214759
44
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
Welkom
MP620p Digitale projector
Mainstream-serien
Gebruikershandleiding
Copyright
Copyright 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of
computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling
van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere
merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Inhoud iii
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinstructies .......................... 1
Inleiding.................................................................. 5
Kenmerken van de projector ......................................... 5
Inhoud van de verpakking .............................................. 6
Optionele accessoires ...............................................................................6
Buitenkant van de projector ........................................... 7
Voorkant/bovenkant ...............................................................................7
Achterkant ................................................................................................7
Onderkant ................................................................................................7
Bedieningselementen en functies ................................... 8
Extern bedieningspaneel ..........................................................................8
Afstandsbediening ...................................................................................9
Bereik van de afstandsbediening ...........................................................10
De batterij van de afstandsbediening vervangen ..................................10
De projector plaatsen........................................... 11
Een locatie kiezen ......................................................... 11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen ... 12
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen: 13
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen: ...13
Aansluitingen ....................................................... 15
Een computer of beeldscherm aansluiten ................... 15
Een computer aansluiten .......................................................................15
Een beeldscherm aansluiten ..................................................................16
Video-apparaten aansluiten.......................................... 17
Een componentvideo-apparaat aansluiten............................................18
Een S-Video-apparaat aansluiten...........................................................19
Een composietvideo-apparaat aansluiten..............................................20
Bediening.............................................................. 21
Starten ........................................................................... 21
De wachtwoordbeveiliging gebruiken ......................... 21
Het wachtwoord instellen: .....................................................................21
Als u het wachtwoord bent vergeten: ....................................................22
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten: .........22
Het wachtwoord wijzigen: .....................................................................22
De hoogte aanpassen .................................................... 23
Het beeld automatisch aanpassen ................................ 23
Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen .... 24
Inhoudiv
Keystone (Trapezium) corrigeren ................................24
Projectietoepassing selecteren .......................................25
Schakelen tussen ingangssignalen ................................25
Het beeld verbergen ......................................................25
Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening .....26
Het beeld stilzetten ........................................................26
Afsluiten .........................................................................26
Menubewerkingen .........................................................27
Menusysteem ......................................................................................... 27
De menu's gebruiken ............................................................................ 28
1. Menu Beeld ........................................................................................ 29
2. Menu Pro-beeld ................................................................................. 31
3. Menu Setting (Instellingen) .............................................................. 32
4. Menu Geavanceerd ........................................................................... 33
5. Menu Informatie................................................................................ 35
Onderhoud ........................................................... 36
Onderhoud van de projector ........................................36
De lens reinigen ..................................................................................... 36
De projectorbehuizing reinigen ............................................................ 36
De projector opbergen .......................................................................... 36
De projector vervoeren ......................................................................... 36
Informatie over de lamp ................................................37
De gebruiksduur van de lamp berekenen ............................................ 37
Waarschuwingsberichten ...................................................................... 37
De lamp vervangen ................................................................................ 38
Informatie over de temperatuur ........................................................... 41
Lampjes................................................................................................... 42
Veiligheidsvoorschriften voor de plafondmontage van de BenQ-projector44
Probleemoplossing............................................... 45
Specificaties........................................................... 46
Projectorspecificaties ....................................................46
Timing-diagram .............................................................47
Ondersteunde timing voor PC-ingang ................................................ 47
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr -ingang .................... 47
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang ....................... 47
Afmetingen ....................................................................48
Garantie ................................................................ 49
Beperkte garantie ...........................................................49
Verklaringen ......................................................... 50
FCC-verklaring ..............................................................50
Inhoud v
EU-verklaring ............................................................... 50
MIC-verklaring ............................................................. 50
AEEA-richtlijn .............................................................. 50
Inhoudvi
<Memo>
Belangrijke veiligheidsinstructies 1
Belangrijke veiligheidsinstructies
De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor
IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Let op
Open de behuizing niet, om het risico
van elektrische schokken te
voorkomen. In het station bevinden
zich geen onderdelen die door de
gebruiker kunnen worden
onderhouden.
Lees deze gebruikershandleiding
aandachtig door voordat u de
projector gaat gebruiken. Bewaar deze
gebruikershandleiding voor
toekomstig gebruik.
Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan uw
ogen beschadigen.
Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
Zorg er altijd voor dat de lenssluiter is
geopend of de lensdop is verwijderd
wanneer de projectorlamp brandt.
In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning van
100 tot 240 V (wisselstroom), kan het
apparaat uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet. In gebieden waar
dit risico hoog is, is het raadzaam de
projector aan te sluiten op een
spanningsstabilisator, piekbeveiliging
of UPS-systeem (Uninterruptible
Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies2
Veiligheidsinstructies
1. De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
2. Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze
in zeldzame gevallen breken.
3. Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
4. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
5. Het wordt aanbevolen dit apparaat
niet zelf te demonteren om het risico
van een elektrische schok te
vermijden. Wanneer er onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden aan het
apparaat nodig zijn, dient u een
bevoegd technicus in te schakelen.
Wanneer het apparaat na
demontage verkeerd in elkaar wordt
gezet en vervolgens wordt gebruikt,
kunnen zich storingen of elektrische
schokken voordoen.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6. Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes:
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40 °C.
- Plaatsen die hoger zijn dan 3000 m.
7. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats het apparaat niet op een laken,
beddengoed of andere zachte materialen.
- Bedek het apparaat niet met een doek of
andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting in
het apparaat brand ontstaan.
8. Plaats het apparaat tijdens gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer
dan 10 graden (links naar rechts) of in een
hoek van meer dan 15 graden (voor naar
achter). Als u het apparaat gebruikt
wanneer het niet volledig horizontaal
staat, werkt het mogelijk niet optimaal of
kan de lamp beschadigd raken.
9. Plaats het apparaat niet verticaal. De
projector kan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
3000
m
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
10. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op. Dit kan niet alleen
schade aan de projector veroorzaken,
maar kan ook leiden tot ongevallen en
mogelijk letsel.
11. Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen heet
worden en daardoor vervormd raken of
vlam vatten. Druk op Blank
(Onderdrukken) op de projector of op
de afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
12. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in de
projector wordt gemorst, werkt deze
mogelijk niet meer. Haal in dit geval de
stekker uit het stopcontact en laat een
BenQ-onderhoudstechnicus de
projector controleren.
13. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat het apparaat stevig
vastzit.
Inleiding 5
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een
gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken:
Instelbare wachtwoordbeveiliging
Compact en draagbaar model
Kwalitatief hoogwaardige handmatige zoomlens
Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
Digitale trapeziumcorrectie om vervormde beelden te corrigeren
Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
Projectielamp met een zeer hoge helderheid
Weergave van 16,7 miljoen kleuren
Meertalige schermmenu's
Schakelen tussen de normale en economische modus om het stroomverbruik te
verminderen
Ingebouwde luidspreker voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
Krachtige AV-functie voor kwalitatief hoogwaardig AV-beeld
Compatibel met component-HDTV (YP
bPr)
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de
instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangsbron, én van de
afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is
normaal.
Inleiding6
Inhoud van de verpakking
Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of op
video-apparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle
onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u
contact op te nemen met de leverancier.
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die
in de afbeeldingen.
Optionele accessoires
Projector Draagtas Gebruikers-
handleiding
Gebruikers-
handleiding op
cd-rom
Trek aan het klepje voordat u de afstandsbediening
gebruikt.
Snelgids Afstands-
bediening en
batterij
V G A - k a b e l U S B - k a b e l N e t s n o e r R e i n i g i n g s d o e k
1. Macintosh-adapter
2. Lamp van 200 W
3. Plafondmontageset
4. Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
5. RS232-aansluiting
Inleiding 7
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
Achterkant
Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor meer informatie over het aansluiten van andere
apparatuur.
