worden gegeven dat er geen interferentie zal optreden in een specifieke installatie.
Indien dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radio- of
televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat in en uit te
schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van
de volgende maatregelen te nemen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit de apparatuur aan op een ander circuit dan dat waar de ontvanger op is
aangesloten.
• Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-technicus voor ondersteuning.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de
volgende omstandigheden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken; en (2) Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, waaronder
interferentie dat een ongewenste werking kan veroorzaken.
FCC voorzorgsmaatregel Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de
bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren.