473767
132
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/133
Pagina verder
Bedieningshandleiding
2
>>> INHOUDSOPGAVE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Inhoudsopgave 2
Veiligheidsvoorschriften 6
De Traffic Assist 8
Inhoud van de gebruiksaanwijzing 8
Gebruik 8
Navigatie 8
Muziek* 9
Foto's* 9
Video* 9
Telefoon 9
De Traffic Assist uitpakken 9
Levering controleren 9
Levering 9
Bij reclamaties 10
Behandeling van de
verpakking 10
Beschrijving van het apparaat 10
Traffic Assist - basisapparaat 10
Kabel voor voedingsspanning via
sigarettenaansteker 11
Accu 11
USB-verbindingskabel 11
Apparaathouder 11
Accessoires 11
Voeding stopcontact 11
Externe GPS-antenne 11
Kabel voor voertuigintegratie 11
Hoofdtelefoon 12
Aanwijzingen ten aanzien van
de documentatie 12
Quick Start Guide 12
Bedieningshandleiding 12
Registratie 12
Reparatie 12
Emissie en afvoer 12
Overzicht Traffic Assist 13
Algemene bediening 16
Onderhoud en verzorging 16
Accukwaliteit 17
Displaykwaliteit 17
Ingebruikname 17
Voedingsspanning 17
Voeding via accu's 18
Aansluiten op de sigarettenaansteker 18
Aansluiten op het stopcontact 19
Stroomvoorziening tot stand brengen 19
TMC-antenne 19
GPS-Antenne 19
Apparaatantenne 19
Externe antenne aansluiten 20
Kabel voor voertuigintegratie
(optie) 20
Geheugenkaart 21
Geheugenkaart plaatsen 21
De geheugenkaart verwijderen 21
Apparaathouder 22
De apparaathouder aanbrengen 22
Op de voorruit 23
Apparaathouder verstellen 23
Traffic Assist opstellen 23
Traffic Assist verwijderen 23
Traffic Assist in-/uitschakelen 23
Inschakelen 24
Uitschakelen 25
Het touchscreen 25
Bediening 25
Kalibrering 25
De menu's 26
Het hoofdmenu 26
Invoeren met behulp van het
invoermenu 27
Tekens invoeren 27
Voorstellen overnemen 27
In de lijsten bladeren 28
Speciale tekens en trema's 28
Andere tekensets 29
Cijfers invoeren 29
Omschakeling hoofdletters/kleine
letters 29
Tekens wissen 30
Spatie invoegen 30
De Becker-toets 30
Content Manager 30
Content Manager installeren 31
Content Manager starten 31
Muziek, afbeeldingen en video's
overdragen 32
Bij storingen 33
Inhoudsopgave
3
INHOUDSOPGAVE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruiksmodus Navigatie 34
Wat is navigatie? 34
Navigatie kiezen 35
De snelkoppeling 35
Snelkoppeling opvragen 35
Het overzicht bestemmingen 35
Gebruikte pictogrammen 36
Snelkoppeling bedienen 36
Adresinvoer via spraak* 36
Met aanwezige bestemming starten. 36
In het bestemmingsgeheugen bladeren 36
Bestemming weergeven of bewerken 36
Huisadres 37
Menu Bestemming invoeren oproepen 37
Het menu Bestemmingen invoeren 37
Structuur van het menu Bestemming
invoeren 38
Adres invoeren 38
POI selecteren 38
Persoonlijke bestemmingen 38
Contacten 38
Op kaart selecteren 38
Geo-coördinaten invoeren 38
Route plannen 38
Bestemming invoeren 38
Land kiezen 39
Adres kiezen en routebegeleiding
starten 39
Adres via spraak invoeren* 44
Bijzondere bestemmingen 45
Bijzondere bestemming in de
omgeving 46
Bijzondere bestemming bij een adres 47
Bijzondere bestemming in de
omgeving van de bestemming 47
Bijzondere bestemming rechtstreeks
invoeren 47
Telefoonnummers van bijzondere
bestemmingen bellen 48
Aanvullende informatie over
bijzondere bestemmingen 48
Bestemming uit Persoonlijke
bestemmingen selecteren 49
Persoonlijke bestemmingen bewerken 49
Bestemming uit Contacten selecteren 50
Route plannen 51
Nieuwe route aanmaken 52
Route bewerken 53
Route optimaliseren 54
Bestemming vanuit de kaart selecteren 54
Coördinaten invoeren 55
Navigatie-instellingen 56
De toets Begeleidingsinfo 56
De toets Routeopties 57
Tijdafhankelijke navigatie 58
Mijden van soorten wegen 58
De toets TMC 59
De toets Kaartvenster 60
Autozoom 61
POI-categorieën instellen 62
De toets Waarschuwingen 62
De toets Bestuurderswaarschuwingen 63
De toets Snelheidsinfo 64
De toets Gespr. begeleiding 65
De toets Stem 65
De toets Volume 66
De toets Formaat 66
De toets Tijd 66
De toets Geblokkeerde wegen 67
De toets Resetten 68
Verkeersberichten via TMC 69
Weergave van TMC-berichten op
de wegenkaart 69
TMC gebruiken 70
Melding lezen 70
Betreffende straat in de kaart
weergeven 71
Rekening houden met berichten
voor de routeberekening 71
Automatisch een nieuwe route
berekenen 71
Handmatig een nieuwe route
berekenen 71
De kaartweergave 72
Kaartweergave oproepen 72
Opbouw van kaartweergave 73
Kaartweergave zonder navigatie 73
Kaartweergave met navigatie 73
Gedeeld beeldscherm met navigatie 75
Navigatie met pijlen 75
Kaartweergave met Junction View 76
4
>>> INHOUDSOPGAVE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kaartweergave bedienen 76
Laatste aankondiging herhalen 76
Volume van aankondigingen
veranderen 76
Kaart in-/uitzoomen 77
Kaart verschuiven 77
Opties voor de kaartweergave 78
Bijzondere bestemming op de route 78
TMC op de route 79
Navigatie afbreken 80
Routeopties wijzigen 80
Traject blokkeren 80
Kaartweergave omschakelen 81
Oriëntatie van de kaart wijzigen 81
Tripcomputer 82
Dag-/nachtmodus instellen 83
Bestemming invoeren 84
Tussenstop invoeren/wissen. 84
Gehele route weergeven 85
Overzicht bestemmingen weergeven 87
Bestemming overslaan 88
Actuele positie weergeven 88
Positie opslaan 89
Telefoon oproepen 89
Display uitschakelen 89
Sneltoetsen definiëren 89
TELEFOONFUNCTIE 91
Telefoonfunctie oproepen 91
Telefoonmenu 92
Nummer kiezen 92
Telefoonboek 93
SMS-berichten 95
Binnenkomend SMS-bericht 96
Nummerlijsten 96
Gebruikte pictogrammen 97
In de nummerlijst bladeren 97
Bestaande nummers kiezen 97
Vermeldingen weergeven of bewerken 97
Van de mobiele telefoon geladen lijsten 98
Bluetooth-telefoons aansluiten 98
Apparaatlijst oproepen 98
Automatische verbinding 99
Mobiele telefoons zoeken 99
Vanuit de apparaatlijst verbinden 100
Verbinding vanuit de mobiele telefoon 100
Verbinding met telefoon verbreken 101
Telefoongesprekken 101
Gesprek tot stand brengen 101
Oproep aannemen 101
Gesprek beëindigen 102
Tijdens een gesprek 102
Telefooninstellingen 103
Bluetooth in-/uitschakelen 104
Automatische verbinding 104
Zichtbaarheid 104
Automatisch aannemen 105
Volume van de telefoon 105
Telefoonboek bijwerken 105
Bluetooth-naam 106
SMS-aankondiging 106
toets Extra 107
Mp3-speler* 107
Titel kiezen 107
Het weergavemenu 109
Titelsprong 109
Afspelen 109
Weergave onderbreken 109
Titelherhaling/shuffle 110
Volume instellen 110
mp3-speler beëindigen 110
Picture Viewer* 111
Het Picture Viewer-menu 111
Afbeelding selecteren 112
Afbeelding vergroten 112
Afbeelding draaien 112
Afbeeldinginformatie weergeven 113
Diavoorstelling 113
Instellingen 113
Videoplayer* 114
Videomenu weergeven 115
Afspelen 115
Weergave onderbreken 115
Volume instellen 116
Landspecifieke informatie 116
5
INHOUDSOPGAVE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Instellingen 118
Systeeminstellingen selecteren 118
Het menu Systeeminstellingen 118
Bediening 118
Keuzemogelijkheden 118
Menu instellingen sluiten 118
De afzonderlijke menuopties 119
Accu 119
Dag-/nachtmodus 119
Kalibrering 120
Helderheid 120
Taal 120
Automatisch aan/uit 121
Tonen 121
Kleur instellen 122
Fabrieksinstellingen 122
Informatie 122
My XTRAS 123
Terminologie 124
Trefworden 126
Technische specificaties 129
NORMEN EN RICHTLIJNEN 130
EG-conformiteitsverklaring 130
Afvoer van het apparaat 131
Afvoer van de accu 132
Informatieplicht conform het
Besluit verwijdering batterijen 132
Accu uitbouwen 132
De specificaties en gegevens in deze docu-
mentatie kunnen niet zonder voorafgaan-
de aankondiging worden gewijzigd.
Zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
goedkeuring van HARMAN/BECKER
Automotive Systems GmbH mag geen en-
kel onderdeel van deze documentatie voor
ongeacht welk doel worden verveelvou-
digd of overgedragen. Alle technische spe-
cificaties, tekeningen enz. worden be-
schermd door het auteursrecht.
© Copyright 2009, HARMAN/BECKER
Automotive Systems GmbH
Alle rechten voorbehouden.
6
>>> VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Veiligheidsvoorschriften
!Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent, dat
u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt hinderen of tot last zult
zijn.
In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming
worden ingevoerd.
Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel, in afzonderlijke gevallen kunnen de gegevens/aanwijzingen onjuist zijn.
De bestuurder moet in iedere situatie zelf beslissen, of hij of zij de aanwijzingen wel of niet opvolgt. De aansprakelijkheid
voor onjuiste aanwijzingen door het navigatiesysteem is uitgesloten. Op grond van gewijzigde verkeerssituaties of
afwijkende gegevens kan het gebeuren, dat onnauwkeurige of onjuiste aanwijzingen worden gegeven. Daarbij moeten
altijd de concrete verkeerstekens en verkeersregels worden opgevolgd. Het navigatiesysteem mag in het bijzonder bij
slechte zichtomstandigheden niet als oriëntatiehulp worden gebruikt.
Het apparaat mag alleen overeenkomstig de reglementaire bestemming worden gebruikt. Het volume van het
navigatiesysteem moet zodanig worden ingesteld, dat geluiden van buiten het voertuig nog kunnen worden waargenomen.
In geval van een storing (bijv. rook- of stankontwikkeling) moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld.
Uit veiligheidsoverwegingen mag het apparaat alleen door een technicus worden geopend. Neem wanneer reparatie
noodzakelijk is, contact op met uw leverancier.
7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden overschreden. Als u
dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en kan de accu exploderen.
Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot verlies
van de vergunning.
Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER. Zo zorgt u ervoor dat alle geldende bepalingen worden
aangehouden en voorkomt u letsel en materiële schade. Voer onbruikbare toestellen of de accu volgens de geldende
wettelijke bepalingen af.
Door ondeskundig gebruik komt elke aanspraak op garantie te vervallen! Deze veiligheidsvoorschriften gelden ook voor
de originele BECKER-accessoires.
8
>>> DE TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De Traffic Assist
Inhoud van de gebruiksaan-
wijzing
In deze gebruikshandleiding worden de
beide toestellen Traffic Assist Z213 en
Traffic Assist Z215 beschreven. Plaatsen
waar de beschrijving of uitrusting van bei-
de toestellen verschillen, zijn met een ster-
retje (*) en een bijbehorende voetnoot ge-
markeerd.
Functies die alleen als optie ter beschik-
king staan, zijn eveneens met een sterretje
(*) en een bijbehorende voetnoot gemar-
keerd. De optionele functies kunnen na-
derhand tegen betaling via de Contentma-
nager worden geactiveerd.
Gebruik
Met de Traffic Assist beschikt u over
een
krachtige PND (
P
ersonal
N
avigation
D
e-
vice) voor het gebruik in voertuigen
en
binnenshuis. Het apparaat en de
accessoires beschermen tegen vocht en
vuil.
De Traffic Assist kan worden gebruikt als:
Navigatieapparaat
MP3-speler*
•Bekijken van foto's*
Video Player*
Via een mobiele telefoon met
Bluetooth® als uiterst comfortabele
handsfree-installatie.
Navigatie
Door het GPS = Global Positioning
System vervalt het moeizame zoeken in
wegenkaarten.
Door de in het apparaat geïntegreerde
ontvangstantenne heeft u buiten gebouwen
een permanente toegang tot de navigatie-
mogelijkheden. In gebouwen kan de navi-
gatiefunctie, afhankelijk van de ontvangst,
niet worden gebruikt. Bij het gebruik in
voertuigen kan het afhankelijk van de in-
bouwpositie van de Traffic Assist gebeu-
ren dat er onvoldoende ontvangst van de
GPS-gegevens mogelijk is. Voor dit geval
kan een externe antenne worden aangeslo-
ten (wordt niet meegeleverd).
Uw Traffic Assist beschikt over TMC.
Met TMC kunt u verkeersinformatie
ontvangen. Zo krijgt u informatie over
mogelijke verkeersproblemen.
Afhankelijk van de instellingen wordt u
automatisch of op aanvraag geïnformeerd
over verkeersproblemen.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
9
DE TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Muziek*
Met behulp van de geïntegreerde
MP3-Player kunt u uw lievelingsmuziek
mee op reis nemen.
Foto's*
De Traffic Assist beschikt over een Picture
Viewer met vele functies voor het weerge-
ven van foto's.
Video*
Traffic Assist beschikt over een Video
Player voor het afspelen van video's.
Telefoon
Uw Traffic Assist is uitgerust met
Bluetooth® wireless technology. Via
Bluetooth® kunt u verbinding maken
met een mobiele telefoon met
Bluetooth® wireless technology. Uw
Traffic Assist fungeert dan als uiterst
comfortabele handsfree-installatie. Bo-
vendien kunt u het adres- en telefoonboek
van de mobiele telefoon bekijken en ont-
vangen SMS-berichten laten voorlezen.
De Traffic Assist uitpakken
Levering controleren
Voordat de Traffic Assist in gebruik wordt
genomen, moet de volledigheid en de toe-
stand van de levering worden gecontro-
leerd (zie ook pagina 13).
> Pak de inhoud van de verpakking voor-
zichtig uit en controleer deze.
Levering
Traffic Assist
Apparaathouder met draagplaat
USB-kabel
Autoadapter 12/24 V voor
sigarettenaansteker met ingebouwde
TMC-antenne
DVD met Content Manager en
handleidingen (niet afgebeeld)
Opmerking:
Uw Traffic Assist wordt in een stevige
verpakking geleverd. Wanneer de
verpakking of de inhoud van de verpak-
king ernstig beschadigd is, mag het
apparaat niet verder worden uitgepakt.
Neem in dat geval contact op met uw le-
verancier.
1
2
3
4
1
2
3
4
5
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
10
>>> DE TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bij reclamaties
Neem in geval van reclamaties contact op
met uw leverancier. Het apparaat kan ook
in de originale verpakking rechtstreeks
aan Harman/Becker worden gestuurd.
Behandeling van de
verpakking
De originele verpakking moet minimaal
gedurende de garantietijd op een droge
plaats worden bewaard.
Beschrijving van het appa-
raat
De Traffic Assist bestaat uit het basisappa-
raat Traffic Assist en de accessoires die
worden meegeleverd.
De afzonderlijke onderdelen worden
weergegeven onder:
"Overzicht Traffic Assist" op pagina 13
Traffic Assist - basisapparaat
Het basistoestel bevat de gehele elektroni-
ca:
een geïntegreerde antenne,
een TMC-ontvanger voor het ontvan-
gen van verkeersmeldingen,
een touchscreen,
een geïntegreerde luidspreker voor navi-
gatieaanwijzingen of voor mp3-bestan-
den* en video’s* en telefoongesprekken,
een microfoon.
Bovendien bevinden zich aan de zijkant
van het apparaat diverse aansluitingen en
interfaces.
Zie voor aanvullende gegevens:
"Technische specificaties" op
pagina 129
Opmerking:
De verpakking moet overeenkomstig de
landspecifieke voorschriften als afval
worden behandeld. De verpakking mag
niet worden verbrand. Afhankelijk
van het land waar het product wordt
geleverd kan de verpakking bij de
leverancier worden ingeleverd.
Opmerking:
Het basisapparaat en de accessoires mo-
gen niet worden geopend en op geen en-
kele wijze worden gewijzigd.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
11
DE TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kabel voor voedingsspanning
via sigarettenaansteker
Deze kabel maakt het mogelijk om het ap-
paraat op de sigarettenaansteker van het
voertuig aan te sluiten.
Eisen die aan de voedingsspanning
worden gesteld zijn:
gelijkstroom 12/24 volt
0,5 ampère
Accu
Na het ontladen van de geïntegreerde accu
kan deze door het aansluiten van de Traf-
fic Assist op de voeding weer worden op-
geladen.
Daartoe sluit u het toestel via de auto-ad-
apter op een 12/24 V-bus in de auto aan
of via de optioneel verkrijgbare netsteker
op het 230V-net aan.
USB-verbindingskabel
Via de meegeleverde USB-
verbindingskabel kan de Traffic Assist
worden aangesloten op een pc met USB-
interface. De 4GB-flashgeheugens van de
Traffic Assist en een eventueel geplaatste
micro-SD-kaart kunnen dan via de pc als
een mobiele gegevensdrager worden
gebruikt.
Apparaathouder
De Traffic Assist kan met behulp van de
apparaathouder in het voertuig worden
bevestigd.
Accessoires
Voeding stopcontact
Met deze voeding kunt u de Traffic Assist
op een stopcontact aansluiten.
De eisen m.b.t. de voeding zijn:
Wisselstroom
100-240 volt
0,3 ampère
50-60 hertz
Externe GPS-antenne
Met behulp van een externe antenne kunt
u in voertuigen, waar slechts een beperkte
GPS-ontvangst mogelijk is, een verbete-
ring in de ontvangst realiseren (wordt niet
meegeleverd).Vraag hiertoe informatie bij
uw leverancier.
De aansluiting wordt nader beschreven
onder "Externe antenne aansluiten" op
pagina 20.
Kabel voor voertuigintegratie
Met de als optie verkrijgbare kabel kunt u
uw Traffic Assist optimaal in uw voertuig
integreren. De aansluiting wordt nader
beschreven onder "Kabel voor voertuigin-
tegratie (optie)" op pagina 20.
Opmerking:
U kunt uw Traffic Assist via de meegele-
verde laadkabel voor in de auto of via de
optioneel verkrijgbare netsteker voor het
stopcontact opladen.
Terwijl uw Traffic Assist met een pc ver-
bonden is, wordt het toestel via de pc van
stroom voorzien en verbruikt het toestel
geen stroom van de accu.
12
>>> DE TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Hoofdtelefoon
Tijdens het gebruik van de Traffic Assist
kan een in de handel verkrijgbare hoofdte-
lefoon met 3,5mm-steker of geschikte
adapter worden aangesloten (niet meege-
leverd).
Aanwijzingen ten aanzien
van de documentatie
Quick Start Guide
Voor een snelle inleiding tot de bedie-
ningsopties van uw Traffic Assist verwij-
zen wij u naar de Quick Start Guide. In de
Quick Start Guide vindt u nadere uitleg
over de meest belangrijke basisfuncties
van de Traffic Assist.
Bedieningshandleiding
Een uitvoerige beschrijving van de wer-
king van de Traffic Assist vindt u in deze
handleiding.
Registratie
U kunt zich laten registreren bij onze soft-
ware-service.
U krijgt dan informatie over updates en
ander nieuws.
U kunt zich laten registreren op de Bec-
ker-homepage www.mybecker.com.
„Software update“ vindt u op de pagina
„SERVICE/SUPPORT“.
Reparatie
In geval van storingen mag het apparaat
niet worden geopend. Neem contact op
met uw leverancier.
Emissie en afvoer
Gegevens over emissies, elektromagneti-
sche compatibiliteit en afvoer vindt u in
"NORMEN EN RICHTLIJNEN" op
pagina 130.
!Gevaar!
Gehoorschade vermijden
Het gebruik van hoofdtele-
foons en oortelefoons gedu-
rende een lange periode met
een hoog volume kan permanente ge-
hoorbeschadiging veroorzaken.
De conformiteit met de grenswaarden
voor geluidsdruk volgens de norm NF
EN 50332-1:2000 overeenkomstig Fre-
nch Article L. 5232-1 wordt gegaran-
deerd.
Opmerking:
Wij adviseren om tijdens het rijden geen
hoofdtelefoon te gebruiken. Neem de
hiervoor geldende nationale voorschrif-
ten en wetten in acht.
13
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Overzicht Traffic Assist
Omvang levering
1 Traffic Assist - PND (Personal Navigation Device)
2 USB-verbindingskabel
3 Apparaathouder met draagplaat
4 Kabel voor voeding via de sigarettenaansteker (12/24 volt)
met ingebouwde TMC-antenne
1
2
3
4
14
>>> OVERZICHT TRAFFIC ASSIST
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Apparaatfront met bedienings- en weergave-elementen
1 Becker-toets ( )
Drukken = in de meeste toepassingen de functie Terug
Lang drukken = hoofdmenu oproepen
2 Touchscreen met gekozen hoofdmenu
3 Touchscreen-toets
indrukken = activeren van het desbetreffende
toetscommando
4 Microfoon
Achterkant apparaat
5 Aansluitmogelijkheid voor externe antenne
(externe antenne wordt niet meegeleverd)
1
5
2
3
4
15
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bovenkant van het toestel
1 De Traffic Assist in-/uitschakelen (stand-by)
Onderkant van het toestel
2 Sleuf voor micro-SD-kaart
3 3,5mm-aansluiting voor hoofdtelefoon (hoofdtelefoon niet
meegeleverd)
4 Mini-USB-aansluiting/voedingsaansluiting
5 On/Off-schakelaar
1 2 3 4 5
16
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Algemene bedi ening
Onderhoud en verzorging
Het toestel is onderhoudsvrij.
Ter verzorging kan een standaard reini-
gingsmiddel voor elektronische appara-
tuur met een vochtige, zachte doek wor-
den aangebracht.
Uw mobiele navigatietoestel is met grote
zorgvuldigheid ontwikkeld en moet ook
zorgvuldig worden behandeld. Neem de
onderstaande aanbevelingen in acht om zo
veel mogelijk plezier aan uw mobiele navi-
gatietoestel te beleven:
Bescherm uw mobiel navigatiesysteem
en de accessoires tegen vocht! Als het
apparaat blootgesteld werd aan vocht,
moet u het uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken. Laat het
apparaat bij kamertemperatuur
opdrogen.
Gebruik en bewaar uw navigatietoestel
niet in een stoffige of vuile omgeving.
Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet
in warme omgevingen. Hoge tempera-
turen kunnen de levensduur van elek-
tronische onderdelen in uw toestel ver-
korten, accu’s beschadigen en bepaalde
kunststoffen vervormen of doen smel-
ten.
Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet
in koude omgevingen. Wanneer het bij
gebruik weer tot bedrijfstemperatuur
opwarmt, kan er sprake zijn van interne
condensvorming die schade aan de elek-
tronische componenten toebrengt.
Laat uw mobiele navigatietoestel niet
vallen, stel het niet bloot aan schokken
en schud het niet. Door ondeskundig
behandelen kunt u componenten in het
toestel beschadigen.
Gebruik voor het reinigen nooit bijten-
de chemicaliën, reinigingsoplossingen
of scherpe reinigingsmiddelen.
Alle instructies gelden navenant voor het
mobiele navigatietoestel, de accu, de net-
en voertuiglaadadapter en alle accessoires.
Neem contact op met uw dealer wanneer
één van deze onderdelen niet goed functi-
oneert.
!Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schokken.
Schakel het toestel vóór het verzorgen
van het toestel, de meegeleverde onder-
delen en de accessoires altijd uit en ver-
wijder de voeding.
Opmerkingen:
gebruik geen agressieve of schurende
middelen of wislappen die het oppervlak
bekrassen.
Het toestel mag niet met water in aanra-
king komen.
17
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Accukwaliteit
De capaciteit van de accu van uw mobiele
navigatietoestel neemt bij elke laad-/ont-
laadcyclus af. Ook kan de capaciteit als ge-
volg van ondeskundige opslag bij een te
hoge of lage temperatuur langzamerhand
afnemen. Op deze wijze kan de bedrijfs-
tijd ook bij een volle accu aanzienlijk wor-
den verkort.
In elk geval is de constructie van de accu
zodanig dat deze ook na gebruik geduren-
de 6 maanden na aankoop van uw mobie-
le navigatietoestel nog kan worden gela-
den en ontladen.
Displaykwaliteit
Bij uitzondering kunnen er door de speci-
fieke technologie een paar puntjes (pixels)
met een andere kleur op het display ver-
schijnen. Ook kunnen sommige scherm-
puntjes een lichter of donkerder kleur
hebben. In deze gevallen is er echter geen
sprake van gebreken.
Ingebruikname
Wanneer de Traffic Assist is uitgepakt en
is gecontroleerd of het geheel vrij van
schade is, kan het apparaat in gebruik
worden genomen. De afzonderlijke
stappen zijn:
Voedingsspanning aansluiten
Toestel inschakelen
Voor antenneontvangst zorgen (indien
navigatie gewenst)
Voedingsspanning
Opmerking:
U kunt uw Traffic Assist via de meegele-
verde laadkabel voor in de auto of via de
optioneel verkrijgbare netsteker voor het
stopcontact opladen.
Terwijl uw Traffic Assist met een pc ver-
bonden is, wordt het toestel via de pc van
stroom voorzien en verbruikt het toestel
geen stroom van de accu.
18
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Voeding via accu's
De interne voeding wordt verzorgd via
een ingebouwde accu. De accu is onder-
houdsvrij en behoeft geen bijzondere ver-
zorging.
Aansluiten op de sigaretten-
aansteker
De stroomvoorziening vanuit de auto-
accu via de bijgeleverde kabel voor de siga-
rettenaansteker komt als volgt tot stand:
> Pak de stekker van de aansluitkabel en
schuif deze zonder veel kracht tot aan de
aanslag in de aansluitbus van de Traffic
Assist of in de aansluitbus aan de onder-
kant van de draagplaat.
> Steek de adapter in de sigarettenaanste-
ker.
Opmerking:
Bij een volledig ontladen accu kan het tot
een minuut duren voordat het toestel
weer kan worden ingeschakeld.
Opmerking:
Neem bij een defecte accu contact op met
de dealer. Probeer de accu niet zelf uit te
bouwen.
Opmerking:
Als de sigarettenaansteker kort daarvoor
gebruikt is en dus nog heet is, wacht u tot
deze in zijn houder is afgekoeld.
Opmerking:
Door stroomvoorziening via de sigaret-
tenaansteker wordt de accu van de auto
bij uitgeschakelde motor langzaam ontla-
den.
Gebruik de Traffic Assist daarom niet ge-
durende langere tijd bij uitgeschakelde
motor.
Om TMC-meldingen te kunnen ontvan-
gen, moet de voeding op de draagplaat
aangesloten zijn.
19
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Aansluiten op het stopcontact
Stroomvoorziening tot stand brengen
Het toestel wordt via een netsteker als
volgt op het openbare stroomnet aange-
sloten:
> Pak de stekker en schuif deze zonder
veel kracht tot aan de aanslag in de aan-
sluitbus van de Traffic Assist.
> Steek de netsteker in het stopcontact.
TMC-antenne
De meegeleverde TMC-antenne is in de
voedingskabel geïntegreerd.
De TMC-antenne loopt bij levering paral-
lel met de kabel voor de sigarettenaanste-
ker.
Als het TMC-ontvangst niet voldoet,
dient u de kabel van de TMC-antenne van
de kabel voor de sigarettenaansteker te
verwijderen. Met de meegeleverde zuig-
nap kunt u de TMC-antenne dan aan de
voorruit bevestigen.
GPS-Antenne
Apparaatantenne
De GPS-antenne is in de behuizing geïn-
tegreerd.
!Levensgevaar!
Let erop dat u geen natte handen hebt
en dat de voedingseenheid droog is.
Sluit de voedingseenheid alleen op een
hiervoor goedgekeurd stroomnet aan.
Opmerking:
Trek de netsteker uit het stopcontact als
u de Traffic Assist lange tijd niet gebruik.
Opmerking:
de TMC-antenne moet zo worden gelegd
dat deze u tijdens het rijden niet hindert.
Opmerking:
De geïntegreerde GPS-antenne is niet
bruikbaar in auto’s met zonwerende rui-
ten (opgedampt metaal of metaalfolie, te
herkennen aan de opdruk SIGLA SOL,
SIGLA CHROM, SIGLA, KOOL-OF,
SUNGATE o. a.) en in auto’s met fijn-
mazige verwarmingsdraden in de ruiten.
Gebruik in die gevallen een externe GPS-
antenne. Informeer daarnaar bij uw dea-
ler.
20
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Externe antenne aansluiten
Voor ontvangst onder slechte omstandig-
heden kan een externe GPS-antenne wor-
den aangesloten (niet meegeleverd). Hier-
voor bevindt er zich op de achterkant van
de behuizing een afsluitbare aansluitbus.
Sluit deze aansluiting altijd af als er geen
externe antenne wordt aangesloten.
> Open de sluiting door licht aan de zij-
kant te trekken.
> Sluit de externe antenne met de als optie
verkrijgbare adapter aan.
Kabel voor voertuigintegra-
tie (optie)
Met de als optie verkrijgbare kabel kunt u
uw Traffic Assist optimaal in uw voertuig
integreren.
Op deze kabel kunt u:
U kunt uw Traffic Assist op de geluids-
onderdrukking van uw audiosysteem
aansluiten. Als de kabel correct aange-
sloten is, wordt het geluid van uw au-
diosysteem tijdens de navigatieaanwij-
zingen uitgeschakeld.
U kunt uw Traffic Assist voor het weer-
geven van het audiosignaal op uw au-
diosysteem aansluiten.
U kunt een optioneel verkrijgbare mi-
crofoon aansluiten.
De afzonderlijke stekkers van de kabel-
boom zijn navenant gemarkeerd.
> Steek de kabel in de daarvoor bestemde
bus aan de onderkant van de draagplaat.
21
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Vereiste stekkerbezetting van de 3,5 mm-
jackplug voor de aansluiting van een au-
diokabel.
Vereiste stekkerbezetting van de 3,5mm-
jackplug voor de aansluiting van een mi-
crofoon.
Vereiste stekkerbezetting van de 2,5 mm-
jackplug voor de aansluiting van de mute-
kabel voor de telefoon.
Geheugenkaart
Uw Traffic Assist beschikt over een sleuf
voor een micro-SD-geheugenkaart.
Omdat bij de Traffic Assist de kaartgege-
vens in een intern geheugen opgeslagen
zijn, wordt de sleuf voor een micro-SD-
geheugenkaart voor updates, voor het af-
spelen van muziek* en voor het bekijken
van afbeeldingen* of video's gebruikt.
De geheugenkaart kan ook voor een uit-
breiding van de kaartgegevens worden ge-
bruikt.
De kaartsleuf bevindt zich aan de onder-
kant links van het toestel. Het kaartvak is
voorzien van een veerbediend vastklik- en
uitwerpmechanisme.
Geheugenkaart plaatsen
> Haal de Memory Card uit de verpak-
king zonder de contacten aan te raken
en vuil te laten worden.
> Pak de geheugenkaart zo vast dat de
contacten in de richting van de achter-
kant van het apparaat wijzen.
> Schuif de geheugenkaart in het kaart-
vak.
> Schuif de geheugenkaart met lichte
druk in het kaartvak, waarna de kaart
automatisch wordt vergrendeld.
De geheugenkaart verwijde-
ren
Het kaartvak schuift de kaart zover naar
buiten, dat u deze met twee vingers kunt
beetpakken.
> Druk met de vinger lichtjes tegen de
veerdruk in tegen de geheugenkaart en
laat gelijk los.
De kaart wordt naar buiten geschoven.
> Trek de Memory Card eruit en leg deze
in de verpakking zonder de contacten
aan te raken.
L
RGND
Audio
MIC
MIC GND
IN
DET
Mute
GND
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
22
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Apparaathouder
De Traffic Assist kan met de apparaathou-
der rechtstreeks op de voorruit worden be-
vestigd.
Zuignap
Hendel
Voet
Klemschroef
Draagplaat
Ongrendelknop
De apparaathouder aanbren-
gen
Opmerking:
De Traffic Assist en de apparaathouder
mogen niet gedurende langere tijd wor-
den blootgesteld aan de rechtstreekse in-
werking van zonnestralen. Binnentempe-
raturen van +70 C en hoger kunnen de
onderdelen van de houder beschadigen.
2
1
3
4
6
5
1
2
3
4
5
6
Opmerking:
Bevestig de toestelhouder zodanig dat
deze uw zicht met gemonteerde Traffic
Assist niet inperkt en zich niet in het ac-
tiveringsgebied van de airbag bevindt.
U moet er op letten dat de elektrische
aansluitkabel geen hinder oplevert voor
het gebruik van de bedieningselementen
van het voertuig.
Let er tevens op dat er voldoende ruimte
overblijft om de Traffic Assist zonder
problemen uit de houder te kunnen
schuiven.
Reinig het bevestigingsvlak op de voor-
ruit zodat het vetvrij en schoon is. Ge-
bruik geen smerende, zeephoudende rei-
nigingsmiddelen.
23
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Op de voorruit
Met de zuignap kan de apparaathouder
direct op de voorruit worden gemonteerd.
> Leg de klemschroef bij gedemonteerde
houder op de kogel van de voet .
Schuif daarna de draagplaat op de kogel
en draai de klemschroef iets vast.
> Zoek een geschikte plaats.
> Druk de voet met de zuignap te-
gen de voorruit. Draai de apparaathou-
der zodanig dat de draagplaat ongeveer
in de gewenste kijkrichting staat.
> Druk de hendel naar onderen.
De houder heeft zich aan de voorruit vast-
gezogen. U kunt deze vervolgens precies
afstellen. Om te verwijderen moet u de
hendel weer gebruiken
Apparaathouder verstellen
> Draai de klemschroeven los tot de
draagplaat zonder veel kracht kan
worden bewogen.
> Zet de draagplaat in de gewenste
positie en houd de draagplaat in deze
positie vast.
> Draai de klemschroeven weer zoda-
nig vast dat de Traffic Assist tijdens het
rijden veilig vast blijft zitten.
Traffic Assist opstellen
> Zet de Traffic Assist met het bevesti-
gingspunt op de onderkant van de be-
huizing op de draagplaat .
> Druk de Traffic Assist zonder al te veel
krachtsinspanning op de draagplaat .
De Traffic Assist klikt vast.
Traffic Assist verwijderen
Druk op de knop aan de bovenkant
van de draagplaat en verwijder de
Traffic Assist met de vrije hand van de
draagplaat.
Traffic Assist in-/uitschake-
len
Met de On/Off-schakelaar kunt u de
Traffic Assist inschakelen of helemaal uit-
schakelen.
Met behulp van de toets aan de boven-
kant van de Traffic Assist kunt u het toe-
stel in de slaapstand zetten of vanuit de
slaapstand weer inschakelen.
2
4
2 1
3
3
4
5
5
4
5
5
6
5
1
2
1
2
24
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Inschakelen
> Zet de On/Off-schakelaar aan de on-
derkant van het toestel op On.
> Druk op de toets aan de bovenkant van
de Traffic Assist.
Het toestel wordt ingeschakeld. Op het
aanraakscherm verschijnt het logo van de
fabrikant.
Als u de Traffic Assist voor de eerste keer
start, wordt automatisch de taalkeuze
weergeven.
Met de toetsen kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
> Druk op het keuzeveld van de gewenste
taal.
> Bevestig uw keuze door de knop
OK in
te drukken.
> Selecteer nu de gewenste spreker.
Er klinkt een korte voorbeeldaanwijzing.
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
Kort daarop verschijnt de volgende bood-
schap:
> Als u deze boodschap accepteert, drukt
u op de knop
OK
5003
Opmerking:
Sprekers die met (TTS) worden aange-
duid ondersteunen de weergave van tek-
sten via spraak (bijv. straten melden en
SMS voorlezen).
Opmerking:
De Traffic Assist mag uitsluitend volgens
de desbetreffende nationale verkeerswet-
geving worden gebruikt!
25
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Uitschakelen
U kunt het apparaat op elk gewenst mo-
ment uitschakelen.
> Druk op de toets aan de bovenkant van
de Traffic Assist.
De Traffic Assist schakelt over naar de
slaapstand.
> Zet de On/Off-schakelaar aan de on-
derkant van het toestel op Off om de
Traffic Assist helemaal uit te schakelen.
Het touchscreen
De Traffic Assist is voorzien van een tou-
chscreen.
Bediening
Als u een keuzeveld van het touchscreen
aanraakt, verschijnt ter bevestiging van uw
keuze kort een rood kader om dit keuze-
veld.
Als een keuzeveld aanraakt dat momenteel
niet actief is, klinkt een kort signaal.
Kalibrering
Indien het touchscreen onnauwkeurig re-
ageert, bijv. wanneer de button alleen bui-
ten het midden van de button op het in-
drukken met de vinger reageert, moet een
kalibrering worden uitgevoerd. De kali-
bratiefunctie wordt vanuit het menu In-
stellingen gestart (zie ook pagina 120).
Opmerking:
Bij korte onderbrekingen (tot een week)
in het gebruik raden wij u aan de Traffic
Assist alleen in de slaapstand te zetten.
De inschakeltijd wordt hierdoor aanzien-
lijk korter en de Traffic Assist satellieten
die voor de navigatie noodzakelijk zijn,
worden veel sneller gevonden.
Als er bij een activeren van de slaapstand
een navigatie actief was, gaat deze auto-
matisch verder als de Traffic Assist bin-
nen ca. 4 uur weer wordt ingeschakeld.
Opmerking:
Om het oppervlak van het display niet te
beschadigen, mag dit alleen met de vin-
gers of een stomp, niet smerend voor-
werp worden aangeraakt.
26
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De menu's
Bij de bediening wordt u geholpen door
middel van de verschillende menu's en het
invoerscherm.
Het hoofdmenu
Het bovenste menuniveau is het hoofd-
menu. Vanuit het hoofdmenu worden de
afzonderlijke toepassingen opgestart.
In de desbetreffende hoofdstukken staat
informatie ten aanzien van de afzonderlij-
ke toepassingen.
Naast het opvragen van de diverse toepas-
singen ziet u in het hoofdmenu nadere in-
formatie of nog meer bedieningsopties.
Op het symbool van knop
Telefoon ziet u
of er al een telefoon verbonden is.
Telefoon verbonden
Telefoonniet verbonden
Links op de knop
Bestemming selecte-
ren
geeft een satellietsymbool aan of er
momenteel GPS-ontvangst is.
GPS-ontvangst beschikbaar
GPS-ontvangst niet beschikbaar
Als er al een navigatie actief is, verschijnt
tussen de beide knoppenrijen het huidige
bestemmingsadres en een knop voor het
afbreken van de navigatie.
Druk op de toets om rechtstreeks in
het hoofdmenu de navigatie naar de ge-
toonde bestemming af te breken.
2
1
1
2
2
1
1
2
1
1
27
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Invoeren met behulp van het
invoermenu
In enkele toepassingen is het invoeren met
behulp van het invoermenu noodzakelijk.
Het invoermenu wordt net als een toet-
senbord bediend.
In de bovenste schrijfregel geeft het in-
voermenu de via het toetsenbord inge-
voerde tekens aan. Het middengebied
dient voor het invoeren van de tekens.
In de onderste regel worden de hulpfunc-
ties aangegeven. Hieronder wordt het ge-
bruik beschreven.
Tekens invoeren
De tekens worden door het indrukken van
de toetsen in het middengebied inge-
voerd.
Nadat de invoer is beëindigd, wordt deze
met behulp van de toets afgesloten
en voor bewerking aan de Traffic Assist
doorgegeven.
Bij de invoer van de navigatiebestemming
vergelijkt de Traffic Assist de gegevens
met het databestand.
U kunt steeds alleen kiezen uit de op dat
moment mogelijke letters.
Tekens die u niet kunt kiezen, worden
met een lichtere kleur weergegeven.
Voorstellen overnemen
Bij de invoer worden door de Traffic
Assist in de bovenste regel voorstellen
gedaan.
Bij de voorstellen wordt rekening
gehouden met uw gebruiksgewoonten.
Als u bijvoorbeeld vaker de stad Hamburg
invoert, verschijnt na invoer van de letter
'H' automatisch het voorstel 'Hamburg'.
Als u niet eerder een stad met de
ingevoerde letter hebt gebruikt, worden
steden/plaatsen die overeenkomen met de
invoer als voorstel weergegeven.
> Druk naar keuze op het invoerveld of
op de toets om het voorstel over te
nemen.
6007
28
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
In de lijsten bladeren
Indien al enkele letters van de gewenste
keuze zijn ingevoerd, kunt u met behulp
van de keuzelijst alle bestemmingen met
de in aanmerking komende lettercombi-
naties laten weergeven.
> Om de keuzelijst te kunnen openen
moet u de toets indrukken.
De keuzelijst verschijnt.
> Druk op de pijltjestoetsen
op de rechter beeldschermrand om door
de lijst te bladeren.
> Klik de gewenste bestemming aan.
De bestemming wordt overgenomen en
de keuzelijst wordt gesloten.
Speciale tekens en trema's
Tijdens het invoeren van plaats- of straat-
namen hoeft u geen speciale tekens en tre-
ma's in te voeren. De Traffic Assist wijzigt
indien nodig de invoer in AE, OE en UE.
> Als u bijvoorbeeld de plaats 'Würzburg'
zoekt, typt u 'WUERZBURG' of
'WURZBURG'.
Speciale tekens kunnen bij het benoemen
van bestemmingen en routes nuttig zijn.
> Druk op de knop met het pijltje om
naar het toetsenbord voor speciale te-
kens te gaan.
Het toetsenbord voor speciale tekens ver-
schijnt.
> Voer het gewenste speciale teken in.
Na het invoeren van een teken verschijnt
automatisch het normale invoermenu op
de Traffic Assist.
Druk op de toets met het pijltje om het
toetsenbord voor speciale tekens af te
sluiten zonder een teken in te voeren.
Opmerking:
Het aantal keuzemogelijkheden wordt
door het getal op de knop weergegeven.
Bij meer dan 300 mogelijkheden worden
het precieze aantal niet weergegeven.
Alleen de vermeldingen die de al inge-
voerde letters bevatten, worden weerge-
geven. De ingevoerde letters zijn bij de
aparte vermeldingen rood gekleurd.
6008
29
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Andere tekensets
Voor het toetsenbord van de Traffic Assist
kunnen diverse tekensets worden inge-
steld.
> Druk steeds op de knop met het pijltje
totdat de gewenste tekenset is ingesteld.
Cijfers invoeren
Ga voor het invoeren van cijfers naar het
cijfertoetsenbord.
> Druk op de toets .
Het cijfertoetsenbord verschijnt.
> Druk op de knop met het pijltje om
weer letters te kunnen invoeren.
Omschakeling hoofdletters/kleine let-
ters
Bij het invoeren van vrije tekst kan tussen
hoofdletters, kleine letters en de automati-
sche functie worden geschakeld.
> Druk steeds rechtsboven op het display
totdat de gewenste invoerwijze geacti-
veerd is.
Het opschrift van de knop geeft de invoer-
wijze aan.
De knop staat voor de automati-
sche modus. Dit betekent dat de eerste
letter automatisch een hoofdletter
wordt en alle letters erna kleine letters
worden.
De toets staat voor het invoeren
van hoofdletters.
De toets staat voor het invoeren
van kleine letters.
30
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Tekens wissen
Om het laatst ingevoerde teken te kunnen
wissen moet de backspace-toets worden
ingedrukt.
> Om het teken links van de cursor te
kunnen wissen, moet u de toets in-
drukken.
Spatie invoegen
Wanneer twee woorden, bijv. bij namen
van steden, moeten worden ingevoerd,
moeten deze door middel van een spatie
van elkaar worden gescheiden.
> Om een spatie in te kunnen voegen
moet u de toets indrukken.
De Becker-toets
De toets is in de hoek linksonder van
de behuizing geïntegreerd.
Deze heeft verschillende functies:
Afhankelijk van de menucontext zorgt
de toets bij kortstondig indrukken voor
de terugkeer naar een voorgaand invoer-
scherm.
Door lang te drukken, wordt het hoofd-
menu weergegeven.
Content Manager
De Content Manager is een pc-toepassing
die een aantal belangrijke functies biedt
om de content te beheren op uw Traffic
Assist.
Met de Content Manager kunt u:
Op de Traffic Assist opgeslagen content
back-uppen op uw pc en later op uw
Traffic Assist herstellen,
Content die op de DVD is opgeslagen,
installeren,
Actuele content van het internet
downloaden en op de Traffic Assist
installeren.
Om de Content Manager te gebruiken
hebt u de bijgeleverde USB-kabel nodig
en een pc die voldoet aan deze
minimumvereisten.
Minimum
Besturingssysteem Windows XP
Processor 300 MHz
klokfrequentie
RAM-geheugen 256 MB
Vrij geheugen 2GB
31
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Content Manager installeren
Volg onderstaande stappen om de
Content Manager op uw pc te installeren:
> Plaats de DVD met de Content
Manager in het DVD-station van uw
pc.
> Als de DVD niet automatisch wordt
gestart, gaat u naar de map
„CONTENTMANAGER“ en start u
het bestand
„BECKERCMSETUP.EXE“.
> Selecteer een taal uit de lijst en klik
vervolgens op
OK.
> Lees de welkomsttekst en klik op
Vol-
gende
om door te gaan.
> Selecteer de installatiemap. Een
standaard installatiemap wordt
voorgesteld. Om een andere map te
selecteren geeft u het pad in of klikt u
op
Bladeren en bepaalt u een andere
map.
> Klik op
Installeren om het
kopieerproces te starten. Klik op
De-
tails weergeven
om tijdens het
kopieerproces de details te bekijken.
De Content Manager wordt meteen na
het installeren automatisch gestart.
Verwijder het vinkje uit het aankruisvakje
als u dit niet wilt.
Het installatieproces is voltooid.
> Klik op
Voltooien om het
installatieproces te beëindigen.
Content Manager starten
Voer deze stappen uit om de Content
Manager te starten:
> Sluit de bijgeleverde USB-kabel aan op
de USB-poort van de Traffic Assist en
op een USB-aansluiting van de
computer.
> Zet de Traffic Assist aan met de toets
.
Even later wordt de Traffic Assist als
mobiele gegevensdrager op de computer
weergegeven.
Opmerking:
Wanneer u de Becker Traffic Assist de
eerste keer aansluit op de pc, worden de
nodige stuurprogramma's geïnstalleerd.
Daarna verschijnt het bericht dat uw
apparaat gebruiksklaar is.
32
>>> ALGEMENE BEDIENING
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Klik op de computer op
Start > Alle
programma‘s
.
> Selecteer
Becker.
> Klik op
Content Manager.
Wanneer de Content Manager wordt
gestart, voert het programma enkele
stappen uit voordat u de content van de
navigatiesoftware kunt beheren.
Bij iedere oproep wordt verbinding
gemaakt met het internet om na te gaan of
een recentere versie van de Content
Manager beschikbaar is. Wanneer een
nieuwe softwareversie wordt gevonden,
stelt de Contant Manager voor deze te
installeren. Wij adviseren de upgrades te
installeren zodra deze beschikbaar zijn.
Wanneer een nieuwe softwareversie wordt
gevonden, kunt u een van deze opties
kiezen:
•Klik op
Ja om de nieuwe softwareversie
te accepteren. De nieuwe versie wordt
gedownload en geïnstalleerd voordat u
de Content Manager kunt gebruiken.
•Klik op
Nee om de Content Manager te
starten met de geïnstalleerde oudere
versie.
Wanneer de nieuwe versie een
belangrijke upgrade bevat, wordt in
plaats van
Nee de optie Sluiten
weergegeven. U moet dus ofwel de
nieuwe versie installeren ofwel de
toepassing afsluiten.
Wanneer u de DVD in het DVD-station
van uw pc plaatst, leest en catalogiseert de
Content Manager automatisch de content
van de DVD voor zover deze nog niet
werd toegevoegd aan de lijst van contents.
Als u nog geen back-up hebt gemaakt van
het navigatieapparaat, vraagt de Content
Manager bij iedere start of u een volledige
of gedeeltelijke back-up wilt maken.
Muziek, afbeeldingen en vi-
deo's overdragen
Afbeeldingen*, muziek* en video's* kun-
nen op een aparte micro-SD-kaart (niet
meegeleverd) of in het interne geheugen
van de Traffic Assist in de map 'Media'
worden opgeslagen.
De bestanden kunnen via een kaartlezer of
de USB-aansluiting worden overgedra-
gen.
Opmerking:
We adviseren in ieder geval een back-up
te maken. Alleen dan kunt u de content
herstellen als er gegevens zijn verloren.
Opmerking:
Wij raden u aan bestanden en directory’s
zodanig duidelijke namen te geven dat u
deze indien nodig gemakkelijk terug-
vindt.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
33
ALGEMENE BEDIENING >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bij storingen
Storingen in het besturingssysteem of in
het apparaat worden overeenkomstig
weergegeven. Als de gewenste functie ver-
volgens niet kan worden uitgevoerd, moet
u de Traffic Assist met de On/Off-schake-
laar opnieuw starten.
Indien de meldingen terugkeren of het ap-
paraat door andere oorzaken niet goed
werkt, verzoeken wij u om contact op te
nemen met uw leverancier.
U kunt ook op de homepage van Becker
op www.mybecker.com onder Support bij
de veelgestelde vragen een oplossing voor
uw probleem proberen te vinden.
Opmerking:
Probeer nooit het toestel zelf te openen.
Neem contact op met uw dealer wanneer
u de opgetreden storingen niet zelf kunt
verhelpen.
34
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruiksmodus Navigatie
Wat is navigatie?
Onder navigatie (lat. navigare = op zee va-
ren) verstaat men in het algemeen de
plaatsbepaling van een voer- of vaartuig,
de bepaling van richting en afstand ten
opzichte van de gewenste bestemming, en
het vaststellen van de route en het begelei-
den naar de bestemming. Als navigatie-
hulpmiddelen worden o. a. sterren, mar-
kante punten, kompas en satellieten
gebruikt.
Bij de Traffic Assist zorgt de GPS-ontvan-
ger voor de plaatsbepaling. Het Global
Positioning System (GPS) is in de jaren
70 ontwikkeld door het Amerikaanse leger
als wapenrichtmiddel.
GPS is gebaseerd op de ontvangst van sig-
nalen van in totaal 24 satellieten die de
aarde banen omcirkelen en daarbij signa-
len uitzenden. De GPS-ontvanger vangt
de signalen op en berekent uit de looptij-
den de afstand tot iedere satelliet afzon-
derlijk. Daaruit is dan weer de actuele geo-
grafische positie te bepalen.
Voor de positiebepaling zijn de signalen
van ten minste drie satellieten nodig. Als
er vier signalen beschikbaar zijn, kan ook
de hoogte boven de zeespiegel worden
vastgesteld.
De Traffic Assist bepaalt de richting en af-
stand tot de bestemming met behulp van
de navigatiecomputer en een digitale we-
genkaart in het interne geheugen.
Om veiligheidsredenen vindt de naviga-
tievoornamelijk door verbale
aanwijzingen plaats. Ter ondersteuning
dienen de richtingspijl en de kaartweerga-
ve op het touchscreen.
!Veiligheidsvoorschriften
De geldende verkeersregels zijn te allen
tijde bepalend. Het navigatiesysteem is
maar een hulpmiddel, in sommige ge-
vallen kunnen de gegevens onjuist zijn.
De bestuurder moet in elke situatie zelf
besluiten of hij de gegevens betrouw-
baar vindt.
Wij zijn in geen geval aansprakelijk
voor onjuiste gegevens in het navigatie-
systeem.
Bij de eerste inbedrijfstelling kan het
bepalen van een positie zo’n 30 minu-
ten in beslag nemen.
Verkeersborden en plaatselijke ver-
keersvoorschriften hebben altijd priori-
teit.
De verkeersgeleiding geldt alleen voor
personenauto’s. Er is geen rekening ge-
houden met specifieke aanbevelingen
over de route en voorschriften voor an-
dere voertuigen (b. v. bedrijfswagens).
De plaats van bestemming mag alleen
worden ingevoerd als de wagen stil-
staat.
35
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Navigatie kiezen
De navigatiemodus wordt uit het hoofd-
menu opgeroepen.
> Druk in het hoofdmenu op
Bestem-
ming selecteren
.
De snelkoppeling Telefoon verschijnt.
De snelkoppeling
In de snelkoppeling worden de laatste be-
stemmingen en de opgeslagen bestem-
mingen weergegeven en kunt u deze
rechtstreeks kiezen. Ook kunt u via de
snelkoppeling het menu Bestemmingen
invoeren of de adresinvoer via spraak* op-
vragen.
Snelkoppeling opvragen
In de snelkoppeling worden op de boven-
ste regel de toets
Bestemming invoeren
voor het opvragen van het menu Bestem-
ming invoeren en de toets voor de
adresinvoer via spraak* weergegeven.
Op de tweede regel kunt u de navigatie
naar het thuisadres starten, als u deze al
hebt ingevoerd.
Het overzicht bestemmingen met de laatst
bereikte en opgeslagen bestemmingen ver-
schijnt in de onderliggende regels.
Het overzicht bestemmingen
Het overzicht bestemmingen bevat regels-
gewijs alle beschikbare bestemmingen die
u snel kunt kiezen. Op de eerste regel kunt
u de navigatie naar het thuisadres starten,
als u deze al hebt ingevoerd.
Elke regel van het overzicht bestemmin-
gen is in twee velden opgedeeld. Elk lijst-
veld is als toets weergegeven. Op de rech-
tertoets wordt de bestemming
weergegeven en met het linkerpictogram
worden de eigenschappen ervan weergege-
ven.
Opmerking:
Wanneer tussen de beide rijen toetsen
een adres wordt weergegeven, betekent
dit dat voordien reeds een navigatie naar
het vermelde adres werd gestart.
Opmerking:
In de bestemmingenlijst worden automa-
tisch de max. laatste 200 bestemmingen
opgeslagen. Als het geheugen vol is,
wordt voor een nieuwe bestemming de
oudste automatisch gewist. Echter, be-
langrijke bestemmingen kunnen worden
beveiligd.
Als u het thuisadres selecteert en deze nog
niet werd gedefinieerd, wordt u gevraagd
het adres in te voeren.
*Alleen beschikbaar voor de Traffic Assist Z215
36
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruikte pictogrammen
In het overzicht bestemmingen worden de
volgende pictogrammen gebruikt.
Snelkoppeling bedienen
Adresinvoer via spraak*
U activeert de spraakinvoer door op de
toets te drukken.
Hoe u bij de invoer te werk gaat, wordt
onder 'Adres via spraak invoeren*' op
pagina 44 beschreven.
Met aanwezige bestemming starten.
De bestemmingen in de snelkoppeling
verschijnen in de bestemmingenlijst.
> Druk op de toets met de gewenste be-
stemming om de routeberekening te
starten.
De berekening wordt gestart.
Na het berekenen verschijnt de kaartweer-
gave en begint de navigatie.
In het bestemmingsgeheugen bladeren
Met de toets en kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
Bestemming weergeven of bewerken
Elke bestemming in de snelkoppeling kan
worden weergegeven of bewerkt.
> Druk op het toets enpaneel links naast
de gewenste bestemming.
> Op het display verschijnt een keuzeme-
nu.
Picto-
gram
Betekenis
Deze bestemming is een stan-
daardbestemming zonder bij-
zonderheden.
Deze bestemming is beveiligd.
Als het bestemmingengeheu-
gen vol is, wordt deze bestem-
ming niet automatisch gewist.
U kunt dit indien gewenst
handmatig doen.
Bij een beveiligde vermelding
kunt u de positie ook in de
snelkoppeling vastleggen.
Deze bestemming is het huidi-
ge thuisadres.
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens m.b.t. de be-
stemming worden weerge-
geven. Via dit scherm kunt
u de bestemming op de
kaart weergeven, de route
weergeven of de navigatie
starten.
Naaminvoer De naam van de bestem-
ming kan worden gewij-
zigd. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze een naam
heeft.
*Alleen beschikbaar voor de Traffic Assist Z215
37
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Huisadres
Als u de knop
Thuis indrukt, wordt u, als
er nog geen huisadres is ingevoerd, ver-
zocht een adres in te voeren.
> Druk
Ja lang in om het adres in te voe-
ren.
U kunt dan, zoals onder 'Het menu Be-
stemmingen invoeren' op pagina 37 be-
schreven een bestemming invoeren.
Menu Bestemming invoeren oproepen
Met de toets
Bestemming invoeren kunt
u het menu voor het invoeren van de be-
stemming oproepen.
Zie 'Het menu Bestemmingen invoe-
ren' op pagina 37.
Het menu Bestemmingen in-
voeren
Als geen snelkeuze van een bestemming
gewenst is of de geplande bestemming nog
niet in de snelkoppeling staat, kunt u via
het menu Bestemmingen invoeren een
nieuwe bestemming bepalen.
> Druk in de snelle toegang op de toets
Bestemming invoeren op de bovenste
beeldschermrand.
Op het display verschijnt het menu Be-
stemming invoeren.
Invoer wissen De bestemming wordt uit
de snelkoppeling gewist.
Invoer bevei-
ligen
De bestemming wordt te-
gen automatisch wissen
beveiligd. Deze functie is
alleen bij onbeveiligde be-
stemmingen beschikbaar.
Beveil. ophef-
fen
De beveiliging van de be-
stemming wordt ongedaan
gemaakt. Deze functie is
alleen bij beveiligde be-
stemmingen beschikbaar.
Omhoog De bestemming wordt een
positie naar voren verscho-
ven. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze wordt ver-
plaatst.
Omlaag De bestemming wordt een
positie naar achteren ver-
schoven. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze wordt ver-
plaatst.
Alle invoer
wissen
Alle bestemmingen (met
uitzondering van de bevei-
ligde bestemmingen en
het huisadres) worden uit
de lijst gewist.
Keuze Betekenis
Opmerking:
Ook kunt u gebruikmaken van de me-
nuopties
Huidige positie instellen en Uit
laatste best. selecteren
(snelkoppeling)
om de bestemming te kiezen.
38
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Structuur van het menu Bestem-
ming invoeren
Adres invoeren
Met de toets
Adres invoeren worden de
verschillende stappen van het kiezen van
een adres tot aan het starten van de navi-
gatie mogelijk gemaakt.
Zie 'Bestemming invoeren' op
pagina 38.
POI selecteren
Met de toets
POI selecteren kunt u een
bijzondere bestemming als b. v. vliegvel-
den en veerhavens, restaurants, hotels,
tankstations of openbare instellingen se-
lecteren en een navigatie erheen starten.
Zie 'Bijzondere bestemmingen' op
pagina 45.
Persoonlijke bestemmingen
Met de toets
Persoonlijke bestemmin-
gen
kunt u in de Traffic Assist geïmpor-
teerde bijzondere bestemmingen van
Google
oproepen en de navigatie naar
deze bestemmingen starten.
Zie 'Bestemming uit Persoonlijke be-
stemmingen selecteren' op pagina 49.
Contacten
Met de toets
Contacten kunt u in de Traf-
fic Assist geïmporteerde contactpersonen
van Microsoft
® Outlook® oproepen en
de navigatie naar het opgegeven adres van
deze contactpersonen starten.
Zie 'Bestemming uit Contacten selecte-
ren' op pagina 50.
Op kaart selecteren
Met de toets
Op kaart selecteren kunt u
direct op de kaart een bestemming kiezen
en een navigatie erheen starten.
Zie 'Bestemming vanuit de kaart selec-
teren' op pagina 54.
Geo-coördinaten invoeren
Via de toets
Geo-coördinaten invoeren
kunt u de geografische coördinaten voor
een bestemming invoeren en de navigatie
naar deze bestemming starten.
Zie 'Coördinaten invoeren' op
pagina 55.
Route plannen
Met de toets
Route plannen kunt u een
route met meerdere tussenstops plannen.
Zie 'Route plannen' op pagina 51.
Bestemming invoeren
Vanuit het menu Bestemming invoeren
wordt met de toets
Adres invoeren het
menu voor het invoeren van een adres ge-
opend.
> Druk in het menu Bestemmingen in-
voeren op het keuzeveld
Adres invoe-
ren
.
Het menu voor het invoeren van adressen
verschijnt.
Opmerking:
Door het indrukken van toets
Form. wis.
(rechtsboven) kunt u alle ingevoerde ge-
gevens tot en met het land wissen.
39
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Land kiezen
Met het veld voor het land van bestem-
ming kunt u de beschikbare landen kie-
zen. Na het kiezen van een land wordt dit
automatisch in het menu voor het invoe-
ren van adressen overgenomen. Als er al
een land van bestemming is opgegeven,
blijft dit behouden totdat u een ander
land kiest.
> Druk op de toets met het land van be-
stemming om naar het landenoverzicht
te gaan.
De keuzelijst verschijnt.
> Druk op de toets van het gewenste land.
Adres kiezen en routebegeleiding star-
ten
In het menu Adres invoeren kunt u het
precieze adres van bestemming invoeren.
In het menu Adres invoeren kunt u het
volgende instellen:
plaats
postcode
straat en huisnummer
dwarsstraten ter oriëntatie
Ook kunt u:
Een bijzondere bestemming in de omge-
ving van het ingevoerde adres zoeken
(
POI zoeken). Het invoeren verloopt zo-
als onder 'Bijzondere bestemming bij een
adres' op pagina 47 beschreven.
De bestemming in de snelkoppeling op-
slaan.
De route op de kaart laten weergeven.
Direct met de navigatie starten.
Opmerking:
Druk indien gewenst op de pijltoets en
rechts om door alle beschik-
bare landen te bladeren.
*Het symbool geeft aan voor welk
land een adres via spraak kan worden in-
gevoerd.
*Alleen beschikbaar voor de Traffic Assist Z215
40
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Plaats selecteren
De opgave van de plaats van bestemming
kan plaatsvinden via de naam of via de
postcode.
Tijdens het invoeren van de letters van een
plaats geeft de Traffic Assist voorstellen
weer (zie 'Voorstellen overnemen' op
pagina 27). Als u het voorstel niet wilt
overnemen, voert u simpelweg de andere
letters van de gewenste plaatsnaam in.
De Traffic Assist verbiedt alle
onmogelijke lettercombinaties en
postcodes en activeert alleen letters resp.
cijfers die behoren bij een bestaande
plaatsnaam resp. postcode.
> Kies tussen het invoeren van de plaats-
naam of de postcode.
> Voer achter elkaar de letters van de
plaatsnaam van bestemming of de cij-
fers van de postcode in.
Na het invoeren van voldoende letters ver-
schijnt er automatisch een lijst waarin u de
plaatsnaam kunt kiezen. U kunt echter
ook al eerder naar de lijst gaan door op de
toets te drukken.
De lijst met plaatsnamen gebruiken
Als er al een paar letters van de gewenste
plaatsnaam zijn ingevoerd, kunt u via een
lijst alle plaatsnamen met de desbetreffen-
de lettercombinaties laten weergeven of
verschijnt deze lijst automatisch.
> Druk op de toets rechts om de
lijst op te vragen.
Met de toets en kunt u in de
lijst op het scherm bladeren.
> Druk op het keuzeveld van de gewenste
plaatsnaam.
Opmerking:
Scheid twee in te voeren woorden met
het teken .
Opmerking:
Na het invoeren van een postcode ver-
dwijnt in het invoermenu eerst de naam
van de plaats. Voer vervolgens de straat-
naam in. Vervolgens verschijnt dan ook
de plaatsnaam.
41
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Straat selecteren
In de menuoptie Straat kunnen, via een
letter- en cijferveld, de straatnaam en het
huisnummer afzonderlijk worden inge-
voerd.
De Traffic Assist verbiedt alle onmogelij-
ke lettercombinaties en activeert alleen
nog lettervelden die behoren bij een be-
staande straatnaam.
Een huisnummer kunt u pas na het kiezen
van de straatnaam selecteren en als de ge-
gevens huisnummers bevatten.
> Druk achtereenvolgens op de letters van
de straatnaam van bestemming.
Na het invoeren van voldoende letters ver-
schijnt er automatisch een lijst waarin u de
straatnaam kunt kiezen. U kunt echter
ook al eerder naar de lijst gaan door op de
toets te drukken.
De lijst met straatnamen gebruiken
Als er al een paar letters van de gewenste
straatnaam zijn ingevoerd, kunt u via een
lijst alle straatnamen met de desbetreffen-
de lettercombinaties laten weergeven of
verschijnt deze lijst automatisch.
> Druk op de toets rechts om het
straatnamenoverzicht op te vragen.
Met de toets en kunt u in de
lijst op het scherm bladeren.
> Druk op het keuzeveld met de gewenste
straatnaam.
Kruispunt kiezen
Nadat u de plaats en straat van bestem-
ming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere
aanvulling een dwarsstraat invoeren.
> Druk op de toets
Kruispunt.
Het invoermenu voor de naam van de
dwarsstraat verschijnt.
> Voer de gewenste naam van de dwars-
straat in.
Na het invoeren van de eerste letters van
de straatnaam verschijnt er automatisch
een lijst.
> Druk op het keuzeveld met de gewenste
straatnaam.
Opmerking:
In plaats van de dwarsstraat kunt u ook
een huisnummer invoeren, maar beide
tegelijkertijd is niet mogelijk.
42
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Het huisnummer kiezen
Nadat u de plaats en straatnaam van be-
stemming hebt ingevoerd, kunt u ter ver-
dere aanvulling een huisnummer invoe-
ren.
> Druk op de toets
Nr.
Het invoermenu voor het huisnummer
verschijnt.
> Voer het huisnummer in en druk ver-
volgens op .
Route weergeven
Na het invoeren va het adres kunt u in het
menu Adres invoeren de route naar de be-
stemming op de kaart laten verschijnen.
> Druk op toets
Route wrg. om de route
op de kaart weer te geven.
De route wordt berekend.
Via de toets
Start kunt u de navigatie ook
rechtstreeks vanuit dit scherm starten.
Voor de andere bedieningsopties voor dit
scherm verwijzen wij u naar 'Gehele route
weergeven' op pagina 85.
Bestemming opslaan
In het menu Adres invoeren opent u via
het veld
Opslaan een invoermenu om een
naam voor de ingevoerde bestemming in
te voeren.
Als de gewenste naam is opgegeven en met
is overgenomen, wordt deze bestem-
ming overgebracht naar de snelkoppeling
en daar beveiligd.
Navigatie starten
Met de toets
Start kunt u de navigatie
starten.
Alle tot nu toe ingevoerde gegevens wor-
den bij het berekenen van de route ver-
werkt.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
te starten.
De route wordt berekend. Vervolgens ver-
schijnt de kaartweergave en begint de na-
vigatie.
Opmerking:
In plaats van het huisnummer kunt u ook
een dwarsstraat invoeren, maar beide te-
gelijkertijd is niet mogelijk.
43
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Als er al een navigatie wordt uitgevoerd
wordt u gevraagd of de nieuwe bestem-
ming de oude bestemming moet vervan-
gen of dat de nieuwe bestemming als tus-
senstop moet worden gebruikt.
> Kies tussen
Toev. als tus.stop of Oude
best. verv.
.
Als er al een navigatie wordt uitgevoerd en
als er ook al een tussenstop is ingevoerd,
wordt u gevraagd of de nieuwe bestem-
ming de oude bestemming moet vervan-
gen.
> Kies tussen
Tussenstop verv of Oude
best. verv.
.
Opmerking:
Door de symbolen boven de statusbalk
wordt op eventueel door u geactiveerde
beperkingen (bijv. onverharde wegen,
tolwegen) gewezen.
Het symbool naast de statusbalk
geeft aan dat de onder 'De toets Routeop-
ties' op pagina 57 beschreven tijd-
afhankelijke navigatie geactiveerd is.
Opmerking:
Als er ten tijde van de routeberekening
geen GPS-signaal beschikbaar is, ver-
schijnt de volgende melding.
Als het GPS-signaal beschikbaar is, wordt
de routeberekening automatisch gestart.
Door het indrukken van
Laatste pos.
wordt de laatst bekende positie gebruikt
en wordt de route vanaf deze positie bere-
kend.
44
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Adres via spraak invoeren*
De adresinvoer kunt u via de snelkoppe-
ling of het adresinvoermenu starten door
op de toets te drukken.
Na het indrukken van de toets ver-
schijnt er een menu waarin u kunt zien
hoe u een adres moet inspreken.
Zodra naast het gestileerde gezicht lijnen
worden weergegeven, kunt u het adres in-
spreken.
> Spreek het adres in.
Als de invoer eenduidig wordt herkend,
verschijnt na korte tijd het menu voor de
adresinvoer met het door u ingesproken
adres.
Indien het weergegeven adres niet over-
eenkomt met het door u ingesproken
adres, kunt u het adres aanpassen.
Is het adres correct, dan kunt u de naviga-
tie starten, de route weergeven of het adres
opslaan, zoals op Pagina 42 wordt be-
schreven.
Opmerkingen:
Via de spraakinvoer kan slechts één
adres worden ingevoerd. Het gebruik
van lijsten voor een nauwkeurigere
keuze is via spraak niet mogelijk.
Het land van bestemming kan niet via
spraak worden ingevoerd.
Het symbool geeft in de lijst met
landen aan voor welk land een adres via
spraak kan worden ingevoerd.
Is spraakinvoer niet mogelijk, dan is de
toets grijs.
Een adres en huisnummer moeten in
de taal van het land van bestemming
worden ingesproken.
Aanwijzingen:
Indien in het land van bestemming
meerdere talen worden gesproken,
zoals in Zwitserland, kunt u een andere
taal instellen door op de toets
Taal wij-
zigen
te drukken.
U kunt het complete adres of slechts
een gedeelte inspreken.
Mogelijke invoer:
- plaats - straat - huisnummer
- plaats - straat
- plaats
*Alleen beschikbaar voor de Traffic Assist Z215
45
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kon de invoer niet eenduidig worden her-
kend, of kon de invoer door de Traffic As-
sist niet eenduidig aan een vermelding
worden toegewezen, dan worden er lijsten
weergegeven. U kunt vervolgens het ge-
wenste adres in deze lijsten selecteren.
Afhankelijk van uw invoer kunnen lijsten
met plaatsnamen, lijsten met straatnamen
of gecombineerde lijsten met plaats- en
straatnamen worden weergegeven.
In het volgende voorbeeld ziet u een lijst
waarin u een plaats kunt kiezen.
Wanneer u vermeldingen met het sym-
bool kiest, wordt nog een lijst weerge-
geven. Dit kan bijvoorbeeld noodzakelijk
zijn, wanneer dezelfde plaatsnaam meer-
dere keren in het ingestelde land voor-
komt.
Als u de gewenste plaats of straat in de lijst
hebt gekozen, verschijnt na korte tijd het
menu voor de adresinvoer met het door u
gekozen adres.
U kunt dan de navigatie starten, de route
weergeven of het adres opslaan, zoals op
Pagina 42 wordt beschreven.
Bijzondere bestemmingen
Bijzondere bestemmingen, of kortweg
ook POI (Point of Interest) genannt,
staan op de kaart en kunnen daar worden
weergegeven. Bijzondere bestemmingen
zijn o.a. vliegvelden en veerhavens, restau-
rants, hotels, tankstations of openbare in-
stellingen. U kunt bijzondere bestemmin-
gen als bestemming voor navigatie
invoeren.
> Druk in de snelkoppeling op
Bestem-
ming invoeren
.
> Druk op de toets
POI selecteren.
Opmerking:
In de lijsten kunt u de spraakinvoer te al-
len tijde opnieuw starten door op de toets
te drukken.
Opmerking:
Bijzondere bestemmingen uit de huidige
omgeving zijn alleen een optie als er vol-
doende GPS-ontvangst voor de positie-
bepaling is. Anders wordt de laatst opge-
slagen positie gebruikt.
46
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
U kunt kiezen tussen:
een bijzondere bestemming in de omge-
ving,:
een bijzondere bestemming bij een
adres,
een bijzondere bestemming bij de be-
stemming en
rechtstreeks een bijzondere bestemming
invoeren.
Bijzondere bestemming in de omgeving
> Druk op
POI nabij.
Met de pijltjestoets en kunt u
in de lijst op het scherm bladeren.
> Kies een van de beschikbare cate-
gorëeen.
Bij sommige categorieën, bijv. tanksta-
tion, verschijnt er nog een keuzemenu
waarin u een nadere inperking, bijv. op
merk, kunt invoeren.
Na het kiezen van de categorie verschijnen
nu de in de huidige omgeving beschikbare
bijzondere bestemmingen van de desbe-
treffende categorie.
Voor elke vermelding verschijnen de aan-
duiding, de hemelsbrede afstand en het
adres.
> Selecteer de gewenste bijzondere be-
stemming.
Er verschijnt nu informatie m.b.t. de ge-
kozen bestemming.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt echter ook:
de geselecteerde bijzondere bestemming
weergeven op de kaart (
Op kaart),
de geselecteerde bijzondere bestemming
in de snelkoppeling opslaan (Opslaan),
de route naar de bijzondere bestemming
laten weergeven (
Route wrg.),
bellen als een telefoon verbonden is en
het telefoonnummer beschikbaar is,
door op de toets met het symbool te
drukken.
Opmerking:
U kunt ook op Alle categ. drukken.
Daarna verschijnt er een invoermenu en
u kunt rechtstreeks de naam van een bij-
zondere bestemming invoeren en bevesti-
gen.
47
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bijzondere bestemming bij een adres
> Druk op
POI‘s bij locatie.
> Selecteer het gewenste land.
> Geef in het veld
Stad of Pcode de
plaatsnaam op waarin u naar een bij-
zondere bestemming wilt zoeken.
> Druk op
POI zoeken.
> Druk op
Categorie selecteren.
De beschikbare categorieën bijzondere be-
stemmingen voor de ingevoerde plaats-
naam verschijnen.
> Kies zoals onder 'Bijzondere bestem-
ming in de omgeving' op pagina 46 be-
schreven de gewenste bijzondere
bestemming.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt de gekozen bijzondere bestem-
ming echter ook in de snelkoppeling op-
slaan (
Opslaan) of de route naar de bij-
zondere bestemming laten weergeven
(
Route wrg.).
Door indrukken van de toets naast
de gewenste bijzondere bestemming kunt
u de extra beschikbare informatie m.b.t.
de bestemming weergeven.
Bijzondere bestemming in de omgeving
van de bestemming
> Druk op
POI nabij.
De beschikbare categorieën bij de bestem-
ming verschijnen.
> Kies zoals onder 'Bijzondere bestem-
ming in de omgeving' op pagina 46 be-
schreven de gewenste bijzondere
bestemming.
Bijzondere bestemming rechtstreeks
invoeren
> Druk op
POI‘s op naam zoeken.
> Voer de gewenste bijzondere bestem-
ming of een deel van de naam in.
Opmerking:
Als u al eerdere een adres hebt ingevoerd,
verschijnt dit adres al meteen.
Opmerking:
U kunt ook op
POI selecteren drukken.
Daarna verschijnt er een invoermenu en
u kunt rechtstreeks de naam van een bij-
zondere bestemming invoeren en bevesti-
gen.
48
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets .
De Traffic Assist toont in een lijst alle bij-
zondere bestemmingen die met de inge-
voerde naam overeenkomen in een lijst.
> Selecteer de gewenste bestemming in de
lijst.
Er verschijnt nu nadere informatie m.b.t.
de gekozen bestemming.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
naar de bijzondere bestemming meteen
te starten.
U kunt de gekozen bijzondere bestem-
ming echter ook op de kaart laten verschij-
nen (
Op kaart), in de snelkoppeling op-
slaan (
Opslaan) of de route naar de
bijzondere bestemming laten weergeven
(
Route wrg.).
Telefoonnummers van bijzondere be-
stemmingen bellen
U kunt telefoonnummers die in de
informatie over een bijzondere
bestemming worden vermeld, direct
bellen.
Voorwaarde hiervoor is dat een mobiele
telefoon via Bluetooth met de Traffic
Assist verbonden is.
> Druk in de informatie over de bijzonde-
re bestemming op de toets met het sym-
bool in het onderste gedeelte.
Het nummer wordt gebeld.
Aanvullende informatie over bijzondere
bestemmingen
Als een bijzondere bestemming aanvullen-
de informatie bevat, kunt u deze informa-
tie laten weergeven.
Druk in de informatie over de bijzonder
bestemming op de toets
Meer in het on-
derste gedeelte om de aanvullende infor-
matie op te roepen.
Met de weergegeven pijltjestoetsen kunt u
in de tekst op het scherm bladeren.
Opmerking:
De zoekradius is beperkt tot 50 kilometer
rondom de huidige positie.
49
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bestemming uit Persoonlijke be-
stemmingen selecteren
U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde
bijzondere bestemmingen van Google
oproepen en de navigatie naar deze be-
stemmingen starten.
> Druk in de snelkoppeling op de toets
Bestemming invoeren.
> Druk op de toets
Persoonlijke bestem-
mingen
.
Er verschijnt een lijst met de beschikbare
bestemmingen.
Met de pijltjestoetsen kunt u
in de lijst op het scherm bladeren.
> Selecteer de gewenste bestemming.
De navigatie naar de gekozen bestemming
wordt gestart.
Persoonlijke bestemmingen bewerken
> Druk in de lijst met eigen bestemmin-
gen op de toets voor de bestemming
die u wilt bewerken.
U kunt nu met
Invoer wissen de bestem-
ming uit de lijst verwijderen.
Met
Alle invoer wissen kunt u de com-
plete lijst wissen.
Met
Details weergeven kunt u de details
van de bestemming laten weergeven.
Druk op de toets
Start om de navigatie
naar de bestemming meteen te starten.
U kunt de gekozen bestemming echter
ook op de kaart laten verschijnen (
Op
kaart
) of in de snelkoppeling opslaan
(
Opslaan), u kunt de route naar de be-
stemming laten weergeven (
Route wrg.)
of u kunt de gekozen bestemming bellen
als een telefoon verbonden is en het tele-
foonnummer beschikbaar is, door op de
toets met het symbool te drukken.
Opmerking:
Voor het bekijken van speciale eigen
Google bestemmingen moeten de
Google
KML-bestanden in de directo-
ry iGO8\content\userdata\mydest van
de Traffic Assist worden opgeslagen.
Opmerking:
Als de lijst veel vermeldingen bevat, is het
eventueel zinvol om de gewenste bestem-
ming na het selecteren van
Bestemming
zoeken
met behulp van het invoermenu
te zoeken.
Er kunnen maximaal 1000 bestemmin-
gen worden geïmporteerd.
Nieuw geïmporteerde bestemmingen
verschijnen bovenaan de lijst.
50
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bestemming uit Contacten selec-
teren
U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde
contactpersonen van Microsoft
®
Outlook® oproepen en de navigatie naar
het adres van deze contactpersonen star-
ten.
> Druk in de snelkoppeling op
Bestem-
ming invoeren
.
> Druk op de toets
Contacten.
Bij meer dan 10 opgeslagen contactperso-
nen verschijnt er een invoermenu. Bij
minder dan 10 vermeldingen verschijnt
direct een lijst met de contactpersonen.
> Kies in het invoermenu de beginletter
van de gezochte vermelding.
> Druk op toets als de gewenste
naam op de bovenste regel wordt weer-
gegeven.
Als er vijf of minder vermeldingen met de
ingevoerde lettercombinatie beschikbaar
zijn, worden deze automatisch in een lijst
weergegeven.
> Selecteer de gewenste vermelding in de
lijst.
Druk op de toets
Start om de navigatie
naar het bij deze contactpersoon weerge-
geven adres meteen te starten.
U kunt het weergegeven adres van de con-
tactpersoon echter ook op de kaart laten
verschijnen (
Op kaart) of in de snelkoppe-
ling opslaan (
Opslaan), u kunt de route
naar de bestemming laten weergeven
(
Route wrg.) of het weergegeven telefoon-
nummer bellen als dat beschikbaar is
(toets met het symbool ).
Als voor de geselecteerde contactpersoon
meerdere adressen beschikbaar zijn, kunt
u deze na het indrukken van de toets
kiezen.
Als voor de geselecteerde contactpersoon
meerdere telefoonnummers beschikbaar
zijn, kunt u deze na het indrukken van de
toets kiezen.
Opmerking:
het importeren van de Microsoft®
Outlook®-contacten verloopt via de
Content Manager.
Er kunnen maximaal 2000 contacten
worden geïmporteerd.
Opmerking:
U kunt ook al eerder een lijst met vermel-
dingen die overeenkomen met de inge-
voerde lettercombinatie laten weergeven.
Druk hiervoor in het invoermenu op de
toets .
2
1
1
2
51
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Route plannen
Het menu Route plannen biedt de moge-
lijkheid individuele routes samen te stel-
len en te kiezen. Voer hiertoe de afzonder-
lijke bestemmingen van de gewenste route
in. Deze punten kunnen achter elkaar
zonder invoer van verdere gegevens wor-
den bereikt. Ook kunt u de ingevoerde be-
stemmingen optimaliseren en daardoor de
volgorde wijzigen.
> Druk in de snelkoppeling op
Bestem-
ming invoeren
.
> Druk op de toets
Route plannen.
In het routemenu kunt u met de toets
Nieuwe route maken een nieuwe route
aanmaken. In de onderliggende lijst wor-
den de tot nu tot opgeslagen routes weer-
gegeven.
Opgeslagen routes doorbladeren
> Druk op de pijltoets en
rechts om door de opgeslagen routes te
bladeren.
Opgeslagen routes bewerken
U kunt aan een opgeslagen route nog
meer etappes toevoegen, de naam van de
route wijzigen of een route wissen.
> Druk op de toets vóór de route die
u wilt bewerken.
U kunt nu door te drukken op
Plaats toe-
voegen
een etappe aan de route toevoe-
gen.
Na het indrukken van
Route hernoemen
kunt u een nieuwe naam aan de route toe-
kennen.
Door te drukken op
Route wissen kunt u
de route uit de opgeslagen routes wissen.
Route selecteren en starten
> Door op het desbetreffende keuzevlak
te drukken kiest u een route.
De route wordt geladen en in het etappe-
menu weergegeven.
> Druk op de bovenste knop.
Opmerking:
Als er nog geen route is opgeslagen, is het
routemenu leeg.
Opmerking:
U kunt ook een etappe van de route
kiezen. De route wordt dan vanaf deze
etappe gestart.
52
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Kies het startpunt of de huidige positie
als startpunt voor de navigatie.
De afzonderlijke etappes worden bere-
kend.
Vervolgens verschijnt een kaart met de
etappes.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
van de route te starten.
Met de toets
Opties kunt u de routeopties
oproepen.
Met de toets
Optimaliseer kunt u de volg-
orde van de diverse etappes optimaliseren.
Met de toets of kunt u de gehele
route langzamer of sneller simuleren.
Door aantippen van het scherm kunt u de
simulatie beëindigen.
Op de onderste regel kunt u met de toets
en en de afzonderlijke etappes
van de route doorbladeren. Bij het blade-
ren verschijnt dan de desbetreffende etap-
pe.
Nieuwe route aanmaken
> Druk in het routemenu op
Nieuwe rou-
te maken
.
U kunt dan, zoals onder 'Het menu Be-
stemmingen invoeren' op pagina 37 be-
schreven (
Adres invoeren, POI selecte-
ren
, Persoonlijke bestemmingen,
Contacten, Op kaart selecteren of Geo-
coördinaten invoeren
), beschreven een
tussenstop invoeren. Ook kunt u met de
toets
Uit laatste best. selecteren een be-
stemming in de snelkoppeling kiezen.
> Druk in de invoermenus op de toets
Toevoegen om de desbetreffende etap-
pe over te nemen.
Opmerking:
Als een startpunt wordt gekozen, dient
dit alleen om een route te bekijken.
53
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets
Plaats toevoegen om
nog meer etappes, zoals bovenstaand
omschreven over te nemen.
> Druk op de toets
Klaar als u alle etappes
hebt ingevoerd.
> Voer een zelfgekozen naam voor de rou-
te in.
Het etappemenu van de nieuwe route ver-
schijnt.
Route bewerken
> Kies de te bewerken route.
> Druk op de toets vóór de etappe die
u wilt bewerken.
Op het display verschijnt het menu voor
het bewerken. U hebt de volgende moge-
lijkheden:
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens m.b.t. de
etappe worden weergege-
ven. Vanuit dit scherm
kunt u de etappe op de
kaart weergeven.
Omhoog De etappe wordt een posi-
tie naar voren verschoven.
Omlaag De etappe wordt een posi-
tie naar achteren verscho-
ven.
Plaats wissen De etappe wordt uit de
route gewist.
Plaats ver-
vangen?
U kunt de gekozen etappe
door een andere etappe
vervangen.
Keuze Betekenis
54
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Route optimaliseren
Na het invoeren van meerdere bestem-
mingen van een route kunt u de Traffic
Assist opdracht geven de bestemmingen
op het traject te optimaliseren. De
opgeslagen route blijft echter ook na het
optimaliseren behouden.
Roep de kaartweergave van de etappes op.
> Druk op de toets
Optimaliseer.
De route wordt geoptimaliseerd en op-
nieuw berekend.
De geoptimaliseerde route verschijnt.
Bestemming vanuit de kaart se-
lecteren
U kunt een bestemming rechtstreeks in de
kaartweergave selecteren.
> Druk in de snelkoppeling op
Bestem-
ming invoeren
.
> Druk op de toets
Op kaart selecteren.
Op het display verschijnt de kaartweerga-
ve.
> Druk op het scherm licht op het ge-
wenste punt.
Op deze plek verschijnt een pulserende
rode cirkel.
Opmerking:
Met de zoomtoets en en moet u
evt. nog het bereik vergroten om het ge-
wenste punt te vinden. U kunt de kaart
ook door verplaatsen op het gewenste
punt zetten.
Opmerking:
Door indrukken van de toets Terug n
GPS
kunt u weer uw huidige positie laten
verschijnen.
Door op de toets
Blokkeren te drukken,
kunt u de straat voor de navigatie blokke-
ren, zoals wordt beschreven onder 'De
toets Geblokkeerde wegen' op pagina 67.
55
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets
Details.
Er verschijnt nu voorzover beschikbaar
het adres van het gekozen punt.
> Druk op de toets
Start om de navigatie
naar de gekozen bestemming meteen te
starten.
U kunt ook in de omgeving van het geko-
zen punt met de toets
POI’s nabij naar bij-
zondere bestemmingen zoeken.
U kunt het gekozen punt echter ook in de
snelkoppeling opslaan (
Opslaan) of de
route naar de bijzondere bestemming la-
ten weergeven (
Route wrg.).
Coördinaten invoeren
U kunt uw bestemming ook invoeren met
geografische coördinaten.
> Druk in de snelkoppeling op
Bestem-
ming invoeren
.
> Druk in het navigatiemenu op de toets
Geo-coördinaten invoeren.
> Kies met behulp van de toets en de
betreffende waarde die u wilt wijzigen.
> Kies met behulp van de beide toets en
bij de gewenste richting van de geo-
grafische lengte en breedte (oost/west
resp. noord/zuid).
> Voer daarna de gewenste waarden met
de toets en tot en met in.
U kunt coördinaten op drie verschillende
schrijfwijzen invoeren.
De volgende schrijfwijzen zijn mogelijk:
Graad Minuut Seconde Decimaalse-
conde, bijv. 42°52’46.801“
Graad Minuut.Decimaalminuut, bijv.
48° 53.56667'
Graad Decimaal, bijv. 48,89277778
> Druk op de toets .
Voor zover mogelijk verschijnt er een
adres met de desbetreffende coördinaten.
U kunt de bestemming op de kaart bekij-
ken, de route naar de bestemming weerge-
ven of de navigatie meteen starten.
1
2
3
2
1
Aanwijzingen:
De ingevoerde coördinaten moeten
overeenkomen met WGS84 (World
Geodetic System 1984 ).
Door op de toets wordt uw huidige
geografische positie in de velden inge-
voerd.
3
56
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Navigatie-instellingen
In de navigatie-instellingen bevinden zich
alle voor de navigatiefuncties relevante in-
stellingen.
> Druk in het hoofdmenu op
Instell..
> Druk op de toets
Navigatie-inst..
U komt in het menu voor de navigatie-in-
stellingen:
Structuur
In het menu staan u verschillende pagina’s
met de functies ter beschikking:
U komt op de volgende cq. Vorige pagina
van de instellingen met de toets en
en .
De toets Begeleidingsinfo
In het venster Begeleidingsinfo kunt u in-
stellen, welke extra informatie tijdens de
navigatie wordt weergegeven.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Begeleidingsinfo.
Het venster Begeleidingsinfo wordt weer-
gegeven.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Opmerking:
Alle instellingen moeten worden beves-
tigd door op de toets OK te drukken. Met
de toets kunt u op elk gewenst mo-
ment het huidige menu verlaten zonder
iets te hebben gewijzigd.
Instelling Betekenis
Rijstrookinfo Bij geactiveerde functie
wordt u, bij wegen met
meerdere rijstroken door
een kleine pijl, geadviseerd
over de te volgen rijstrook.
57
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Schakel de gewenste functie door te
drukken op het desbetreffende veld in
of uit .
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
De toets Routeopties
In het instellingenmenu Routeopties
kunt u uw rijprofiel instellen. De hier ge-
maakte instellingen hebben invloed op de
routekeuze en de berekening van de ver-
moedelijke rittijden.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Routeopties.
Het venster Routeopties wordt weergege-
ven.
> Kies na het drukken op het veld naast
Voertuig de manier waarop u zich ver-
plaatst.
Deze instelling beïnvloedt de berekening
van de vermoedelijke aankomsttijd en
blokkeert bijv. voor de fiets de snelwegen.
Wegwijzers Bij geactiveerde functie
krijgt u bij klaverbladen
bovendien informatie over
de borden die u moet vol-
gen.
Landinfo Na het activeren van deze
functie ontvangt u auto-
matisch algemeen gelden-
de verkeersinformatie over
het desbetreffende land,
bij het passeren van de
landsgrens (b. v. snel-
heidslimieten).
Junction
View
Als deze functie geacti-
veerd is, krijgt u, voor zo-
ver beschikbaar, bij veel
klaverbladen een realis-
tisch overzicht van de ac-
tuele rijstrooksituatie te
zien.
Instelling Betekenis
Opmerking:
de informatie kan alleen worden weerge-
geven als deze in het kaartmateriaal aan-
wezig is.
58
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Kies na het drukken op het veld naast
Soort route één van de volgende opties:
Tijdafhankelijke navigatie
Als deze functie ingeschakeld is ( ),
wordt voor zover beschikbaar (momenteel
alleen Duitsland, Frankrijk en Groot-
Brittannië) bij de routeberekening reke-
ning gehouden met (statistische) informa-
tie over de mogelijke snelheid op bepaalde
trajecten op bepaalde tijden. Op basis van
deze gegevens kan de aankomsttijd nauw-
keuriger worden berekend of kan een an-
dere route worden gekozen.
Mijden van soorten wegen
Na het drukken op het veld naast Vermij-
den
kunt u verschillende soorten wegen
(bijv.
snelwegen, veren en tolwegen van
de routeberekening uitsluiten.
U kunt voor deze types een van de volgen-
de opties instellen.
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
Optie Betekenis
Zuinige route Bij deze optie wordt de
met het oog op de beno-
digde tijd en de af te leg-
gen afstand zo voordelig
mogelijke route berekend,
waarbij ook rekening
wordt gehouden met an-
dere parameters
zoals hellingen.
Snelste route Bij deze optie wordt de,
met het oog op de beno-
digde tijd, snelste route
berekend.
Kortste route Bij deze optie wordt de,
met het oog op de beno-
digde tijd en de af te leg-
gen afstand, kortste route
berekend.
Gemakkelijk-
ste route
Bij deze optie wordt een
route met zo min mogelijk
manoeuvres berekend. Dit
heeft eventueel grotere
omwegen tot gevolg.
Optie Betekenis
Toegestaan
Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg in
de berekening van de rou-
te opgenomen.
Vermijden
Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg zo
mogelijk vermeden.
Verboden
Bij deze optie wordt het
desbetreffende type weg
niet in de berekening van
de route opgenomen.
59
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets TMC
In het instellingenvenster TMC kunt u de
ontvangst van de verkeersmeldingen in-
stellen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
TMC.
Het venster TMC wordt weergegeven.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Instelling Betekenis
Zender autom.
inst.
Geef aan of automa-
tisch de zender met de
beste ontvangst moet
worden gezocht (func-
tie ingeschakeld ).
Door drukken op de
pijltoets en wordt de
automatische zender-
zoekfunctie geacti-
veerd. De TMC-zender
die nu wordt ontvan-
gen, wordt in het veld
daarnaast getoond. Het
instellen is alleen moge-
lijk als de functie
Zender autom. inst.
uitgeschakeld is.
Herberek. Met dit keuzevlak kunt
u kiezen of een route-
verandering
Nooit,
Automatisch of
Handm. plaatsvindt.
(Zie 'Rekening houden
met berichten voor de
routeberekening' op
pagina 71.) De instel-
ling
Nooit komt over-
een met het uitschake-
len van de TMC-
functionaliteit.
Instelling Betekenis
60
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Kaartvenster
U kunt de kaartweergave tussen 3D- of
2D-weergave, een gedeeld beeldscherm
met 3D- of 2D-weergave of de pijlweerga-
ve omschakelen.
Ook kunt u instellen of in 3D-weergave in
steden beschikbare 3D-gebouwen wel of
niet moeten worden weergegeven.
In de uitgebreide instellingen kunt u kie-
zen uit nog meer instelopties.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Kaartvenster.
Het venster Kaartvenster wordt weergege-
ven.
> Selecteer door het indrukken van de
toets resp. of u de 2D- of 3D-
weergave wilt gebruiken.
> Druk op de toets om de hele kaart
te kiezen.
> Druk op de toets voor het gedeelde
beeldscherm.
> Druk op de toets voor de pijlweer-
gave.
3D-gebouwen in-/uitschakelen
U kunt instellen of in 3D-weergave in ste-
den beschikbare 3D-gebouwen wel of niet
moeten worden weergegeven.
1 2 3
5
4
4 5
1
2
Opmerking:
deze instelling is alleen bij 3D-weergave
beschikbaar.
3
61
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk in het menu voor de kaartweerga-
ve op de toets
3D-gebouwen en schakel
de functie in of uit .
Kaart met geactiveerde 3D-gebouwen.