Onderkant
1. Extern bedieningspaneel
(Zie "Extern bedieningspaneel" op
pagina 8 voor meer informatie.)
2. Ventilatierooster
3. Projectielens
4. Knop voorste versteller
5. Lensdop
6. Focusring en zoomring
7. IR-sensor afstandsbediening
voorzijde
1
2
3
4
5
6
7
8. Achterste verstelvoetje
9. Aansluiting netsnoer
10. Sleuf voor Kensington-
vergrendeling
11. IR-sensor afstandsbediening
12. RS-232-controlepoort
13. USB-aansluiting
14. Aansluiting voor RGB (PC)-/
componentvideo (YPbPr/YCbCr)-
signaalinvoer
15. Aansluiting voor RGB-signaaluitvoer
16. Videoaansluiting
17. S-Video-aansluiting
18. Audioaansluiting
19. Luidspreker
11
12 13 14 15 16 17
18
19
8
9
10
20. Voorste verstelvoetje
21. Lampdeksel
22. Achterste verstelvoetje
20
21
22
Inleiding8
Bedieningselementen en functies
Extern bedieningspaneel
1. Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2. Blank (Onderdrukken) (zie "Het beeld verbergen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op
het bedieningspaneel om de afbeelding opnieuw weer te geven.
3. Mode (Modus) (zie "Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.)
Afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal zijn er verschillende
afbeeldingsmogelijkheden beschikbaar.
4. Source (Bron) (zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee selecteert u achtereenvolgens het ingangssignaal RGB, componentvideo,
S-Video of video.
5. Auto (zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 23 voor meer informatie.)
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
6. Waarschuwingslampje lamp (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
7. Waarschuwingslampje temperatuur (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer
informatie.)
Knippert rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
8. Power-lampje (aan/uit) (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
9. 3 Links
10. Rechts 4 (zie "Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 24 voor meer
informatie.)
Als het schermmenu niet is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #10 als
sneltoetsen voor Keystone -/+ (Trapezium).
11. 6 Menu (zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.)
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in.
12. 5 Exit (Afsluiten)
Hiermee slaat u de menu-instellingen op en sluit u het menu.
1
2
9
8
7
12
6
5
10
4
11
3
13
14
I
Inleiding 9
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #12 als
richtingsknoppen om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen.
13. Focusring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
14. Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Draai de ring rechtsom om het beeld te
vergroten of linksom om het beeld te verkleinen.
Afstandsbediening
1. Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2. Stilstaand beeld
Wanneer u deze knop indrukt, wordt het beeld stilgezet. Het pictogram " " wordt
in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven. Als u het beeld weer wilt laten
bewegen, drukt u nogmaals op de knop voor stilstaand beeld.
3. 5Omhoog, 6 Omlaag
4. 3Links, Rechts 4
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen 5 Omhoog,
6 Omlaag, 3 Links en Rechts 4 als richtingsknoppen om de gewenste items te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
5. Menu (zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.)
Hiermee kunt u de gewenste items selecteren en de instellingen wijzigen.
6. Keystone (Trapezium) (zie pagina "Keystone (Trapezium) corrigeren" op
pagina 24 voor meer informatie.)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek
worden veroorzaakt.
1
2
3
4
5
3
6
7
8
9
10
11
I
Inleiding10
7. Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag) (zie "Door pagina's scrollen vanaf
de afstandsbediening" op pagina 26 voor meer informatie.)
Met deze knoppen kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op
scrollopdrachten (bijv. Microsoft PowerPoint)
.
8. Auto (zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 23 voor meer informatie.)
Hiermee worden automatisch de beste beeldinstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
9. Source (Bron) (zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee selecteert u achtereenvolgens het ingangssignaal RGB, componentvideo,
S-Video of video.
10. Blank (Onderdrukken) (zie "Het beeld verbergen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op de
afstandsbediening om de afbeelding opnieuw weer te geven.
11. Mode (Modus) (zie "Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.)
Afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal zijn er verschillende
afbeeldingsmogelijkheden beschikbaar.
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en
achterzijde van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal
30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De
afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 6 meter bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder de batterijhouder.
2. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De
positieve pool van de batterij moet naar
buiten wijzen.
3. Duw de houder in de afstandsbediening.
Vermijd hoge temperaturen en
vochtigheid. De batterij kan beschadigd
raken als u deze niet correct plaatst.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde
type of een soortgelijk type batterijen,
zoals door de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet
gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke
lekkage van de batterij.
~ 6 m
De projector plaatsen 11
De projector plaatsen
Een locatie kiezen
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Op de vloer en voor het scherm;
2. Op het plafond en voor het scherm;
3. Op de vloer en achter het scherm;
4. Op het plafond en achter het scherm.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
I. Vloer voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en voor het scherm installeert. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
II. Plafond voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen,
kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij
uw leverancier kopen.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in
het menu Geavanceerd > Spiegel.
III. Vloer achterkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in
het menu Geavanceerd > Spiegel.
IV. Plafond achterkant
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u
in het menu Geavanceerd > Spiegel.
De projector plaatsen12
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
De maximale (native) resolutie van de projector is 1024 x 768 pixels, wat overeenkomt met
een 4:3-beeldverhouding. Voor de projectie van beelden met een 16:9-verhouding
(breedbeeld) dient de projector de grootte van de desbetreffende beelden aan te passen aan
de native beeldbreedte van het apparaat. De hoogte van de beelden bedraagt hierdoor
ongeveer 75% van de native beeldhoogte van de projector.
Bij een 16:9-beeld wordt dus 25% van de mogelijke beeldhoogte bij een 4:3-beeld niet
gebruikt. Boven en onder het aangepaste 16:9-beeld worden donkere balken weergegeven
(met verticale hoogte van 12,5%).
Houd bij het positioneren van de projector rekening met het doelgebruik en met de
beeldverhoudingen van de ingangssignalen. Alle ingangen (behalve de composietvideo-
ingang die 16:9-beeldsignalen ontvangt) geven beelden met een 4:3-verhouding weer
(waarbij 33% meer ruimte nodig is voor de beeldhoogte dan bij beelden met een 16:9-
verhouding).
BELANGRIJK: selecteer geen permanente projectorpositie op basis van een 16:9-projectie als
u op enig moment een ingang moet selecteren (behalve de composietvideo-ingang die
16:9-beeldsignalen ontvangt).
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijv. op een tafel) en in een
loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u
beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op
oppervlakken met hoeken projecteert).
De hedendaagse digitale projectoren projecteren niet recht vooruit zoals oudere modellen
met spoelen. Ze projecteren het beeld in een hoek net boven het horizontale vlak van de
projector. Op deze manier kan de gebruiker de projector gewoon op een tafel plaatsen en
worden de beelden zodanig op het scherm geprojecteerd dat de onderste rand van het
scherm net boven de tafelrand komt (zodat iedereen in de kamer het scherm goed kan zien).
De projector moet ondersteboven tegen het plafond worden geïnstalleerd, zodat het beeld in
een hoek naar omlaag wordt geprojecteerd.
Op het diagram ziet u dat de onderste rand van het geprojecteerde beeld in een verticale
zoek zit ten opzichte van het horizontale vlak van de projector. Bij de plafondmontage is dat
de bovenste rand van het geprojecteerde beeld.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de
verticale hoek wordt groter.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden
met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide
afhankelijk van de afstand tot het scherm.
Bepaal aan de hand van de tabel met schermgrootten (4:3) de ideale positie van de projector.
U dient rekening te houden met de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het
scherm (projectieafstand) en met de verticale hoek van de projector ten opzichte van de
horizontale rand van het scherm.
4:3-beeld in een 4:3-beeldvlak 16:9-beeld aangepast aan een 4:3-beeldvlak
De projector plaatsen 13
De positie van de projector bij een bepaalde
schermgrootte bepalen:
1. Selecteer de schermgrootte.
2. Zoek in de linkerkolom 'Schermdiameter' de afmetingen van uw scherm. In de tweede
kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm
onder 'Gemiddeld'. Dit is de projectieafstand.
3. In de rechterkolom vindt u in dezelfde rij de verticale hoek. Zo bepaalt u de
uiteindelijke verticale hoek van de projector ten opzichte van de rand van het scherm.
4. De aanbevolen positie van de projector is loodrecht op het horizontale midden van het
scherm, op de afstand van het scherm die u in stap 2 hebt bepaald, en in de hoek die u
in stap 3 hebt bepaald.
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de maximale projectieafstand ongeveer
4691 mm en bedraagt de verticale hoek 46 mm.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of
omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld
enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de trapeziumfunctie
(Keystone). Zie "Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 24 voor informatie over deze
functie.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand
bepalen:
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm
het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die
ruimte.
1. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de
projectieafstand.
2. Zoek in de kolom 'Gemiddeld' van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Controleer
of de gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand ligt die wordt weergegeven
in de kolommen naast de gemiddelde afstand.
3. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiameter. Dit is de
grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
4. In de rechterkolom vindt u in dezelfde rij de verticale hoek. Zo bepaalt u de uiteindelijke
positie van het scherm ten opzichte van het horizontale vlak van de projector.
Voor een projectieafstand van 4,5 m (4500 mm) is 4617 mm de dichtstbijzijnde waarde in de
kolom 'Gemiddeld'. Als u dezelfde rij bekijkt in de kolom 'Schermdiameter', merkt u dat een
scherm van 3000 mm (3 m) het beste is. Kunt u de schermen alleen in een inch-formaat
krijgen, dan schaft u het beste een 108-inch of een 120-inch scherm aan. Deze afmetingen
worden boven en onder het 3000-mm scherm weergegeven.
Als u de minimale en maximale projectieafstand voor deze schermgrootten controleert, ziet
u meteen dat de projectieafstand van 4,5 m ook geschikt is voor deze schermen. De projector
kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat bij deze projectieafstand op de
verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de verschillende
schermen een verschillende verticale hoek hebben.
De projector plaatsen14
Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door de variaties van de optische onderdelen.
4:3 schermdiagonaal Afstand van scherm in mm Verticale hoek
in mm
voet inch mm Min. lengte
(met max.
zoom)
Gemiddeld Max. lengte
(met min.
zoom)
4 48 1219 1745 1876 2007 18
1500 2148 2199 2250 23
5 60 1524 2182 2345 2509 23
6 72 1829 2618 2815 3011 27
2000 2863 3078 3293 30
7 84 2134 3055 3284 3513 32
8 96 2438 3491 3753 4015 36
2500 3579 3848 4116 38
9 108 2743 3927 4222 4516 41
3000 4295 4617 4939 45
10 120 3048 4364 4691 5018 46
3500 5011 5387 5763 53
12 144 3658 5236 5629 6022 55
4000 5727 6157 6586 60
15 180 4572 6545 7036 7527 69
5000 7158 7695 8232 75
18 216 5486 7855 8444 9033 82
6000 8590 9234 9878 90
25 300 7620 10909 11727 12545 114
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Hoek
Aansluitingen 15
Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden
meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 6). Deze
kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Een computer of beeldscherm aansluiten
Een computer aansluiten
De projector beschikt over een VGA-aansluiting voor laptops of bureaucomputers.
U kunt de projector ook aansluiten op een computer via de USB-kabel, zodat u vanaf de PC
of de notebook door pagina's kunt scrollen. (zie "Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening" op pagina 26).
Sluit de projector als volgt aan op een laptop of bureaucomputer:
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-kabel aan op de D-Sub-uitgang van
de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de D-SUB/COMP IN-
signaalingang van de projector.
3. Wilt u door pagina's scrollen via de afstandsbediening geven (zie "Door pagina's
scrollen vanaf de afstandsbediening" op pagina 26), sluit dan de grote stekker van de
USB-kabel aan op de USB-poort van de computer en de kleine stekker op de USB-
aansluiting van de projector.
4. Kies een geschikte audiokabel en sluit het ene uiteinde aan op de audio-uitgang van de
computer en het andere op de audio-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
Laptop of bureaucomputer
USB-kabel
Audiokabel
VGA-kabel
Aansluitingen16
U hebt een Mac-adapter (optioneel accessoire) nodig als u oudere Macintosh-computers
wilt aansluiten.
Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een
projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de
externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets
CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van
deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw laptop voor meer informatie over
mogelijke toetsencombinaties.
Een beeldscherm aansluiten
Als u uw presentatie zowel op een klein beeldscherm als op het projectiescherm wilt volgen,
kunt u de RGB-signaaluitgang op de projector met een extern beeldscherm verbinden via
een VGA-kabel:
1. Sluit de projector aan een computer. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 15.
2. Kies een geschikte VGA-kabel (slechts één meegeleverd) en sluit het ene uiteinde aan
op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
3. Sluit het andere uiteinde aan op de D_SUB OUT-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De D-Sub-uitgang werkt alleen wanneer er een geschikte D-Sub-ingang is voorzien op de
projector.
Laptop of bureaucomputer
VGA-kabel
VGA-kabel
Aansluitingen 17
Video-apparaten aansluiten
U kunt de projector aansluiten op diverse video-apparaten met een van de volgende
uitgangen:
•Componentvideo
•S-Video
Video (composiet)
U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een
andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare
overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste video-apparaat.
Beste videokwaliteit
De componentvideo-uitgang biedt de beste videokwaliteit (verwar deze uitgang niet met de
composietvideo-uitgang). Digitale TV-tuners en DVD-spelers zenden steeds
componentvideosignalen uit. Gebruik deze uitgang als de gewenste video-apparatuur erover
beschikt.
Zie "Een componentvideo-apparaat aansluiten" op pagina 18 voor informatie over het
aansluiten van de projector op componentvideo-apparaten.
Betere videokwaliteit
De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard
composietvideo-uitgang. Selecteer de S-Video-uitgang als de gewenste video-apparaten een
composietvideo- én S-Video-uitgang hebben.
Zie "Een S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 19 voor informatie over het aansluiten van
de projector op S-Video-apparaten.
Goede videokwaliteit
Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat
is echter niet optimaal.
Zie "Een composietvideo-apparaat aansluiten" op pagina 20 voor informatie over het
aansluiten van de projector op composietvideo-apparaten.
Audio-apparaten aansluiten
De projector heeft een ingebouwde mono-luidspreker met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze luidspreker is niet bedoeld voor het stereogeluid van
thuisbioscopen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de
luidspreker van de projector.
Als u een apart geluidssysteem hebt, doet u er goed aan de audio-uitgang van het video-
apparaat op dit systeem aan te sluiten en niet op de mono-aansluiting van de projector.
De audio-aansluitingen in de volgende gedeelten zijn alleen ter informatie. U hoeft geen
audio-apparaten aan te sluiten op de projector als er een ander geluidssysteem beschikbaar is
of als er geen geluid nodig is.
Aansluitingen18
Een componentvideo-apparaat aansluiten
Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen
beschikbaar zijn:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat:
1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het
uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het
video-apparaat. Zorg dat de kleuren van de connectoren overeenkomen met die van
de uitgangen: groen op groen, blauw op blauw en rood op rood.
2. Sluit het andere uiteinde van de adapterkabel (met een D-Sub-connector) aan op de
D-SUB/COMP IN-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie "Audio-apparaten aansluiten" op pagina 17 voor meer informatie.
Componentvideo is de enige video-uitgang voor beelden met een native
beeldverhouding van 16:9.
