784178
22
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/32
Pagina verder
NL Hoofdvrije afzuigkap
Glassline2
NL Gebruiks- en montagehandleiding voor de modellen
BKH 90 GL-2
BKH 110 GL-2
6005049_0
2
6005049_0 – 21.11.2019
Documentinformatie
Gebruiks- en montagehandleiding voor:
yHoofdvrije afzuigkap BKH 90 GL-2 E02
yHoofdvrije afzuigkap BKH 110 GL-2 E02
De beschrijvingen zijn voor alle modellen identiek.
Er wordt apart op de verschillen gewezen.
Afbeeldingen tonen:
yHoofdvrije afzuigkap BKH 90 GL-2
y Originele handleiding.
y Deel van het product.
y Door de auteurswet beschermd.
y Vermenigvuldiging, nadruk en doorgave alleen met
toestemming.
y Wijzigingen voorbehouden.
Veiligheidsinstructies
DGEVAAR!
Aanwijzingen met het woord GEVAAR waarschuwen voor een
gevaarlijke situatie die ernstig of dodelijk letsel tot gevolg zal
hebben.
DWAARSCHUWING!
Aanwijzingen met het woord WAARSCHUWING waarschuwen
voor een gevaarlijke situatie die ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg kan hebben.
DVOORZICHTIG!
Aanwijzingen met het woord VOORZICHTIG waarschuwen
voor een situatie die licht of middelzwaar letsel tot gevolg
kan hebben.
DATTENTIE!
Aanwijzingen met het woord ATTENTIE waarschuwen voor
een situatie die materiële schade of milieuschade tot gevolg
kan hebben.
Verklaring van de symbolen, tekst
Oproep tot actie
yOpsomming
DVerwijzing naar andere plaatsen in dit document
Verwijzing naar andere documenten, die in acht
genomen moeten worden
Verklaring van de symbolen, afbeeldingen
x
A
B
1.
2.
Accentuering van de actiegedeeltes met vlakken
1. Handelingsstappen met nummering
A Benaming onderdelen met hoofdletters
x Maten met kleine letters of eenheden in mm
Bewegings- en richtingspijlen
3
6005049_0 – 21.11.2019
NL
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsinformatie .......................... 4
1.1 Doelmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.2 Geautoriseerde doelgroepen . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 4
2. Productinformatie ............................. 5
2.1 Functieprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.2 Bedrijfsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.2.1 Luchtcirculatiemodus .........................5
2.2.2 Afzuigmodus ..................................5
2.2.3 Hybride modus ...............................5
2.3 Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.4 Leveringsomvang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3. Montage ...................................... 8
3.1 Veiligheidsinstructies voor de montage . . . . . . . . . 8
3.2 Eisen aan de montageplaats . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3.3 Eisen volgens de bedrijfsmodi. . . . . . . . . . . . . . . 9
3.3.1 Eisen bij de luchtcirculatiemodus .............9
3.3.2 Eisen bij de afzuigmodus ......................9
3.3.3 Eisen bij een hybride modus ..................9
3.4 Eisen aan de afzuigleiding (alleen bij afzuig- of
hybride modus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.5 Montagestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
3.5.1 Montage voorbereiden .....................10
3.5.2 Apparaat uitpakken .........................10
3.5.3 Onderste schaal, stootrand en Capillar
Trap verwijderen ............................11
3.5.4 Apparaat ophangen .........................12
3.5.5 Accessoires aansluiten ......................14
3.5.6 BackFlow-aansluitstuk aanbrengen ..........14
3.5.7 Filter plaatsen (bij luchtcirculatiemodus
en hybride modus) ..........................15
3.5.8 Afzuigleiding aansluiten (bij afzuig- en
hybride modus) .............................16
3.5.9 Elektrische voeding aansluiten ..............16
3.5.10 Rookkanaal monteren .......................17
3.5.11 De Capillar Trap, stootrand en de
onderste schaal monteren ..................17
3.5.12 Controle en inbedrijfstelling uitvoeren ......18
4. Bediening ....................................19
4.1 Veiligheidsinstructies voor de bediening . . . . . . . .19
4.2 Apparaat bedienen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
4.2.1 Normaal bedrijf .............................20
4.2.2 Omschakeling afzuig-/luchtcirculatiemodus . 21
4.2.3 Controle-indicatie filtervulling ............... 21
4.2.4 Raamcontactschakelaar .....................21
4.2.5 Kookplaatverlichting ........................21
4.2.6 Effectverlichting .............................22
4.2.7 Naloopfunctie ...............................22
4.2.8 AutoRun ....................................22
4.3 Apparaat configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
5. Reiniging ..................................... 24
5.1 Veiligheidsinstructies voor de reiniging . . . . . . . . .24
5.2 Reinigingsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
6. Reparaties ....................................26
6.1 Veiligheidsinstructies voor het uitvoeren van
reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
6.2 Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
6.2.1 Lampen vervangen .........................26
6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie-
modus en hybride modus) ..................26
6.3 Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
7. Demontage ...................................29
8. Verwerking van afvalstoffen ...................29
8.1 Verpakking afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
8.2 Apparaat afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
9. Bijlage .......................................30
9.1 Productgegevensblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
9.2 Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
4
Veiligheidsinformatie
6005049_0 – 21.11.2019
1. Veiligheidsinformatie
1.1 Doelmatig gebruik
Het apparaat dient voor het afzuigen van kookdampen.
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het gebruik in
particuliere huishoudens. Het apparaat mag uitsluitend met
de originele filters van de fabrikant worden gebruikt.
Het gebruik van het apparaat is alleen toegestaan in
technisch onberispelijke staat en na correcte montage.
Elk ander gebruik geldt als niet doelmatig.
Tot het doelmatig gebruik behoort ook het lezen en
opvolgen van deze handleiding.
1.2 Geautoriseerde doelgroepen
Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren
door gekwalificeerde elektromonteurs conform
DIN VDE 0100. Eisen aan gekwalificeerde elektromonteurs:
yBasiskennis van de elektrotechniek.
yKennis van de landspecifieke bepalingen en normen
(in Duitsland bijv. DIN VDE 0100, deel 701).
yKennis van de toepasselijke veiligheidsvoorschriften.
yKennis van de toepasselijke wettelijke voorschriften voor
gasinstallaties (in Duitsland bijv. de technische regels voor
gasinstallaties TRGI).
yKennis van deze handleiding.
Montage en reparaties alleen door gekwalificeerd, deskundig
personeel. Eisen aan gekwalificeerd, deskundig personeel:
yKennis van de bepalingen voor veiligheid op de
werkplek (ARBO).
yKennis van de bevestigingstechniek.
yBasiskennis van de ventilatietechniek.
yErvaring in het gebruik van elektrische en mechanische
werktuigen.
yKennis van het lezen van technische tekeningen.
y Kennis van deze handleiding.
Bediening, reiniging en reparaties door gebruikers. Eisen aan
de gebruikers:
y Kennis van deze handleiding.
Voor de volgende gebruikers gelden bijzondere eisen:
yKinderen vanaf 8 jaar.
y Personen met een verminderd fysiek, sensorisch of
mentaal vermogen.
yPersonen met gebrek aan ervaring en kennis.
Deze gebruikers mogen uitsluitend actief zijn bij het
bedienen, reinigen en onderhouden. Bijzondere eisen:
y Er is toezicht op de gebruikers.
y De gebruikers worden geïnstrueerd over het veilig
gebruik van het apparaat.
y Gebruikers begrijpen de gevaren bij het omgaan met het
apparaat.
yKinderen mogen niet met het apparaat spelen.
1.3 Algemene veiligheidsinstructies
DWAARSCHUWING!
Gevaar door het niet opvolgen van de gebruiks- en
montagehandleiding!
Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor een
veilige omgang met het apparaat. Er wordt apart op
mogelijke gevaren gewezen.
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten
worden opgevolgd.
Berg de handleiding vrij toegankelijk op.
Open vuur kan het apparaat beschadigen en branden
veroorzaken.
yGaswerking alleen met een korte gasvlam (niet tot over
de rand van de bodem van de pan).
yFlambeer niet onder het apparaat.
yFrituur niet onder het apparaat zonder continu toezicht.
In de volgende gevallen is het gebruik van het apparaat
verboden:
yWanneer de vereiste veiligheidsvoorzieningen ontbreken
(b.v. bij gelijktijdig gebruik van een brander die afhankelijk
is van de toevoer van zuurstof).
yWanneer de vereiste vergunningen ontbreken (b.v. door
schoorsteenveger).
yIn omgevingen met explosiegevaar.
yBij beschadiging van het apparaat of afzonderlijke
componenten.
yBij eigenmachtige verbouwingen of veranderingen van
het apparaat.
yWanneer vloeistof het apparaat binnendringt.
yBij sterke verontreiniging.
yVoor kinderen onder de 8 en personen, die gevaren bij
het omgaan met het apparaat niet in kunnen schatten.
In de volgende gevallen aanvaardt de fabrikant geen
aansprakelijkheid voor schade:
yBij veronachtzaming van deze handleiding.
yBij ondoelmatig gebruik van het apparaat.
yBij ondeskundige montage en ondeskundig gebruik van
het apparaat.
yBij gebruik van het apparaat door niet geautoriseerde
doelgroepen.
yBij omzeiling van de veiligheidsvoorzieningen aan het
apparaat.
yBij gebruik van onderdelen, die niet door de fabrikant
vervaardigd of vrijgegeven zijn.
Meer veiligheidsinstructies staan in de desbetreffende
hoofdstukken in deze handleiding.
D“3.1 Veiligheidsinstructies voor de montage (pagina 8).
D“4.1 Veiligheidsinstructies voor de bediening
(pagina 19).
D“5.1 Veiligheidsinstructies voor de reiniging (pagina 24).
D“6.1 Veiligheidsinstructies voor het uitvoeren van
reparaties (pagina 26).
5
Productinformatie
6005049_0 – 21.11.2019
NL
2. Productinformatie
2.1 Functieprincipe
Centrifugale kracht
y Kookdampen worden door een spleet in de kap gezogen,
versneld en in een boog omgeleid.
y Door de centrifugale kracht die daarbij ontstaat, worden
vuildeeltjes (b.v. vet- en oliedeeltjes) uit de lucht
weggeslingerd.
yDe vuildeeltjes worden zowel op de bovenste en
onderste schaal als op de opvangzeef (“Capillar Trap”)
afgescheiden en verzameld.
BackFlow-technologie (optioneel)
yDe vorming van condens of druppels op de
decoratieglasplaat (b.v. als er waterdamp op het koude
vlak komt), wordt voorkomen door van onder naar boven
stromende beluchting.
yEen deel van de afgevoerde lucht wordt aan de
achterkant van de afzuigkap teruggeleid, via de glasplaat
ingeblazen en gericht de aanzuigspleet in gestuurd.
2.2 Bedrijfsmodi
Het apparaat is geschikt voor de volgende bedrijfsmodi:
yLuchtcirculatiemodus
yAfzuigmodus
yHybride modus
2.2.1 Luchtcirculatiemodus
De filtervulling in het circulatiefilter neutraliseert de aanwezige
geurtjes. De geurloze, gereinigde lucht wordt weer naar
de ruimte geleid. Door toevoer van frisse lucht kan de
luchtvochtigheid in de ruimte gereduceerd worden.
Bij de luchtcirculatiemodus is het gebruik van de
naloopfunctie noodzakelijk, opdat het apparaat de
resterende geurtjes op kan nemen. Door het gebruik van
de naloopfunctie wordt de levensduur van de filtervulling
verhoogd. De filtervulling moet regelmatig vernieuwd
worden.
2.2.2 Afzuigmodus
De gereinigde lucht wordt via de bouwconstructie
(b.v. buizen, rookkanaal) naar buiten toe geleid.
Bij de afzuigmodus is een voldoende toevoer van frisse lucht
noodzakelijk. Het apparaat kan alleen de hoeveelheid lucht
naar buiten leiden die aanwezig is of binnenkomt.
2.2.3 Hybride modus
In de hybride modus kan flexibel tussen luchtcirculatiemodus
en afzuigmodus gekozen worden.
In de afzuigmodus wordt de gereinigde lucht door de
automatisch openende wandkast naar buiten gevoerd.
De afzuigmodus is aan te bevelen in de zomer of bij bijzonder
intensief aanbraden.
In de luchtcirculatiemodus blijft de wandkast gesloten. De
filtervulling in het hybride filter neutraliseert de aanwezige
geurtjes. De geurloze, gereinigde lucht wordt weer naar de
ruimte geleid.
De luchtcirculatiemodus is aan te bevelen in de winter,
wanneer er geen warme lucht naar buiten gevoerd moet
worden.
6
Productinformatie
6005049_0 – 21.11.2019
2.3 Productoverzicht
E
A
B
C
D
C
F
A Rookkanaal
B Bedieningspaneel
C Kookplaatverlichting
D Frontplaat van glas
E Body van de kap
F Effectverlichting – aan de achterkant van de body van de
kap
D
A
B
C
A Bovenste schaal met stootrand (uitneembaar)
B Capillar Trap (uitneembaar)
C Onderste schaal (uitneembaar)
D Typeplaatje – aan de binnenkant van de frontplaat
A
B
C
D
E
A Aansluitstekkerbussen voor accessoires
B BackFlow-aansluitstuk (bij gebruik van de BackFlow-
technologie)
C Besturingsbox
D Stelschroeven voor het uitlijnen
E Aansluitbus voor de netkabel
7
Productinformatie
6005049_0 – 21.11.2019
NL
2.4 Leveringsomvang
A
B
B
C
G
H
F
E
D
A Body van de kap met frontplaat
B Rookkanaal (tweedelig, uittrekbaar)
C Bevestiging rookkanaal
D BackFlow-aansluitstuk 1
E Netkabel met netstekker en IEC-stekker
F 6 nylon pluggen 8 mm
G 6 torxschroeven TX30 met geïntegreerde onderlegring
H Gebruiks- en montagehandleiding
1 Montage alleen bij gebruik van de BackFlow-technologie.
Het bevestigingsmateriaal is alleen geschikt voor een
massieve bouwwijze.
Afhankelijk van de bedrijfsmodus kunnen andere accessoires
nodig zijn.
2.5 Technische gegevens
BKH90GL-2E02
BKH110GL-2E02
Aansluitspanning 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz
Totaal vermogen 187 W 193 W
Vermogensverbruik ventilator 170 W 170 W
Lampen kookplaatverlichting LED 14,2 W,
520 lx
LED 19,5 W,
630 lx
Kleurtemperatuur
kookplaatverlichting, instelbaar 2700 - 6500 K 2700 - 6500 K
Lampen effectverlichting LED 2,6 W,
264 lm
LED 2,6 W,
264 lm
Breedte 898 mm 1098 mm
Diepte 440 mm 440 mm
Hoogte bij circulatiemodus
met circulatiefilter BUF 150 +
995 -
1375 mm
995 -
1375 mm
Hoogte bij circulatiemodus
met circulatiefilter permalyt
1025 -
1375 mm
1025 -
1375 mm
Hoogte bij afzuigmodus 995 -
1235 mm
995 -
1235 mm
Hoogte bij hybride modus 1070 -
1375 mm
1070 -
1375 mm
Gewicht netto 35 kg 41 kg
De gegevens over het energieverbruik staan op het
productgegevensblad.
D“9.1 Productgegevensblad” (pagina 30).
Informatie over het model (b.v. serienummer, bouwjaar) staat
op het typeplaatje.
D“2.3 Productoverzicht” (pagina 6).
8
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
3. Montage
3.1 Veiligheidsinstructies voor de montage
DWAARSCHUWING!
Gevaar door veronachtzaming van de montage-
instructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor veilige
montage van het apparaat.
Lees dit hoofdstuk voor de montage zorgvuldig door.
Volg de veiligheidsinstructies op.
Voer de montage uit zoals is beschreven.
yMontage alleen door gekwalificeerd, deskundig
personeel.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yElektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren
door gekwalificeerde elektromonteurs.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yDe montage mag alleen met twee personen worden
uitgevoerd.
yBij werkzaamheden op hoogte moet u letten op een
stabiele stand (b.v. een stabiele keukentrap).
yDe kookplaat en andere delen die aangeraakt kunnen
worden moeten voor de montage zijn afgekoeld.
yBewaar folie en andere delen van de verpakking op een
plek die voor kinderen niet toegankelijk is.
yHet apparaat moet voor de montage onbeschadigd en in
optimale staat zijn.
yDe kabels mogen niet geknikt zijn, bekneld raken of
worden beschadigd.
yDe ventilatorbehuizing mag nooit geopend worden.
yDe vereiste netspanning moet met de aangegeven
spanning op het typeplaatje overeenkomen.
D“2.5 Technische gegevens (pagina 7).
yVoor de montage moet ervoor gezorgd worden, dat de
elektrische voeding onderbroken is en blijft.
De elektrische voeding wordt pas ingeschakeld na de
vraag hiertoe in de betreffende montagestap.
3.2 Eisen aan de montageplaats
DWAARSCHUWING!
Levensgevaar door ondeskundige montage!
Het niet opvolgen van de omgevingscondities kan tot
gevaarlijke situaties leiden, b.v. in de omgang met stroom of
gas.