> Bevestig de instellingen door het in-
drukken van de toets
OK
Voor het opvragen van de uitgebreide in-
stellingen drukt u op de toets
Geavan-
ceerd
.
In de uitgebreide instellingen hebt u de
volgende instelopties:
Autozoom
U kunt instellen hoe de kaart bij het na-
deren van een manoeuvreerpunt of bij
het veranderen van de snelheid veran-
dert.
POI-categ. selecteren
U kunt instellen welke symbolen voor
speciale bestemmingen in de kaart moe-
ten worden weergegeven.
Straatnamen 2D/Straatnamen 3D
U kunt instellen of in 3D- of 2D-weer-
gave de straatnamen wel ( ) of niet
( )moeten worden weergegeven.
2D rijricht. boven
U kunt instellen of de kaart in de 2D-
weergave in de rijrichting ( ) of naar
het noorden ( ) moet wijzen.
Autozoom
> Druk in de uitgebreide instellingen op
de toets
Autozoom.
Door te drukken op de toets
Autozoom
kunt u de zoomfunctie in- ( ) of uit-
schakelen ( ).
Bij het inschakelen van de zoomfunctie
kunt u voor een zwakke, middelmatige of
een sterke autozoom kiezen.
62
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
POI-categorieën instellen
U kunt instellen welke POI-symbolen op
de kaart moeten worden weergegeven.
> Druk in de uitgebreide instellingen op
de toets
POI-categ. selecteren.
Door selectie van
Alle POI‘s weergeven
verschijnen alle bijzondere bestemmingen
op de kaart.
Door selectie van
Geen POI‘s weergeven
verschijnen er geen bijzondere bestem-
mingen.
Door selectie van
Gebruikersvoorkeuren
en het vervolgens indrukken van de toets
POI‘s selecteren kunt u in het daaropvol-
gende menu voor elke categorie bijzonde-
re bestemmingen zelf bepalen of bijzonde-
re bestemmingen van deze categorie wel of
niet op de kaart moeten verschijnen.
> U kunt nu het weergaven van hele cate-
gorieën in- ( ) of uitschakelen ( ).
Door te drukken op de toets achter
een categorie kunt u in andere menu’s
subcategorieën in- of uitschakelen.
> Bevestig al uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Waarschuwingen
In het instellingenvenster
Waarschuwingen kunt u instellen welke
waarschuwingen door de Traffic Assist
moeten worden weergegeven of welke
waarschuwingstonen er moeten klinken.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Waarschuwingen.
Het venster Waarschuwingen wordt
weergegeven.
U kunt nu tussen de volgende instelopties
kiezen:
Bestuurderswaarschuwingen
voor zover deze informatie op de kaar-
ten is opgeslagen, kunt u aanwijzings-
borden voor bijv. gevaarlijke bochten of
hellingen laten weergeven.
63
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Snelheidsinfo
U kunt instellen of snelheidsbeperkin-
gen parallel aan de navigatie worden
weergegeven.
Bovendien kunt u bij het overschrijden
van de snelheid een akoestische waar-
schuwing instellen.
Gev. plaatsen*
U kunt waarschuwingen voor gevaarlij-
ke punten, zoals bijv. vaste snelheids-
controles, instellen.
De toets Bestuurderswaarschuwingen
Voor zover deze informatie op de kaarten
is opgeslagen, kunt u aanwijzingsborden
voor bijv. gevaarlijke bochten of hellin-
gen laten weergeven. Bovendien kunt u
instellen of bij het weergeven van een aan-
wijzingsbord ook een waarschuwingssig-
naal moet klinken.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Bestuurderswaarschuwingen.
Het venster Bestuurderswaarschuwingen
wordt weergegeven.
De beschikbare aanwijzingsborden zijn in
vier categorieën verdeeld. Deze catego-
rieen kunnen afzonderlijk worden in-
of uitgeschakeld .
Door op het belsymbool te drukken, kan
het waarschuwingssignaal voor elke van de
vier categorieën apart worden ingesteld
( waarschuwingssignaal ingescha-
keld).
De afzonderlijke categorieën bevatten de
volgende aanwijzingsborden:
Bochtwaarschuwing
Deze categorie bevat waarschuwings-
borden die betrekking hebben op scher-
pe bochten.
Algemene waarschuwing
Deze categorie bevat de overige waar-
schuwingsborden die bijv. waarschu-
wen voor hellingen of steenslag.
Verkeersreglement
Deze categorie bevat verkeersvoor-
schriften zoals inhaalverboden.
Informatieve verkeersborden
Deze categorie bevat alle beschikbare
aanwijzingsborden.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Opmerking:
het gebruik van deze functie (waarschu-
wing voor snelheidscontroles) is in Euro-
pa niet uniform geregeld. Stel uzelf van
de geldende wetten in het betreffende
land op de hoogte.
Zo is in Duitsland het gebruik ervan on-
derweg in strijd met de verordeningen.
*Functie kan naderhand worden geactiveerd
64
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Snelheidsinfo
In het instellingenvenster
Snelheidsinfo
kunt u parallel aan de navigatie snelheids-
beperkingen laten weergeven. Bovendien
kunt u bij het overschrijden van de snel-
heid een akoestische waarschuwing instel-
len.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Snelheidsinfo.
Het venster Snelheidsinfo wordt weerge-
geven.
De volgende instellingen zijn mogelijk.
Druk voor de instelling altijd op het veld
naast de instelling die u wilt wijzigen.
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
Opmerking:
Deze informatie kan alleen worden weer-
gegeven als deze in het kaartmateriaal
aanwezig is.
!Gevaar voor ongevallen!
De informatie op het kaartmateriaal kan
vanwege kortstondige wijzigingen (bij-
voorbeeld wegwerkzaamheden) onjuist
zijn.
De verkeerssituatie en de borden ter
plaatse hebben prioriteit boven de infor-
matie van het navigatiesysteem.
Instelling Betekenis
Borden
weerg.
Geef aan of snelheidsbe-
perkingen nooit, altijd of
alleen bij een snelheids-
overschrijding moeten
worden weergegeven.
In beb. kom Kies vanaf welke snel-
heidsoverschrijding u bin-
nen de bebouwde kom
akoestisch wilt worden ge-
waarschuwd.
Buiten beb.
kom
Kies vanaf welke snel-
heidsoverschrijding u bui-
ten de bebouwde kom
akoestisch wilt worden ge-
waarschuwd.
Voorwaardel.
snelheidslimi
eten
Kies of u ook bij snelheids-
beperkingen die alleen bij
regen, sneeuwval of op be-
paalde tijdstippen gelden,
akoestisch wilt worden ge-
waarschuwd ( functie
ingeschakeld).
65
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Gespr. begeleiding
In het instellingenvenster Gespr.
begeleiding kunt u instellingen m.b.t. de
spraakbesturing van de Traffic Assist in-
stellen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Gespr. begeleiding.
Het venster Gespr. begeleiding wordt
weergegeven.
U kunt nu tussen de volgende instelopties
kiezen:
Stem
U kunt instellen welke spreker voor de
ingestelde taal de navigatieaanwijzingen
moet uitspreken.
Volume
U kunt het volume van de verbale aan-
wijzingen standaard voor elke start van
de Traffic Assist instellen of de verbale
aanwijzingen helemaal uitschakelen.
Straten aankond.
Met de knop Straten aankond. kunt
u het melden van straatnamen waar-
heen u wilt afbuigen in- ( ) of uit-
schakelen ( ).
Aankomst aankon.
Met de knop Aankomst aankon. kunt
u het automatisch melden van de ver-
wachte aankomsttijd in- ( ) of uit-
schakelen ( ).
De toets Stem
In het instellingenvenster Stem kunt u in-
stellen welke spreker voor de ingestelde
taal de navigatieaanwijzingen moet uit-
spreken.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Stem.
Het venster Stem wordt weergegeven.
> Selecteer de gewenste spreker.
Er klinkt een korte voorbeeldaanwijzing.
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
Opmerking:
deze functie is niet voor alle talen/spre-
kers beschikbaar. Als de functie niet be-
schikbaar is, is de knop geen optie.
Opmerking:
Sprekers die met (TTS) worden aange-
duid ondersteunen de weergave van tek-
sten via spraak (bijv. straten melden en
SMS voorlezen).
66
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De toets Volume
Met het instellingenvenster Volume kunt
u het volume van de verbale aanwijzingen
standaard voor elke start van Traffic Assist
instellen of de verbale aanwijzingen hele-
maal uitschakelen. Afhankelijk van de si-
tuatie kunt u deze instelling in de kaart-
weergave aanpassen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Volume.
Het venster Volume wordt weergegeven.
> Kies met de toets en en
het gewenste volume.
> Druk op de toets om de verbale
aanwijzingen helemaal uit te schakelen.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Formaat
In het instellingenvenster Formaat kunt u
instellen welke welk formaat en welke
maateenheden voor tijdstippen en afstan-
den moeten worden gebruikt.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Formaat.
Het venster Formaat wordt weergegeven.
Druk op het veld naast
Tijd om tussen de
12-uurs- en de 24-uurs-weergave om te
schakelen.
Druk op het veld naast
Afstand om tussen
kilometers en miles om te schakelen.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Tijd
In het instellingenvenster Tijd kunt u de
voor uw woonplaats geldende tijdzone in-
stellen. Deze instelling is belangrijk voor
het juist berekenen van vermoedelijke
aankomsttijden.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Tijd.
Het venster Tijd wordt weergegeven.
Met de toets naast
Tijdzone kunt u instel-
len of de tijdzone wel of niet automatisch
door de Traffic Assist moet worden inge-
steld (automatisch aan automatisch
uit ).
67
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Na het uitschakelen van de automatische
functie kunt u door te drukken op de toets
onder
Tijdzone de gewenste tijdzone kie-
zen.
Door te drukken op de knop onder
Zo-
mertijd
kunt u aangeven of de zomertijd
automatisch door de Traffic Assist moet
worden ingesteld of dat u de zomertijd zelf
in- of uitschakelt.
De toets Geblokkeerde wegen
In het instellingenvenster Geblokkeerde
wegen kunt u de blokkering van eerder
permanent geblokkeerde straten (zie 'De-
len van de route/straten blokkeren' op
pagina 85) opheffen of aanpassen (tijdstip
en weekdagen van de blokkering).
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Geblokkeerde wegen.
Het venster met de reeds geblokkeerde
straten verschijnt.
> Selecteer de gewenste geblokkeerde
straat.
> Druk op de toets
Form. wis. om de
straat uit de lijst te verwijderen.
of
> Druk op de toets
Wijzigen om de blok-
kering aan te passen.
U kunt nu voor elke dag van de week in-
stellen of de straat wel of niet moet wor-
den geblokkeerd.
Opmerking:
Druk op de toets Alle blokkeringen
wissen
en op het aansluitend weergege-
ven scherm op de toets
Ja om de lijst met
geblokkeerde straten te wissen.
68
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toetsen met de dagen waar-
op de straat niet geblokkeerd moet zijn
(het kloksymbool onder de dag ver-
dwijnt).
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
of
> Druk op de toets onder één van de
dagen en stel maximaal twee perioden
in waarin de straat geblokkeerd moet
zijn.
> Stel met behulp van de toetsen de
eerste periode in waarin de straat op
deze dag geblokkeerd moet zijn.
> Stel zo nodig met behulp van de toetsen
de tweede periode in waarin de
straat op deze dag geblokkeerd moet
zijn.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Resetten
U kunt alle navigatie-instellingen op de
fabrieksinstellingen terugzetten.
Hierbij worden de instellingen teruggezet.
De gegevens van de snelkoppeling, opge-
slagen routes, geblokkeerde straten van de
sprekers en het huisadres blijven behou-
den.
> Druk op de toets
Resetten.
> Druk op de toets
Ja.
De navigatie-instellingen worden op de
fabrieksinstellingen teruggezet.
1 1 1 1
2 2 2 2
1
2
Opmerking:
Druk op de toets Blok. 24 uur om de
straat de hele dag te blokkeren.
Druk op de toets
Gebr. instelling voor
om de blokkering ook op andere dagen
toe te passen.
69
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Verkeersberichten via TMC
Uw Traffic Assist kan verkeersberichten
(TMC-meldingen) van radiozenders ont-
vangen. Hiervoor moeten de TMC-an-
tenne en de voeding op de draagplaat aan-
gesloten zijn.
De verkeersberichten worden via het
TMC-kanaal (Traffic Message Channel)
van radiozenders tegelijk met het radio-
programma uitgezonden en door het navi-
gatiesysteem ontvangen en verwerkt. De
ontvangst van deze verkeersberichten is
kosteloos.
Door Traffic Assist wordt voortdurend
gecontroleerd of er relevante verkeersbe-
richten voor de ingestelde route zijn. Op
de kaartweergave worden alle ontvangen
verkeersopstoppingen weergegeven.
Wordt daarbij geconstateerd dat een ver-
keersbericht voor de navigatie van belang
is, dan kan door het apparaat automatisch
een nieuwe route naar de bestemming
worden berekend (zie 'De toets TMC' op
pagina 59).
Weergave van TMC-berichten op
de wegenkaart
Actuele TMC-meldingen worden op de
kaart grafisch weergegeven. Zo worden
weggedeelten waarop zich een verkeersbe-
lemmering bevindt, blauw gemarkeerd.
Verder geven pijlen de richting van de
rijstrook met de verkeersopstopping aan.
De kleurmarkering wordt aangevuld met
een gevaarteken bij het desbetreffende
weggedeelte.
Opmerking:
TMC is niet in alle landen beschikbaar
(op het ogenblik alleen in België, Duits-
land, Denemarken, Frankrijk, Italië, Ne-
derland, Oostenrijk, Zweden, Zwitser-
land en Spanje).
*In Duitsland kunnen verkeersberichten
via TMCpro worden ontvangen.
Opmerking:
Omdat de verkeersinformatie door radio-
zenders wordt uitgezonden, kunnen wij
de volledigheid en juistheid van deze be-
richten niet garanderen.
Oostenrijk: De locatie- en eventcode
wordt door de ASFINAG en de BMVIT
ter beschikking gesteld.
*Kan bij de Traffic Assist Z213 via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
70
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
TMC gebruiken
Als de Traffic Assist zich op de draagplaat
bevindt en de TMC-antenne aangesloten
is, ontvangt uw Traffic Assist actuele ver-
keersberichten, waardoor het mogelijk
wordt een dynamische route (filevermij-
ding) te berekenen. U kunt ook verkeers-
berichten direct bekijken.
Instellingen voor TMC kunt u, zoals on-
der 'De toets TMC' op pagina 59 beschre-
ven configureren.
> Druk in het hoofdmenu op
TMC.
De lijst met meldingen verschijnt.
Met de pijltjestoets en aan de
rechterkant van het beeldscherm kunt u
door de lijst bladeren.
Bij elk verkeersbericht ziet u:
het soort belemmering en de hemels-
brede afstand vanaf de huidige positie
van de auto
het wegnummer (snelweg, provincia-
le of lokale weg) en het traject bij de
rijrichting
de lengte van de belemmering
Bij een TMC-melding op uw route wordt
de melding door het teken aangege-
ven.
Bij de Traffic Assist Z215 worden via
TMCpro ontvangen verkeersberichten
aangegeven met het symbool .
Melding lezen
> Druk op de gewenste melding in de
lijst.
De melding wordt weergegeven.
> Druk op de pijltoets en om
door de meldingen te bladeren.
> Druk op de toets om terug te gaan
naar de lijst met meldingen.
Als er zoals in dit voorbeeld een melding
op uw route ligt, kunt u door indrukken
van
Bericht toepassen aangeven hoe het
systeem de melding moet verwerken.
1
2
3
1
2
3
71
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Als u de route opnieuw wilt berekenen,
drukt u op de toets
Ja.
De route wordt opnieuw berekend en in-
dien van toepassing een omleiding bere-
kend.
Als u de wijziging eventueel weer onge-
daan wilt maken, kunt u de bijbehorende
melding weer opvragen en vervolgens op
de knop
Bericht negeren drukken.
Er volgt dan weer een vraag die u met
Ja
moet beantwoorden. De route wordt dan
zonder met de bijbehorende melding re-
kening te houden opnieuw berekend.
Betreffende straat in de kaart weerge-
ven
> Druk in de melding op de toets .
De betreffende straat verschijnt op de
kaart.
Door op de toets
Lijst te drukken kunt u
weer naar het meldingenscherm gaan.
Op de onderste regel kunt u met de toets
en en alle meldingen in het mel-
dingenoverzicht doorbladeren en op de
kaart weergeven.
Met de toets
Toepassen kunt u voor elke
melding vastleggen of het gemelde traject
bij een routeberekening moet worden ver-
meden.
Als u een traject hebt geblokkeerd,
(
Toepassen) kunt u met de toets Nege-
ren
deze blokkering ongedaan maken.
Rekening houden met berichten
voor de routeberekening
Uw Traffic Assist kan bij het berekenen
van een route rekening houden met ver-
keersmeldingen. Of dat automatisch,
handmatig of nooit gebeurt, kunt u met
'De toets TMC' op pagina 59 instellen.
Automatisch een nieuwe route bereke-
nen
Als er een verkeersopstopping op uw route
is, wordt door de Traffic Assist
gecontroleerd of de opstopping via een
zinvolle omleiding kan worden omzeild.
Als dit het geval is, wordt een uitwijkroute
berekend en wordt u via deze uitwijkroute
geleid.
Handmatig een nieuwe route berekenen
Als een verkeersbericht uw route betreft,
verschijnt er een venster met gedetailleer-
de informatie over de melding.
72
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Als u een omleiding van de verkeersbelem-
mering wilt berekenen, drukt u op
Be-
richt toepassen
, zo niet, dan op Bericht
negeren
.
U kunt de gekozen instelling te allen tijde
weer in het meldingenoverzicht wijzigen.
Als de Traffic Assist na het kiezen van
Be-
richt toepassen
heeft vastgesteld dat een
zinvolle uitwijkroute mogelijk is,
verschijnt het volgende scherm.
Het scherm geeft een overzicht van de
berekende uitwijkroute.
Het rood of bij een opstopping blauw
gemarkeerde traject toont de
oorspronkelijke route. Het geel
gemarkeerde traject toont de berekende
uitwijkroute.
In het rechtergedeelte van het display
wordt aangegeven in hoeverre de nieuwe
route gewijzigd is ten opzichte van de
oorspronkelijke route en hoeveel tijdwinst
u naar verwachting behaalt door de
uitwijkroute te nemen.
> Druk nu op de toets om de
uitwijkroute te gebruiken of op de toets
om toch de oorspronkelijke route
te volgen.
De kaartweergave
De kaartweergave wordt op de eerste
plaats voor de navigatie gebruikt. U kunt
via de kaartweergave echter ook zonder
navigatie altijd uw huidige positie nagaan
en bijv. bij snelheidsovertredingen een
waarschuwing doen uitgaan.
Kaartweergave oproepen
Bij het starten van een navigatie wordt de
kaartweergave automatisch opgeroepen.
Zonder navigatie kunt u de kaartweergave
via het hoofdmenu oproepen.
> Druk in het hoofdmenu op
Toon kaart.
Nu verschijnt de kaartweergave en geeft
deze, voor zover er GPS-ontvangst aanwe-
zig is, de huidige positie aan.
Als er reeds een navigatie actief is, ver-
schijnt de kaart met navigatiefunctie.
Opmerking:
Bij de keuze Bericht toepassen wordt
niet altijd een uitwijkroute berekend. Dit
gebeurt alleen als dit tijdwinst oplevert en
het te rijden traject zinvol is.
Opmerking:
Dit scherm kan ook worden weergegeven
als bijvoorbeeld een traject met een
eerdere verkeersopstopping nu weer vrij
is.
73
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Opbouw van kaartweergave
De opbouw verschilt al naar gelang de in-
stellingen onder 'Kaartweergave omscha-
kelen' op pagina 81 of onder 'De toets
Kaartvenster' op pagina 60 en of er wel of
geen navigatie actief is.
Kaartweergave zonder navigatie
Als de navigatie niet actief is, neemt de
kaart bijna het gehele oppervlak van het
touchscreen in.
Maximumsnelheid voor de straat
waarop u nu rijdt (aanduiding niet
voor alle straten beschikbaar). Boven-
dien worden waarschuwingsborden
weergegeven.
Zoomknoppen
Indicator laadtoestand/telefoonstatus
Knop voor het opvragen van de opties
Positie van auto
Huidige straat
Infobox (indien weergegeven) met
snelheid en hoogte boven zeeniveau
van de auto
Kaartweergave met navigatie
Maximumsnelheid voor de straat
waarop u nu rijdt (aanduiding niet
voor alle straten beschikbaar)
Waarschuwingen voor de bestuurder
Zoomknoppen
Indicator laadtoestand/telefoonstatus
Knop voor het opvragen van de opties
Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde
wegen met meerdere rijstroken te
zien, groene pijlen = aanbevolen
rijstroken)
Positie van auto
Huidige straat of straat waar de vol-
gende rijmanoeuvre naartoe leidt
Afstand tot de volgende rijmanoeuvre
Volgende rijmanoeuvre
Volumeregeling oproepen
TMC-meldingen van de route weer-
geven
Bijzondere bestemmingen op de rou-
te weergeven
Vermoedelijke aankomsttijd, reste-
rende reistijd en resterende afstand
tot bestemming of, indien weergege-
ven, snelheid en hoogte boven zeeni-
veau van de auto
1
2
5
3
6 4
7
1
2
3
4
5
6
7
1
3
7
6
2
8
5
10
4
9
14
13
12
11
1
2
3
4
5
Opmerking:
als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u
de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zon-
der van rijstrook te hoeven wisselen.
6
7
8
9
10
11
12
13
14
74
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De kaart toont via het pictogram Positie
de actuele positie.
Tijdens de navigatie kunt u informatie la-
ten weergeven.
Druk links op het beeldscherm op de toets
. De melding verandert tussen:
informatie over de bestemming of tus-
senstop (verwachte aankomsttijd,
resterende reistijd en resterende afstand
tot aan de bestemming/tussenstop),
uw huidige snelheid en hoogte boven
zeeniveau van de auto .
Verder wordt in de hoek linksonder de
vooraankondiging met bijbehorende in-
formatie getoond.
Daarbij wordt het verdere verloop van de
reis via een pijl, met daaronder de reste-
rende afstand, getoond. Bij twee aanstaan-
de rijmanoeuvres korte tijd achter elkaar
verschijnt boven de eerste pijl nog een
kleinere pijl voor de tweede rijmanoeuvre.
Als in de preview op de knop met het luid-
sprekersymbool drukt, kunt u het volume
voor de navigatieaanwijzingen instellen
(zie 'Volume van aankondigingen veran-
deren' op pagina 76).
Als een TMC-melding zich op uw route
bevindt, wordt in het vooraankondigings-
gedeelte aan de linkerrand het volgende
symbool weergegeven.
Door te drukken op het symbool verschij-
nen de TMC-meldingen die op de route
liggen. Zie 'TMC op de route' op
pagina 79.
U kunt bijzondere bestemmingen die op
de route liggen laten weergeven.
Druk links op het beeldscherm op het
symbool voor bijzondere bestemmingen.
De bijzondere bestemmingen verschijnen.
Neem ook de beschrijving onder 'Bijzon-
dere bestemming op de route' op
pagina 78 in acht.
2
1
3
1
2
3
75
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gedeeld beeldscherm met navigatie
Maximumsnelheid voor de straat
waarop u nu rijdt (aanduiding niet
voor alle straten beschikbaar). Boven-
dien worden waarschuwingsborden
weergegeven.
Waarschuwingen voor de bestuurder
Zoomknoppen
Positie van auto
Indicator laadtoestand/telefoonstatus
Knop voor het opvragen van de opties
Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde
wegen met meerdere rijstroken te
zien, groene pijlen = aanbevolen
rijstroken)
Volgende rijmanoeuvre
Bijzondere bestemmingen op de rou-
te weergeven
Huidige straat of straat waar de vol-
gende rijmanoeuvre naartoe leidt
Afstand tot de volgende rijmanoeuvre
Balk voor visualisatie van de afstand
tot aan de volgende rijmanoeuvre
TMC-meldingen van de route weer-
geven
Volumeregeling oproepen
Vermoedelijke aankomsttijd, reste-
rende reistijd en resterende afstand
tot de volgende bestemming of info-
box met snelheid en hoogte boven
zeeniveau van de auto
Navigatie met pijlen
Snelheid en hoogte boven zeeniveau
van de auto
Bijzondere bestemmingen op de rou-
te weergeven
TMC-meldingen van de route weer-
geven
Indicator laadtoestand/telefoonstatus
Knop voor het opvragen van de opties
Verwachte aankomsttijd, resterende
reistijd en resterende afstand tot aan
de volgende bestemming
Volumeregeling oproepen
Maximumsnelheid voor de straat
waarop u nu rijdt (aanduiding niet
voor alle straten beschikbaar)
Waarschuwingen voor de bestuurder
Opmerking:
als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt
u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren
zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
1
10
15
12
4
6
3
5
8
9
7
11
14
2
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1
11
15
12
5
2
4
6
7
8
13
9
14
10
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
76
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde
wegen met meerdere rijstroken te
zien, zwarte pijlen = aanbevolen
rijstroken)
Huidige straat of straat waar de vol-
gende rijmanoeuvre naartoe leidt
Afstand tot de volgende rijmanoeuvre
Balk voor visualisatie van de afstand
tot aan de volgende rijmanoeuvre
Volgende rijmanoeuvre
Rijmanoeuvre na volgende rijma-
noeuvre
Kaartweergave met Junction View
Bij veel klaverbladen kunt u een gedetail-
leerd en realistisch overzicht van de rijstro-
ken laten weergeven.
Schakel hiervoor zoals onder 'De toets Be-
geleidingsinfo' op pagina 56 beschreven
de functie
Junction View in.
Als de Traffic Assist u nu via een klaver-
blad leidt, verschijnt deze op het scherm.
> Volg de met pijlen gemarkeerde rijstro-
ken.
Kaartweergave bedienen
Laatste aankondiging herhalen
Tijdens de navigatie ontvangt u belangrij-
ke informatie, b. v.de volgende afslag. De
laatste aankondiging kan met geactuali-
seerde gegevens worden herhaald.
> Druk tijdens actieve navigatie in de pre-
view op het luidsprekersymbool.
De laatste aankondiging wordt herhaald
met geactualiseerde gegevens. Bovendien
wordt het geluidsvolume getoond.
Volume van aankondigingen veranderen
Het volume van de aankondigingen kan
worden veranderd.
> Druk tijdens actieve navigatie in de pre-
view op het luidsprekersymbool.
Opmerking:
als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u
de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zon-
der van rijstrook te hoeven wisselen.
10
11
12
13
14
15
Opmerking:
Door op het scherm te drukken, kunt u
weer naar de normale kaartweergave te-
rugkeren.
77
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Balken visualiseren het volume.
> Druk op de toets of om het
volume te verhogen of te verlagen.
> Druk op toets om het geluid voor
aankondigingen te onderdrukken.
De toets is nu rood omkaderd.
> Druk opnieuw op de toets om de
geluidsonderdrukking op te heffen
Als er geen toets wordt ingedrukt, ver-
dwijnen de balken na korte tijd van het
scherm.
Kaart in-/uitzoomen
Met de zoomtoets en kunt u stapsgewijs
op de kaart in- of uitzoomen.
> Druk op Inzoomen om op de kaart
in te zoomen en meer details te zien.
> Druk op Uitzoomen om op de kaart
uit te zoomen voor een beter overzicht.
> Druk op de toets om na een veran-
dering weer het ingestelde zoomniveau
in te schakelen.
Kaart verschuiven
U kunt de kaart op een willekeurig punt
verschuiven.
> Druk hiervoor kort op de kaart.
> Druk op een willekeurig punt op de
kaart en verschuif deze onmiddellijk in
de gewenste richting.
De kaart wordt nu ook in dezelfde rich-
ting verschoven.
U kunt ook zoals onder 'Bestemming van-
uit de kaart selecteren' op pagina 54 be-
schreven een punt als bestemming kiezen
of een straat blokkeren.
!Let op!
Stel het geluidsvolume zo in dat u de
omgevingsgeluiden goed kunt
waarnemen.
Opmerking:
Door de toets of lang in te druk-
ken, worden de zoompercentages snel
achter elkaar doorlopen.
Opmerking:
Door indrukken van de toets
Terug n
GPS
kunt u weer uw huidige positie laten
verschijnen.
78
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Opties voor de kaartweergave
In de opties voor de kaartweergave kunt u
instellingenvenster voor de navigatie, voor
het weergeven van de kaart en voor de
route configureren.
Druk in de kaartweergave op de knop
rechtsonder.
Het menu Opties voor de kaartweergave
verschijnt.
De beschikbare opties worden midden op
het scherm weergegeven.
U komt op de volgende c.q. vorige pagina
van de opties met de toetsen en
.
In het linkergedeelte van het menu Opties
verschijnen vier sneltoetsen. U kunt zoals
beschreven onder 'Sneltoetsen definiëren'
op pagina 89 belangrijke functies van het
menu Opties aan deze knoppen toewij-
zen.
U sluit het menu Opties af door een func-
tie te selecteren of door op de knop te
drukken.
Bijzondere bestemming op de route
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
Tijdens de navigatie kunt u bijzondere be-
stemmingen die op de route liggen laten
weergeven. U kunt hierbij de categorieën
bijzondere bestemmingen vastleggen.
Ook kunt u kiezen of u alleen de onmid-
dellijk volgende bijzondere bestemmin-
gen, de bijzondere bestemmingen van de
gehele route of alleen bijzondere bestem-
mingen in de buurt van de bestemming
wilt bekijken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
POI’s op route.
De volgende bijzondere bestemmingen
van de drie ingestelde categorieën ver-
schijnen. De eerste kilometeraanduiding
geeft de afstand tot de bijzondere bestem-
Opmerking:
welke functies verschijnen, hangt ervan af
of navigatie of een route met meerdere
bestemmingen actief is.
79
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
ming aan. De gegevens aan de rechterkant
toont de omweg die ontstaat als u naar de
bijzondere bestemming begint te rijden.
Aan de hand van de symbolen aan de
rechterrand kunt u in één oogopslag zien
of de omleiding naar de betreffende
bijzondere bestemming klein ( ),
gemiddeld ( ) of groot ( ) is.
Door op een van de bijzondere bestem-
mingen te drukken wordt de navigatie er-
heen gestart. Door te drukken op de knop
bij een bijzondere bestemming kunt u
informatie over de bijzondere bestem-
ming laten weergeven.
Categorieën vastleggen
> Druk op de toets
Categorieën:.
> Druk op de toets met de te wijzigen ca-
tegorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste cate-
gorie.
> Bevestig uw wijzigingen keuze door het
indrukken van de toets
OK.
Bijzondere bestemming in de buurt van
de bestemming/op de gehele route
> Druk in het menu Bijzondere bestem-
mingen op de route voor bijzondere be-
stemmingen in de buurt van de
bestemming op toets of voor
bijzondere bestemmingen op de gehele
route op toets .
> Selecteer de gewenste categorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste bijzon-
dere bestemming.
De navigatie naar de gekozen bijzondere
bestemming wordt gestart.
TMC op de route
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt TMC-meldingen die op uw route
liggen bekijken en bewerken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
TMC op route.
De TMC-meldingen die op uw route lig-
gen, verschijnen.
Na het kiezen van een melding kunt u
bijv. beïnvloeden of u wel of niet om de
verkeersopstopping heen wordt geleid.
Neem hiervoor de beschrijvingen onder
'Verkeersberichten via TMC' op
pagina 69 in acht.
Opmerking:
Ook de TMC-meldingen die tot een
wijziging van de route hebben geleid
worden weergegeven.
80
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Navigatie afbreken
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt een actieve navigatie afbreken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Stop geleiding.
De navigatie naar alle bestemmingen
wordt afgebroken.
Routeopties wijzigen
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt de routeopties (o.a. keuze van de
route) tijdens de navigatie beïnvloeden..
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Routeopties.
> Stel, zoals onder 'De toets Routeopties'
op pagina 57 beschreven de routeopties
in.
Na een wijziging wordt de route opnieuw
berekend.
Traject blokkeren
U kunt een vóór u liggend deel van het
traject blokkeren. U legt hierbij een be-
paald traject vast waar u niet wilt rijden.
De Traffic Assist probeert daarna een om-
leiding te berekenen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Blokkeren.
Opmerking:
Zo nodig kunt u de navigatie zoals be-
schreven onder 'Het hoofdmenu' op
pagina 26 afbreken.
Aanwijzingen:
De gekozen lengte van de blokkering is
slechts een benadering, omdat de wer-
kelijk geblokkeerde afstand afhankelijk
is van de beschikbaarheid van een afrit.
U kunt ook bepalen of het traject per-
manent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
81
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Kies met een van de toetsen de gewenste
lengte van de blokkering.
> U kunt nu kiezen of dit traject perma-
nent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
De verdere bediening komt overeen met
de beschrijving onder 'De toets Geblok-
keerde wegen' op pagina 67.
Kaartweergave omschakelen
U kunt de kaartweergave tussen 3D- of
2D-weergave, een gedeeld beeldscherm
met 3D- of 2D-weergave of de pijlweerga-
ve omschakelen.
Ook kunt u instellen of in 3D-weergave in
steden beschikbare 3D-gebouwen wel of
niet moeten worden weergegeven.
In de uitgebreide instellingen kunt u kie-
zen uit nog meer instelopties.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Kaartvenster.
Zie voor de verdere bediening de beschrij-
ving onder 'De toets Kaartvenster' op
pagina 60.
Oriëntatie van de kaart wijzigen
U kunt de omgeving rondom uw positie
in de 3D-modus bekijken.
Hierbij kunt u de kijkrichting, de kaart-
hoek en de grootte van het kaartgedeelte
wijzigen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Kaartrichting.
Door de toetsen kunt u de kijkrichting
wijzigen c.q. het kaartscherm draaien.
Het kompas linksboven geeft aan in welke
richting de kaart momenteel wijst.
Door de toetsen kunt u de kaarthoek
wijzigen.
Aanwijzingen:
Als geen navigatie actief is, kunt u al-
leen tussen 200 en 500 m (250 en 500
yards) kiezen. U kunt dan direct bepa-
len op welke dagen en op welke tijden
het traject moet worden geblokkeerd.
Door op de toets
Alle tijdelijke
blokkeringen wissen
te drukken, wor-
den alle tijdelijke blokkeringen opge-
heven.
1 2 3
4
2
2
1
1
3
3
1
2
82
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Door de toetsen kunt u de grootte van
het zichtbare gedeelte van de kaart veran-
deren.
U verlaat dit scherm met de toets .
Tripcomputer
Op de tripcomputer kunt u onder andere
de gemiddelde snelheid en de maximale
snelheid laten weergeven. Bovendien be-
schikt u hiermee over een stopwatch met
rondetijdregistratie.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Rittencomputer.
Het gegevensscherm wordt weergegeven.
Het gegevensscherm bevat de volgende in-
formatie:
Huidige snelheid (als getal en met
balkjes)
Maximale snelheid
Gemiddelde snelheid zonder riton-
derbrekingen
Gemiddelde snelheid met ritonder-
brekingen
Totaal afgelegde afstand
Rijtijd zonder ritonderbrekingen
Rijtijd met ritonderbrekingen
Kompas
Stopwatch met rondetijdregistratie
oproepen
Druk op de toets
Resetten om de waar-
den weer op nul te zetten.
Om de stopwatch met de rondetijdregis-
tratie weer te geven, drukt u in het gege-
vensscherm op de toets .
> Druk op de toets
Start om de registratie
te starten.
3
1
2
5
3
6
4
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
9
83
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets
Routedeel om de hui-
dige registratie te stoppen en een nieu-
we registratie te starten.
Op deze manier kunt u nu maximaal 300
rondes registreren.
Druk op de toets
Stop om de registratie te
stoppen. Wanneer u na het stoppen van
de registratie weer op de toets
Start drukt,
gaat de tijd verder.
Druk op de toets
Resetten om alle regis-
traties te wissen en alle tijden weer op nul
te zetten.
Met de toets
Lijst kunt u de afzonderlijke
ronden in een lijst laten weergeven.
> Druk op de toets
Alle invoer wissen
om de geregistreerde ronden te wissen.
Dag-/nachtmodus instellen
U kunt het scherm van de Traffic Assist
van de dagmodus naar de nachtmodus en
omgekeerd instellen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Dag / Nacht.
Het scherm wisselt van de dagmodus naar
de nachtmodus en omgekeerd.
Aanwijzingen:
De in het bovenste gedeelte weergege-
ven tijd is de totaaltijd van de gereden
ronden.
Door op de pijltoets in het linkerge-
deelte van het scherm of op de toets
te drukken, keert u terug naar het gege-
vensscherm.
84
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bestemming invoeren
(Alleen beschikbaar bij niet geactiveerde
navigatie.)
U kunt een bestemming invoeren.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Bestemming invoe-
ren
.
U kunt nu zoals beschreven onder 'Het
menu Bestemmingen invoeren' op
pagina 37
Thuis, Adres invoeren, POI
selecteren
, Persoonlijke bestemmin-
gen
, Contacten, Route plannen, Op
kaart selecteren
of Geo-coördinaten in-
voeren
) een bestemming invoeren.
Tussenstop invoeren/wissen.
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt met deze functie een tussenstop
invoeren of een ingevoerde tussenstop
weer wissen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Tuss. toev..
U kunt dan, zoals onder 'Het menu Be-
stemmingen invoeren' op pagina 37 be-
schreven (
Adres invoeren, POI selecte-
ren
, Persoonlijke bestemmingen,
Contacten, Op kaart selecteren of Geo-
coördinaten invoeren
), beschreven een
bestemming als tussenstop invoeren. Ook
kunt u met de toets
Uit laatste best. se-
lecteren
een bestemming in de snelkop-
peling kiezen.
Na het invoeren van de gewenste tus-
sentop wordt de route opnieuw berekend.
De ingevoerde tussenstop wordt op de
kaart met een rood vlaggetje aangegeven.
Tussenstop wissen
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Tuss. wissen.
> Druk op de toets
Ja.
De tussenstop wordt gewist.
85
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gehele route weergeven
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt de gehele route naar de bestem-
ming op de kaart laten weergeven. Boven-
dien kunt u een complete routebeschrij-
ving bekijken en bepaalde delen van de
route/straten permanent blokkeren.
Als verdere optie kunt u de verschillende
routes die u bij de routeopties kunt instel-
len, laten weergeven en indien gewenst
ook kiezen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Route wrg..
De gehele route wordt weergegeven.
Door indrukken van de toets
Opties kunt
u de routeopties instellen.
Met de toets of kunt u de gehele
route langzamer of sneller simuleren.
Door aantippen van het scherm kunt u de
simulatie beëindigen.
Routebeschrijving
> Druk met de gehele route op het scherm
op de toets
Kruisp..
Het eerste punt van de routebeschrijving
verschijnt op de kaart.
Met de toets en en kunt u door
de gehele routebeschrijving heen blade-
ren.
U kunt de routebeschrijving ook als lijst
opvragen. Druk hiervoor op de toets
Lijst.
> Druk op de pijltoets en
rechts op het scherm om in de lijst te
bladeren.
Als u op een vermelding in de routebe-
schrijving drukt, verschijnt deze op de
kaart.
Delen van de route/straten blokkeren
U kunt afzonderlijke delen van de route/
straten blokkeren. De Traffic Assist bere-
kent dan een nieuwe zinvolle omleiding
om het geblokkeerde weggedeelte heen.
> Kies in de routebeschrijving met de
toetsen en het deel van de route
dat u wilt blokkeren.
> Druk op de toets
Blokkeren.
86
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Kies
Voor huidige route blokkeren om
het deel van de route alleen voor de hui-
dige routebegeleiding te blokkeren.
> Kies
Permanent blokkeren om het deel
van de route ook voor toekomstige rou-
tebegeleidingen te blokkeren.
U kunt nu voor elke dag van de week in-
stellen of de straat wel of niet moet wor-
den geblokkeerd.
> Druk op de toetsen met de dagen waar-
op de straat niet geblokkeerd moet zijn
(het kloksymbool onder de dag ver-
dwijnt).
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
of
> Druk op de toets onder één van de
dagen en stel maximaal twee perioden
in waarin de straat geblokkeerd moet
zijn.
> Stel met behulp van de toetsen de
eerste periode in waarin de straat op
deze dag geblokkeerd moet zijn.
> Stel zo nodig met behulp van de toetsen
de tweede periode in waarin de
straat op deze dag geblokkeerd moet
zijn.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Opmerking:
Bij een traject van meer dan 10 km kunt
u in een submenu aangeven of het gehele
traject of slechts een deel van het traject
moet worden geblokkeerd.
1 1 1 1
2 2 2 2
1
2
Opmerking:
Druk op de toets Blok. 24 uur om de
straat de hele dag te blokkeren.
Druk op de toets
Gebr. instelling voor
om de blokkering ook op andere dagen
toe te passen.
Opmerking:
De lijst met door u permanent geblok-
keerde straten kunt u zoals onder 'De
toets Geblokkeerde wegen' op pagina 67
beschreven bewerken.
87
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Verschillende routetypes weergeven/
kiezen
U kunt de verschillende routes door de
Traffic Assist op een scherm laten weerge-
ven.
> Druk met de gehele route op het scherm
op de toets
Alternatief.
Na korte tijd verschijnt de kaart. De af-
zonderlijke routes worden achter elkaar
berekend en op de kaart ingetekend.
Rechts ziet u de verschillende kleuren voor
de diverse routes, van elk het af te leggen
traject en de vermoedelijke duur van de
reis.
Kies de gewenste route door op een van de
rechtertoetsen te drukken.
Overzicht bestemmingen weergeven
Als er een geplande route met meerdere
bestemmingen actief is, kunt u het gehele
traject met alle bestemmingen op de kaart
als een lijst laten verschijnen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Routebeschr..
De geplande route verschijnt op de kaart.
Met de toets of kunt u de gehele
route langzamer of sneller simuleren.
Door aantippen van het scherm kunt u de
simulatie beëindigen.
Op de onderste regel kunt u met de toets
en en de afzonderlijke etappes
van de route doorbladeren. Bij het blade-
ren verschijnt dan de desbetreffende etap-
pe.
Door het kiezen van
Form. wis. kunt u de
desbetreffende etappe laten blokkeren.
Druk op
Lijst om de etappes van de route
als een lijst weer te geven.
De afzonderlijke etappes van de route ver-
schijnen in de vorm van een lijst. Met de
bovenste de toets kunt u weer naar naviga-
tie van de route terugkeren.
Als u een van de etappes wilt bewerken,
drukt u op de toets vóór de desbetref-
fende etappe.
U hebt dan de volgende opties:
•Met
Details weergeven informatie
m.b.t. de gekozen etappe weergeven.
Opmerking:
Let op: in veel gevallen wordt een een-
voudige of economische route door de
snelste route verborgen.
88
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
•Met
Omhoog en Omlaag de volgorde
van de etappes wijzigen.
•Met Plaats wissen de gekozen etappe
wissen.
•Met
Geleiding starten die navigatie
voor de gekozen etappe starten.
Bestemming overslaan
Als er een geplande route met meerdere
bestemmingen actief is, kunt u de actuele
bestemming van de route wissen.
Vervolgens wordt de navigatie naar de
volgende bestemming gestart.
Dit kan noodzakelijk worden wanneer u
niet rechtstreeks naar een bestemming
bent gereden. De Traffic Assist probeert u
anders nog steeds naar de huidige
bestemming te leiden.
> Roep het optiemenu voor de
kaartweergave op.
> Druk op de toets
Volgende bestem-
ming
.
De navigatie naar de volgende
bestemming wordt gestart.
Actuele positie weergeven
U kunt uw huidige positie laten weerge-
ven en deze positie opslaan. Ook kunt u
informatie over de huidige GPS-ont-
vangst en het huidige land laten weerge-
ven.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Positie-info.
De huidige positie wordt weergegeven.
Indien mogelijk verschijnt er een adres bij.
Als er voor de huidige positie geen adres
beschikbaar is, verschijnen de geografische
coördinaten.
Met de toets
Overzicht kunt u weer naar
de kaart gaan.
Na het kiezen van
Opslaan kunt u de hui-
dige positie in de snelkoppeling opslaan.
Na het indrukken van
Landinfo kunt u
landspecifieke informatie, zoals bijv. de
toegestane maximumsnelheid voor het
land waar u zich op dat moment bevindt
laten weergeven.
Na het indrukken van
GPS-info ver-
schijnt er informatie over de GPS-ont-
vangst.
U kunt nagaan hoeveel satellieten er wor-
den ontvangen en of er voldoende satellie-
ten voor de navigatie worden ontvangen.
Ook verschijnen de actuele tijd en de geo-
grafische positie.
89
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Positie opslaan
U kunt de huidige positie opslaan.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Positie opslaan.
> Voer de gewenste naam voor de positie
in.
> Druk op de toets om de naam te
bevestigen.
Telefoon oproepen
U kunt de telefoonfuncties opvragen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Telefoon.
De telefoonfunctie wordt opgeroepen.
Display uitschakelen
U kunt het display van de Traffic Assist
uitschakelen zodat u minder wordt afge-
leid. Tijdens de navigatie krijgt u dan al-
leen akoestische aanwijzingen. Alle ont-
vangen berichten worden echter wel
weergegeven.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Weergave uit.
Om de uitschakeling van het display op te
heffen, kunt u het display aanraken of op
de toets drukken.
Sneltoetsen definiëren
De Traffic Assist heeft links in het menu
Opties vier vrij toewijsbare toetsen waar-
aan u functies van het menu Opties kunt
toewijzen.
Zo hebt u snel toegang tot functies die be-
langrijk voor u zijn. De toetsen zijn al af
fabriek toegewezen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Sneltoetsen.
> Selecteer nu de te wijzigen sneltoets.
90
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Selecteer in de weergegeven lijst de ge-
wenste functie.
> Bevestig uw keuze door het indrukken
van de toets
OK.
Het kaartscherm verschijnt en bij de vol-
gende keer opvragen van het menu Opties
heeft de sneltoets de door u geselecteerde
functie.
91
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
TELEFOONFUNCTIE
U kunt uw Traffic Assist verbinden met
een mobiele telefoon die over Bluetooth®
wireless technology beschikt.
Uw Traffic Assist fungeert dan als uiterst
comfortabele handsfree-installatie.
Telefoonfunctie oproepen
De telefoonfunctie kan vanuit het
hoofdmenu of de kaartweergave met
weergegeven optiemenu worden
opgeroepen.
> Druk op de toets
Telefoon in het
hoofdmenu om de telefoonfunctie op te
roepen.
of
> Druk in het menu Opties van het kaart-
scherm op de toets
Telefoon.
Als Bluetooth is ingeschakeld en Traffic
Assist al met een mobiele telefoon
verbonden is, wordt het telefoonmenu
weergegeven.
Als Bluetooth bij het oproepen van de
telefoonfunctie nog niet is ingeschakeld,
wordt u gevraagd Bluetooth in te
schakelen.
> Druk op de toets
Ja om Bluetooth in te
schakelen.
Opmerkingen:
Bij sommige met Bluetooth® wireless
technology uitgevoerde mobiele
telefoons zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar.
Bij de onderstaande beschrijvingen
wordt aangenomen dat Bluetooth op
de telefoon ingeschakeld is. Hoe u
Bluetooth op de mobiele telefoon
activeert, vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.
Voor een automatische verbinding met
de mobiele telefoon moet deze functie
ook op de mobiele telefoon geactiveerd
zijn.
1
2
1
2
92
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Traffic Assist probeert nu een verbinding
tot stand te brengen met de mobiele
telefoon waarmee het laatst een
verbinding tot stand is gekomen. Zodra
de verbinding tot stand is gebracht,
verschijnt korte tijd het telefoonmenu.