De volgende standaarden worden ondersteund als u de projector hebt aangesloten op een
High Definition TV-tuner (HDTV):
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het video-apparaat is
ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
480i 480p
576i 576p
720p (50/60 Hz) 1080i (50/60 Hz)
AV-apparaat
Componentvideo-naar-
VGA (of D-sub)
adapterkabel
Audiokabels
Aansluitingen 19
Een S-Video-apparaat aansluiten
Controleer of er op het video-apparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Sluit de projector als volgt aan op een S-Video-apparaat:
1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang van
het video-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de S-VIDEO-aansluiting van de
projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie "Audio-apparaten aansluiten" op pagina 17 voor meer informatie.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het video-
apparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
Als u al een componentvideo-aansluiting hebt aangebracht tussen de projector en het
S-Video-apparaat, is een S-Video-aansluiting overbodig. Deze aansluiting is van mindere
kwaliteit. Zie "Video-apparaten aansluiten" op pagina 17 voor meer informatie.
AV-apparaat
S-Video-kabel
Audiokabels
Aansluitingen20
Een composietvideo-apparaat aansluiten
Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar
zijn:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Sluit de projector als volgt aan op een composietvideo-apparaat:
1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) videokabel aan op de composietvideo-
uitgang van het video-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie "Audio-apparaten aansluiten" op pagina 17 voor meer informatie.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het video-
apparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
Alleen als er geen componentvideo- en S-Video-ingangen beschikbaar zijn, gebruikt u
een composietvideo-aansluiting. Zie "Video-apparaten aansluiten" op pagina 17 voor
meer informatie.
AV-apparaat
Videokabel
Audiokabels
Bediening 21
Bediening
Starten
1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in
(indien nodig). Controleer of het Power-lampje (aan/
uit) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is
ingeschakeld.
2. Verwijder de lensdop. Als u dit niet doet, wordt deze
mogelijk vervormd door de hitte.
3. Houd de aan/uit-knop op de afstandsbediening of de
projector twee seconden ingedrukt om de projector
te starten. Het Power-lampje (aan/uit) knippert
groen en blijft branden als het apparaat wordt
ingeschakeld.
Nadat u op de aan/uit-knop hebt gedrukt, duurt het
opstarten ongeveer 30 seconden. In de latere fase van
het opstarten wordt het standaard BenQ-logo
weergegeven.
4. Als u een wachtwoord dient in te voeren, drukt u op
de pijltjestoetsen om het viercijferige wachtwoord te
selecteren en vervolgens drukt u op Auto. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken"
op pagina 21 voor meer informatie over de wachtwoordbeveiliging.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar ingangssignalen. De gescande invoerbron wordt in het
midden van het scherm weergegeven. De projector blijft zoeken tot er een
ingangssignaal wordt gedetecteerd.
U kunt ook op de knop Source (Bron) op de projector of afstandsbediening drukken
om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 25 voor meer informatie.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt,
wordt het bericht “Out of Range” (Buiten bereik) weergegeven op een leeg scherm.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector
voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via
het schermmenu. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie over de
werking van de schermmenu's.
WAARSCHUWING: het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt
en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw
wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd
terug kunt vinden.
Het wachtwoord instellen:
LET OP: als u de wachtwoordbeveiliging hebt ingesteld, kunt u de projector alleen gebruiken
als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het
wachtwoord opgeven.
1. Open het schermmenu en ga naar Instellingen > Wachtwo ord. Selecteer Aan
met Links 3of Rechts 4.
Bediening22
2. Als u de functie voor de eerste keer activeert,
ziet u een bericht op het scherm. Met de knop
Omhoog 5 of Omlaag 6 kunt u een getal
selecteren voor elk cijfer van het wachtwoord.
Met de knop Links 3 of Rechts 4 kunt u van
cijfer naar cijfer gaan.
3. Druk ter bevestiging op Auto als u alle cijfers
hebt ingevoerd en het wachtwoord klaar is. Er
wordt een bevestiging weergegeven.
Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm wanneer u het invoert.
BELANGRIJK: noteer het gekozen wachtwoord in deze handleiding, zodat u het altijd
kunt terugvinden.
Wachtwoord: __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
4. Voer een van de volgende 3 stappen uit.
i. Druk op Auto om verder te gaan. Het wachtwoord is ingesteld zodra het bericht
“Wachtwoordwijziging succesvol uitgevoerd” wordt weergegeven.
ii. Als u terug wilt keren naar het
vorige scherm en vier nieuwe
cijfers wilt opgeven, drukt u op
Omhoog 5.
iii. Druk op Omlaag 6 als u de
wachtwoordbeveiliging wilt annuleren en terug wilt keren naar het schermmenu.
Als u het wachtwoord bent vergeten:
Telkens wanneer u de projector start, wordt u gevraagd het 4-cijferige wachtwoord in te
voeren. Als u een verkeerd wachtwoord opgeeft, krijgt u een foutbericht te zien. U kunt een
nieuwe poging doen door de projector uit te schakelen (druk op de aan/uit-knop) en
opnieuw te starten. Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd en u kunt
het zich absoluut niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het
wachtwoord kunt oproepen.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord
starten:
Houd Rechts 4 5 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op
het scherm. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te
decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te
controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen:
1. Open het schermmenu en ga naar Instellingen > Wachtwoord veranderen.
2. Druk op Links 3 of Rechts 4. Het bericht “Wachtwoord veranderen” wordt
weergegeven.
3. Voer het oude wachtwoord in.
i. Als het wachtwoord juist is, kunt u doorgaan en een nieuw wachtwoord invoeren.
BELANGRIJK: noteer het gekozen wachtwoord in deze handleiding, zodat u het altijd kunt
terugvinden.
Wachtwoord: __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
Password Setup
Enter Password
Press Auto to Confirm
Press 5 or 6 to change number
Press 3 or 4to move
0
0
00
Password Setup
Do you want to use 0 0 0 0 as your password?
Yes Auto No 5 Cancel 6
Bediening 23
ii. Als het wachtwoord niet juist is, wordt het bericht “Fout wachtwoord”
weergegeven. Druk op Omhoog 5 om het opnieuw te proberen of druk op
Omlaag 6 om te annuleren.
4. Controleer het nieuwe wachtwoord.
i. Druk op Auto om de procedure te voltooien.
ii. Druk op Omhoog 5 om opnieuw te proberen.
iii. Druk op Omlaag 6 als u de wachtwoordbeveiliging wilt annuleren en terug wilt
keren naar het schermmenu.
De hoogte aanpassen
De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met
deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De
projectorhoogte aanpassen:
1. Til de projector op en druk de
knop van de versteller in om deze
los te maken. De versteller glijdt
omlaag en wordt in de juiste stand
vergrendeld.
Kijk niet in de lens wanneer de
projectorlamp brandt. Het felle licht kan
schade toebrengen aan uw ogen.
2. Draai aan het achterste
verstelvoetje om de horizontale
hoek nauwkeuriger in te stellen.
Om het verstelvoetje in te schuiven tilt u de projector omhoog terwijl u op de knop van de
voorste versteller drukt en laat u vervolgens de projector langzaam zakken. Draai in
omgekeerde richting aan het achterste verstelvoetje.
Als het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, krijgt het geprojecteerde beeld
een verticale trapeziumvorm. U kunt het probleem oplossen door de waarde voor Keystone
(Trapezium) aan te passen in het menu Beeld via het bedieningspaneel van de projector of via
de afstandsbediening.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit
bij te stellen. Hiervoor drukt u op de knop Auto op het
bedieningspaneel van de projector of de
afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de
ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden
van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale
beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige brongegevens worden gedurende 3 seconden
rechts onderaan het scherm weergegeven.
Tijdens het gebruik van Auto is het scherm leeg.