Zorg ervoor, dat de eisen aan de montageplaats absoluut
in acht genomen worden.
yGeen montage in omgevingen met explosiegevaar.
yBij gelijktijdig gebruik van een ruimteluchtafhankelijke
brander (b.v. rookkanaal) binnen één en dezelfde
luchtmassa:
yEen veiligheidsvoorziening is absoluut noodzakelijk.
yDe veiligheidsinrichting moet voorkomen dat er
gassen de ruimte binnengezogen worden.
yEr moet een vergunning voor de inbedrijfstelling
(b.v. door schoorsteenveger) aanwezig zijn.
y De montage is alleen toegestaan aan draagkrachtige
delen van het gebouw (massieve bouwwijze).
yIndien er een opening in de muur moet worden gemaakt:
een opening in de muur beïnvloedt de statische
eigenschappen van het gebouw, er bestaat
instortingsgevaar. De uitvoering is alleen door een
vakbedrijf toegestaan.
yBij montage boven een stookplaats (fornuis/kachel/
brander) voor vaste brandstoffen (b.v. kolenkachel):
De stookplaats moet een gesloten, niet afneembare
afdekking hebben. Anders bestaat er brandgevaar door
wegvliegende vonken. De betreffende wettelijke en
nationaal geldende voorschriften in acht nemen.
yUitstromende lucht moet ongehinderd kunnen
ontsnappen. Geen hindering van de luchtstroom,
b.v. door montage van voorwerpen op of boven het
apparaat.
yDe elektrische installatie van het gebouw moet over een
correcte aarding beschikken.
yDe onderhavige netspanning moet met de aangegeven
spanning op het typeplaatje overeenkomen.
yIn het montagegedeelte van het rookkanaal moet ter
plaatse een stopcontact aanwezig zijn.
yDe stekker moet na het inbouwen toegankelijk
zijn. Alternatief moet in het stroomnet een
scheidingsinrichting voor alle polen aanwezig zijn
(contactopening van minimaal 3 mm).
De nationaal geldende, wettelijke bepalingen moeten in
acht genomen worden.
9
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
3.3 Eisen volgens de bedrijfsmodi
Afhankelijk van de bedrijfsmodus kunnen andere accessoires
nodig zijn.
3.3.1 Eisen bij de luchtcirculatiemodus
yCirculatiefilter op de ventilatorafvoer.
yDoorsnedes van de ventilatiesleuven in de bovenbouw
groter dan 300 cm2.
yFiltervulling vrij toegankelijk om deze te kunnen
vervangen.
3.3.2 Eisen bij de afzuigmodus
yAfzuigleiding op de ventilatorafvoer.
D“3.4 Eisen aan de afzuigleiding (alleen bij afzuig- of
hybride modus)” (pagina 9).
yDiameter van de afzuigleiding minstens 150 mm (komt
overeen met een vlak van ca. 177 cm2).
yVoor voldoende toevoer van frisse lucht wordt gezorgd
door montage van de vereiste accessoires.
yRaamcontactschakelaar.
yWandkast.
3.3.3 Eisen bij een hybride modus
yHybride filter op de ventilatorafvoer.
yAansluiting afzuigleiding op het hybride filter.
D“3.4 Eisen aan de afzuigleiding (alleen bij afzuig- of
hybride modus)” (pagina 9).
yDoorsnedes van de ventilatiesleuven in de bovenbouw
groter dan 300 cm2.
yDiameter van de afzuigleiding minstens 150 mm
(komt overeen met een vlak van ca. 177 cm2).
yFiltervulling vrij toegankelijk om deze te kunnen
vervangen.
yVoor voldoende toevoer van frisse lucht wordt gezorgd
door montage van de vereiste accessoires.
yRaamcontactschakelaar.
yWandkast BMK-F 150.
3.4 Eisen aan de afzuigleiding (alleen bij afzuig- of
hybride modus)
DWAARSCHUWING!
Brand- en verstikkingsgevaar door ondeskundige
montage!
Bij gebruik van de afzuigleiding met andere toestellen of bij
aansluiting op actieve afvoerluchtkanalen (b.v. rookkanaal),
kunnen gassen of rook de ruimte binnengezogen worden.
Zorg ervoor, dat de eisen aan de afzuigleiding absoluut in
acht genomen worden.
yDe afzuigleiding wordt uitsluitend door dit apparaat
gebruikt.
yDe afzuigleiding bestaat uit niet brandbaar materiaal
overeenkomstig DIN 4102 klasse 1.
yBij gebruik van een rookkanaal als afzuigleiding:
yHet rookkanaal mag niet door andere apparaten
worden gebruikt.
yToevoer van de afgezogen lucht in het rookkanaal met
een naar boven gerichte boog van 90°.
yVrijgave door schoorsteenveger.
yBij het voeren van de afzuigleiding door het dak of de
buitenwand:
yDe doorsnede van de ventilatorafvoer wordt niet
onderschreden.
yMontage van een condenswatervat in de afzuigleiding
om waterschade aan het apparaat te voorkomen.
Het condenswatervat moet voldoende groot
gedimensioneerd zijn.
De doorsnede, lengte soort en het verloop van de
afzuigleiding beïnvloeden de afzuigefficiëntie. Krachtig
omgeleide lucht leidt tot vermogensverliezen en geluiden.
Voor een optimaal vermogen van het apparaat:
yDe afzuigleiding gaat zo kort mogelijk en direct naar
buiten.
yDe voorgeschreven doorsnede van de afzuigleiding wordt
aangehouden.
D“3.3 Eisen volgens de bedrijfsmodi” (pagina 9).
yGebruik uitsluitend buizen en bogen met een glad
oppervlak aan de binnenkant.
Om wervelingen of opstuwing van de getransporteerde lucht
te voorkomen – geen gebruik van:
ySpiraalslangen.
yFlexbuizen.
yVlakke ombuigstukken.
yScherpe afvoerluchtkanalen.
Voor montage van het apparaat moet de afzuigleiding ter
plaatse aanwezig zijn.
10
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
3.5 Montagestappen
Kort overzicht:
1. Montage voorbereiden
2. Apparaat uitpakken
3. Onderste schaal, stootrand en Capillar Trap verwijderen
4. Apparaat ophangen
5. Accessoires aansluiten
6. BackFlow-aansluitstuk aanbrengen
7. Filter plaatsen (bij luchtcirculatiemodus en hybride
modus)
8. Afzuigleiding aansluiten (bij afzuig- en hybride modus)
9. Elektrische voeding aansluiten
10. Rookkanaal monteren
11. De Capillar Trap, stootrand en de onderste schaal
monteren
12. Controle en inbedrijfstelling uitvoeren
3.5.1 Montage voorbereiden
Maak u vertrouwd met uw montagesituatie en de
bijbehorende documenten.
yApparaat en handleiding.
yAccessoires.
yMontageplaats.
yInstelling bedrijfsmodus.
Stel het benodigde werktuig en materiaal samen:
yStabiele keukentrap
yDuimstok of meetband
yStift
yWaterpas
ySleufschroevendraaier SL 2,5 x 0,4
yTorx-schroevendraaier TX30
ySteenboor ø 8 mm
yKlopboormachine
ySchroefsleutel SW 10 mm
yStanleymes
yBeschermingsmateriaal (b.v. dik karton) voor kookplaat
en werkvlak
Houd het montagegedeelte vrij van voorwerpen, die
storen of beschadigd kunnen raken.
Zorg ervoor dat de kookplaat en andere delen die
aangeraakt kunnen worden zijn afgekoeld.
Bescherm de kookplaat en andere vlakken in het
montagegedeelte (b.v. met dik karton).
Zorg ervoor dat de elektrische voeding onderbroken is en
blijft. De elektrische voeding wordt pas ingeschakeld na
de vraag hiertoe in de betreffende montagestap.
Wanneer accessoires (b.v. wandkast, raamcontactschakelaar)
bij de montagesituatie horen:
De handleidingen van de accessoires moeten in acht
genomen worden.
Zorg ervoor, dat de accessoires correct gemonteerd en
klaar om aan te sluiten zijn.
Zorg ervoor, dat de aansluitkabels van accessoires correct
aangebracht en toegankelijk zijn.
3.5.2 Apparaat uitpakken
DATTENTIE!
Risico op glasbreuk of andere beschadigingen door
ondeskundig gebruik!
Het apparaat en zijn oppervlak kunnen bij het uitpakken of
bij het transport beschadigd raken.
Snijd niet in het beschermende karton.
Houd voorwerpen uit de buurt die het apparaat kunnen
bekrassen (b.v. werktuigen, gespen).
Pak het apparaat en alle ingepakte delen voorzichtig uit.
Leg het apparaat met de voorkant naar boven op een
vaste, schone en beschermende onderlaag (b.v. dik
karton).
Controleer het apparaat en alle aanwezige delen op
beschadigingen.
Controleer de levering op volledigheid.
D“2.4 Leveringsomvang (pagina 7).
Wanneer delen ontbreken of beschadigd zijn:
Neem contact op met uw dealer of de klantenservice.
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
D“8.1 Verpakking afvoeren (pagina 29).
11
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
3.5.3 Onderste schaal, stootrand en Capillar Trap
verwijderen
DATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door eruit vallende delen!
Bij beweging van het apparaat kan de frontplaat opengaan
en kunnen erin liggende delen eruit vallen.
Haal de erin liggende delen er voor de montage uit.
Rotatiedempers zorgen ervoor dat de frontplaat zachtjes
opengaat.
Doe de frontplaat open.
De onderste schaal is in de bovenste eindpositie geborgd en
kan alleen na het neerklappen worden verwijderd.
Klap de onderste schaal omlaag.
Trek de onderste schaal er naar voren toe uit.
De stootrand is geplaatst en wordt door magneten in het
apparaat vastgehouden.
Trek de stootrand van de bovenste schaal af.
De Capillar Trap is aangebracht en wordt door een borging
aan de zijkant in het apparaat gehouden.
Pak de Capillar Trap met beide handen aan de zijkanten
vast.
Trek de Capillar Trap in een boog eruit.
12
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
3.5.4 Apparaat ophangen
Het apparaat is gemaakt om aan een wand te hangen. Door
het rookkanaal uit te trekken, kan dit aan de hoogte van het
plafond worden aangepast.
Bij bevestiging aan een massieve wand:
Controleer of de draagkracht van de wand voldoende is.
Gebruik het meegeleverde bevestigingsmateriaal.
Bij andere montageomstandigheden:
Informeer voor de montage naar alternatieve
bevestigingsmogelijkheden (b.v. bij een architect).
Gebruik voor de wand geschikt bevestigingsmateriaal.
x
540
150
270
690
≥ 765 1 ⁄ 790 2
30
290
==
400
Ø 165 2
1 voor afzuigmodus met afzuigleiding naar achteren.
2 voor hybride modus met afzuigleiding naar achteren.
Veiligheidsafstand (x):
yAanbevolen 500 mm.
yBij gaskookplaten ten minste 650 mm.
yBij elektrische kookvelden tenminste 500 mm.
Bepaal de ophangpositie.
Zorg voor een correcte positie van de kanaalbevestiging:
yIs de maat te klein (minder dan 30 mm), dan kan het
kanaal niet worden ingehaakt.
yOneffenheden (bijv. bij het plafond) kunnen worden
gecompenseerd via sleufgaten.
Zorg ervoor of de veiligheidsafstand in acht wordt
genomen.
DWAARSCHUWING
Levensgevaar door explosies of elektrische schok!
Het aanboren van gas-, water- of elektrische leidingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
Controleer of zich op de bevestigingspunten geen
leidingen in de wand bevinden.
Ø 8
Bepaal en markeer de bevestigingspunten.
Boor de gaten in de wand.
Breng de pluggen in de boorgaten aan.
Schroef de rookkanaalbevestiging vast.
13
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
aa
bb
a = 7
b = 3-6
De bovenste bevestigingsschroeven worden pas na het
uitlijnen van het apparaat vastgedraaid.
De onderste bevestigingsschroeven dienen als
wegtrekbeveiliging en zijn na het ophangen van het
apparaat niet meer toegankelijk.
Draai de bevestigingsschroeven er passend in.
DWAARSCHUWING!
Verwondingsgevaar door ondeskundig gebruik!
De grootte en het gewicht van het apparaat vergen bij het
ophangen veel kracht. Wanneer het apparaat valt, is ernstig
letsel mogelijk.
Hang het apparaat met twee personen op.
Zorg voor een veilige standplaats bij het ophangen.
Zorg ervoor, dat er verder geen personen in de werkzone
aanwezig zijn.
DATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door ondeskundig
gebruik!
De grootte en het gewicht van het apparaat vergen bij het
ophangen veel kracht. Wanneer het apparaat valt, kunnen het
apparaat, keukenmeubels en andere voorwerpen beschadigd
raken.
Dek de afgekoelde kookplaat af.
Houd het montagegedeelte vrij.
Hang het apparaat aan de bevestigingspunten op.
1. 2.
2.
3.
Controleer de horizontale uitlijning van het apparaat.
Lijn het apparaat met de stelschroeven uit.
Draai de bevestigingsschroeven stevig vast.
14
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
3.5.5 Accessoires aansluiten
Afhankelijk van de montagesituatie worden aanwezige
accessoires op de kap aangesloten, bijv.:
yWandkast
yRaamcontactschakelaar
yStelklep
yCirculatiefilter permalyt
De handleidingen van de accessoires moeten in acht
genomen worden.
DATTENTIE!
Gevaar voor beschadigingen door ondeskundig
aansluiten!
De aansluitspanning of gebrekkige aansluitingen kunnen
leiden tot beschadigingen aan de elektronica.
Zorg dat de voedingsspanning is onderbroken en blijft.
Zorg voor de juiste toewijzing van de aansluitingen.
Zorg dat de stekkers van de accessoires volledig worden
ingestoken.
A
B
C
A Penstekkerbus – voor het aansluiten van muurkast,
stelklep of circulatiefilter permalyt.
B Holle penstekkerbus – voor het aansluiten van
raamcontactschakelaar.
C Aansluitstekkerbus (RJ45) – BUS-interface, voor verbinding
met speciale accessoires van de fabrikant. Een verbinding
met een PC of andere apparaten is niet toegestaan.
Wandkast
yDe wandkast is gesloten, wanneer het aansturingscontact
geopend is.
yDe wandkast is geopend, wanneer het besturingscontact
gesloten is.
Raamcontactschakelaar
yDe ventilator van de kap is alleen bedrijfsklaar, wanneer
het raam geopend is.
Veiligheidsinrichting
yDe ventilator van de kap is alleen bedrijfsklaar, wanneer
geen kritieke onderdruk in de ruimte wordt vastgesteld.
Sluit alle aanwezige accessoires aan.
Leg de kabel zo, dat deze niet kan worden geknikt,
bekneld kan raken of kan worden beschadigd of bij het
vervangen van de filtervulling in de weg zit.
3.5.6 BackFlow-aansluitstuk aanbrengen
Bij de volgende bedrijfsmodi wordt het BackFlow-aansluitstuk
gemonteerd:
yLuchtcirculatiemodus
yAfzuigmodus met BackFlow-technologie
yHybride modus
Het gebruik van het BackFlow-aansluitstuk heeft effect op de
energiezuinigheid van het apparaat.
D“2.1 Functieprincipe (pagina 5).
2.
1.
Plaats het BackFlow-aansluitstuk op de ventilatorafvoer.
Fixeer het BackFlow-aansluitstuk door het kort rechtsom
draaien.
15
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
3.5.7 Filter plaatsen (bij luchtcirculatiemodus en
hybride modus)
Voor de montage van het filter is op de ventilatorbehuizing
een BackFlow-aansluitstuk (ø 150 mm) als geleidingshulp
aangebracht.
De filters zijn correct aangebracht, wanneer de
onderkant van het filter parallel aan het oppervlak van de
ventilatorbehuizing verloopt en de spleet ca. 3 mm breed is.
DVOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door scherpe randen!
De zijplaten van de ventilatorkast hebben randen die
snijwonden aan de handen kunnen veroorzaken, b.v. bij ruwe
aanpak bij het plaatsen van het filter.
Plaats het filter voorzichtig van bovenaf.
Vermijd contact met de zijplaten.
Luchtcirculatiemodus
3
Zet het circulatiefilter aan de bovenkant op het BackFlow-
aansluitstuk.
Zorg ervoor, dat het circulatiefilter correct gemonteerd is.
Hybride modus - afzuiging naar boven
3
Zet het hybride filter aan de bovenkant op het BackFlow-
aansluitstuk.
Zorg ervoor dat het hybride filter correct gemonteerd is.
Hybride modus - afzuiging naar achteren
67
Zet het hybride filter aan de bovenkant op het BackFlow-
aansluitstuk.
Zorg ervoor dat het hybride filter correct gemonteerd is.
16
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
3.5.8 Afzuigleiding aansluiten (bij afzuig- en hybride
modus)
Afzuigmodus zonder BackFlow-technologie
Het BackFlow-aansluitstuk wordt niet gebruikt. Bij
het aansluiten van een flexibele slang kan een starre,
nauwaansluitende buis worden gebruikt als tussenstuk.
Aan de binnenzijde van de afzuigleiding een afschuining
aanbrengen.
Plaats de afzuigleiding van bovenaf direct op de uitlaat
van de ventilatorbehuizing.
Afzuigmodus met BackFlow-technologie
Het BackFlow-aansluitstuk wordt gebruikt.
D“3.5.6 BackFlow-aansluitstuk aanbrengen” (pagina 14).
1.
2.
Plaats de afzuigleiding van bovenaf op het BackFlow-
aansluitstuk.
De overgang tussen de afzuigleiding en BackFlow-
aansluitstuk afplakken met afdichttape (accessoire).
Hybride modus
Zet de afzuigleiding aan de bovenkant op de kraag van
het hybride filter.
Alle varianten
Zorg ervoor dat de afzuigleiding correct gemonteerd is.
3.5.9 Elektrische voeding aansluiten
Let op de aangegeven spanning op het typeplaatje.
Steek de IEC-stekker in de aansluitbus op de
ventilatorbehuizing.
Steek de stekker in het stopcontact.
Leg de kabel zo, dat deze niet kan worden geknikt,
bekneld kan raken of kan worden beschadigd of bij het
vervangen van de filtervulling in de weg zit.
Zorg ervoor dat na de montage de mogelijkheid bestaat,
alle polen van het apparaat van de elektrische voeding te
scheiden.
