 (5 gleuven) = 3 mm tweelingnaald: voor zware tot middelzware
materialen
̶ nr. 32 (7 gleuven) = 2 mm tweelingnaald: voor lichte tot middelzware
materialen
̶ nr. 33 (9 gleuven) = 1 of 1,6 mm tweelingnaald: voor zeer lichte materialen
(zonder vuldraad)
Rechte steek nr. 1
̶ met deze techniek wordt de oppervlakte van de stof gereduceerd (reken
genoeg stof voor het project!)
̶ biezen zijn smalle, doorgestikte plooitjes, die worden genaaid voordat het
kledingstuk of project wordt uitgeknipt
̶ als versiering of in combinatie met ander wit-op-wit werk
Vuldraad voor biezen
̶ de biezen kunnen met of zonder vuldraad worden genaaid
̶ met een vuldraad wordt de bies beter geaccentueerd en krijgt meer reliëf
̶ de vuldraad moet goed in de gleuf van de overeenkomstige naaivoet
passen
̶ de vuldraad moet kleurecht zijn en mag niet krimpen
Biezen
Vuldraad inrijgen
verwijder de steekplaat van de naaicomputer (zie blz. 25)
open het spoelhuisdeksel
trek de vuldraad door de grijperopening en van onder door het gat in de
steekplaat
bevestig de steekplaat weer
sluit het spoelhuisdeksel
let erop, dat de vuldraad door de kleine opening in het spoelhuisdeksel
loopt
zet de vuldraad op de kniehevel
controleer of de vuldraad goed glijdt
Biezen naaien
naai de eerste bies, markeer eventueel eerst een lijn
de vuldraad loopt automatisch mee
De vuldraad ligt aan de achterkant en wordt door de onderdraad
vastgehouden/vastgenaaid.
draai het naaiwerk eventueel
laat de eerste bies onder een van de gleuven van de naaivoet lopen
(afhankelijk van de gewenste afstand)
naai de tweede bies
alle andere biezen worden parallel genaaid
Als de draad bij het spoelhuisdeksel slecht glijdt, kan het deksel
tijdens het naaien worden opengelaten.
95
Decoratieve steken
Decoratieve steken
Naaien uit de vrije hand
De onderdraadspoel kan met verschillende garens of bandjes worden gevuld.
Voor borduren uit de vrije hand met structuur. Deze methode lijkt op «normaal»
naaien uit de vrije hand, maar wordt op de achterkant van de stof uitgevoerd.
Verstevig het gedeelte dat genaaid wordt met borduurvlies. Het motief kan op
de achterkant van de stof worden voorgetekend. Het motief kan ook op de
voorkant van de stof worden getekend en de lijnen kunnen daarna met een
rechte steek uit de vrije hand en polyester, katoenen of rayon garen worden
genaaid. De rijen steken zijn aan de achterkant zichtbaar en dienen als
hulplijnen voor het bobbin work.
Bobbin work kan met de BSR-functie worden verricht. Geleid het naaiwerk bij
gelijkblijvende snelheid gelijkmatig onder de naald door, volg de lijnen van het
motief en vul de vormen naar wens. Verwijder het borduurvlies na het naaien.
Maak eerst een proeflapje en controleer het resultaat aan de achterkant. Pas
de onder- of bovenspanning eventueel aan.
Bobbin work
Naaien met decoratieve steken
Niet alle decoratieve steken zijn geschikt voor deze techniek. Goede resultaten
krijgt u vooral met eenvoudige decoratieve steken. Vermijd compacte
steeksoorten en kordonnaden.
De open borduurvoet nr. 20/20D (speciaal accessoire) is ideaal voor deze
techniek.
̶ pas de steeklengte- en steekbreedte-instellingen zodanig aan (vergroten,
verkleinen), dat ook bij het naaien met dik garen mooie resultaten ontstaan.
ATTENTIE!
Voor deze naaitechniek is een speciale spoelhuls (speciaal
accessoire) noodzakelijk. De onderdraadspanning kan worden
gewijzigd.
96
Quiltsteken
Quiltsteken
Overzicht quiltsteken
Er kunnen verschillende steken worden gekozen die speciaal
voor quilten, patchwork of appliqueren worden gebruikt.
druk op de toets «decoratieve steken»
op het beeldscherm verschijnt een overzicht van de
categorieën
Cat. 1300 = quiltsteken
kies de gewenste steek
Veersteek
Veersteek - variaties
1333, 1334, 1336
Decoratieve
quiltsteek - variaties
1355-1359
Quilten, afhechtprogramma
Quilten, rechte steek
Doorpitsteek
Stippling-steek/
Meandersteek
Festonsteek
Tweevoudige festonsteek
Blindzoom (smal) Festonsteek (duaal)
Quiltsteek/Doorpitsteek -
variaties
1346-1348
Kordonnaad
Tweevoudige festonsteek
(duaal)
97
Quiltsteken
Terugtransportvoet nr. 1C
Doorpitsteken nr. 1328, 1346, 1347, 1348
Voor alle materialen en projecten die er «met de hand gemaakt» moeten
uitzien.
Garen
̶ bovengaren = monofilgaren
̶ ondergaren = borduurgaren
Proeflapje
de onderdraad wordt door de hoge bovendraadspanning omhooggetrokken
̶ een steek is zichtbaar (onderdraad)
̶ een steek is onzichtbaar (monofil) = handgemaakt effect
Bovendraadspanning
Verhoog de bovendraadspanning afhankelijk van het materiaal naar 6-9.
Balans
Pas de steek indien noodzakelijk middels de balansfunctie aan.
Perfecte hoeken
̶ druk op de «naaldstop»-toets, naald onder, druk op de
«motiefeinde/motiefherhaling»-toets, draai het naaiwerk
̶ let er bij het draaien op dat het naaiwerk nergens trekt
Monofilgaren breekt
̶ verminder de naaisnelheid
̶ verminder de bovendraadspanning
Toepassingen
Doorpitsteek
1346/1350
2.4
6
98
Quiltsteken
Quiltsteken
Quilten uit de vrije hand
Stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire)
Rechte steek nr. 1
Quilten uit de vrije hand
Voor alle quiltwerkzaamheden die uit de vrije hand worden geleid.
Voorbereiding
speld de bovenkant van de quilt, het volumevlies en de onderkant van de
quilt goed op elkaar, rijg de lagen evt. vast
gebruik de aanschuiftafel
gebruik de kniehevel
zet de transporteur omlaag
Quilten uit de vrije hand en stoppen
Beide technieken zijn op hetzelfde vrije bewegingsprincipe
gebaseerd.
De steek is niet mooi
̶ als het garen aan de bovenkant lussen vormt, moet het naaiwerk
langzamer worden bewogen
̶ als er aan de onderkant knoopjes ontstaan, moet het naaiwerk
sneller worden bewogen
Monofilgaren breekt
Verminder de naaisnelheid en/of verlaag de bovendraadspanning.
Draad breekt
Het naaiwerk moet regelmatiger worden geleid.
Naaiwerk vasthouden
houd het naaiwerk met beide handen dicht bij de naaivoet vast
Motief quilten
quilt vanuit het midden naar buiten
beweeg het naaiwerk met lichte, ronde bewegingen naar alle kanten, tot
het gewenste motief ontstaat
Meanderquilten
̶ bij deze techniek worden grote oppervlakten met quiltsteken gevuld
̶ de afzonderlijke quiltlijnen verlopen kronkelend en kruisen elkaar nooit
Quilthandschoenen met rubber noppen vergemakkelijken het
geleiden van het naaiwerk.
99
BSR
BSR
BSR (BERNINA SteekRegulator) (speciaal accessoire)
Quilten met BSR
BSR-functie
De BSR-naaivoet reageert op de beweging van de stof onder de naaivoet en
stuurt zo de snelheid van de naaicomputer tot de maximaal mogelijke snelheid.