Als nog geen verbinding met een mobiele
telefoon bestaat of als het laatst verbonden
toestel niet beschikbaar is, verschijnt de
volgende melding.
> Druk op de toets
Ja om mobiele
telefoons met Bluetooth te zoeken zoals
wordt beschreven onder 'Mobiele
telefoons zoeken' op pagina 99.
Telefoonmenu
Vanuit het telefoonmenu kunt u het
volgende doen:
nummers te kiezen of uit het telefoon-
boek te kiezen,
SMS-berichten weer te geven, te bewer-
ken en voor te lezen,
nummerlijsten oproepen,
naar Bluetooth-telefoons zoeken,
de verbinding met een mobiele telefoon
verbreken.
Als Bluetooth is ingeschakeld en Traffic
Assist al met een mobiele telefoon
verbonden is, wordt na het oproepen van
de telefoonfunctie het telefoonmenu
weergegeven.
In het bovenste gedeelte van het
telefoonmenu worden, voor zover
beschikbaar, de ontvangststerkte, de
laadtoestand en de naam van de mobiele
telefoon en de naam van de
netwerkexploitant weergegeven.
Nummer kiezen
U kunt u een telefoonnummer invoeren
en dit nummer bellen of een nummer uit
het telefoonboek kiezen.
> Druk in het telefoonmenu op het
keuzeveld
Kiezen.
> Gebruik de weergegeven toetsen om het
gewenste telefoonnummer in te voeren.
93
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets
Kiezen.
De Traffic Assist probeert nu een
verbinding tot stand te brengen met het
ingevoerde telefoonnummer. Meer
informatie over de verdere bediening
vindt u onder 'Telefoongesprekken' op
pagina 101.
Telefoonboek
In het telefoonboek worden de van de
SIM-kaart en uit het geheugen van de
mobiele telefoon geladen
telefoonboekvermeldingen weergegeven.
Na het kiezen van de gewenste vermelding
kunt u het desbetreffende
telefoonnummer bellen.
> Druk in het telefoonmenu op het
keuzeveld
Kiezen.
> Druk op
Telefoonboek.
Bij meer dan 10 vermeldingen in het tele-
foonboek verschijnt er een invoermenu.
Wanneer er minder dan 10 vermeldingen
zijn, wordt er direct een lijst met de ver-
meldingen weergegeven.
Opmerking:
Druk op de toets om een
ingevoerd teken te wissen.
Druk op de toets
Pauze om tijdens het
kiezen een pauze in te voeren.
Opmerkingen:
De overdracht van het telefoonboek
kan enkele minuten duren.
Als verbinding wordt gemaakt met de
mobiele telefoon waarvan het
telefoonboek al is overgedragen, wordt
het telefoonboek niet opnieuw
geladen. Als in de tijd dat geen
verbinding met de mobiele telefoon
bestond, vermeldingen zijn gewijzigd
of toegevoegd, moet het telefoonboek
van de Traffic Assist handmatig
worden geladen om het telefoonboek
bij te werken. Zie 'Telefoonboek
bijwerken' op pagina 105.
94
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Kies in het invoermenu de beginletter
van de gezochte vermelding.
> Druk op toets als de gewenste
naam op de bovenste regel wordt
weergegeven.
Als het telefoonboek 5 of minder
vermeldingen met de ingevoerde
lettercombinatie bevat, worden deze
automatisch in een lijst weergegeven.
> Selecteer de gewenste vermelding in de
lijst.
Wanneer de geselecteerde vermelding
meerdere telefoonnummers heeft, kunt u
nu het gewenste nummer kiezen.
De verschillende telefoonnummers
worden met pictogrammen aangegeven.
> Kies het gewenste telefoonnummer.
De Traffic Assist probeert nu een
verbinding tot stand te brengen met het
gekozen telefoonnummer. Meer
informatie over de verdere bediening
vindt u onder 'Telefoongesprekken' op
pagina 101.
Opmerkingen:
Als u bijvoorbeeld de letters 'M' en 'I'
hebt ingevoerd, worden vermeldingen
weergegeven waarvan de achternaam of
voornaam met 'MI' begint.
Zoals bijvoorbeeld 'Miller John' of
'Bauer Michael'.
U kunt de beginletter van de
achternaam gevolgd door een spatie
(toets ) en vervolgens de beginletter
van de voornaam invoeren.
Opmerking:
U kunt ook al eerder een lijst met
vermeldingen die overeenkomen met de
ingevoerde lettercombinatie laten
weergeven. Druk hiervoor in het
invoermenu op de toets .
Pictogram Betekenis
Privételefoonnummer
Zakelijk telefoonnummer
Mobiel telefoonnummer
95
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
SMS-berichten
Voor zover deze functie door de mobiele
telefoon wordt ondersteund, worden alle
SMS-berichten op de SIM-kaart en in het
geheugen van de mobiele telefoon in de
Traffic Assist geladen. De SMS-berichten
kunnen hier worden weergegeven, voor-
gelezen en bewerkt.
> Druk in het telefoonmenu op het keu-
zeveld
SMS.
De overgedragen SMS-berichten worden
weergegeven. Indien mogelijk wordt de
naam van de afzender weergegeven. Als
dit niet mogelijk is, verschijnt het num-
mer. Indien beschikbaar worden boven-
dien het tijdstip en/of de datum van ont-
vangst weergegeven.
> Kies het gewenste SMS-bericht.
Het gekozen SMS-bericht wordt weerge-
geven.
> Druk op de toets
Oplezen om het be-
richt te laten voorlezen.
> Druk op de toets
Opties om de bewer-
kingsopties voor het SMS-bericht weer
te geven.
Ter.bellen
Door op de toets Ter.bellen te drukken,
kunt u het nummer van de afzender bel-
len.
Cijfers
Door op de toets Cijfers te drukken,
kunt u de telefoonnummers in het
SMS-bericht laten weergeven en indien
gewenst een van deze nummers bellen.
Form. wis.
Door op de toets Form. wis. te druk-
ken, kunt u het gekozen SMS-bericht
uit het geheugen van de Traffic Assist en
van de telefoon wissen.
Opmerking:
Het bericht kan alleen worden voorgele-
zen als u een spreker met de afkorting
TTS hebt gekozen. Zie 'De toets Stem'
op pagina 65.
96
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Binnenkomend SMS-bericht
Een binnenkomend SMS-bericht wordt
afhankelijk van de instelling onder 'SMS-
aankondiging' op pagina 106 op verschil-
lende wijze aangeduid.
Bij de instelling
Pop-up tonen verschijnt
bij een nieuw SMS-bericht het volgende
menu.
U hebt dan de volgende bedieningsmoge-
lijkheden:
Oplezen
Het SMS-bericht wordt voorgelezen.
Tekst tonen
De tekst van het SMS-bericht wordt
weergegeven.
Negeren
Het SMS-bericht wordt genegeerd,
maar kan op een later tijdstip worden
opgeroepen.
Nummerlijsten
In de nummerlijsten worden de laatst
gekozen, aangenomen of niet-
aangenomen nummers of namen in
chronologische volgorde weergegeven.
Voor zover mogelijk worden in de diverse
lijsten ook de telefoonnummers of de
namen van de in de mobiele telefoon
opgeslagen lijst weergegeven.
> Druk in het telefoonmenu op het
keuzeveld
Laatste oproepen.
Via de toetsen
Gemist, Aangenomen en
Gekozen kunt u de van de mobiele
telefoon geladen lijsten oproepen.
De nummerlijst met de op de Traffic
Assist laatst gekozen, aangenomen of niet-
aangenomen nummers of namen wordt in
de regels daaronder weergegeven.
Elke regel van de nummerlijst is in twee
velden opgedeeld. Elk lijstveld is als toets
weergegeven. Op de rechtertoets wordt
het nummer/de naam weergegeven en
met het linkerpictogram worden de
eigenschappen van de vermelding
weergegeven.
Aanwijzingen:
In de nummerlijst worden automatisch
de laatste 100 nummers/namen
opgeslagen. Als het geheugen 100
nummers bevat, wordt voor een nieuw
nummer het oudste automatisch
gewist. Belangrijke nummers kunnen
echter worden beveiligd.
Vermeldingen in de nummerlijst
verwijzen altijd uitsluitend naar de tijd
gedurende welke de mobiele telefoon
met Bluetooth® wireless technology
met de Traffic Assist verbonden was.
Via de toetsen
Gemist, Aangenomen
en
Gekozen kunt u de van de mobiele
telefoon geladen lijsten, voor zover
beschikbaar, oproepen.
97
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruikte pictogrammen
In de nummerlijst worden de volgende
pictogrammen gebruikt.
In de nummerlijst bladeren
Met de toetsen kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de
nummerlijst bladeren.
Bestaande nummers kiezen
De nummers/namen in de nummerlijst
kunnen rechtstreeks worden gekozen.
> Druk op de toets met de gewenste
vermelding om het bellen te starten.
De vermelding wordt gebeld.
Vermeldingen weergeven of bewerken
Elke vermelding in de nummerlijst kan
worden weergegeven of bewerkt.
> Druk op het toetsenpaneel links naast
de gewenste vermelding.
Op het display verschijnt een keuzemenu.
Pictogram Betekenis
Deze vermelding is een
standaardvermelding zonder
bijzonderheden.
Deze vermelding is beveiligd.
Als de nummerlijst vol is,
wordt deze vermelding niet
automatisch gewist. U kunt
dit indien gewenst handmatig
doen.
Bij een beveiligde vermelding
kunt u de positie ook in de
snelkoppeling vastleggen.
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens voor de
vermelding worden
weergegeven (indien
aanwezig nummer en
naam, gesprekstijd en
gespreksdatum).
Invoer bevei-
ligen
De vermelding wordt
tegen automatisch
verwijderen beveiligd
(alleen bij onbeveiligde
vermeldingen
beschikbaar).
Beveil. ophef-
fen
De beveiliging van de
vermelding wordt
opgeheven (alleen bij
onbeveiligde
vermeldingen
beschikbaar).
Omhoog /
Omlaag
De vermelding wordt een
positie naar voren/
achteren verschoven.
Invoer wissen De vermelding wordt uit
de nummerlijst
verwijderd.
Alle invoer
wissen
Alle vermeldingen (ook
de beveiligde) worden uit
de nummerlijst
verwijderd.
Keuze Betekenis
98
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Van de mobiele telefoon geladen lijsten
> Roep in de nummerlijst de
desbetreffende lijst op via de toetsen
Gemist, Aangenomen en Gekozen.
Met de toetsen kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijst
bladeren.
> Druk op de toets met de gewenste
vermelding om het bellen te starten.
Bluetooth-telefoons aansluiten
U kunt met de Traffic Assist telefoneren
door een mobiele telefoon die over
Bluetooth® wireless technology beschikt
met de Traffic Assist te verbinden. In het
volgende gedeelte worden de verschillende
mogelijkheden voor het tot stand brengen
van een verbinding beschreven.
Apparaatlijst oproepen
> Druk in het telefoonmenu op het
keuzeveld
Telefoons.
De apparaatlijst wordt weergegeven.
Vanuit deze lijst kunt u mobiele telefoons
zoeken of een verbinding met mobiele
telefoons tot stand brengen.
De apparaatlijst toont per regel alle
mobiele telefoons die tot nu toe met de
Traffic Assist gekoppeld waren.
Elke regel van de apparaatlijst is in twee
velden opgedeeld. Elk lijstveld is als toets
weergegeven. Op de rechtertoets wordt
het apparaat weergegeven en met het
linkerpictogram worden de
eigenschappen ervan weergegeven.
Door op het pictogram te drukken, kunt
u een menu oproepen waarin u bijv.
het apparaat kunt beveiligen.
Opmerking:
Door op de toets voor een vermelding
te drukken, worden de gegevens van de
vermelding weergegeven (indien
aanwezig nummer en naam, gesprekstijd
en gespreksdatum).
Opmerking:
Als u tot nu toe nog geen verbindingen
met mobiele telefoons hebt opgebouwd,
is de lijst leeg.
Pictogram Betekenis
Dit apparaat is een
standaardapparaat zonder
bijzonderheden.
Dit apparaat is beveiligd. Als
de apparaatlijst vol is, wordt
dit apparaat niet automatisch
verwijderd. U kunt dit indien
gewenst handmatig doen.
Bij een beveiligde vermelding
kunt u de positie ook in de
apparaatlijst vastleggen.
Dit apparaat is de mobiele
telefoon die momenteel
verbonden is.
99
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Automatische verbinding
Uw Traffic Assist probeert na het
inschakelen een verbinding tot stand te
brengen met de mobiele telefoon waarmee
het laatst een verbinding tot stand is
gekomen.
Onder 'Automatische verbinding' op
pagina 104 wordt beschreven hoe u deze
functie kunt in- of uitschakelen.
Voorwaarden voor een succesvolle
verbinding zijn:
Op uw Traffic Assist is Bluetooth®
ingeschakeld. (Zie 'Bluetooth in-/
uitschakelen' op pagina 104.)
De mobiele telefoon is ingeschakeld,
bevindt zich binnen bereik en
Bluetooth® is geactiveerd.
Mobiele telefoons zoeken
> Roep de apparaatlijst op.
> Druk op de toets
Bluetooth-telefoons
zoeken
.
Het zoeken begint.
Tijdens het zoeken worden eventueel
gevonden apparaten weergegeven. U kunt
een zoekopdracht afbreken door op de
toets
Zoeken stoppen te drukken.
Na het zoeken of na het indrukken van de
toets
Zoeken stoppen verschijnt een lijst
met de gevonden apparaten.
Keuze Betekenis
Invoer bevei-
ligen
Het apparaat wordt
tegen automatisch
verwijderen beveiligd
(alleen bij onbeveiligde
apparaten beschikbaar).
Beveil. ophef-
fen
De beveiliging van het
apparaat wordt
opgeheven (alleen bij
onbeveiligde apparaten
beschikbaar).
Omhoog /
Omlaag
Het apparaat wordt een
positie naar voren/
achteren verschoven.
Wissen Het apparaat wordt uit
de apparaatlijst
verwijderd.
Alles Wissen Alle apparaten (ook de
beveiligde) worden uit de
lijst gewist.
Opmerking:
De verbinding met de laatst verbonden
mobiele telefoon wordt alleen tot stand
gebracht als in de apparaatlijst geen
beveiligd apparaat vóór dit apparaat staat.
Opmerking:
Schakel vóór het zoeken Bluetooth® in
op de mobiele telefoon die u zoekt.
100
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk nu op de naam van de mobiele
telefoon die u wilt verbinden.
De Traffic Assist probeert nu de
verbinding tot stand te brengen. De
mobiele telefoon moet nu om de invoer
van een wachtwoord vragen. Dit
wachtwoord wordt door de Traffic Assist
bepaald.
> Voer het weergegeven wachtwoord op
de mobiele telefoon in.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Bij een succesvolle verbinding verschijnt
het telefoonmenu.
Vanuit de apparaatlijst verbinden
Vanuit de apparaatlijst kunt een
verbinding met een mobiele telefoons tot
stand brengen. Als al een verbinding met
een mobiele telefoon bestaat, wordt deze
automatisch verbroken en wordt de
verbinding met het nieuwe apparaat tot
stand gebracht.
> Roep de apparaatlijst op.
> Druk op de gewenste mobiele telefoon
in de lijst.
De verbinding met de geselecteerde
mobiele telefoon wordt tot stand
gebracht. Bij een succesvolle verbinding
verschijnt het telefoonmenu.
Verbinding vanuit de mobiele telefoon
U kunt ook proberen om de verbinding
met de Traffic Assist vanuit de mobiele te-
lefoon tot stand te brengen.
Als dit gebeurt vanuit een nog niet ver-
bonden mobiele telefoon, wordt u ge-
vraagd of u de verbinding wilt toestaan.
> Druk op de toets
Ja om de verbinding
toe te staan.
> Voer het weergegeven wachtwoord (vier
keer nul) op de mobiele telefoon in.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Bij een succesvolle verbinding verschijnt
het telefoonmenu.
101
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Verbinding met telefoon
verbreken
U kunt de verbinding met de momenteel
via Bluetooth verbonden mobiele telefoon
verbreken.
> Druk op de toets
Verbreken.
De verbinding met de momenteel
verbonden mobiele telefoon wordt
verbroken.
Telefoongesprekken
Onder het gedeelte Telefoongesprekken
vindt u een overzicht van de
bedieningsopties voor het tot stand
brengen van een gesprek, het aannemen
van een oproep en het beëindigen van een
gesprek.
Gesprek tot stand brengen
> Voer een telefoonnummer in of kies een
vermelding uit de nummerlijst of het
telefoonboek.
Het nummer wordt gekozen.
Zodra de oproep aan de andere kant van
de lijn wordt beantwoord, verandert het
scherm en bent u met uw gesprekspartner
verbonden.
Oproep aannemen
Bij een binnenkomende oproep hoort u
een beltoon. Bovendien verschijnt het
volgende display.
Indien beschikbaar verschijnen het
telefoonnummer en de naam van de
beller.
U hebt bij binnenkomende oproepen
meerdere bedieningsopties:
Keuze Betekenis
Aannemen Het gesprek wordt
aangenomen. Het
gespreksscherm
verschijnt.
Weigeren Het gesprek wordt
geweigerd. De beller
hoort de bezettoon. Het
laatste actieve display
verschijnt.
102
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Als u zoals onder 'Automatisch
aannemen' op pagina 105 beschreven het
automatisch aannemen van oproepen
inschakelt, verschijnt bij de toets
Aanne-
men
bovendien de tijd tot aan het
aannemen van de oproep.
Gesprek beëindigen
U kunt een actief gesprek beëindigen.
> Druk in het gespreksscherm op de toets
Einde oproep.
Het gesprek wordt beëindigd. Het laatste
actieve display verschijnt.
Tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek hebt u de
verschillende bedieningsopties.
In het bovenste gedeelte van het
gespreksscherm worden, voor zover
beschikbaar, de ontvangststerkte, de
laadtoestand en de naam van de mobiele
telefoon en de naam van de
netwerkexploitant weergegeven.
Daaronder worden de gesprekstijd en,
voor zover beschikbaar, het
telefoonnummer en/of de naam van de
gesprekspartner weergegeven.
Als de navigatie actief is, verschijnen de
pijlen van de navigatieaanwijzingen in het
gespreksscherm.
Negeren De beltoon wordt
uitgeschakeld. Het
laatste actieve display
verschijnt. Het gesprek
wordt beëindigd als de
beller ophangt.
Keuze Betekenis
Opmerking:
Het gesprek wordt ook beëindigd als de
gesprekspartner ophangt. Ook dan
verschijnt het laatste actieve display.
Opmerking:
Als u tijdens een gesprek nog een oproep
ontvangt, wordt dit niet met een signaal
weergegeven. Het nummer van de beller
verschijnt wel in de nummerlijst.
103
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de toets
Opties om het
optiemenu van het gespreksscherm op
te roepen.
Volume
Door op de toets Volume te drukken,
kunt u de volume-instelling oproepen.
Zie 'Volume van de telefoon' op
pagina 105.
Microfoon uit/Microfoon aan
Voor een privégesprek in de auto kunt u
de microfoon van de Traffic Assist
uitschakelen. De gesprekspartner aan de
telefoon hoort dan niets.
Druk op de toets
Microfoon uit om de
microfoon uit te schakelen. Druk op de
toets
Microfoon aan om de microfoon
weer in te schakelen.
Privémodus/Handsfree
U kunt een gesprek weer op de mobiele
telefoon zelf voeren. De handsfree-
functie wordt dan beëindigd.
Na het beëindigen van het gesprek
wordt de verbinding met de mobiele
telefoon automatisch weer tot stand
gebracht.
Druk op de toets
Privémodus. De
handsfree-functie wordt beëindigd.
Druk op de toets
Handsfree om weer
via de Traffic Assist te telefoneren
voordat het gesprek wordt beëindigd.
DTMF-beltonen
U kunt tijdens een gesprek DTMF-
tonen verzenden (bijv. om het
antwoordapparaat af te luisteren).
Druk op de toets
DTMF-beltonen.
Voer in het weergegeven menu met de
gewenste toets de bijbehorende toon in.
Telefooninstellingen
In de telefooninstellingen bevinden zich
alle voor de telefoonfunctie relevante
instellingen.
> Druk in het hoofdmenu op
Instell..
> Druk op de toets
Telefooninstellingen.
Opmerking:
Alle instellingen moeten worden
bevestigd door op de toets OK te
drukken. Met de toets kunt u op elk
gewenst moment het huidige menu
verlaten zonder iets te hebben gewijzigd.
104
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
U komt in het menu voor de
telefooninstellingen.
Structuur
In het menu staan u verschillende pagina’s
met de functies ter beschikking:
U komt op de volgende c.q. vorige pagina
van de instellingen met de toetsen en
.
Bluetooth in-/uitschakelen
Met de toets Bluetooth kunt u Bluetooth
in- of uitschakelen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Bluetooth.
Naargelang de vorige instelling schakelt u
Bluetooth in of uit.
Bovenste pictogram: functie ingescha-
keld
Onderste pictogram: functie uitgescha-
keld
Automatische verbinding
Met de toets Autoconnect kunt u in- of
uitschakelen of na het inschakelen van de
Traffic Assist automatisch wordt
geprobeerd verbinding te maken met een
mobiele telefoon.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Autoconnect.
Naargelang de vorige instelling schakelt u
de functie in of uit.
Bovenste pictogram: functie ingescha-
keld
Onderste pictogram: functie uitgescha-
keld
Zichtbaarheid
Met de toets Zichtbaarheid kunt u in- of
uitschakelen of andere Bluetooth-
apparaten de Traffic Assist bij een
zoekopdracht wel of niet herkennen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Zichtbaarheid.
Naargelang de vorige instelling schakelt u
de functie in of uit.
Bovenste pictogram: functie ingescha-
keld
Onderste pictogram: functie uitgescha-
keld
105
TELEFOONFUNCTIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Automatisch aannemen
Met deze functie kunt u instellen of en na
hoeveel tijd een binnenkomende oproep
automatisch wordt aangenomen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Autom.aangen..
> Kies of binnenkomende gesprekken na
3, 5 of 10 seconden automatisch
moeten worden aangenomen.
Door het kiezen van de optie
Uit wordt de
functie uitgeschakeld.
De momenteel gekozen instelling is met
een vinkje ( ) gemarkeerd.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Volume van de telefoon
U kunt met deze functie het
beltoonvolume en het gespreksvolume
instellen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Volume.
> Kies met de toetsen en het
gewenste volume.
> Druk op de toets om het geluid te
onderdrukken.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Telefoonboek bijwerken
Met deze functie kunt u de opgeslagen
telefoonboekvermeldingen in de Traffic
Assist bijwerken en opnieuw overdragen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Verversen.
Het laden van het telefoonboek kan
enkele minuten duren.
106
>>> TELEFOONFUNCTIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bluetooth-naam
Met deze functie kunt u voor uw Traffic
Assist een naam opgeven. Deze
toegekende naam wordt door andere
Bluetooth-apparaten weergegeven.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets Bluetooth-naam.
> Voer de gewenste naam in.
> Bevestig de ingevoerde naam door op de
toets
OK te drukken.
SMS-aankondiging
Met deze functie kunt u instellen wat er
op de Traffic Assist moet gebeuren zodra
een nieuw SMS-bericht wordt ontvangen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
SMS-signaal.
> Kies de gewenste instelling.
Geen signaal
Er vindt geen signaal plaats.
Alleen geluid afspelen
Er klinkt een signaal.
Pop-up tonen
Er verschijnt een menu waarin u kunt
kiezen of het SMS-bericht moet worden
weergegeven, voorgelezen of genegeerd.
Zie 'Binnenkomend SMS-bericht' op
pagina 96.