Het apparaat is bedrijfsklaar.
17
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
3.5.10 Rookkanaal monteren
Het rookkanaal bestaat uit twee in elkaar geschoven
rookkanaalplaten. In de binnenste plaat bevinden zich de
ventilatiesleuven.
DATTENTIE!
Gevaar voor beschadigingen door ondeskundig gebruik!
De body van de kap en van het rookkanaal kunnen bij
bewegingen tijdens de montage beschadigd raken.
Houd afstand tussen het rookkanaal en de body van de
kap.
Houd voorwerpen uit de buurt die het apparaat kunnen
bekrassen (b.v. werktuigen, gespen).
Afhankelijk van de bedrijfsmodus worden de twee
rookkanaalplaten op elkaar afgestemd.
Luchtcirculatiemodus en hybride modus
De ventilatiesleuven bevinden zich aan de bovenkant en zijn
niet bedekt.
Afzuigmodus
De binnenste rookkanaalplaat kan eruit getrokken en
omgekeerd ingestoken worden om de ventilatiesleuven te
bedekken.
1.
2.
Licht het rookkanaal met twee personen op.
Zet de onderkant van het rookkanaal in de gleuf van het
apparaat.
Klap het rookkanaal aansluitend op de wand.
Trek de binnenste rookkanaalplaat omhoog.
Hang de binnenste rookkanaalplaat aan de bovenkant
aan de rookkanaalbevestiging.
3.5.11 De Capillar Trap, stootrand en de onderste
schaal monteren
Na de montage moeten de binnenliggende delen er weer
ingezet worden.
Zet de Capillar Trap met beide handen met een boog in
de opnameschacht.
Druk de Capillar Trap naar boven tot deze vastklikt.
18
Montage
6005049_0 – 21.11.2019
Plaats de stootrand op de bovenste schaal.
Controleer of de stootrand correct is geplaatst en door de
magneten wordt vastgehouden.
Schuif de onderste schaal horizontaal tot aan de achterste
aanslag in het apparaat.
Zwenk de onderste schaal naar boven tot de twee
sluitmagneten hoorbaar aansluiten.
Controleer of de onderste schaal correct is geplaatst en
door de sluitmagneten wordt vastgehouden.
Sluit de frontplaat.
3.5.12 Controle en inbedrijfstelling uitvoeren
DATTENTIE!
Gevaar voor storingen door vocht in het apparaat!
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme
omgeving gebracht wordt, kan er aan de binnenkant vocht
neerslaan.
Wacht 2-3 uur, voordat u het apparaat in bedrijf neemt.
Controleer of de netstekker vrij toegankelijk is en of
er een alpolige scheidingsinrichting (minstens 3 mm
contactopening) aanwezig is.
Controleer of de net- en elektroaansluitkabel niet geknikt,
bekneld geraakt of beschadigd zijn.
Controleer of de ventilatie-uitgangen niet gesloten of
afgedekt zijn.
Bij circulatieapparaten: zorg ervoor dat de
ventilatiesleuven vrij zijn.
Controleer de correcte werking van het apparaat.
D“4. Bediening” (pagina 19).
19
Bediening
6005049_0 – 21.11.2019
NL
4. Bediening
4.1 Veiligheidsinstructies voor de bediening
DWAARSCHUWING!
Gevaar door veronachtzaming van de
bedieningsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het veilig
bedienen van het apparaat.
Lees dit hoofdstuk voordat u het apparaat bedient
zorgvuldig door.
Volg de veiligheidsinstructies op.
yBediening alleen door geautoriseerde gebruikers.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yGeen bediening door kinderen onder de 8 en personen,
die gevaren bij het omgaan met het apparaat niet in
kunnen schatten.
yDe wasemkap mag niet zonder toezicht worden gebruikt.
yGebruik het apparaat niet in geval van brand of accuut
brandgevaar (bijv. gasreuk).
yGaswerking alleen met een korte gasvlam (niet tot over
de rand van de bodem van de pan). Open vuur kan het
apparaat beschadigen en branden veroorzaken.
yFlambeer niet onder het apparaat. Brandgevaar.
yFrituur niet onder het apparaat zonder continu toezicht.
yBij gebruik kunnen de kookplaat en andere delen die
aangeraakt kunnen worden zeer heet worden. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
yVetresten moeten worden verwijderd. Vetresten zijn een
brandrisico.
yGeen vocht in het apparaat.
yDruppels of spatwater moeten worden voorkomen.
y Houder met vloeistoffen (b.v. vazen, flessen) mogen
niet op het apparaat gezet worden.
yGeen hindering van de luchtstroom.
yGeen verhindering van het luchtkanaal aan de onderkant
van het apparaat.
yGebruik het apparaat alleen met geplaatste Capillar Trap
en gesloten onderste schaal.
y Bij luchtcirculatiemodus:
Geen afdekking van de ventilatie-uitgangen (b.v. glazen/
borden op of voor de ventilatiesleuven). Uitstromende
lucht moet ongehinderd door de ventilatiesleuven
kunnen ontsnappen, anders kan opstopping ontstaan.
Wanneer de kookdampen niet meer weg kunnen trekken,
bestaat brandgevaar.
yBij afzuig- of hybride modus:
er moet voldoende toevoer van frisse lucht gegarandeerd
zijn.
Maatregelen voor een voldoende toevoer van frisse lucht:
Open de ramen.
Open de deuren.
Zorg ervoor, dat de raamcontactschakelaar(s) en
wandkast geïnstalleerd en klaar voor gebruik zijn.
Bij ruimteluchtafhankelijke branders (b.v. rookkanaal)
binnen één en dezelfde luchtmassa:
Zorg ervoor dat de voorgeschreven
veiligheidsvoorziening werkt.
Wanneer u het apparaat inschakelt en een ongewoon hoog
ventilatorgeruis hoorbaar is:
Reinig het apparaat.
Let op de richtlijnen voor de reiniging.
D“5. Reiniging (pagina 24).
Wanneer u het apparaat inschakelt en een geur ruikbaar is:
Vervang de filtervulling.
Let op de richtlijnen voor het vervangen van de
filtervulling.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie modus
en hybride modus)” (pagina 26).
Als de controle-indicatie voor de filtervulling knippert:
Vervang de filtervulling.
Let op de richtlijnen voor het vervangen van de
filtervulling.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie modus
en hybride modus)” (pagina 26).
20
Bediening
6005049_0 – 21.11.2019
4.2 Apparaat bedienen
Het apparaat wordt via het bedieningspaneel gestuurd.
De positie van het bedieningspaneel is altijd herkenbaar
aan de uitholling van de AAN-/UIT-toets. De overige toetsen
branden wanneer het apparaat is ingeschakeld.
yToets brandt fel = functie actief
yToets brandt zwak = functie niet actief
Toets Werking
AAN / UIT, toegang configuratiemodus
Luchtcirculatiemodus, controle-indicatie
filtervulling
Kookplaatverlichting
Effectverlichting
Vermogensniveau 1
Vermogensniveau 2
Vermogensniveau 3
Vermogensgraad POWER
Naloopfunctie
Multifunctionele toets (zonder functie)
Na het inschakelen van de netspanning heeft het apparaat
enkele seconden nodig om zich aan de omgevingscondities
aan te passen. Tijdens deze periode zijn geen invoerhandelingen
mogelijk. De procedure is afgesloten, als de toetsen zwak
branden.
4.2.1 Normaal bedrijf
DWAARSCHUWING
Brandgevaar door vetresten!
Wanneer het apparaat werkt, hopen zich in en aan het
apparaat vetresten op, die licht ontvlambaar zijn.
Reinig het apparaat op correcte wijze.
D“5. Reiniging (pagina 24).
Voor een optimaal rendement bij het verwijderen van
kookdampen:
Het apparaat al 1-2 minuten voordat u gaat koken alvast
inschakelen. Zo kan de stroming worden opgebouwd en
worden de dampen snel afgevoerd.
Schakel tijdens het koken naar een vermogensniveau dat
past bij de intensiteit van de kookdampen:
yVermogensniveau 1 – kleinste ventilatorcapaciteit
yVermogensniveau 2 – middelste ventilatorcapaciteit
yVermogensniveau 3 - hoge ventilatorcapaciteit
Wanneer de intensiteit van de kookdampen niet afneemt,
schakelt u naar een hoger vermogensniveau.
Schakel bij het aanbraden naar het vermogensniveau
Power. Na 6 minuten schakelt het apparaat automatisch
terug naar vermogensniveau 3.
Om het vermogensniveau power continu te activeren
moet de betreffende toets nog een keer worden
ingedrukt. Het apparaat schakelt dan niet terug.
Zorg voor een regelmatige toevoer van frisse lucht.
Gebruik het apparaat ook voor het verminderen van
andere storende geuren. Bijvoorbeeld van:
yUien en knoflook
yOven, magnetron of stoomoven
yFondue en raclette
Schakel na het koken de naloopfunctie in.
Schakel het apparaat na gebruik uit. Is de automatische
naloopfunctie geactiveerd, start de nalooptijd
(10 minuten) automatisch op vermogensniveau 1.
Bij gebruik van de BackFlow-technologie wordt, als een
vermogensniveau actief is, een zwakke luchtstroom uit het
luchtkanaal aan de onderkant van het apparaat naar de
voorste luchtinlaat geleid. Deze luchtcirculatie is gewenst.
Het luchtkanaal aan de onderkant van het apparaat mag
nooit worden gesloten.
Na 12 uur zonder bediening schakelt het apparaat (incl.
verlichting) automatisch uit.
21
Bediening
6005049_0 – 21.11.2019
NL
4.2.2 Omschakeling afzuig-/luchtcirculatiemodus
Wanneer het apparaat met een hybride modus is uitgerust,
kan na het activeren van de omschakelfunctie altijd tussen
afzuig- en luchtcirculatiemodus gewisseld worden.
De omschakeling wordt in de configuratiemodus geactiveerd.
D“4.3 Apparaat configureren (pagina 23).
Toets Werking
Wanneer de omschakeling geactiveerd is:
1x knop aanraken.
Toets brandt zwak:
yHet apparaat werkt in de bedrijfsmodus
Afzuigen.
yDe wandkast is geopend.
yDe gereinigde lucht wordt naar buiten
geleid.
Toets brandt fel:
yHet apparaat werkt in de bedrijfsmodus
Circulatielucht.
yDe wandkast is gesloten.
yDe gereinigde lucht wordt het vertrek in
geleid.
4.2.3 Controle-indicatie filtervulling
Het apparaat is uitgerust met een controle-indicatie om aan
het vervangen van de filtervulling te herinneren. Als er geen
circulatiefilter gebruikt wordt, heeft de controle-indicatie
geen betekenis.
De functie is zo geconfigureerd, dat de toets na elke
1000 bedrijfsuren van de ventilator knippert (knippertijd
120 seconden), zodra het apparaat wordt uitgeschakeld.
Door het uitschakelen van de controle-indicatie, wordt de
urenteller opnieuw gestart.
Toets Werking
Toets knippert:
De filtervulling moet vervangen worden.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij
luchtcirculatie modus en hybride modus)”
(pagina 26).
Toets vasthouden (> 1 sec.), om de
urenteller opnieuw te starten.
4.2.4 Raamcontactschakelaar
Is een raamcontactschakelaar aangesloten op het apparaat,
wordt bewaakt of het betreffende raam geopend of gesloten
is. Het afzuigen gebeurt alleen bij geopend raam of in de
luchtcirculatiemodus.
Toets Werking
Toets knippert:
yEen raamcontactschakelaar is aangesloten
op het apparaat.
yHet raam is gesloten.
yHet apparaat zuigt niet af.
Open het raam.
yDe afzuiging kan worden gebruikt.
4.2.5 Kookplaatverlichting
De kookplaatverlichting is dimbaar en uitgerust met een
energiebesparende LED-verlichting. De verlichting kan
onafhankelijk van de ventilator gebruikt worden.
Inschakelen is mogelijk als het apparaat ingeschakeld is.
Uitschakelen is te allen tijde mogelijk.
De kleurtemperatuur kan worden gewijzigd.
Toets Werking
Dimmer.
1x toets aanraken om de
kookplaatverlichting in- of uit te schakelen.
Toets vasthouden (> 1 sec.) om de dimmer
te starten. Als de toets wordt losgelaten,
blijft de kookplaatverlichting in de
geselecteerde lichtsterkte.
Na het uitschakelen start de
kookplaatverlichting bij de volgende
inschakeling weer met de volle lichtsterkte.
Kleurtemperatuur.
1x toets aanraken.
Toets binnen een halve seconde
opnieuw aanraken en vasthouden, om de
kleurendoorloop te starten.
De kookplaatverlichting wordt ingeschakeld,
de kleurendoorloop start.
Toets loslaten, als de gewenste
kleurtemperatuur is bereikt.
De kleurendoorloop stopt, de geselecteerde
kleurtemperatuur wordt opgeslagen.
22
Bediening
6005049_0 – 21.11.2019
4.2.6 Effectverlichting
De effectverlichting is dimbaar en uitgerust met een
energiebesparende LED-verlichting. De verlichting kan
onafhankelijk van de ventilator gebruikt worden.
Inschakelen is mogelijk als het apparaat ingeschakeld is.
Uitschakelen is te allen tijde mogelijk.
Toets Werking
Dimmer.
1x toets aanraken om de effectverlichting
in- of uit te schakelen.
Toets vasthouden (> 1 sec.) om de
dimmer te starten. Als de toets wordt
losgelaten, blijft de effectverlichting in de
geselecteerde lichtsterkte.
Na het uitschakelen start de effectverlichting
bij de volgende inschakeling weer met de
volle lichtsterkte.
4.2.7 Naloopfunctie
Het apparaat beschikt over een naloopfunctie. Als deze
functie wordt gebruikt, blijft het apparaat na uitschakelen
nog 10 minuten doorwerken.
Bij de luchtcirculatiemodus is het gebruik van de naloopfunctie
noodzakelijk, opdat het apparaat de resterende geurtjes op
kan nemen. Door het gebruik van de naloopfunctie wordt
de levensduur van de filtervulling verhoogd. De filtervulling
moet regelmatig vernieuwd worden.
De naloopfunctie kan handmatig of automatisch
ingeschakeld worden. In de leveringstoestand is de
automatische naloopfunctie geactiveerd. De betreffende
instelling kan in de configuratiemodus worden gemaakt.
D“4.3 Apparaat configureren (pagina 23).
Toets Werking
Het apparaat is ingeschakeld.
Wanneer de naloopautomaat geactiveerd is:
1x knop aanraken.
yHet apparaat schakelt uit.
yDe nalooptijd (10 minuten) start
automatisch in vermogensgraad 1.
yDe toets van vermogensgraad 1 brandt.
yDe toets van de naloopfunctie knippert.
yEr kan worden omgeschakeld tussen de
vermogensniveaus.
Als de toets nog een keer wordt aangeraakt,
schakelt het apparaat volledig uit.
Toets Werking
Het apparaat is ingeschakeld, een willekeurig
vermogensniveau is geselecteerd.
1x knop aanraken.
yDe nalooptijd (10 minuten) start op het
geselecteerde vermogensniveau.
yDe knop van de actieve
vermogensinstelling brandt.
yDe toets van de naloopfunctie knippert.
yEr kan worden omgeschakeld tussen de
vermogensniveaus.
Als de toets nog een keer wordt aangeraakt,
stopt de naloopfunctie.
4.2.8 AutoRun
Apparaten die met de AutoRun-module zijn uitgerust,
starten automatisch als de kookplaat wordt ingeschakeld.
Bij uitschakelen van de kookplaat schakelt het apparaat
over naar de naloopfunctie en schakelt daarna uit.
Het instellen van de AutoRun-automaat gebeurt in de
configuratiemodus.
D“4.3 Apparaat configureren (pagina 23).
23
Bediening
6005049_0 – 21.11.2019
NL
4.3 Apparaat configureren
Toets Werking
Het apparaat is ingeschakeld.
1x toets langer dan 5 seconden aanraken
en vasthouden, tot de configuratiestappen
zijn afgesloten.
Alle toetsen knipperen.
Het apparaat schakelt naar de
configuratiemodus.
De configuratiemodus is ingeschakeld.
Om de configuratiemodus te verlaten:
Toets loslaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Het apparaat is weer in normaal bedrijf.
In de configuratiemodus kunnen door het aanraken van de
betreffende toets de volgende functies worden ingesteld.
Toets Werking
AutoRun.
Bij leveringstoestand is deze functie
ingeschakeld.
1x knop aanraken.
Toets brandt fel:
De AutoRun-automaat is geactiveerd.
1x knop aanraken.
Toets knippert:
De AutoRun-automaat is gedeactiveerd.
Omschakeling afzuig-/luchtcirculatiemodus.
In de toestand bij levering is de functie
uitgeschakeld.
1x knop aanraken.
Toets brandt fel:
De omschakeling is geactiveerd.
1x knop aanraken.
Toets brandt zwak:
De omschakeling is gedeactiveerd.
Reset urenteller
De controle-indicatie voor het vervangen
van de filtervulling knippert na elke
1000 bedrijfsuren van de ventilator.
Door een reset kan de urenteller op nul
worden ingesteld.
Toets vasthouden (> 1 sec.).
De urenteller start opnieuw.
De toetsen 1, 2, 3 en P knipperen snel, de
configuratiemodus wordt verlaten.
Toets Werking
Naloopautomaat.
Bij leveringstoestand is deze functie
ingeschakeld.
1x knop aanraken.
Toets brandt fel:
De naloopautomaat is geactiveerd.
1x knop aanraken.
Toets knippert:
De nalooptautomaat is gedeactiveerd.
24
Reiniging
6005049_0 – 21.11.2019
5. Reiniging
5.1 Veiligheidsinstructies voor de reiniging
DWAARSCHUWING!