Bediening24
Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen
Keystone (Trapezium) corrigeren
Een trapeziumfout doet zich voor wanneer het geprojecteerde beeld aan de onderzijde of
bovenzijde duidelijk breder is. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het
scherm staat.
U dient dit te corrigeren door niet alleen de hoogte van
de projector aan te passen, maar ook door handmatig
EEN van de volgende stappen uit te voeren.
1. Druk op de knop 3 Links/Rechts 4 op het
bedieningspaneel van de projector om de statusbalk
Keystone (Trapezium) weer te geven. Druk op Links 3
om het trapeziumeffect aan de bovenzijde van het beeld
te corrigeren. Druk op Rechts 4 om het
trapeziumeffect aan de onderzijde van het beeld te
corrigeren.
2. Druk op / op de afstandsbediening om de
statusbalk Keystone (Trapezium) weer te geven en druk
vervolgens op om het trapeziumeffect aan de
bovenzijde van het beeld te corrigeren of druk op om het trapeziumeffect aan de
onderzijde van het beeld te corrigeren.
3. Druk op 6 Menu op de projector of op Menu op de afstandsbediening. Ga naar
Beeld --> Keystone (Trapezium) en pas de waarden aan door op Links 3/Rechts
4 op de projector of op Links 3/Rechts 4 op de afstandsbediening te drukken.
Bijvoorbeeld:
1. Wijzig de grootte van het
geprojecteerde beeld met behulp van
de zoomring.
2. Stel vervolgens het beeld scherp door
aan de focusring te draaien.
0
Keystone
-6
Keystone
0
Keystone
+6
Keystone
1. Druk op Links 3 op de projector; of
2. Druk op op de afstandsbediening of
3. Druk op Links 3 op de projector of 3 op
de afstandsbediening in het menu Beeld -->
Keystone (Trapezium).
1. Druk op Rechts 4 op de projector; of
2. Druk op op de afstandsbediening of
3. Druk op Rechts
4 op de projector of 4 op
de afstandsbediening in het menu Beeld -->
Keystone (Trapezium).
Bediening 25
Projectietoepassing selecteren
De projector beschikt over verschillende
projectietoepassingen waaruit u de toepassing kunt kiezen die
past bij uw besturingssysteem en het beeldtype van de
invoerbron. Druk op Mode (Modus) om een geschikte
toepassing te selecteren. De beschikbare beeldmodi voor de
verschillende typen signalen vindt u hieronder. Zie
"Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende
apparaten worden aangesloten. De beelden van deze
apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd worden
weergegeven. Als u door de beschikbare invoerbronnen
wilt bladeren, drukt u op de knop Source (Bron) op het
bedieningspaneel van de projector of op de
afstandsbediening. Telkens wanneer u op de knop
drukt, wordt de naam van de geselecteerde bron
3 seconden weergegeven in het midden van het scherm.
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert
tijdens het schakelen tussen de verschillende
ingangssignalen. Grafische "PC"-presentaties met
stilstaande beelden zijn doorgaans helderder dan
"Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
De beschikbare projectietoepassingen zijn afhankelijk
van het type ingang. Zie "Projectietoepassing
selecteren" op pagina 25 voor meer informatie
Het beeld verbergen
Als u de volle aandacht van het publiek op de
presentator wilt richten, kunt u met Blank
(Onderdrukken) de schermafbeelding verbergen. Druk
op een willekeurige knop op de afstandsbediening om
de afbeelding opnieuw weer te geven.
ONDERDRUKKEN” verschijnt rechts onderaan in
het scherm als de afbeelding is verborgen. Wanneer
deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is
gemaakt met het video/S-videosignaal, kunt u het
geluid nog steeds horen.
U kunt de duur van het onderdrukken instellen in het
menu
Geavanceerd --> Tijd inactief,
zodat de projector automatisch wordt uitgeschakeld na een periode van inactiviteit.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen
kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
PC-signaalinvoer
Helderst Presentatie
(standaard)
sRGB/foto Gaming Video
YPbPr- / S-Video- / videosignaalingang
Film (standaard) Bioscoop Gaming Foto
Bediening26
Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening
Met de knoppen Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag)
op de afstandsbediening kunt u een softwareprogramma op de PC
bedienen dat reageert op scrollopdrachten (bijv. Microsoft
PowerPoint)
. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 15 voor meer
informatie.
Sluit de projector met een USB-kabel aan op uw PC of notebook voordat
u deze functie gebruikt.
Het beeld stilzetten
Druk op de afstandsbediening op de knop voor stilstaand beeld om
het beeld op het scherm te 'bevriezen'. U ziet een pictogram in
de rechterbenedenhoek van het scherm. Als u het beeld weer wilt
laten bewegen, drukt u nogmaals op de knop voor stilstaand beeld
op de afstandsbediening, of op de knop Source (Bron) op het
bedieningspaneel van de projector. Drukt u op de knop Source
(Bron), dan wordt ook de invoerbron gewijzigd.
Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een
ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid
horen hoewel het beeld niet meer beweegt.
Afsluiten
1. Druk op de knop Aan/uit. Er wordt
een waarschuwingsbericht
weergegeven. Druk vervolgens
nogmaals op Aan/uit om de projector
uit te schakelen.
2. Het Power-lampje (aan/uit) knippert
oranje en de lamp wordt
uitgeschakeld. De ventilatoren blijven
nog ongeveer 90 seconden draaien
zodat de projector kan afkoelen.
Ter bescherming van de lamp reageert
de projector niet op opdrachten tijdens
het afkoelen.
Activeer de functie voor snelle
afkoeling als u de projector sneller wilt
laten afkoelen. Zie "Snelle afkoeling
(Uit)" op pagina 32 voor meer
informatie
3. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
Trek het netsnoer niet uit het stopcontact als de
projector nog niet is uitgeschakeld en ook niet
tijdens het afkoelproces van 90 seconden.
Ter bescherming van de lamp gaan, als de
projector niet op de juiste manier is afgesloten,
de ventilatoren enkele minuten draaien als u de
projector weer wilt starten. Druk nogmaals op
Aan/uit om de project te starten nadat de
ventilatoren zijn gestopt.
Bediening 27
Menubewerkingen
Menusysteem
De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
*Bij verbindingen met een video- of S-Video-signaal is de functie alleen beschikbaar als het
NTSC-systeem is geselecteerd.
Beschikbare functies bij de ontvangst van verschillende
signaaltypen...
Submenu PC Video/S-Video Componentvideo
Beeld
Projectietoepassing
Keystone
(Trapezium)
Kleurtemperatuur
Helderheid
Contrast
Projectietoepassing
Keystone (Trapezium)
Kleurtemperatuur
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint*
Pro-beeld
Automatisch instellen
grootte
Aspect Ratio
(Beeldverhouding)
Horizontale positie
Verticale positie
Fase
Horizontale afmeting
Automatisch instellen
grootte
Aspect Ratio
(Beeldverhouding)
Scherpte
Instellingen
Dempen
Volume
OSD-tijd
Snelle afkoeling
Wachtwoord
Wachtwoord veranderen
Reset
Geavanceerd
Spiegel
Tijd inactief
Bronscan
Taal
Opstartscherm
Hoogtemodus
Auto uit
Economische modus
Informatie
Bron
Resolutie
Projectietoepassing
Equivalente
gebruiksduur
Bron
Systeem
Projectietoepassing
Equivalente
gebruiksduur
Bron
Resolutie
Projectietoepassing
Equivalente
gebruiksduur
Bediening28
De menu's gebruiken
De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Er zijn 17 verschillende menutalen. (Zie pagina "4. Menu Geavanceerd" op pagina 33 voor
meer informatie.)
In het volgende voorbeeld passen we de instelling Keystone (Trapezium) aan.
1. Druk op 6 Menu op de projector of op
Menu op de afstandsbediening om het
schermmenu in te schakelen.