Hierbij geldt: hoe sneller de stof wordt bewogen, des te hoger is de snelheid
van de naaicomputer.
Als de stof te snel wordt bewogen, is een signaal hoorbaar, mits deze functie
van tevoren werd geactiveerd (zie blz. 102).
BSR-functie met rechte steek nr. 1
Met deze functie kunt u, in combinatie met de BSR-voet, uit de vrije hand
quilten (naaien) met een rechte steek en een voorgekozen steeklengte tot
4 mm.
De ingestelde steeklengte zal, onafhankelijk van de beweging van de stof,
binnen een bepaalde snelheid, gelijkblijven.
BSR-functie met zigzagsteek nr. 2
De zigzagsteek wordt bijv. voor garenschilderen gebruikt. De ingestelde
steeklengte is tijdens het naaien met de zigzagsteek weliswaar niet
gelijkblijvend, de BSR-functie vereenvoudigt echter de toepassing.
Er zijn:
Twee verschillende BSR-modi
̶ de BSR 1-modus is standaard geactiveerd
̶ de naaicomputer naait permanent met een laag toerental, zodra het pedaal
of de «start/stop»-toets wordt gedrukt
̶ de beweging van het naaiwerk bepaalt de naaisnelheid
̶ door de voortdurende beweging van de naald is het afhechten op dezelfde
plaats tijdens het quilten mogelijk, zonder dat een extra toets moet worden
ingedrukt
̶ de BSR 2-modus wordt ingeschakeld door het «BSR 2»-veld op het
«BSR»-beeldscherm te kiezen
̶ de naaicomputer start alleen als op het pedaal of op de «start/stop»-toets
wordt gedrukt en het naaiwerk gelijktijdig wordt bewogen
̶ de beweging van het naaiwerk bepaalt de naaisnelheid
̶ voor het afhechten moet op de «afhechtfunctie»-toets worden gedrukt
̶ door het «BSR 1»-veld op het «BSR»-beeldscherm te kiezen, wordt naar
modus 1 omgeschakeld
ATTENTIE!
Zolang het lampje aan de BSR-naaivoet rood brandt, mogen er
geen werkzaamheden zoals inrijgen, naald vervangen, e.d.
worden uitgevoerd; de naald beweegt namelijk ook als de stof
onopzettelijk wordt verschoven. Als de stof niet wordt
getransporteerd, schakelt de BSR-modus na ong. 7 sec. uit, het
rode lampje gaat uit (modus 1).
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
Door het activeren van de BSR-functie naait de naaicomputer of
permanent met een klein toerental (modus 1, standaard) of
zodra de stof wordt bewogen (modus 2).
100
BSR
Om een gelijkmatig naaibegin (1e steek) te krijgen, moet het pedaal
worden ingedrukt en gelijktijdig de stof worden bewogen. Dit geldt
ook voor het naaien van spitse vormen en hoeken of stikken in een
ronde vorm.
Als de BSR-functie uitgeschakeld en daarna weer ingeschakeld
wordt, zonder dat de naaicomputer in de tussentijd werd uitgezet, is
de BSR-modus geactiveerd, die het laatst werd gekozen.
Bij het overschrijden van een bepaalde snelheid kan niet worden
gegarandeerd, dat de steeklengte gelijkblijvend is.
Let erop, dat de lens aan de onderkant van de BSR-voet goed
gereinigd is (geen vingerafdrukken, etc.). Maak de lens en het
omhulsel regelmatig met een zachte vochtige doek schoon.
Voorbereiding
zet de transporteur omlaag
verminder de naaivoetdruk, afhankelijk van het soort en de dikte van het
materiaal
gebruik de aanschuiftafel
gebruik de kniehevel
bevestig de BSR-naaivoet aan de naaicomputer
steek de stekker van de kabel in het hiervoor bestemde stopcontact 1
het «BSR»-beeldscherm verschijnt automatisch
de BSR 1-modus is geactiveerd
stel de gewenste steeklengte in
̶ de standaardsteeklengte is 2 mm
̶ bij kleine motieven en stippling is het raadzaam om de steeklengte naar
1-1,5 mm te verminderen
Naaivoetzool verwijderen
druk de beide knopjes naar elkaar toe
trek de zool naar beneden uit de geleider
Naaivoetzool bevestigen
schuif de gewenste naaivoetzool in de geleider naar boven tot hij vastzit
1
101
BSR
Functies in de BSR-modus
Naaldstop onder (standaard)
op het «BSR»-beeldscherm wijst de pijl naar beneden
de naaicomputer stopt met de naald onder zodra het pedaal wordt
losgelaten of op de «start-/stop»-toets wordt gedrukt
Naaldstop boven
druk op het «naaldstop»-veld op het beeldscherm
de pijl wijst naar boven
de naaicomputer stopt met de naald omhoog zodra het pedaal wordt
losgelaten of op de «start-/stop»-toets wordt gedrukt
Naald omhoog-/omlaagzetten
druk op de «naaldstop»-toets
de naald wordt omhoog- of omlaaggezet
Afhechten met de «start/stop»-toets (alleen modus 1)
leg het naaiwerk onder de naaivoet
zet de naaivoet omlaag
druk twee keer op de «naaldstop»-toets
de onderdraad wordt omhooggehaald
houd de boven- en onderdraad vast
druk op de «start/stop»-toets
de BSR-modus wordt gestart
naai 5-6 afhechtsteken
druk op de «start/stop»-toets
de BSR-modus wordt gestopt
snij de draden af
druk op de «start/stop»-toets
de BSR-modus wordt gestart
ga door met quilten
Afhechtfunctie (alleen modus 2)
druk op de «afhechtfunctie»-toets
druk op het pedaal of op de «start/stop»-toets
Door het bewegen van de stof worden enkele korte steken genaaid, dan is de
ingestelde steeklengte geactiveerd en de afhechtfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld.
Quilten uit de vrije hand (alleen modus 2)
de BSR-modus blijft geactiveerd
door de stof te bewegen kan worden gequilt
door tijdens het quilten op de afhechtfunctie te drukken, worden enkele
korte steken genaaid en de
naaicomputer stopt
de BSR-modus is uitgeschakeld
Quilten uit de vrije hand met uitgeschakelde BSR-modus
druk op het «BSR»-veld
de BSR-modus is uitgeschakeld
Nu is normaal quilten uit de vrije hand, zonder automatisch gelijkblijvende
steeklengtes, met de BSR-voet mogelijk.
102
BSR
BSR
Akoestisch signaal (beeper) in-/uitschakelen
druk op de «setup»-toets
druk op het «audio-instellings»-veld
Signaalkeuze voor BSR in het setup-programma
het signaal is standaard ingeschakeld (actief)
druk op het veld 1 met de luidspreker voor BSR
de luidspreker wordt rood
het akoestische signaal is uitgeschakeld
De luidspreker is grijs als het akoestische signaal is ingeschakeld.
Signaalkeuze voor BSR op het «BSR»-beeldscherm
druk op het veld met de luidspreker
de luidspreker wordt rood
het akoestische signaal is uitgeschakeld
Het veld met de luidspreker is grijs en geel omlijnd als het akoestische signaal
is ingeschakeld.
Het «signaalkeuze»-veld 2 is alleen zichtbaar, als de signalen in het
setup-programma algemeen zijn ingeschakeld.