Gevaar door veronachtzaming van de
reinigingsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het veilig
reinigen van het apparaat.
Lees dit hoofdstuk voordat u het apparaat reinigt
zorgvuldig door.
Volg de veiligheidsinstructies op.
yReiniging alleen door geautoriseerde gebruikers.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yGeen reiniging door kinderen onder de 8 en personen,
die gevaren bij het omgaan met het apparaat niet in
kunnen schatten.
yNa het gebruik kunnen de kookplaat en andere delen
die aangeraakt kunnen worden nog heet zijn. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
yVetresten moeten worden verwijderd. Vetresten zijn een
brandrisico.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd:
yBedieningspaneel, oppervlak, bovenste schaal, stootrand
en onderste schaal na iedere maaltijdbereiding.
yDe Capillar Trap bij dagelijks gebruik uiterlijk na drie
weken.
5.2 Reinigingsmaatregelen
Het apparaat zuigt vuildeeltjes (b.v. vet- en oliedeeltjes) met
de lucht uit de ruimte aan. In de bovenste schaal, aan de
stootrand, in de onderste schaal en in de Capillar Trap
worden de vuildeeltjes afgescheiden en verzameld.
Voor elke reiniging:
Schakel het apparaat uit.
Zorg ervoor dat de kookplaat en andere delen die
aangeraakt kunnen worden zijn afgekoeld.
DATTENTIE!
Gevaar voor beschadigingen door ondeskundige
reiniging!
Voorwerpen met scherpe randen, schuurmiddelen of
ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen het apparaat
beschadigen.
De volgende reinigingsmiddelen zijn niet geschikt en mogen
niet worden gebruikt:
yAceton
yTrichlorethyleen
yOplossingen op nitro-basis (bijv. een nitro-oplossing)
yKunstharsverdunning
ySchuurmiddelen
ySilicoonhoudende polijstmiddelen
yOliehoudende polijstmiddelen
yWas
yWaterdamp
yOp gecoate oppervlakken: microvezeldoek
Houd voorwerpen uit de buurt, die het apparaat kunnen
bekrassen (b.v. ringen).
Gebruik milde huishoudreinigingsmiddelen (bijv.
alkalivrije, ph-neutrale allesreiniger).
Gebruik een zachte, vochtige doek.
Reinig zonder veel druk uit te oefenen.
De aanwijzingen en gegevens op de reinigingsmiddelen
moeten in acht genomen worden.
Bedieningspaneel
Reinig het bedieningspaneel met een niet-pluizende,
licht vochtige doek (b.v. een microvezeldoek).
Wrijf het bedieningspaneel droog met een niet-
pluizende, zachte doek.
Oppervlakken
Reinig de oppervlakken met een zachte, vochtige doek en
een mild huishoudreinigingsmiddel.
Wrijf de oppervlakken met een zachte doek droog.
25
Reiniging
6005049_0 – 21.11.2019
NL
Onderste schaal
Klap de onderste schaal omlaag.
Trek de onderste schaal er naar voren toe uit.
Reinig de onderste schaal met een zachte, vochtige doek.
Wrijf de onderste schaal droog met een zachte doek.
Zet de onderste schaal er weer in.
D“3.5.11 De Capillar Trap, stootrand en de onderste
schaal monteren (pagina 17).
Bovenste schaal en stootrand
De bovenste schaal is vast met het apparaat verbonden.
De stootrand is geplaatst en wordt door magneten in het
apparaat vastgehouden.
Trek de stootrand van de bovenste schaal af.
Reinig de bovenste schaal met een zachte, vochtige doek.
Reinig de stootrand, bijv. in de afwasmachine.
Controleer of de stootrand helemaal droog is.
Wrijf de bovenste schaal droog met een zachte doek.
Capillar Trap
De Capillar Trap is aangebracht en wordt door een borging
aan de zijkant in het apparaat gehouden.
Pak de Capillar Trap met beide handen aan de zijkanten
vast.
Trek de Capillar Trap in een boog eruit.
U kunt de Capillar Trap bijv. in de afwasmachine reinigen.
Reinig de vlakken en randen op de opnameschacht van
de Capillar Trap met een zachte, vochtige doek.
Zorg ervoor dat de Capillar Trap helemaal droog is.
Zet de Capillar Trap er weer in.
D“3.5.11 De Capillar Trap, stootrand en de onderste
schaal monteren (pagina 17).
26
Reparaties
6005049_0 – 21.11.2019
6. Reparaties
6.1 Veiligheidsinstructies voor het uitvoeren van
reparaties
DWAARSCHUWING!
Gevaar door veronachtzaming van de
onderhoudsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het veilig
onderhouden en repareren van het apparaat.
Lees dit hoofdstuk voordat u het apparaat onderhoudt
zorgvuldig door.
Volg de veiligheidsinstructies op.
Voer het onderhoud en de reparaties uit zoals is
beschreven.
yReparatiewerkzaamheden alleen door gekwalificeerd,
deskundig personeel.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yElektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren
door gekwalificeerde elektromonteurs.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yReparaties alleen door geautoriseerde gebruikers.
D“1.2 Geautoriseerde doelgroepen (pagina 4).
yGeen reparaties door kinderen onder de 8 en personen,
die gevaren bij het omgaan met het apparaat niet in
kunnen schatten.
yBij werkzaamheden op hoogte moet u letten op een
stabiele stand (b.v. een stabiele keukentrap).
yDe kookplaat en andere delen die aangeraakt kunnen
worden moeten afgekoeld zijn.
yDe ventilatorbehuizing mag nooit geopend worden.
6.2 Onderhoud
6.2.1 Lampen vervangen
Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije led-
verlichting. Wanneer er sprake is van een storing:
Neem contact op met uw dealer of de klantenservice.
6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie-
modus en hybride modus)
Geurtjes worden door de filtervulling in het circulatie- of
hybride filter gebonden. De geurloze, gereinigde lucht wordt
weer naar de ruimte geleid.
Het circulatie- en hybride filter zijn maximaal twee jaar
onderhoudsvrij.
Daarna moet de filtervulling regelmatig vernieuwd worden.
Vervangingsintervallen
yAls de controle-indicatie knippert - elke 1000 bedrijfsuren
van de ventilator.
D“4.2.3 Controle-indicatie filtervulling (pagina 21).
yBij geuren in de uitstromende lucht.
yBij dagelijks gebruik uiterlijk na 24 maanden.
yBij af-en-toe-gebruik uiterlijk na 36 maanden.
DATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door vallende delen!
Bij werkzaamheden aan het apparaat kunnen delen van
het apparaat of werktuigen vallen en tot schade aan
keukenelementen leiden.
Bescherm de afgekoelde kookplaat en andere vlakken in
het kookgedeelte (b.v. met dik karton).
1.
2.
Maak de binnenste rookkanaalplaat aan beide zijden van
de rookkanaalbevestiging los.
27
Reparaties
6005049_0 – 21.11.2019
NL
Schuif de binnenste rookkanaalplaat naar beneden.
Neem het rookkanaal van het apparaat af.
Circulatiefilter uitbouwen
Til het filter minimaal 30 mm op.
Neem het filter naar voren uit het apparaat.
Hybride filter uitbouwen
1.
2.
Verwijder de afzuigleiding van het hybride filter.
Til het filter minimaal 30 mm op.
Neem het filter naar voren uit het apparaat.
Het verwisselen van de filtervulling wordt uitgevoerd
zoals in de desbetreffende handleiding wordt beschreven.
Vervang de filtervulling.
Reinig het filter van buiten (b.v. door afzuigen met een
stofzuiger).
Zet het filter er weer op.
D“3.5.7 Filter plaatsen (bij luchtcirculatiemodus en
hybride modus)” (pagina 15).
Monteer het rookkanaal.
D“3.5.10 Rookkanaal monteren (pagina 17).
Schakel de controle-indicatie op het bedieningspaneel
uit.
D“4.3 Apparaat configureren (pagina 23).
28
Reparaties
6005049_0 – 21.11.2019
6.3 Verhelpen van storingen
Mogelijke storingen worden hieronder als volgt beschreven:
Beschrijving van de storing.
yMogelijke oorzaak.
Oplossing.
Ventilator en verlichting werken niet.
yGeen stroomtoevoer.
Controleer of de netkabel aan beide kanten
aangesloten is.
yDe zekering is geactiveerd of is defect.
Controleer of de zekering gereageerd heeft.
Wanneer u over een automatische zekering beschikt,
schakelt u de automatische zekering in.
In geval van andere zekeringstypes neemt u contact
op met een elektricien.
Ventilator werkt niet.
yHet apparaat is niet ingeschakeld.
Controleer alle vermogensniveaus.
D“4.2.1 Normaal bedrijf (pagina 20).
yHet apparaat is aangesloten op een
raamcontactschakelaar en het raam is gesloten.
Open het raam.
yHet apparaat is op een veiligheidsinrichting aangesloten.
De veiligheidsinrichting herkent een kritische onderdruk.
Open een raam.
Wacht tot de luchtdruk weer normaal is.