4. Wijzig de waarden voor
Keystone (Trapezium) met de
knoppen Links 3/Rechts 4 op
de projector of de knoppen Links
3/ Rechts 4 op de
afstandsbediening.
2. Met 3 Links/Rechts 4 op de projector
of Links 3/Rechts 4 op de
afstandsbediening selecteert u het menu
Beeld.
3. Druk op 5 Exit (Afsluiten) of op 6
Menu op de projector of op 6 / 5 op
de afstandsbediening om Keystone
(Trapezium) te selecteren.
5. Druk op 5 Exit (Afsluiten) op
de projector of druk tweemaal*
op Menu op de
afstandsbediening om de
instellingen af te sluiten en op te
slaan.
*Wanneer u één keer drukt, gaat u terug
naar het submenu, wanneer u tweemaal
drukt, wordt het schermmenu gesloten.
Bediening 29
1. Menu Beeld
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
FUNCTIE
(standaard-
instelling/
waarde)
BESCHRIJVING
Projectie-
toepassing
(PC:
Presentatie;
YPbPr/S-
Video/v: Film)
Met de vooraf ingestelde projectietoepassingen kunt u de instellingen
van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Selecteer met de knop Mode (Modus) op de afstandsbediening een
van de beschikbare projectietoepassingen. Zie "Projectietoepassing
selecteren" op pagina 25 voor meer informatie.
PC-signaalinvoer
1. Helderst: maximale helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze
optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid
is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
2. Presentatie (standaard): geschikt voor presentaties. In deze modus
primeert de helderheid opdat de kleuren overeenkomen met die
van de PC of de notebook.
3. sRGB/foto: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver
mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden,
ongeacht de helderheidsinstellingen. De modus is geschikt voor het
bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en
correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische
toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4. Gaming: geschikt voor het spelen van computerspellen in een
kamer met veel licht.
5. Video: is geschikt voor het afspelen van films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de PC-ingang wanneer de projector in
een donkere omgeving wordt gebruikt.
YPbPr-/S-Video-/videosignaalingang
1. Film (standaard): deze modus is geschikt voor het afspelen van
kleurrijke films in een donkere kamer.
2. Bioscoop: is geschikt voor het afspelen van DVD-films met een
thuisbioscoop of in een donkere kamer.
3. Gaming: is geschikt voor het spelen van videospellen via een
spelconsole in een normaal verlichte kamer.
4. Foto: ideaal voor het bekijken van digitale foto's die bij daglicht
zijn genomen met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde
camera, en voor het bekijken van foto-cd's. De kleurintensiteit en
helderheid zijn goed verdeeld.
Keystone
(Trapezium)
(0)
Corrigeert eventuele trapeziumfouten in het beeld. Raadpleeg "Keystone
(Trapezium) corrigeren" op pagina 24 voor meer informatie.
Bediening30
Kleur-
temperatuur
(afhankelijk
van de
geselecteerde
projectie-
toepassing)
Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur* beschikbaar.
1. T1: met de hoogste kleurtemperatuur, T1, krijgen beelden meer
een blauwe schijn dan bij andere instellingen.
2. T2: hiermee krijgen beelden een blauwe schijn.
3. T3: de witte kleur behoudt de normale schakering.
4. T4: hiermee krijgen beelden een rode schijn.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit”
worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest
gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met
een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met
een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Helderheid
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Past de helderheid van het beeld aan. Hoe hoger de waarde, hoe
helderder de afbeelding. En hoe lager de waarde, hoe donkerder de
afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld
echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de
donkere gedeelten.
Contrast
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Hoe
hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt
ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
Kleur
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Verhoogt of verlaagt de kleurintensiteit van het beeld.
Tint (50)
Stelt de kleurtonen van het beeld in. Hoe hoger de waarde, hoe groener
het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder de afbeelding.
Bij verbindingen met een video- of S-Video-signaal is de functie
alleen beschikbaar als het NTSC-systeem is geselecteerd.
50
-30
+70
-30
50
+70
Bediening 31
2. Menu Pro-beeld
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
FUNCTIE
(standaard-
instelling/
waarde)
BESCHRIJVING
Automatisch
instellen
grootte (Aan)
Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de
native resolutie van de projector aan.
Aan: de resolutie van het ingangssignaal wordt omgezet naar de native
resolutie van de projector (1024 x 768). Bij ingangssignalen met een lagere
resolutie worden de gaten tussen de pixels automatisch geïnterpoleerd voordat
het beeld wordt geprojecteerd. Het beeld wordt hierdoor mogelijk minder
duidelijk.
Uit: het beeld wordt geprojecteerd met de oorspronkelijke resolutie. Bij
ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner
weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig past u de
zoominstellingen aan of plaatst u de projector dichter bij het scherm, zodat het
beeld wordt vergroot. Wellicht dient u hierna ook de scherpstelling van de
projector aan te passen.
Aspect Ratio
(Beeld-
verhouding)
(4:3)
Er zijn twee instellingen voor de beeldverhouding.
1. 4:3 (voor een standaardscherm) 2. 16:9 (voor breedbeeld)
De optie 16:9 is alleen mogelijk wanneer de componentvideo-ingang
een 16:9-signaal ontvangt. Zie "Een componentvideo-apparaat
aansluiten" op pagina 18 en "De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen" op pagina 12 voor meer informatie.
Horizontale
positie
Stelt de horizontale positie van
het geprojecteerde beeld in.
Verticale
positie
Stelt de verticale positie van het
geprojecteerde beeld in.
Fase
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Met deze functie kunt u de klokfase aanpassen om
beeldvervorming te verminderen.
Horizontale
afmeting (0)
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Scherpte (15)
Maakt het beeld scherper of onscherper.
-30 +30
-30
+30
Bediening32
3. Menu Setting (Instellingen)
FUNCTIE
(standaard-
instelling/
waarde)
BESCHRIJVING
Dempen (Uit)
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
Volume (5)
Past het volumeniveau aan.
OSD-tijd (10)
Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op
de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 100 seconden
kiezen.
Snelle
afkoeling
(Uit)
Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit. Selecteer
Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt minder lang af:
30 seconden in plaats van de normale 90 seconden.
Wachtwoord
(Uit)
Dit is een instelbare functie. Als u Aan selecteert, kan de projector alleen
worden gebruikt door degenen die het juiste wachtwoord kennen. Als u de
functie de eerste keer activeert, dient u een wachtwoord in te stellen. Zie
"De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 21 voor meer
informatie. Zodra u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt
geselecteerd, is de projector beveiligd met een wachtwoord. Gebruikers die
het juiste wachtwoord niet kennen, kunnen de projector niet inschakelen.
WAARSCHUWING: het is buitengewoon vervelend als u de
wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord
vergeet.
Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in.
Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord
altijd terug kunt vinden.
U kunt het wachtwoord invoeren met de knoppen op de projector of op
de afstandsbediening.
Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm wanneer u het
invoert.
Wachtwoord
veranderen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u het
vervangt door een nieuw. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op
pagina 21 voor meer informatie.
Reset
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen worden niet gewijzigd: Spiegel, Taal,
Wachtwoord, Hoogtemodus, Fase en Horizontale positie.
Bediening 33
4. Menu Geavanceerd
FUNCTIE
(standaard-
instelling/
waarde)
BESCHRIJVING
Spiegel (Vloer
voorkant)
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of
met een of meerdere spiegels. U hebt een houder (optioneel accessoire)
nodig als u de projector tegen het plafond wilt monteren. Neem hiervoor
contact op met uw leverancier. Raadpleeg "Een locatie kiezen" op
pagina 11 voor meer informatie.
Tijd inactief
(20)
Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de
functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken,
wordt het beeld hersteld.