1
2
103
BSR
BSR
Voorbeeld:
̶ BSR met zigzagsteek nr. 2
̶ de zigzagsteek wordt bijv. voor «garenschilderen» gebruikt
̶ oppervlaktes kunnen worden opgevuld en hierdoor kunnen speciale
vormen of afbeeldingen worden gecreëerd
BSR-functie uitschakelen
trek de stekker van de BSR-naaivoetkabel uit de naaicomputer
verwijder de BSR-naaivoet
Naaiwerk vasthouden
houd het naaiwerk met beide handen dicht bij de naaivoet vast
̶ bij een abrupte beweging (opeens langzaam of snel) kunnen te korte of te
lange steken ontstaan
̶ geleid de stof gelijkmatig (geen plotselinge bewegingen) zodat een mooi en
regelmatig resultaat ontstaat
̶ draai het naaiwerk niet tijdens het naaien
BSR-functie starten
1e mogelijkheid:
BSR-functie met behulp van het pedaal.
sluit het pedaal aan
druk op het pedaal
de naaivoet wordt omlaaggezet
druk nogmaals op het pedaal
de BSR-modus wordt gestart
aan de naaivoet brandt een rood lampje
het pedaal moet tijdens het naaien ingedrukt blijven
̶ de snelheid van de naaicomputer wordt door de beweging van de stof
bepaald
laat het pedaal los
de BSR-modus wordt gestopt
2e mogelijkheid:
BSR-functie met behulp van de «start/stop»-toets.
druk op de «start/stop»-toets
de naaivoet wordt omlaaggezet
druk nogmaals op de «start-/stop»-toets
de BSR-modus wordt gestart
aan de naaivoet brandt een rood lampje
̶ de snelheid van de naaicomputer wordt door de beweging van de stof
bepaald
druk opnieuw op de «start/stop»-toets
de BSR-modus wordt gestopt
BSR-functie uitschakelen bij gebruik van de «start/stop»-toets
Modus 1
Als het naaiwerk gedurende 7 seconden niet wordt bewogen, wordt de BSR-
modus gedeactiveerd en het rode lampje van de naaivoet gaat uit.
Modus 2
Als het quiltproces wordt beëindigd doordat de stof niet meer wordt bewogen,
wordt, afhankelijk van de naaldstand een extra steek genaaid. De
naaicomputer stopt dan altijd met de naald omhoog, ook als de pijl op het
«BSR»-beeldscherm naar beneden wijst.
Quilthandschoenen met rubber noppen vergemakkelijken het
geleiden van het naaiwerk.
104
BERNINA dubbeltransport
BERNINA dubbeltransport
ATTENTIE!
Gebruik alleen naaivoeten die aan de achterkant in het midden
de uitsparing hebben en met «D» gekenmerkt zijn.
Als de verkeerde naaivoet is bevestigd, kan de naaicomputer
bij ingeschakeld dubbeltransport niet worden gestart. Er
verschijnt een foutmelding.
BERNINA dubbeltransport inschakelen
zet de naaivoet omhoog
trek de bovenste transporteur naar beneden tot deze vastzit
Andere naaivoeten die met «D» zijn gekenmerkt, zijn in de
bijgevoegde accessoirecatalogus afgebeeld.
Met het BERNINA dubbeltransport wordt de stof gelijktijdig van boven en onder
getransporteerd. Strepen en ruiten kunnen door een gelijkmatig transport
perfect op elkaar worden afgestemd.
Naaivoetassortiment
̶ terugtransportvoet nr. 1D
̶ ritsvoet nr. 4D
BERNINA dubbeltransport uitschakelen
zet de naaivoet omhoog
houd de houder van de bovenste transporteur met twee vingers vast en
trek hem naar beneden
schuif hem daarna van u weg en laat hem langzaam naar boven glijden
105
BERNINA dubbeltransport
Moeilijk te verwerken stoffen:
̶ fluweel, gewoonlijk met de vleug mee
̶ badstof
̶ jersey, vooral dwars t.o.v. de draadrichting
̶ kunstbont of gecoate kunstbont
̶ fleece
̶ gewatteerde stoffen
̶ gestreepte en geruite stoffen
̶ gordijnstoffen met een herhalend motief
Stroeve stoffen:
̶ kunstleer, gecoate stoffen (dubbeltransportvoet met glijzool)
Toepassingen
Naaien:
̶ alle toepassingen bij moeilijke stoffen, zoals zomen, ritsen inzetten
Patchwork:
̶ exacte stroken en blokken
̶ decoratieve steken tot 9 mm steekbreedte
Applicaties:
̶ open borduurvoet nr. 20D (speciaal accessoire)
̶ vastnaaien van bandjes en afwerken met biaisband
Stoffen
Naaivoetdruk
De naaivoetdruk moet afhankelijk van de stof worden aangepast.
Hoe dikker de stof, des te lager de naaivoetdruk.
106
Alfabetten
Alfabetten
Alfabetten
Overzicht alfabetten
Blokschrift, contourschrift en cursief schrift, maar ook quilttekst en
cyrillische schrift kunnen in twee verschillende groottes worden
genaaid.
Blokschrift, contourschrift en cursief schrift, alsmede quilttekst en
cyrillische schrift kunnen ook in kleine letters worden genaaid.
Cijfers en speciale tekens vindt u aan het einde van de
hoofdletters.
Schrifttekens
met de pijlvelden kunnen alle hoofdletters, cijfers, leestekens en speciale
tekens worden opgeroepen
druk op de «alfabet»-toets
op het beeldscherm verschijnt een overzicht met de
alfabetsoorten
1 Blokschrift
2 Contourschrift
3 Cursief schrift (Italic)
4 Cyrillisch
5 Hiragana
kies het gewenste alfabet
Perfecte steek
gebruik voor de boven- en onderdraad dezelfde kleur
verstevig het naaiwerk aan de achterkant met borduurvlies
leg bij hoogpolige, pluizige stoffen en stoffen met een vleug (bijv. wol,
fluweel, enz.) ook wateroplosbaar vlies op de goede kant van de stof
voor lichte stoffen zijn eenvoudige lettertypen, die met rechte steken zijn
geprogrammeerd (bijv. contourschrift) zeer geschikt
1 2
3 4
5
107
Alfabetten
druk op het «combinatiemodus»-veld
druk op het veld met de gewenste letter
de letter verschijnt in het steekweergaveveld
de cursor staat onder de letter
Volgende steek kiezen
druk op het overeenkomstige veld
de volgende letter verschijnt in het steekweergaveveld, enz.
Combinatie corrigeren
Schrifttekens invoegen
Een letter wordt altijd boven de cursor ingevoegd.
Aan het begin van een motiefcombinatie een letter extra invoegen:
schuif de cursor met de pijlvelden naar boven
Gewenste plaats activeren:
kies de overeenkomstige letter in het steekweergaveveld of scrol
kies een nieuwe letter
de letter wordt boven de cursor ingevoegd
Schrifttekens wissen
Een letter wordt altijd boven de cursor gewist.
Gewenste plaats activeren:
kies de overeenkomstige letter in het steekweergaveveld of scrol
druk op het veld «wissen»
de letter is gewist
Combinatie opslaan en wissen zie blz. 113, 117.
Afzonderlijke letters of rijen met dezelfde letters worden in de enkelmodus
genaaid.
Namen, adressen, woorden, enz. worden in de combinatiemodus
samengesteld en genaaid.
Schrifttekens combineren
108
Alfabetten
Alfabet in verbinding met functies
Kleine letters kiezen
druk op het veld «hoofdletters/kleine letters»
de kleine «a» wordt zwart geaccentueerd en wisselt naar de
linkerbovenhoek van het veld
de kleine letters zijn geactiveerd
druk opnieuw op het veld «hoofdletters/kleine letters»
de hoofdletter «A» is zwart en wisselt naar de linkerbovenhoek van het veld
de hoofdletters zijn weer geactiveerd
Lettergrootte veranderen
druk op het «i»-veld
druk op het «lettergrootte»-veld
het veld met het cijfer 2 wordt blauw
de lettergrootte wordt op ong. 6 mm gereduceerd
druk opnieuw op het «lettergrootte»-veld
het grote lettertype is weer geactiveerd (cijfer 1 is blauw)
109
Persoonlijk programma
In het persoonlijke programma kunnen de meest gebruikte steken worden
samengesteld. Zowel steekmotieven als ook de wijzigingen hiervan worden op
het persoonlijke beeldscherm opgeslagen.