Verlichting werkt niet.
yDe software van het apparaat moet opnieuw worden
opgestart.
Onderbreek de elektrische voeding ca. 10 seconden.
yLamp is defect.
Neem contact op met uw dealer of de klantenservice.
Geurvorming tijdens het bedrijf.
yDe filtervulling is opgebruikt.
Vervang de filtervulling.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie modus
en hybride modus)” (pagina 26).
Slecht vermogen van het apparaat.
yHet circulatiefilter is dichtgeslibd.
Vervang de filtervulling van het circulatiefilter.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie modus
en hybride modus)” (pagina 26).
yHet hybride filter is dichtgeslibd.
Vervang de filtervulling van het hybride filter.
D“6.2.2 Filtervulling vervangen (bij luchtcirculatie modus
en hybride modus)” (pagina 26).
yDe afzuigleiding werd ondeskundig aangesloten of
verplaatst.
Neem contact op met uw dealer of de klantenservice.
Het bedieningspaneel reageert niet na herhaaldelijk aanraken.
yHet bedieningspaneel is vuil.
Reinig het bedieningspaneel.
D“5. Reiniging (pagina 24).
yDe software van het apparaat moet opnieuw gestart
worden.
Onderbreek de elektrische voeding ca. 10 seconden.
Vocht in het apparaat.
yEr zijn druppels of spatwater in het apparaat
binnengedrongen.
yEr is vloeistof (b.v. uit vazen, flessen op het apparaat) in
het apparaat binnengedrongen.
Onderbreek meteen de stroomtoevoer door de
zekering te verwijderen.
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer van het apparaat
niet per ongeluk opnieuw ingeschakeld wordt. Laat
bijv. iemand opletten dat niemand de zekering
inschakelt.
Zorg ervoor dat er verder geen vloeistoffen in het
apparaat binnendringen kunnen.
Laat het apparaat drogen.
Laat het apparaat door gekwalificeerd personeel
controleren en repareren voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
Wanneer een storing niet verholpen kan worden:
Neem contact op met uw dealer of de klantenservice.
29
Demontage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
7. Demontage
DWAARSCHUWING!
Verwondingsgevaar door ondeskundig gebruik!
De grootte en het gewicht van het apparaat vergen bij het
wegnemen ervan veel kracht. Wanneer het apparaat valt,
is ernstig letsel mogelijk.
Haal het apparaat er met twee personen af.
Zorg voor een veilige standplaats bij het wegnemen.
Zorg ervoor, dat er verder geen personen in de werkzone
aanwezig zijn.
DATTENTIE!
Gevaar voor materiële schade door ondeskundig
gebruik!
De grootte en het gewicht van het apparaat vergen bij het
wegnemen ervan veel kracht. Wanneer het apparaat valt,
kunnen het apparaat, keukenmeubels en andere voorwerpen
beschadigd raken.
Dek de afgekoelde kookplaat af.
Houd het montagegedeelte vrij.
Onderbreek op alle polen de stroomvoorziening van het
apparaat.
Trek de netstekker eruit.
Maak de binnenste rookkanaalplaat van de
rookkanaalbevestiging los.
Neem het rookkanaal van het apparaat af.
Indien aanwezig:
Haal de aanwezige aansluitkabels van de accessoires af.
Bij afzuig- en hybride modus:
Verwijder de afzuigleiding.
Bij luchtcirculatiemodus en hybride modus:
Verwijder de filters.
Draai de bevestigingsschroeven ca. een slag los.
Til het apparaat met twee personen op.
Haal het apparaat er naar voren toe af.
Zet het apparaat op een stevige en beschermende
ondergrond.
8. Verwerking van afvalstoffen
8.1 Verpakking afvoeren
DATTENTIE!
Gevaar voor milieuschade door niet-vakkundig afvoeren
van de verpakking!
Geef de verpakking niet met het normale huisvuil mee.
Voer de verpakking af voor een vakkundige,
milieuvriendelijke recycling.
De verpakking dient als bescherming voor transportschade.
Alleen de originele verpakking garandeert voldoende
bescherming tijdens het transport.
Bewaar de verpakking op een plek die voor kinderen niet
toegankelijk is.
Het verpakkingsmateriaal is vanuit milieuvriendelijk oogpunt
gekozen en is vervaardigd van recyclebare materialen. Het
verpakkingsmateriaal kan na gebruik in de kringloop van
grondstoffen terugkeren. Daardoor kunnen waardevolle
grondstoffen gespaard blijven.
yDe buitenverpakking is van karton.
yHet vulmateriaal en de inzetstukken zijn van karton of
polyethyleen (PE).
yDe beschermfolies en zakjes zijn van polyethyleen (PE).
Verwijder de verpakking op milieuvriendelijke wijze als
gescheiden materialen.
30
Bijlage
6005049_0 – 21.11.2019
8.2 Apparaat afvoeren
DATTENTIE!
Gevaar voor milieuschade door niet-vakkundig afvoeren
van het apparaat!
Het apparaat valt onder Europese Richtlijn 2012/19/EU en
mag niet worden afgevoerd met het huishoudelijk afval.
Geef het apparaat na de gebruiksperiode niet met het
normale huisvuil mee.
Informeer bij uw stads- of gemeentebestuur naar de
mogelijkheden om het apparaat een op een vakkundige,
milieuvriendelijke manier te recyclen.
Maak het apparaat na de demontage onbruikbaar,
b.v. door de spanningsloze netkabel eraf te knippen.
Het apparaat volgens de wettelijke bepalingen via
een deskundig afvalverwerkingsbedrijf of uw lokale
inzamelpunt recyclen.
WEEE-Reg.-Nr. 59614689
9. Bijlage
9.1 Productgegevensblad
Conform artikel 3 paragraaf 1 b lid ii
van verordening (EU) nr. 65/2014
De informatie op het energielabel is van toepassing op de
afzuiging in de afzuigmodus zonder BackFlow-technologie.
BKH90GL-2E02 BKH110GL-2E02
A+++
A++
A+
65/2014
kWh/annum
dB
A
berbel BKH 90 GL-2 E02
37
58
ABCDEFG ABCDEFG ABCDEFG
A+++
A++
A+
65/2014
kWh/annum
dB
B
berbel BKH 110 GL-2 E02
39
60
ABCDEFG ABCDEFG ABCDEFG
31
Bijlage
6005049_0 – 21.11.2019
NL
BKH90GL-2E02
BKH110GL-2E02
Jaarlijks energieverbruik
in kWh 37,1 39,4
Energie-efficiëntie-index (EEI) 54,8 55,8
EEI Hood klasse A B
FDE Hood 30,5 31,9
FDE Hood klasse A A
LE Hood 36,6 32,3
LE Hood klasse A A
GFE Hood 85,7 85,2
GFE Hood klasse B B
Volumestroom bij afzuigmodus
in m³/h
Niveau min. tot max. 280/
320/380
340/
400/500
Niveau Power/Intensief 470 620
Volumestroom bij
luchtcirculatiemodus in m³/h
Niveau min. tot max. 230/
280/330
280/
320/410
Niveau Power/Intensief 420 510
Geluidsniveau bij afzuigmodus
in db(A)
Niveau min. tot max. 50/
54/58
52/
55/60
Niveau Power/Intensief 64 66
Geluidsniveau bij luchtcirculatiemodus
in db(A)
Niveau min. tot max. 54/
58/62
54/
59/64
Niveau Power/Intensief 67 69
Vermogensverbruik stand-by
in Watt (W) 0,3 0,3
Vermogensverbruik stand-off
in Watt (W) 0,2 0,2
9.2 Contact
Wanneer u suggesties of vragen heeft, kiest u uit de volgende
mogelijkheden:
Post: berbel Ablufttechnik GmbH
Sandkampstraße 100
D-48432 Rheine
Telefoon: +49 (0) 5971 / 80 80 9 - 0
Ma t/m do 8:00 – 17:30 uur
en vr 8:00 – 16:30 uur
Fax: +49 (0) 5971 / 80 80 9 - 10
Internet: www.berbel.de
E-mail: info@berbel.de
Contact opnemen met de klantenservice van de
fabrikant
U kunt op verschillende manieren contact opnemen met
onze klantenservice. Kies uit de volgende mogelijkheden:
Telefoon: +49 (0) 5971 / 80 80 9 - 0
Ma t/m do 8:00 – 17:00 uur
en vr 8:00 – 15:00 uur
Fax: +49 (0) 5971 / 80 80 9 - 10
E-mail: service@berbel.de
6005049_0
21.11.2019
22

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Berbel BKH 90 GL-2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Berbel BKH 90 GL-2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 8.76 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Berbel BKH 90 GL-2

Berbel BKH 90 GL-2 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 32 pagina's

Berbel BKH 90 GL-2 Gebruiksaanwijzing - English - 32 pagina's

Berbel BKH 90 GL-2 Gebruiksaanwijzing - Français - 32 pagina's

Berbel BKH 90 GL-2 Gebruiksaanwijzing - Italiano - 32 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info