Bronscan
(Aan)
Stelt in of de projector automatisch naar ingangssignalen zoekt. Als de
optie is ingesteld op Aan, zoekt de projector naar ingangssignalen totdat
een signaal is gevonden. Als de functie niet is geactiveerd, selecteert de
projector het laatst gebruikte ingangssignaal. De standaardwaard is 'RGB'.
Taal (English)
Stelt de taal van de bedieningsmenu's in het scherm in.
Selecteer de gewenste taal met de knoppen Links 3/Rechts 4 op de
projector of met de koppen Links 3/Rechts 4 op de afstandsbediening.
Opstartscherm
(BenQ-logo)
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het
opstarten van de projector. De volgende drie modi zijn beschikbaar:
standaard (het BenQ-logo), zwart scherm en blauw scherm.
Bediening34
Hoogtemodus
(Aan)
Selecteer deze modus wanneer u de projector op grote hoogte of bij hoge
temperaturen gebruikt. Het verdient aanbeveling de hoogtemodus te
selecteren wanneer u de projector gebruikt op een hoogte van meer dan
914 m of bij een temperatuur van meer dan 40
°C, of wanneer u de
projector langer dan 10 uur gaat gebruiken zonder het apparaat uit te
schakelen.
Selecteer Aan met de knoppen Links 3/Rechts 4 op de projector of op de
afstandbediening als u de hoogtemodus wilt activeren. Er wordt een
bevestiging weergegeven. Druk op Auto.
Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, wordt het
onderstaande bericht weergegeven tijdens het opstarten.
Als u deze modus hebt geselecteerd, wordt er wellicht meer ruis
geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een
betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt,
wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen
dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te
voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit
betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme
omstandigheden kan worden gebruikt.
Auto uit
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er na een
ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Stel deze periode in
met de knoppen Links 3/Rechts 4 op de projector of op de
afstandsbediening. Selecteer Uit om de functie uit te schakelen.
Economische
modus (Uit)
Gebruik deze modus om de systeemruis te verminderen en het
stroomverbruik 20% te verlagen. In deze modus wordt de lichtuitvoer
verminderd waardoor de geprojecteerde beelden donkerder worden.
Als u de projector gebruikt in de economische modus, duurt het
langer voordat de lamp automatisch wordt uitgeschakeld. Zie "De
gebruiksduur van de lamp berekenen" op pagina 37 voor meer
informatie over de gebruiksduur van de lamp.
We recommend you use the High Altitude Mode by selecting On
when your environment is higher than 3000 feet, or is hotter than 40°C.
Do you want to turn on High Altitude Mode?
Yes Auto No 5
Current Status
High Altitude Mode On
This mode is used for protecting projector from extreme environment and may cause high
fan speed.
Bediening 35
5. Menu Informatie
Dit menu geeft de huidige status van de projector aan.
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
FUNCTIE BESCHRIJVING
Bron
Geeft de huidige signaalbron weer.
Resolutie
Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
Projectie-
toepassing
Geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
Equivalente
gebruiksduur
Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Systeem
Geeft de indeling van het video-ingangssysteem weer: NTSC, SECAM of
PAL.
Onderhoud36
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige wat u regelmatig dient te doen,
is de lens schoonhouden.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact
op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet.
Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt
u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak
van de lens voorzichtig schoon.
Wrijf nooit met schurend materiaal over de lens.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie "Afsluiten" op pagina 26) en trek de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing gaat reinigen.
Verwijder vuil of stof met de meegeleverde reinigingsdoek.
Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt
bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing
schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen.
Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het
aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 46 of neem
contact op met uw leverancier voor het bereik.
•Schuif de verstelvoetjes in.
Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige
verpakking te vervoeren. Als u de projector zelf draagt, dient u de originele verpakking of de
meegeleverde zachte draagtas te gebruiken.
Onderhoud 37
Informatie over de lamp
De gebruiksduur van de lamp berekenen
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde
timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend:
Totale (equivalente) gebruiksduur van de lamp = 3/4 (gebruiksduur in de economische
modus) + 1 (gebruiksduur in de normale modus)
Zie "Economische modus (Uit)" op pagina 34 voor meer informatie over de economische
modus.
De gebruiksduur in de economische modus wordt berekend als 3/4 van die in de normale
modus. Als u de projector in de economische modus gebruikt, wordt de gebruiksduur van
de lamp dus met een 1/3 verlengd.
Waarschuwingsberichten
Wanneer het waarschuwingslampje van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in
het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een
nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp
kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie over waarschuwingen op de projector.
De waarschuwingslampjes van de lamp en de temperatuur gaan branden als de lamp te heet
wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze
waarschuwingslampjes nog steeds branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u
contact op te nemen met uw leverancier.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de
lamp dient te vervangen.
Bericht Status
De totale gebruiksduur van de lamp bedraagt meer
dan 2800 uur. Installeer een nieuwe lamp voor
optimale prestaties. Als de projector in de
economische modus wordt gebruikt (zie
"Economische modus (Uit)" op pagina 34), kunt u
het apparaat gebruiken totdat de lampwaarschuwing
2950 uur aangeeft.
De totale gebruiksduur van de lamp bedraagt meer
dan 2950 uur. U dient een nieuwe lamp te plaatsen
om het ongemak te voorkomen dat ontstaat als de
gebruiksduur van de lamp is verstreken.
Onderhoud38
De lamp vervangen
Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te
schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u
de lamp gaat vervangen.
Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste
45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de
projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas
verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door
aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de
lamp is verwijderd.
Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de
toepasselijke lokale regelgeving.
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Als de
lamp heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te
voorkomen.
De lamp is langer dan 3000 uur in gebruik. Het
bericht knippert gedurende 30 seconden midden in
het scherm en het waarschuwingslampje van de
lamp brandt gedurende 40 seconden rood.
Het is aan te raden de lamp op deze leeftijd te
vervangen. De lamp is een verbruiksartikel.
Naarmate de lamp langer wordt gebruikt,
verminderd de helderheid ervan. U kunt de lamp
vervangen wanneer u merkt dat het
helderheidsniveau significant is afgenomen. Als u de
lamp niet eerder vervangt, moet u deze na 3000
werkuren vervangen.
Als dit bericht wordt weergegeven, wordt de
projector over 40 seconden uitgeschakeld. De lamp
MOET worden vervangen voordat de projector
opnieuw normaal functioneert.
2. Keer de projector om. Draai vervolgens de
schroeven van het lampdeksel los.
Onderhoud 39
3. Verwijder het deksel.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de
lamp is verwijderd.
4. Koppel de lampconnector los.
5. Draai de schroeven van de lamp los.
6. Trek de lamp uit de projector.
Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor
glasscherven in de projector terecht kunnen
komen.
Plaats de lamp niet binnen het bereik van
kinderen of in de buurt van vloeistoffen en
ontvlambare materialen.
Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Wanneer u de optische
onderdelen binnenin de kast aanraakt, kan dat de
kleurweergave van de geprojecteerde beelden
negatief beïnvloeden en kan beeldvervorming
ontstaan.
7. Houd de nieuwe lamp vast zoals weergegeven in
de illustratie en plaats de twee aansluitingen van
de lamp in de openingen van de projector. Duw
de lamp volledig in de projector.
Onderhoud40
12. Start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
13. De timer van de lamp resetten
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in wanneer
de lamp niet is vervangen - wanneer u dat wel doet, kan
dat tot schade of storingen leiden.
i. Houd de knop Exit 5 op de projector
5 seconden ingedrukt om de totale
gebruiksduur van de lamp weer te geven.
ii. Druk op Auto op de projector of op de afstandsbediening om de timer voor de
gebruiksduur van de lamp op nul te zetten.
8. Sluit de lampconnector aan op de projector.
9. Draai de schroeven van de lamp weer vast.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
10. Plaats het lampdeksel terug.
11. Draai de schroeven van het deksel weer vast.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
Onderhoud 41
iii. Wacht ongeveer 5 seconden totdat het schermmenu verdwijnt.