Persoonlijk programma
Persoonlijk beeldscherm inrichten
Eerste steek programmeren/opslaan
kies bijv. de zigzagsteek op het beeldscherm «nuttige steken»
maak de wijzigingen
druk op de «persoonlijke programma»-toets 1
druk op het veld «opslaan» 2
Steken voorbereiden
De volgende wijzigingen kunnen worden opgeslagen:
̶ steekbreedte
̶ steeklengte
̶ naaldstand
̶ draadspanning
̶ spiegelbeeld
̶ motiefverlenging
̶ balans
̶ motiefherhaling 1–9x
Als het geheugen reeds met steken is gevuld, kunnen geen nieuwe
steken in het persoonlijke programma worden opgeslagen. Er
verschijnt dan een melding. Er moeten nu eerst gegevens uit het
geheugen worden gewist, zodat vrije geheugencapaciteit ontstaat.
1
2
110
Persoonlijk programma
Volgende steek programmeren/opslaan
druk op de «knoopsgat»-toets
kies het standaardknoopsgat nr. 51
sla de steek zoals hierboven beschreven op
sla andere steken op dezelfde wijze op
Steekkeuze in het persoonlijke programma
druk op de «persoonlijke programma»-toets
druk op het veld «openen» 4
druk op het veld «opslaan» 3
de gewijzigde zigagsteek is opgeslagen
het beeldscherm wordt gesloten
Persoonlijk beeldscherm
de geprogrammeerde steken zijn met afbeeldingen en weergave van
steekbreedte en steeklengte zichtbaar
andere steken verschijnen met behulp van de pijlvelden
4
3
111
Persoonlijk programma
Steken veranderen/vervangen
Steek kiezen
druk op de «persoonlijke programma»-toets 1
kies de zigzagsteek
maak de wijzigingen
de steekbreedte en steeklengte worden gewijzigd (gele cijfers)
druk op de «persoonlijke programma»-toets
druk op het veld «opslaan»
kies de zigzagsteek 2
bevestig met
de wijzigingen zijn opgeslagen
1
2
1
112
Persoonlijk programma
Steken wissen
Steek kiezen
druk op de «persoonlijke programma»-toets
druk op het veld «wissen» 1
kies de steek die moet worden gewist
bevestig met
de steek is gewist
de overige steken worden één plaats opgeschoven
1
113
Combinatiemodus
Combinatiemodus
Combinatiemodus
Steekcombinatie maken
Programmeren en opslaan
druk op de toets «decoratieve steken»
kies een categorie
druk op het «combinatiemodus»-veld
kies de gewenste steek direct of d.m.v. het invoeren van cijfers
verander eventueel de steeklengte, steekbreedte, naaldstand, enz.
kies andere steken
druk op het «geheugen»-veld 1
druk op het veld «opslaan» 2
druk op het veld «opslaan» 3
de combinatie is opgeslagen
het beeldscherm wordt gesloten
In het geheugen Naaien kunnen steken, letters en cijfers worden samengesteld
en opgeslagen.
In elke geheugenbank kunnen combinaties met max. 70 steken worden
opgeslagen, zolang vrije capaciteit voorhanden is.
Het geheugen is een blijvend geheugen, d.w.z. dat het zo lang behouden blijft,
tot het bewust wordt gewist. Een stroomonderbreking of het uitschakelen van
de naaicomputer heeft geen invloed op het opgeslagen programma.
2
3
1
114
Combinatiemodus
Steekweergaveveld wissen
Steek na steek wissen
druk op het veld «wissen»
de steek boven de cursor wordt gewist
druk zo vaak op het veld «wissen» tot het steekweergaveveld leeg is
Combinatie wissen
druk op het «i»-veld
druk op het veld «complete combinatie bewerken»
druk op het veld «wissen»
bevestig met
het steekweergaveveld is leeg
druk op het «terug»-veld
er kan een nieuwe motiefcombinatie worden geprogrammeerd
druk op de «geheugen»-toets
druk op het veld «openen» 1
het overzicht van de opgeslagen combinaties verschijnt
druk op de gewenste geheugenbank
de opgeslagen combinatie verschijnt in het steekweergaveveld
Opgeslagen combinatie openen
1
115
Combinatiemodus
Combinatiemodus
Steekcombinatie corrigeren
Steek invoegen
kies de gewenste plaats in het combinatieveld
kies een nieuwe steek
de nieuwe steek wordt onder de geaccentueerde steek ingevoegd
Om een steek aan het begin van een combinatie in te voegen, moet de cursor
boven de eerste steek staan.
Steek veranderen
kies de gewenste steek in het combinatieveld
druk op het «i»-veld
kies de gewenste functie, bijv. spiegelbeeld links/rechts
de steek wordt horizontaal gespiegeld
druk op het «terug»-veld
Alle wijzigingen vinden altijd boven de cursor plaats.
Steekcombinaties, die reeds zijn opgeslagen, kunnen op dezelfde
manier veranderd of gecorrigeerd worden. Indien correcties en
veranderingen permanent behouden moeten blijven, moet de
combinatie daarna opnieuw worden opgeslagen.
116
Combinatiemodus
Complete combinatie spiegelen
druk op het «i»-veld
druk op het veld «complete combinatie bewerken»
druk op het veld «spiegelbeeld»
de complete combinatie wordt gespiegeld
druk twee keer op het «terug»-veld
Combinatie onderverdelen
druk op het «i»-veld
druk op het veld «combinatie bij cursorpositie bewerken»
druk op het veld «combinatie onderverdelen»
een combinatie kan met de functie «combinatie-onderverdeling» in
verschillende segmenten worden verdeeld
alleen het segment waarin de cursor staat wordt genaaid
om het volgende segment te kunnen naaien, moet de cursor in dit gedeelte
worden gezet
Combinatie onderbreken
druk op het «i»-veld
druk op het veld «combinatie bij cursorpositie bewerken»
druk op het veld «combinatie onderbreken»
een combinatie kan met de functie «combinatie-onderbreking» op
verschillende plaatsen worden onderbroken
naai het eerste deel
de naaicomputer stopt automatisch bij het bereiken van de
geprogrammeerde functie
leg de stof opnieuw onder de naaivoet
naai het volgende deel, enz.
117
Combinatiemodus
Combinatiemodus
Steekcombinatie
Vervangen
programmeer een nieuwe steekcombinatie
druk op de «geheugen»-toets
druk op het veld «opslaan»
kies de geheugenbank die moet worden vervangen (bijv. 3)
bevestig met
Met wordt het vervangingsproces afgebroken.
Wissen
druk op de «geheugen»-toets
druk op het veld «wissen»
kies de geheugenbank die moet worden gewist (bijv. 5)
bevestig met
Met wordt het wisproces afgebroken.
118
Onderhoud
Onderhoud
Beeldscherm en naaicomputer reinigen
Met een zachte, iets vochtige doek.
Rond de transporteur
Verwijder draadresten onder de steekplaat en rond de grijper regelmatig.
zet de hoofdschakelaar op «0»
trek de netstekker van de naaicomputer uit het stopcontact
verwijder de naaivoet en de naald
open het spoelhuisdeksel
druk de steekplaat rechtsachter naar beneden tot deze kantelt
neem de steekplaat weg
reinig met het kwastje
bevestig de steekplaat weer
ATTENTIE!
Trek voor het reinigen of oliën altijd de netstekker uit het
stopcontact.
Gebruik voor het schoonmaken nooit alcohol, benzine,
verdunmiddel of bijtende vloeistoffen!
grijperbaan met het kwastje reinigen; gebruik geen spitse voorwerpen
houd de grijper met twee vingers aan de stift in het midden vast
zet de grijper eerst met de onderkant schuin van boven naar beneden
achter het grijperbaandeksel
plaats de grijper zó, dat de beide nokken bij de grijperdrijver in de
overeenkomstige openingen van de grijper passen en de kleurige
markering op de grijperdrijver door het gat in de grijper zichtbaar is.
zet de grijper in
de grijper is magnetisch en wordt in de juiste positie getrokken
sluit het grijperbaandeksel en de sluitbeugel, de ontgrendelingshendel moet
weer vastzitten
draai ter controle aan het handwiel
zet de spoelhuls in
Grijper reinigen
zet de hoofdschakelaar op «0»
trek de netstekker van de naaicomputer uit het stopcontact
verwijder de spoelhuls
duw de ontgrendelingshendel naar links
kantel de sluitbeugel met het zwarte grijperbaandeksel naar beneden
verwijder de grijper
119
Onderhoud
Onderhoud
Oliën
zet de hoofdschakelaar op «0»
trek de netstekker van de naaicomputer uit het stopcontact
verwijder de steekplaat
vul het oliereservoir met BERNINA olie
bevestig de steekplaat
verwijder de spoelhuls
druk de ontgrendelingshendel naar links
duw de sluitbeugel met het zwarte grijperbaandeksel naar beneden
verwijder de grijper
vul het reservoir met BERNINA olie tot het viltje vochtig is
bevestig de grijper
sluit het grijperbaandeksel en de sluitbeugel, de ontgrendelingshendel moet
vastzitten
draai ter controle aan het handwiel
bevestig de spoelhuls
sluit het spoelhuisdeksel
ATTENTIE!
Voor een optimale naaikwaliteit mag er GEEN olie op het
grijperhulsvlak (rood gemarkeerd) voorhanden zijn!
Reinig eventueel met een doekje.
120
Storingen opheffen
Storingen opheffen
Met behulp van de onderstaande informatie kunt u eventuele storingen van de naaicomputer zelf oplossen.
Controleer of:
de boven- en onderdraad goed ingeregen zijn
de naald goed is ingezet
de naalddikte juist is, zie naald-/garentabel blz. 16
de naaldpunt en de schacht onbeschadigd zijn
de naaicomputer schoon is (draadresten verwijderd)
de grijperbaan gereinigd is
tussen de draadspanningsschijven en onder de veer van de spoelhuls geen draadresten vastzitten
Onregelmatige
steken
̶ bovendraad te strak/te los
̶ naald bot of krom
̶ naald van slechte kwaliteit
̶ garen van slechte kwaliteit
̶ verkeerde verhouding naald/garen
̶ verkeerd ingeregen
bovendraadspanning verlagen/verhogen
nieuwe kwaliteitsnaald van BERNINA gebruiken
nieuwe kwaliteitsnaald van BERNINA gebruiken
kwaliteitsgaren gebruiken (Isacord, Mettler, Gütermann, enz.)
naald aan de garendikte aanpassen
boven- en onderdraad controleren
Steken overslaan ̶ verkeerd naaldsysteem
̶ naald krom of bot
̶ naald van slechte kwaliteit
̶ naald verkeerd ingezet
̶ verkeerde naaldpunt
gebruik naaldsysteem 130/705H
nieuwe kwaliteitsnaald van BERNINA gebruiken
nieuwe kwaliteitsnaald van BERNINA gebruiken
naald bij het inzetten helemaal naar boven duwen
naaldpunt aan de textielstructuur van het naaiwerk
aanpassen
Garen bij draad-
hevel vastge-
klemd
̶ bovendraad breekt Als bij draadbreuk van de bovendraad de draad bij de draadhevel
is vastgeklemd, dient u als volgt te werk te gaan:
zet de hoofdschakelaar op «0»
verwijder schroef 1 op de bovenkap met behulp van de Torx
schroevendraaier
draai de bovenkap iets naar links, schuif hem naar boven en
neem hem weg
verwijder draadresten
bevestig de bovenkap en draai de schroef vast
Steekfouten
Bovendraad
breekt
Onderdraad
breekt
Naald breekt
̶ draadresten tussen de
draadspanningsschijven
̶ verkeerd ingeregen
̶ draadresten onder de spoelhulsveer
̶ verkeerde verhouding naald/garen
̶ bovendraadspanning te strak
̶ niet juist ingeregen
̶ garen van slechte kwaliteit of oud
garen
̶ steekgat of grijperpunt beschadigd
̶ onderdraadspanning te hoog
̶ steekgat in de steekplaat beschadigd
̶ naald bot of krom
̶ naald verkeerd ingezet
̶ er werd aan het naaiwerk getrokken
̶ bij dik materiaal werd het naaiwerk
geduwd
̶ garen van slechte kwaliteit met
knoopjes
dun, dubbelgevouwen lapje (stofvouw gebruiken) tussen de
draadspanningsschijven trekken en door het heen en weer
bewegen de linker- en rechterkant van de draadspanning
schoonmaken
boven- en onderdraad controleren
draadresten onder de veer zorgvuldig verwijderen
naald aan de garendikte aanpassen
bovendraadspanning verlagen
bovendraad controleren
kwaliteitsgaren gebruiken (Isacord, Mettler, Gütermann, enz.)
naaicomputer naar een BERNINA dealer brengen
bovendraadspanning verhogen
naaicomputer naar een BERNINA dealer brengen
gebruik een nieuwe naald
naaldhouderschroef goed aandraaien
tijdens het naaien niet aan het naaiwerk trekken
de juiste naaivoet bij dik materiaal gebruiken (bijv. jeansvoet
nr. 8), bij dikke naden nivelleerplaatjes gebruiken
kwaliteitsgaren gebruiken (Isacord, Mettler, Gütermann, enz.)
na naaldbreuk altijd de grijper verwijderen en controleren of
er aan de magnetische achterkant van de grijper nog
naaldresten zitten
Storing Oorzaak Oplossing
1
121
Storingen opheffen
Storing Oorzaak Oplossing
Naaicomputer
Naaicomputer
Bovendraadcontrole
reageert niet
Update-fout
̶ loopt niet of langzaam
̶ hoofdschakelaar op «0»
̶ gegevens wissen of vervangen
̶ steeknummer onbekend
̶ steekkeuze in de combinatiemodus
niet mogelijk
̶ niet in het setup-programma
geactiveerd
̶ USB-stick werd niet herkend
̶ update-proces is geblokkeerd
(zandloper blijft staan)
̶ update-gegevens worden niet herkend
instelling in het setup-programma controleren
snelheid veranderen
naaicomputer 1 uur voor naaibegin in een warme ruimte
zetten
hoofdschakelaar op «I» zetten
naaicomputer naar een BERNINA dealer brengen
bevestig met of breek met af
controleer de ingevoerde gegevens en tik het nummer
opnieuw in
andere keus maken
in het setup-programma activeren
gebruik de BERNINA USB-stick
verwijder de stick en schakel de naaicomputer uit en weer in.
Ga door met de update overeenkomstig de melding
update-gegevens niet in een map opslaan
update-gegevens ontzippen
Algemene Verklaring Oplossing
meldingen
Steekbreedte niet
verstelbaar
̶ instelling in het veiligheidsprogramma
geactiveerd
instelling deactiveren
Beeldscherm
reageert niet
̶ verkeerde kalibratiegegevens
̶ eco-functie ingeschakeld
beeldscherm in het setup-programma opnieuw kalibreren
eco-functie uitschakelen
̶ transporteur omlaagzetten
druk op de «transporteur»-knop. De transporteur wordt
omlaaggezet
̶ verkeerde naald voor de gekozen
steekplaat
̶ de naald staat niet in de hoogste stand
controleer de instellingen in het veiligheidsprogramma
draai aan het handwiel
122
Storingen opheffen
Algemene Verklaring Oplossing
meldingen
̶ te weinig vrije geheugencapaciteit op
de USB-stick
̶ geen persoonlijke gegevens om te
herstellen op de USB-stick voorhanden
̶ de persoonlijke gegevens werden
tijdens het update-proces niet op de
USB-stick opgeslagen
̶ BERNINA USB-stick niet aangesloten
̶ nieuwe softwareversie niet op de
USB-stick voorhanden
wis gegevens van de USB-stick
controleer of de juiste USB-stick is aangesloten en start de
naaicomputer opnieuw
de software werd correct geactualiseerd, de persoonlijke
gegevens konden echter niet worden hersteld
sluit de BERNINA USB-stick aan en verwijder deze niet
tijdens het update-proces
sla de nieuwe softwareversie op de BERNINA USB-stick op
en start de update opnieuw
̶ update succesvol
de naaicomputer is met de nieuwste softwareversie uitgerust
̶ de naaicomputer moet gereinigd/
geolied worden
als deze melding verschijnt, moet de naaicomputer worden
gereinigd/geolied. Dit garandeert het feilloos functioneren en
de lange levensduur van de naaicomputer
̶ de hoofdmotor loopt niet
controleer het grijpersysteem. Verwijder eventuele
draadresten bij de grijper/spoelhuls
verwijder de grijper en controleer de magnetische achterkant
van de grijper of hier nog resten van een afgebroken naald
zitten
̶ bovendraad is op
zet een nieuwe garenklos op en rijg de naaicomputer in
123
Storingen opheffen
̶ het is tijd voor de regelmatige
onderhoudsbeurt. Neem met uw
BERNINA dealer contact op in verband
met een afspraak
de naaicomputer moet voor een onderhoudsbeurt naar uw
BERNINA dealer worden gebracht. De melding verschijnt
nadat de geprogrammeerde service-interval is bereikt.
De melding kan door een druk op het «ESC»-veld tijdelijk
worden uitgeschakeld, verschijnt echter weer zodra de
naaicomputer opnieuw wordt gestart. Nadat de melding voor
de derde keer met «ESC» werd gewist, verschijnt de melding
pas weer nadat een nieuwe service-interval is bereikt. Als u
uw naaicomputer regelmatig schoonmaakt en door uw
BERNINA dealer laat nakijken, kunt u ervan verzekerd zijn,
dat uw naaicomputer feilloos functioneert en een lange
levensduur zal hebben. Bij niet-naleving van dit advies is het
mogelijk, dat uw naaicomputer minder lang en niet feilloos
functioneert en de geldende garantieservice beperkt wordt. Er
bestaat geen internationale of nationale standaardregeling
voor de kosten voor service en reparatie; uw BERNINA
dealer geeft u hierover graag informatie
Algemene Verklaring Oplossing
meldingen
124
Steken
Steekoverzicht
Nuttige steken
Knoopsgaten
Decoratieve steken
Natuur
125
Steken
Kruissteken
Satijnsteken
Geometrische steken
126
Steken
Ajoursteken
Kindersteken
Quiltsteken
127
Steken
Alfabetten
Blokschrift
Contourschrift
128
Steken
Cursief schrift
Cyrillisch
129
Steken
Hiragana
130
Index
A
Aanpassen
naaddikte 77
stoflagen 77
Aanschuiftafel
bevestigen/verwijderen 18
Aansluiting
BSR 13, 100
kniehevel 13, 19
netkabel 13, 18
PC-aansluiting 13, 18
pedaal 13, 18
speciale accessoires 13
USB 13, 18
Accessoirebox 11
Accessoires
naaien 9-11
naaivoeten 10
opbergvoorbeeld 11
Achteruitnaaien
permanent 35
Achteruitnaaitoets 30
Afdekking
draadhevel 13, 22
Afhechtprogramma 46, 60, 75
Ajourknoopsgat 78, 86
Alfabetten
alfabetsoorten 106
combinatie corrigeren 107
functies 38-39, 108
hoofdbeeldscherm/menukeuze 32
hoofdletters/kleine letters 108
kiezen 106
lettergrootte veranderen 108
met functies 108
overzicht 106
perfecte steek 106
schrifttekens 106
schrifttekens combineren 107
schrifttekens wissen 107
Audio-instellingen
BSR 49
functie 49
steekmotieven 49
veranderen 49
B
Balans
knoopsgat 82
corrigeren 58
nuttige en decoratieve steken 58
terug naar de basisinstelling 58
verklaring uitdrukkingen 8
Basisinstelling
draadspanning 26
naai-instellingen 44, 46-47
naaivoetdruk 27
Basisinstelling terughalen 26, 47, 53, 58, 64
Beeldscherm
balans 58
BSR 100
combinatiemodus 40-43
decoratieve steken 92
functies 34-43
help-programma 57
hoofdbeeldscherm 32-33
instellingen veranderen 45-53
kalibreren 48
keuze 32-33
kleur kiezen 46
knoopsgaten 36-37, 78
menukeuze 32
naaien 32-33
naaigids 56
nuttige steken 60
overzicht 32-43
quiltsteken 96
setup 44-53
steekmotieven 33
steekweergave 33
tutorial 54-55
Begroetingstekst
invoer/correctie 45
BERNINA dubbeltransport 104-105
Bevestigen
aanschuiftafel 18
BSR naaivoetzool 100
kniehevel 19
naaivoet 24
steekplaat 25
Blijvend geheugen
knoopsgat 87
Bovendraad
controle 49
inrijgen 22
spanning 26, 35, 37, 38, 40, 46
BSR 99-103
afhechten 101
akoestisch signaal 102
beeldscherm 100
functies 101
met rechte steek nr. 1 99
met zigzagsteek nr. 2 99, 103
modi 99
Index
131
Index
Index
naaivoetzool verwijderen/bevestigen 100
naaldstop 101
starten/verlaten 103
voorbereiding 100
Buitenranden doorstikken 73
C
Combinatie 40-43
afhechten 42
afzonderlijk steekmotief wissen 40
combinatieherhaling 43
combinatie-onderbreking 42
combinatie-onderverdeling 42
complete combinatie wissen 43
spiegelbeeld links/rechts 43
Combinatiemodus 113-117
nuttige en decoratieve steken/alfabetten
programmeren 113
opgeslagen combinatie openen 114
steekcombinatie corrigeren 115
steekcombinatie samenstellen 113
steekcombinatie vervangen/wissen 117
steekweergaveveld wissen 114
Controle-instellingen
bovendraadcontrole 49
Corrigeren
nuttige/decoratieve steken 58
D
Dealergegevens 50
Decoratieve steken
biezen 94
bobbin work 95
categorieën 92
kiezen 92
kruissteek 93
overzicht 92
toepassing 92
Details
accessoires 9-11