Informatie over de temperatuur
Als het waarschuwingslampje voor de temperatuur aan is, wordt u gewaarschuwd voor een
van de volgende mogelijke problemen:
1. De binnentemperatuur is te hoog opgelopen.
2. De ventilatoren werken niet.
Zet de projector uit en neem contact op met een bevoegd technicus voor verdere hulp.
Raadpleeg "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.
Onderhoud42
Lampjes
Illustratie
Leeg - : lampje UIT
O : oranje lampje
: lampje knippert
R : rood lampje
: lampje AAN
G : groen lampje
Lampje Status & beschrijving
Power Temp Lamp
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
--
Stand-bymodus.
--
Het Power-lampje (Aan/uit) knippert tijdens het inschakelen.
--
De projector werkt normaal.
--
1. De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze
niet op de normale manier is afgesloten, zonder het
normale afkoelproces. Of
2. De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de
stroom is uitgeschakeld.
--
De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten.
Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
Lampje Status & beschrijving
Power Temp Lamp
Situaties gerelateerd aan de lamp
-
De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten.
Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
--
1. De projector dient 90 seconden af te koelen. Of
2. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
O
G
G
O
O
O
R
R
Onderhoud 43
Lampje Status & beschrijving
Power Temp Lamp
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
--
De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten.
Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
-
-
-
R
R
R
R
G
R
R
R
G
R
R
O
R
R
G
R
Onderhoud44
Veiligheidsvoorschriften voor de plafondmontage van de
BenQ-projector
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem
de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset
voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar
beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw
projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die
compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het
Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de
houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
Probleemoplossing 45
Probleemoplossing
U KUNT DE PROJECTOR NIET INSCHAKELEN.
GEEN BEELD
ONSCHERP BEELD
AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting op de projector en het
andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat
het stopcontact is ingeschakeld (indien van
toepassing).
De projector werd aangezet tijdens
het afkoelen.
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Oorzaak Oplossing
De videobron is niet ingeschakeld of
niet correct aangesloten.
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten.
De projector is niet correct
aangesloten op de invoerbron.
Controleer de aansluiting.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de
knop Source (Bron) op de projector of de
afstandsbediening.
De lensdop zit nog op de lens. Verwijder de lensdop.
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring.
De projector en het scherm staan
scheef.
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van
de projector aan indien nodig.
De lensdop zit nog op de lens. Verwijder de lensdop.
Oorzaak Oplossing
De batterij is leeg. Vervang de batterij door een nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen
de afstandsbediening en de projector.
Verwijder het voorwerp.
U bevindt zich te ver van de projector.
Ga niet verder dan 6 meter van de projector
staan.
Specificaties46
Specificaties
Projectorspecificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Algemeen
Productnaam Digitale projector
Modelnaam MP620p
Optische specificaties
Resolutie 1024 x 768 XGA
Weergavesysteem 1-CHIP DMD
Lens F/waarde F = 2,6 tot 2,77, f = 20,4 tot 23,5 mm
Lamp Lamp van 200 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer 100–240 V AC, 1,5 – 3,2 A, 50/60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik 285 W (max)
Mechanische specificaties
Afmetingen 284 mm (B) x 94 mm (H) x 231 mm (D)
Gewicht 2,724 kg
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang D-sub 15-pins (contrastekker) x 1
Videosignaalingang
S-VIDEO Mini DIN 4-pins poort x 1
VIDEO RCA-aansluiting x 1
HDTV-signaalingang D-sub <--> component RCA-aansluiting x 3, via
RGB-ingang
Audiosignaalingang
Audio-ingang Mini-aansluiting stereopoort
Uitgang
RGB-uitgang D-sub 15-pins (contrastekker) x 1
Connector USB-muis A/B-serie x 1
Luidspreker (gemengd monogeluid) 2 watt x 1
Omgeving:
Bedrijfstemperatuur 0 °C - 40 °C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in
bedrijf
10% - 90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte 0 – 914 m bij 0 °C – 40 °C
914 – 1829 m bij 0 °C – 30 °C
1829 – 3048 m bij 0 °C – 23 °C
Specificaties 47
Timing-diagram
Ondersteunde timing voor PC-ingang
Ondersteunde timing voor Component-YP
bPr -ingang
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang
Resolutie
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie
(Hz)
Pixelfreque
ntie (MHz)
Modus
640 x 400 31,47 70,089 25,176 640 x 400_70
640 x 480
31,469 59,940 25,175 VGA_60
37,861 72,809 31,500 VGA_72
37,500 75,000 31,500 VGA_75
43,269 85,008 36,000 VGA_85
800 x 600
37,879 60,317 40,000 SVGA_60
48,077 72,188 50,000 SVGA_72
46,875 75,000 49,500 SVGA_75
53,674 85,061 56,250 SVGA_85
1024 x 768
48,363 60,004 65,000 XGA_60
56,476 70,069 75,000 XGA_70
60,023 75,029 78,750 XGA_75
68,667 84,997 94,500 XGA_85
1280 x 1024 63,981 60,020 108,000 SXGA_60
Signaalformaat
Horizontale
frequentie (kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
480i (525i) bij 60 Hz 15,73 59,94
480p (525p) bij 60 Hz 31,47 59,94
576i (625i) bij 50 Hz 15,63 50,00
576p (625p) bij 50 Hz 31,25 50,00
720p (750p) bij 60 Hz 45,00 60,00
720p (750p) bij 50 Hz 37,50 50,00
1080i (1125i) bij 60 Hz 33,75 60,00
1080i (1125i) bij 50 Hz 28,13 50,00
Videomodus
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager
(MHz)
NTSC 15,73 60 3,58
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58
PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4.43 15,73 60 4,43
Specificaties48
Afmetingen
Eenheid: mm
Garantie 49
Garantie
Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en
materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te
kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is
BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om
in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder
de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u
het product hebt gekocht.
Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het
product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het
bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden.
De vochtigheid moet tussen
10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0
°C en 40 °C en de projector mag niet worden
gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 3048 m. Deze garantie verleent
de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde
consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Verklaringen50
Ve r k l a r i n g e n
FCC-verklaring
KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze
uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies,
schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen
garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties. Als deze
apparatuur schadelijke interferentie aan radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat
kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen, kan de gebruiker
proberen de interferentie met behulp van een of meer van de volgende maatregelen te
corrigeren:
Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact dat tot een ander circuit behoort
dan dat van de ontvanger.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur.
EU-verklaring
Dit apparaat is getest op conformiteit met richtlijn 89/336/EEG (Europese
Economische Gemeenschap) voor EMC (elektromagnetische compatibiliteit) en
voldoet aan de eisen die deze richtlijn stelt.
MIC-verklaring
Klasse B-apparatuur (apparatuur voor privé-informatie/telecommunicatie)
Omdat dit apparaat de EMC-registratie voor privé-doeleinden heeft doorlopen, kan dit
product overal worden gebruikt; ook in woonwijken.
AEEA-richtlijn
Regels betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur voor gebruikers
van particuliere huishoudens.
Dit symbool geeft aan dat het product niet met het huishoudelijke afval
kan worden aangeboden. U moet uw afgedankte apparatuur inleveren
bij de diensten die de terugname en het recyclen van elektrische en
elektronische apparatuur organiseren. Neem voor meer informatie
over het recyclen van deze apparatuur contact op met de plaatselijke
autoriteiten, de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of uw
afvaldienst. Door het recyclen van de materialen worden natuurlijke
hulpbronnen behouden en helpt u de natuur en de volksgezondheid te
beschermen.
44

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw BenQ mp 620 p bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van BenQ mp 620 p in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,14 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info