naaicomputer 12-13
Doorstikken
randen 73
smal/breed 73
Draadafsnijder
aan de bovenkap 13, 24
automatisch 13, 30, 46, 47
bij de garenwinder 13, 20
onderdraad 13, 21
Draadgeleider
achter 13, 22
oog 13, 20
spoelhuls 21
Draadgeleiding achter 13, 20
Draadhevelafdekking 13, 22
Draadspanning
bovendraad 22, 26, 34, 35
terug naar de basisinstelling 26
Draaiknop
steeklengte/-breedte 13, 31
Drielingnaald inrijgen 23
Drievoudige rechte steek 60, 66
Drievoudige zigzagsteek 60, 67
Dubbeltransport 104-105
E
Eco 13, 32, 59
Enkel-/combinatiemodus 33
F
Functies alfabetten 38-39
afhechten 38
balans 39
basisinstelling steekmotief 39
bovendraadspanning 38
lettergrootte 39
motiefherhaling 38
motieflengte veranderen 38
naaivoetdruk 39
naaivoetindicator 39
naaldstand 39
permanent achteruitnaaien 39
spiegelbeeld links/rechts/onder/boven 39
steekmotief opslaan 39
veiligheidsprogramma 39
Functies combinatiemodus 40-43
afhechten 42
balans 41
bovendraadspanning 40
combinatie bij cursorpositie bewerken 40
combinatieherhaling 43
combinatie-onderbreking 42
combinatie-onderverdeling 42
complete combinatie bewerken 41
complete combinatie wissen 43
lettergrootte bij alfabetten 41
motieflengte veranderen 40
naaivoetdruk 41
naaivoetindicator 41
naaldstand 40
permanent achteruitnaaien 41
spiegelbeeld links/rechts complete combinatie 43
spiegelbeeld links/rechts/onder/boven 40, 41
veiligheidsprogramma 41
wissen 40
132
Index
Index
Functies knoopsgat 36-37
afhechten 36
balans 37
bovendraadspanning 37
handmatig knoopsgat 36
knoopsgat-gleufbreedte 37
knoopsgatlengte instellen 36
knoopsgatlengte programmeren 36
naaivoetdruk 37
naaivoetindicator 37
stekenteller-knoopsgat 36
veiligheidsprogramma 37
Functies naaien 34-35
afhechten 34
balans 35
basisinstelling steekmotief 35
bovendraadspanning 35
motiefbegin 34
motiefherhaling 34
motieflengte veranderen 35
naaivoetdruk 35
naaivoetindicator 35
naaldstand 35
naaldstop boven/onder 34
permanent achteruitnaaien 35
spiegelbeeld links/rechts/onder/boven 35
steekmotief opslaan 35
veiligheidsprogramma 35
Functietoetsen 30-31
achteruit 30
automatische draadafsnijder 30
naaivoetstand 30
naaldstand 31
naaldstop 30
programmeerbaar motiefeinde/afhechten 30
snelheidsregelaar 30
start/stop 30
steekbreedte- en steeklengteknop 31
G
Garen
belangrijke naai-informatie 14-16
borduurgaren 15, 97
breekt 97, 98, 120
draadbreuk 120
verhouding naald-garen 15
Garen, naald en materiaal 14
Garengeleidingsschijf 9, 20, 22
Garenkloshouder
horizontaal 13, 20, 22
verticaal 13, 19, 23
Geactiveerd beeldscherm verlaten 34
Geheugen
naaicomputer 113-117
H
Handvat 13
Handwiel 13
Helderheid 45
Help 57
Help-programma
functies 57
steekmotieven 57
Hoeken naaien 77
Hoofdschakelaar 13, 18
Horizontale garenkloshouder 13, 20, 22
I
Informatie 14-16, 33, 34, 44, 50-51
Inhoud 4-6
Inrijgen
bovendraad 22
naald 13, 24
onderdraad 21
tweeling-/drielingnaald 23
Instelling
bevestigen 34
wissen 34
Inzetten
naald 22
spoelhuls 21
steekplaat 25
K
Kabel
aansluiting 13, 18
bevestigen 18
op-/afrollen 18
Kalibreren
beeldscherm 48
knoopsgatsledevoet nr. 3A 52
Keuze
enkel-/combinatiemodus 33
scrollen omlaag/omhoog 33
Kiezen
steekmotieven 33
taal 50
Kniehevel 9, 19
Knoop aanzetten 90
Knoop-aanzetprogramma 78, 90
133
Index
Knoopsgat 78-91
5-fasen, handmatig 89
7-fasen, handmatig 89
afgerond knoopsgat met normale trens 78
ajourknoopsgat 78, 86
automatisch 83-86
balans 82
belangrijke informatie 79
dupliceren 83
handmatig 89
in het blijvend geheugen 87-88
knoopsgatsledevoet nr. 3A 10, 52, 83-86
kordonbreedte veranderen 79
markeren 79
met directe lengte-invoer 84
ogen 78, 91
oogknoopsgat 78
oogknoopsgat en afgerond knoopsgat automatisch 85
opensnijden 81
overzicht 78
proeflapje 79
programmeren 83-86
sierknoopsgat 78
standaard- en stretchknoopsgat 83
standaardknoopsgat 78
standaardknoopsgat smal 78
steeklengte veranderen 79
stekenteller-knoopsgat 86
stretchknoopsgat 78
transporthulp 79
vuldraad 81
Kordonnaad 71
M
Materiaal aanpassen 77, 79
Materiaal, naald en garen 14-16
Materialen 56
Meanderquilten 98
Menukeuze
alfabetten 32
decoratieve steken 32
knoopsgaten 32
nuttige steken 32
persoonlijk programma/geheugen 32
steekkeuze m.b.v. cijfers 32
Milieubescherming 3
Motiefbegin 34
Motiefherhaling 34
Motieflengte veranderen 35
N
Naaicomputer
functietoetsen 30-31
oliën 119
onderhoud 118-119
overzicht 12-13
storingen opheffen 120-123
Naaien
accessoires 9-11
achteruit 30
alfabetten 106
blindzoom 74
functietoetsen 30-31
knoop aanzetten 90
knoopsgat 78-89
naaitechnieken 56
ogen 91
platte verbindingsnaad 76
randen 73
ritssluiting 68
van combinaties 113
van hoeken 77
zichtbare zoom 74
Naaigids
advies 56
naaitechnieken 56
overzicht 56
stofsoorten 56
verlaten 56
Naai-instellingen
afhechtprogramma automatisch 46
bovendraadspanning veranderen 46
draadafsnijder automatisch 46
draadafsnijder automatisch en afhechtsteken 47
naaisnelheid regelen 46
naaivoetstand bij naaldstopstand onder 47
zweefpositie van de naaivoet 47
Naailicht 45
Naaisnelheid 18, 30, 46
Naaivoet
als geleiding 73
bevestigen/verwijderen 24
druk 27, 35, 37, 39, 41
indicator 35, 37, 39, 41
omhoog-/omlaagzetten 13, 18, 19, 30
overzicht 10
standaardaccessoires 10
verwisselen 24
Naaivoetdruk
opslaan 27
verhogen/verlagen 27
weergave 27
134
Index
Naald
belangrijke naai-informatie 14-16
houder 13
inrijgen 24
inzetten/verwijderen 22
omhoog-/omlaagzetten 18, 30, 34, 101
overzicht 16
richtlijnen 15
stand 13, 31, 35, 39, 40
stop onder/boven 30, 34
tweeling-/drielingnaald 16, 23
verhouding naald-garen 15
verwisselen 22
Naald, garen en materiaal 14
Naaldinrijger 13, 24
Naaldstand veranderen 65
Netkabel
aansluiting 13, 18
Nivelleerplaatjes 9, 77, 79
Nuttige steken 60-77
afhechtprogramma 60, 75
blindzoom 60, 74
blindzoom smal 61
boognaad 60
brei-overlock 61
drie eenvoudige rechte steken 61
drievoudige rechte steek 60, 66
drievoudige zigzagsteek 60, 67
dubbele overlock 60, 72
eenvoudig stopprogramma 61
eenvoudige rechte steek 61
gestikte zigzag 61
grote vliegsteek 61
kiezen 60
lycrasteek 61
rechte steek 60, 66
rijgsteek 61, 75
rimpelsteek 60
ritssluiting 68
stoppen handmatig/automatisch/verstevigd 69-71
stopprogramma 70, 71
stretch-overlock 60
stretchsteek 61
super-stretchsteek 60
trensprogramma 61
tricotsteek 60
universele steek 61
vari-overlock 60
verstevigd stopprogramma 61
verstevigde overlock 61
wafelsteek 60
zigzagsteek 60
O
Oliën 119
Onderdraad
afsnijden 13, 21
inrijgen 21
met decoratieve steken 95
naaien 95
naaien uit de vrije hand 95
opspoelen 20
spoel inzetten 21
spoelen tijdens het naaien 20
Onderdraadafsnijder 12-13, 21
Onderhoud
beeldscherm en naaicomputer 118
grijper 118
oliën 119
rond de transporteur 118
Oog
met kleine zigzagsteek 78, 91
met rechte steek 78, 91
Opening voor bevestiging van stopring 13
Opslaan
naaivoetdruk 27
steekcombinatie 113
steekmotieven 109-110
Overlock
dubbele overlock 72
steken 60-61
Overzicht
alfabetten 106, 127-129
beeldscherm 32-43
decoratieve steken 92, 124-126
functies alfabetten 38-39
functies combinatiemodus 40-43
functies knoopsgaten 36-37
functies naaien 34-35
functietoetsen 30-31
hoofdbeeldscherm 32-33
knoopsgaten 78, 124
naaicomputer 12-13
naaigids 56
naald 16
nuttige steken 60-61, 124
quiltsteken 96, 126
setup-beeldscherm 44
tutorial 54-55
P
PC-aansluiting 18
Pedaal
aansluiten 13, 18
bevestigen 18
kabel af-/oprollen 18
naaisnelheid regelen 18
naald omhoog-/omlaagzetten 18
Persoonlijk geheugen
basisinstelling terughalen 63
blijvend 64
tijdelijk 63
135
Index
Persoonlijk programma 109-112
persoonlijk beeldscherm inrichten 109
steekkeuze in het persoonlijke programma 110
steken veranderen/vervangen 111
steken voorbereiden/programmeren/opslaan 109
steken wissen 112
Plaatje van schuimstof 9
Polyester garen 14
Q
Quilten
doorpitsteek 97
meanderquilten 98
met BSR 99-103
quilten uit de vrije hand 98
Quiltsteken
blindzoom (smal) 96
decoratieve quiltsteek 96
doorpitsteek 96
festonsteek 96
kordonnaad 96
overzicht 96
quilten, afhechtprogramma 96
quiltsteek/doorpitsteek 96
quiltsteek/rechte steek 96
stipplingsteek/meander-quiltsteek 96
tweevoudige festonsteek 96
tweevoudige festonsteek (duaal) 96
veersteek 96
veersteek - variaties 96
R
Randen afwerken 71
Randen doorstikken 73
Randgeleider
als geleiding 73
Rayon/viscose 14
Rechte steek 60, 66
Reinigen
zie onderhoud
Reset
persoonlijke gegevens wissen 53
terug naar de basisinstelling 53
Richtlijnen
materiaal/garen/naalddikte 15
Rijgsteek 61, 75
Rits inzetten 68
S
Schrift
combinatie corrigeren 107
combineren 107
grootte veranderen 108
kleine letters kiezen 108
overzicht 106
soorten 106
Scrollen omlaag/omhoog 33
Service-informatie 51
Setup-programma 44-53
akoestisch signaal voor BSR 49
audio-instellingen 49
basisinstelling 44, 53
beeldscherm kalibreren 48
beeldscherminstellingen 45
beeldschermkleur 46
begroetingstekst 45
controle-instellingen 49
helderheid 45
helderheid naailicht 45
informatie 50-51
kalibratie knoopsgatsledevoet nr. 3A/reinigen 52
naaicomputer updaten 51
naai-instellingen 46-47
naailicht 45
overzicht beeldscherm 44
reset 53
spoelsnelheid 48
update 51
Snelheid
pedaal 18
regelen 13, 18, 30, 46
Softwareversie 50
Spanning 26
Speciale accessoires
aansluiten 13
Spiegelbeeld
links/rechts/onder/boven 34, 35, 38, 39, 40, 41, 43
Spoel inzetten 21
Spoelhuisdeksel 13
Spoelhuls
inzetten/verwijderen 21
Spoelsnelheid veranderen 44, 48
Spoelvoorspanning 13, 20
Standaardaccessoires 9-11
Start-/stoptoets 30
136
Index
Steek veranderen
breedte 65
lengte 65
Steekbreedte veranderen 65
Steekkeuze
afbreken 62
direct 62
met behulp van het steeknummer 62
Steeklengte veranderen 65
Steekmotieven
individueel aanpassen 63
kiezen 33, 62
persoonlijk geheugen 63-64
weergave 33
wissen 40, 43, 112, 117
Steekplaat
als geleiding 73
inzetten/verwijderen 25
markeringen 25
Stof
BERNINA dubbeltransport 104-105
naald en garen 14-16
transport 28
Stoflagen aanpassen 77
Stoftransport
transporteur 28
Stoppen
automatisch 70-71
handmatig 69
Stopringbevestiging 13
Storingen opheffen 120-123
Systeeminstellingen
eco 32, 59
help 32, 57
home 32
instellingen wissen 32
naaigids 32, 56
setup-programma 32, 44
tutorial 32, 54-55
T
Taal kiezen 50
Terug-veld 34
Toepassingen
decoratieve steken 93-95
knoopsgaten 83-89
nuttige steken 66-77
quiltsteken 97-98
Tornmesje 9, 81
Transporteur
naaipositie 28
omlaagzetten 28
stand 28
stoftransport 28
Tutorial 32, 54-55
BSR 54
diverse 54
garen/inrijgen 54
kniehevel (FHS) 54
knoopsgaten 54
naaitechnieken 54
naaivoet 54
naald 54
quilten 54
storingen opheffen 54
Tweelingnaald inrijgen 23
U
Update 51
V
Veiligheidsvoorschriften 2-3
Ventilatie-openingen 13
Veranderen
audio-instellingen 49
beeldscherminstellingen 45
begroetingstekst 45
bovendraadspanning 26, 46
helderheid 45
naailicht 45
naaivoetdruk 27
spoelsnelheid 48
Verhouding naald-garen 15
Verklaring tekens 8
Verklaring uitdrukkingen 8
Verstellen
bovendraadspanning 26
naaivoetdruk 27
naaldstand 31, 34, 35, 38, 39, 40, 65
Verstevigingsmateriaal 80
Verticale garenkloshouder 13, 19
Verwijderen
aanschuiftafel 18
naaivoet 24
naald 22
spoelhuls 21
steekplaat 25
137
Index
Viscose 14
Vooraanzicht
naaicomputer 12
Voorbereiding
naaicomputer 18-28
Vuldraad
knoopsgatsledevoet nr. 3A 81
knoopsgatvoet nr. 3C 81
vastzetten 81
W
Wissen
persoonlijke gegevens 53
steekmotieven 40, 43, 114, 117
Z
Zoom
blind 74
randen 73
zichtbaar 74
138
Colofon
Tekst
Herbert Stolz/Susanne Ribi
Illustraties
www.sculpt.ch
Foto's
Patrice Heilmann, Winterthur
Zetsel, layout, DTP
Susanne Ribi
Copyright
2012 BERNINA International AG, CH-Steckborn
2012/05 nl 033805.50.05
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Bernina-710
  • De draad van de bovenspanning loopt vast om de 1ste metalen ring in het spoelhuis. Deze kan ik er niet uittrekken als er nog een klein puntje uitsteekt. Weten jullie een oplossing? Gesteld op 21-10-2024 om 17:00

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Bernina 710 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Bernina 710 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,92 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Bernina 710

Bernina 710 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 142 pagina's

Bernina 710 Gebruiksaanwijzing - English - 142 pagina's

Bernina 710 Gebruiksaanwijzing - Français - 142 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info