Automatisch voorlezen
Een binnenkomend SMS-bericht wordt
automatisch voorgelezen.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Opmerking:
Het bericht kan alleen worden voorgele-
zen als u een spreker met de afkorting
TTS hebt gekozen. Zie 'De toets Stem'
op pagina 65.
107
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
toets Extra
Onder Extra vindt u de volgende functies:
MP3-speler*
Picture Viewer*
•Videoplayer*
Landspecifieke informatie
Via het hoofdmenu gaat u naar het menu
Extra.
> Druk in het hoofdmenu op
Extra’s.
Het menu Extra wordt weergegeven.
> Kies met een van de knoppen de ge-
wenste functie.
Mp3-speler*
Met de mp3-speler kunt u de mp3-titels
op een geplaatste micro-SD-geheugen-
kaart of in het interne geheugen afspelen.
Druk op de toets
Muziek.
Als de weergave al loopt, verschijnt met-
een het weergavemenu.
Als de weergave niet actief is, verschijnt
het keuzemenu.
Titel kiezen
Titels kunnen via het keuzemenu worden
gekozen.
U kunt in het keuzemenu kiezen uit 6 op-
ties voor het kiezen van titels.
Artiesten
Na het kiezen van Artiesten worden de
titels op de geheugenkaart gesorteerd op
uitvoerend artiest ter keuze aangebo-
den.
Opmerking:
Om via de categorieën
Artiesten, Genres
en Albums titels te selecteren, moet bij
mp3-titels de ID3-tag verzorgd zijn.
Via de categorie
Afspeellijsten kunnen
alleen titels worden gekozen als er ook
playlists op het opslagmedium staan.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
108
>>> TOETS EXTRA
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Genres
Na het kiezen van Genres worden de ti-
tels op de geheugenkaart gesorteerd op
genres (bijv. rock, pop) ter keuze aange-
boden.
Albums
Na het kiezen van Albums worden de
titels op de geheugenkaart gesorteerd op
albums ter keuze aangeboden.
Mappen
Na het kiezen van Mappen kunt u de ti-
tel van de geheugenkaart aan de hand
van de mappenstructuur op de geheu-
genkaart kiezen.
Nummers
Na het kiezen van Nummers worden
alle titels op de geheugenkaart op alfa-
betische volgorde in een lijst ter keuze
aangeboden.
Afspeellijsten
Na het kiezen van Afspeellijsten wor-
den de playlists op de geheugenkaart ge-
sorteerd op albums ter keuze aangebo-
den.
Als voorbeeld wordt hier het kiezen via
(
Mappen) beschreven. De andere keuze-
mogelijkheden hebben een soortgelijke
functionaliteit.
> Druk op de toets
Mappen.
De directory’s op de geheugenkaart wor-
den weergegeven.
Door het indrukken van toets
Alle map-
pen afspelen
kunt u alle titels van het
huidige directoryniveau weergeven.
Met de pijltjestoets en rechts
op het scherm kunt u in het huidige direc-
toryniveau bladeren.
Door indrukken van de toets kunt
u in de directorystructuur altijd naar een
niveau hoger gaan.
> Kies de gewenste map of andere sub-
mappen.
> Kies de gewenste titel of druk op
Alle
nummers afspelen.
om alle titels in de
gekozen map weer te geven.
Op het display verschijnt het weergaveme-
nu.
109
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Het weergavemenu
In het weergavemenu kunt u de weergave
van de mp3-titels aansturen.
Verstreken speeltijd van een nummer
Titellijst opvragen
Gebruiksmodus Navigatie oproepen
Omschakelen tussen shuffle en titel-
herhaling
Weergave starten/pauzeren
Overzicht mappen openen
Instellen van het volume
Weergave/toets voor volgend num-
mer
Huidig nummer
Weergave/toets voor vorig nummer
Grafische weergave van speeltijd/snel
vooruit/achteruit spoelen
Titelsprong
Boven resp. onder de actuele muziektitel
wordt de vorige resp. volgende titel met
bijbehorende naam getoond.
> Druk op een muziektitel.
De muziektitel wordt in de titelregel gela-
den.
Als de afspeelknop niet ingedrukt is,
wordt de titel nog niet afgespeeld.
Als er op dat moment net muziek
klinkt, wordt deze afgebroken en klinkt
het begin van een nieuwe titel.
Afspelen
De muziekstukken vanaf de muziektitel in
de titelregel worden met de volgende toets
afgespeeld:
> Druk op de toets met het pictogram Af-
spelen.
De mp3-speler start de weergave. De
weergave van de toets schakelt over op het
pictogram Pauze.
Rechtsboven op het scherm ziet u de ver-
streken tijd. Bovendien verschijnt de ver-
streken tijd in de vorm van een balk. Door
te drukken op en het verschuiven van de
pijltjes aan het einde van de balk kunt u de
afspeelpositie van de huidige titel wijzi-
gen.
Weergave onderbreken
U kunt de weergave te allen tijde onder-
breken en weer voortzetten.
> Druk op de toets met het pictogram
Pauze.
Het weergeven wordt onderbroken. De
huidige titel blijft op de titelregel staan.
De weergave van de toets schakelt over op
het pictogram Afspelen. Bij nogmaals in-
drukken van de toets zet het systeem de
weergave voort.
1
5
7
3
2
10
9
8
4
6
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Opmerking:
De weergegeven tijden kunnen al naar
gelang de toegepaste bitsnelheid (com-
pressie) van het mp3-stuk van de werke-
lijke tijd afwijken.
110
>>> TOETS EXTRA
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Titelherhaling/shuffle
U kunt een nummer steeds laten herhalen
of de nummers in een willekeurige volgor-
de laten afspelen.
> Druk steeds op de knop met het pijltje
totdat de gewenste functie is ingescha-
keld.
Het weergegeven pictogram verandert al
naar gelang de gewenste functie.
Pictogram functies zijn uitge-
schakeld
Pictogram shuffle ingeschakeld
Pictogram titelherhaling inge-
schakeld
Volume instellen
U kunt het volume van de mp3-weergave
instellen.
> Druk in het weergavemenu op .
> Druk op de toets of om het
volume te verhogen of te verlagen.
> Druk op toets om het geluid van
de muziek te onderdrukken.
> Druk opnieuw op de toets om de
geluidsonderdrukking op te heffen.
mp3-speler beëindigen
Door indrukken van de toets wordt de
mp3-speler beëindigd en verschijnt het
mediamenu.
!Let op!
Stel het geluidsvolume zo in dat u de om-
gevingsgeluiden goed kunt waarnemen.
Opmerking:
Let erop dat ondanks het verlaten van het
weergavemenu de muziekweergave nog
steeds doorgaat. Om de muziekweergave
te beëindigen drukt u op het pictogram
Pauze. (Siehe “Weergave onderbreken”
auf Seite 109.)
111
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Picture Viewer*
Met de Picture Viewer kunt u de afbeel-
dingen op een geplaatste micro-SD-ge-
heugenkaart of in het interne geheugen
bekijken.
De indelingen jpg en bmp worden onder-
steund.
Druk op de toets
Afbeeldingen.
U wordt gemeld dat de Picture Viewer on-
derweg niet mag worden gebruikt. Neem
deze melding in acht.
> Bevestig de melding door het indruk-
ken van de toets
OK.
Op het display verschijnt het menu Pictu-
re Viewer.
Het Picture Viewer-menu
In het Picture Viewer-menu kunt u af-
beeldingen selecteren, een diapresentatie
starten en de instellingen opvragen.
Map met afbeeldingen
Thumbnails van de afbeeldingen in
de huidige map
Vorige pagina met afbeeldingen/
mappen oproepen
Naar een niveau terug in de directo-
rystructuur gaan
Volgende pagina met afbeeldingen/
mappen oproepen
Opmerking:
U kunt de Picture Viewer niet tijdens de
navigatie opvragen.
2
3
1
2
2
2
2
54
1
2
3
4
5
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
112
>>> TOETS EXTRA
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Afbeelding selecteren
> Kies in het Picture Viewer-menu de ge-
wenste map en vervolgens de gewenste
afbeelding.
Met de toets en en kunt u de an-
dere pagina’s met afbeeldingen en map-
pen opvragen.
De geselecteerde afbeelding wordt samen
met een afbeeldingenmenu weergegeven.
Met de knoppen van het menu kunt u de
afbeelding roteren, vergroten of informa-
tie bekijken.
Druk op de knoppen rechts en links naast
de afbeelding om naar de volgende resp.
vorige afbeelding te gaan.
Druk midden op de afbeelding om het af-
beeldingenmenu te verbergen.
Druk op de rechts en links op het scherm
om naar de volgende resp. vorige afbeel-
ding te gaan.
Druk midden op de afbeelding om het af-
beeldingenmenu weer te geven.
Afbeelding vergroten
> Laat het afbeeldingenmenu verschijnen.
> Druk op de toets
Zoomen.
> Schuif de regelaar rechts op het scherm
op het gewenste vergrotingsniveau.
U kunt de afbeelding nu verschuiven.
Druk midden op de afbeelding om de ver-
groting ongedaan te maken.
Afbeelding draaien
> Laat het afbeeldingenmenu verschijnen.
> Druk steeds op de toets Draai totdat de
afbeelding in de gewenste stand staat.
Druk midden op de afbeelding om het af-
beeldingenmenu weer te verbergen.
113
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Afbeeldinginformatie weergeven
> Laat het afbeeldingenmenu verschijnen.
> Druk op de toets
EXIF.
Er verschijnt informatie over de huidige
afbeelding.
> Druk op de toets om de informatie
af te sluiten.
Diavoorstelling
Tijdens de diavoorstelling verschijnen af-
beeldingen van het huidige mapniveau au-
tomatisch achter elkaar.
> Druk in het Picture Viewer-menu op de
toets
Diashow.
De weergave schakelt over op volledig
scherm en het systeem start de voorstelling
op basis van de geconfigureerde instellin-
gen met de eerste afbeelding uit het huidi-
ge mappenniveau.
Als alle afbeeldingen zijn getoond, wordt
de voorstelling beëindigd.
U kunt de voorstelling voortijdig afbreken
door op de toets te drukken.
Instellingen
In de instellingen kunt u vastleggen met
welke snelheid de afbeeldingen moeten
verschijnen, of de nieuwe afbeeldingen
met speciale effecten moet verschijnen en
of de afbeeldingen met een hoge kwaliteit
moeten worden geladen.
> Druk in het Picture Viewer-menu op de
toets
Diashow-instellingen.
> Stel bij
Interval de gewenste weergave-
duur in.
> Kies bij
Effecten het gewenste verberge-
ffect van de afbeeldingen.
> Kies bij
Afb. in hoge res. laden (lang-
zamer)
of afbeeldingen wel of niet met
een hoge resolutie ( ) moeten worden
geladen ( ).
Bij het laden van de afbeeldingen met een
hoge resolutie verschijnen deze langzamer.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
114
>>> TOETS EXTRA
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Videoplayer*
Met de videoplayer kunt u de video's op
een geplaatste micro-SD-geheugenkaart
of in het interne geheugen bekijken.
De Traffic Assist ondersteunt het mpeg4
part2 videoformaat met de extensie .avi.
Druk op de toets
Films.
U wordt gemeld dat de videospeler onder-
weg niet mag worden gebruikt. Neem
deze melding in acht.
> Bevestig de melding door het indruk-
ken van de toets
OK.
Het keuzemenu wordt nu getoond.
In het keuzemenu verschijnen alle map-
pen van de geheugenkaart waarop video’s
staan.
> Kies in het keuzemenu de gewenste map
en vervolgens de gewenste video.
De geselecteerde video wordt op het volle-
dige scherm weergegeven.
Opmerking:
U kunt de videoplayer niet tijdens de na-
vigatie opvragen.
U mag de videoplayer onderweg niet ge-
bruiken.
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.
115
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Videomenu weergeven
In het videomenu kunt u de weergave van
de video aansturen.
> Druk tijdens een video in de volledige-
schermmodus op het scherm.
Op het display verschijnt het videomenu
Verstreken speeltijd van een nummer
Huidige video
Volgende video in map oproepen
Vorige video in map oproepen
Weergave starten/pauzeren
Overzicht mappen openen
Instellen van het volume
Grafische weergave van speeltijd/snel
vooruit/achteruit spoelen
Na korte tijd zonder actieve handelingen
wordt het videomenu weer automatisch
afgesloten.
Afspelen
De weergegeven video wordt met de vol-
gende toets afgespeeld:
> Druk op de toets met het pictogram Af-
spelen.
De videoplayer start de weergave. De
weergave van de toets schakelt over op het
pictogram Pauze.
Rechtsboven op het scherm ziet u de ver-
streken tijd. Bovendien verschijnt de ver-
streken tijd in de vorm van een balk. Door
te drukken op en het verschuiven van de
pijltjes aan het einde van de balk kunt u de
afspeelpositie van de huidige video wijzi-
gen.
Weergave onderbreken
U kunt de weergave te allen tijde onder-
breken en weer voortzetten.
> Druk op de toets met het pictogram
Pauze.
Het weergeven wordt onderbroken. De
huidige titel blijft op de titelregel staan.
De weergave van de toets schakelt over op
het pictogram Afspelen. Bij nogmaals in-
drukken van de toets zet het systeem de
weergave voort.
1
5
7
3
2
4
6
8
1
2
3
4
5
6
7
8
116
>>> TOETS EXTRA
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Volume instellen
U kunt het volume van de mp3-weergave
instellen.
> Druk in het weergavemenu op .
> Druk op de toets of om het
volume te verhogen of te verlagen.
> Druk op toets om het geluid van
de muziek te onderdrukken.
> Druk opnieuw op de toets om de
geluidsonderdrukking op te heffen.
Landspecifieke informatie
Met de landspecifieke informatie kunt u
voor veel landen specifieke informatie
(toegestane maximumsnelheid, promilla-
gegrenzen, enz.) laten weergeven.
> Druk op de toets
Landinformatie.
De lijst met landen wordt weergegeven.
> Druk op de toets van het gewenste land.
De landspecifieke informatie (toegestane
maximumsnelheid, promillagegrenzen,
enz.) wordt weergeven.
Hieronder vindt u een beschrijving van de
gebruikte symbolen.
!Let op!
Stel het geluidsvolume zo in dat u de om-
gevingsgeluiden goed kunt waarnemen.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat de informatie
mogelijk niet compleet is en dat er nog
andere voorschriften voor de verschillen-
de landen kunnen gelden.
117
TOETS EXTRA >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Door op
OK of op te drukken, verlaat
u het menu.
Symbool Betekenis
Maximumsnelheid binnen de
bebouwde kom
Maximumsnelheid buiten de
bebouwde kom
Maximumsnelheid op de
autosnelweg
Promillagegrens
Veiligheidsvest verplicht
Licht voeren overdag
verplicht
Sleepkabel in de auto
verplicht
Reservelampjes in de auto
verplicht
Brandblusser in de auto
verplicht
118
>>> INSTELLINGEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Instellingen
Systeeminstellingen selec-
teren
U kunt verschillende elementaire instel-
lingen voor alle toepassingen van de Traf-
fic Assist configureren.
> Druk in het hoofdmenu op
Instell..
> Druk op de toets
Systeeminst..
Het menu van de systeeminstellingen
wordt opgeroepen.
Het menu Systeeminstellingen
Het menu Systeeminstellingen biedt de
keuze uit de verschillende instelopties.
Bediening
Keuzemogelijkheden
De gewenste keus volgt door indrukken
van de desbetreffende toets . De functie
van de toets en is - afhankelijk van de keu-
ze - verschillend en wordt onder 'De af-
zonderlijke menuopties' op pagina 119
beschreven.
U komt op de volgende cq. Vorige pagina
van de instellingen met de toets en en
.
Menu instellingen sluiten
Door te drukken op wordt het menu
Instellingen afgesloten.
119
INSTELLINGEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
De afzonderlijke menuopties
Accu
Uw Traffic Assist kan met een externe
stroomvoorziening of met de ingebouwde
accu werken.
U kunt de energievoorziening en de toe-
stand ervan op een statusscherm bekijken.
Voedingsniveau weergeven
Met de volgende toets kunt u het status-
scherm opvragen:
> Druk op de toets
Batterij.
De het statusscherm verschijnt en u ziet
het voedingsniveau.
Het laadniveau verschijnt op basis van de
peilindicator. In dit voorbeeld is de accu
nog voor ca. twee derde geladen.
Het opladen wordt door een steker op het
statusscherm aangegeven.
Statusscherm afsluiten
Door indrukken van de toets
OK wordt
het statusscherm afgesloten en verschijnt
het menu Instellingen.
Dag-/nachtmodus
U kunt het scherm van de Traffic Assist
op de dagmodus, de nachtmodus of op
automatisch instellen.
Bij de instelling Automatisch wordt al
naar gelang het tijdstip, de huidige positie
en het seizoen automatisch tussen de dag-
en de nachtmodus overgeschakeld.
Met de volgende toets kunt u de instelling
opvragen:
> Druk op de toets
Dag / Nacht.
> Kies tussen
Automatisch, Dag en
Nacht.
De gewenste functie is geactiveerd en de
systeeminstellingen worden op het beeld-
scherm weergegeven.
Opmerking:
Bij het werken met accu is de actuele la-
dingstoestand belangrijk. Als er nog maar
weinig energie ter beschikking staat,
kan. B. de navigatie niet meer tot aan de
bestemming worden volgehouden.
120
>>> INSTELLINGEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kalibrering
Als het touchscreen niet goed op het aan-
tippen van velden reageert, moet u het sys-
teem kalibreren.
Kalibreren starten
Met de volgende toets kunt u het kalibre-
ren starten:
> Druk op de toets
IJken.
Het kalibreren wordt gestart. Aanwijzin-
gen op het scherm leiden u door de proce-
dure.
Helderheid
U kunt de helderheid van het display voor
de dag- en nachtweergave apart instellen.
Met de volgende toets kunt u de instelling
opvragen:
> Druk op de toets
Helderheid.
> Stel met de toetsen en de
gewenste helderheid voor de dag- en
nachtweergave in.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Taal
De teksten op het touchscreen kunnen in
verschillende talen worden weergegeven.
Taalkeuze oproepen
Met de volgende toets kunt u tussen ver-
schillende talen kiezen:
> Druk op de toets Taal.
Op het display verschijnt de taalkeuze.
De taalkeuze toont de beschikbare talen
als een lijst met meerdere pagina’s. Elk
lijstveld is als veld weergegeven. Op de af-
zonderlijke velden staan de taalcode en de
bijbehorende nationale vlag.
121
INSTELLINGEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bladeren
Met de toets en kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
Taal selecteren
> Druk op het keuzeveld van de gewenste
taal.
> Bevestig uw keuze door de knop
OK in
te drukken.
Er verschijnt een melding dat de software
opnieuw wordt gestart en de vraag of u de
taal inderdaad wenst te wijzigen.
> Bevestig de boodschap met
Ja.
Taalkeuze afbreken
Door indrukken van de toets wordt de
taalkeuze afgebroken en verschijnt het
menu Instellingen.
Automatisch aan/uit
Traffic Assist kan automatisch in de slaap-
stand schakelen als het contact van de auto
wordt uitgeschakeld.
Voorwaarden hiervoor:
Traffic Assist is op de sigarettenaanste-
ker van de auto aangesloten (zie ook pa-
gina 18).
De sigarettenaansteker is na het uitscha-
kelen van het contact stroomloos.
De desbetreffende functie is op Traffic
Assist ingeschakeld.
Functie in- en uitschakelen
> Druk op de toets
Autom. aan/uit.
Naargelang de vorige instelling schakelt u
de functie in of uit. De huidige instelling
wordt weergegeven door het pictogram.
Bovenste pictogram: de functie is inge-
schakeld, Traffic Assist schakelt auto-
matisch uit.
Onderste pictogram: de functie is uitge-
schakeld, Traffic Assist schakelt niet au-
tomatisch uit.
Tijdens de automatische uitschakeling
wordt het volgende display weergegeven.
Door op de toets
Abbrechen te drukken,
kunt u de automatische uitschakeling af-
breken.
Tonen
U kunt de signaaltonen van de Traffic As-
sist in- en uitschakelen. Daaronder valt
ook het aanklikken van de schermknop-
pen.
> Druk op
Toetsgeluiden.
Naargelang de vorige instelling schakelt u
de signaaltonen in of uit.
Bovenste pictogram: tonen ingescha-
keld
Onderste pictogram: tonen uitgescha-
keld
122
>>> INSTELLINGEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Kleur instellen
U kunt de kleur van de pictogrammen en
andere designelementen veranderen.
> Druk op de toets
Kleuren.
> Selecteer een van de 8 vooraf gedefini-
eerde kleuren.
of
> Selecteer met de schuifregelaar on-
deraan het display de gewenste kleur.
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
Fabrieksinstellingen
U kunt de fabrieksinstellingen voor de
Traffic Assist herstellen.
Hierbij worden de volgende gewijzigde
gegevens gewist: opgeslagen bestemmin-
gen, opgeslagen routes, het huisadres, de
telefoongegevens, in het interne geheugen
opgeslagen afbeeldingen, video's, enz.
> Druk op de toets
Reset fabr.inst..
> Druk op de toets
Ja.
De fabrieksinstellingen van de Traffic As-
sist worden hersteld.
Informatie
Via de volgende knop kunt u informatie
over de Traffic Assist bekijken.
> Druk op de toets
Informatie.
Op het display verschijnt het informatie-
scherm.
Let met name op de productaanduiding
en de specificaties van de softwareversie.
Vermeld bij verzoeken aan de serviceafde-
ling van Harman/Becker steeds deze spe-
cificaties.
Via de toets
Kaartversie-informatie kunt
u informatie m.b.t. de geïnstalleerde
kaartgegevens bekijken.
Opmerking:
De kleur van de toets is gelijk aan de
af fabriek ingestelde roodtint.
1
2
2
1
123
INSTELLINGEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
My XTRAS
U kunt laten weergeven welke inhoud op
uw Traffic Assist is geïnstalleerd, welke in-
houd al is bijgewerkt, welke inhoud is ge-
kocht en welke extra inhoud nog via de
Contentmanager kan worden aange-
schaft.
> Druk op de toets
XTRAS.
> Druk op de toets met de informatie over
de gewenste inhoud.
De inhoud wordt weergegeven.
Door op de verschillende inhoud te druk-
ken, kunt u extra informatie bekijken.
124
>>> TERMINOLOGIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Terminologie
GMT
(Greenwich Mean Time)
Midden-Europese tijd
De tijd op de lengtegraad 0 (de lengte-
graad die over Greenwich, Groot-Brittan-
nië loopt). Deze tijd wordt wereldwijd als
standaardtijd voor de synchronisatie van
dataregistratie gebruikt.
Bluetooth
Draadloze datacommunicatietechniek
voor afstanden tot ca. 10 meter.
GPS
(Global Positioning System)
GPS bepaalt m.b.v. van satellieten uw ac-
tuele geografische positie. Dit wordt ge-
daan d.m.v. 24 satellieten, die rond de aar-
de cirkelen en daarbij een signaal
uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt
deze signalen en berekent aan de hand van
de tijdsverschillen die de signalen nodig
hebben, de afstand tot de afzonderlijke sa-
tellieten en daarmee de actuele positie in
geografische lengte en breedte. Voor de
positiebepaling zijn de signalen van mini-
maal drie satellieten nodig, vanaf de vierde
satelliet kan tevens de hoogte waarop de
satellietontvanger zich bevindt worden
bepaald.
ID3-tag
"Inhoudsopgave" van een MP3-titel. Be-
vat informatie als titel, vertolker, album,
jaar en genre.
JPG/JPEG
(Joint Photographic Experts Group)
Bij JPEG gaat het om het meest gangbare
opslagformaat voor beeldcompressie
waarbij verliezen optreden. D.w.z. dat tij-
dens de compressie beelddetails verloren
gaan. Levert ondanks het comprimeren
een goede beeldkwaliteit, de compressie-
niveau's kunnen afzonderlijk worden in-
gesteld. Meest gangbare formaat voor het
weergeven en uitwisselen van foto's via in-
ternet.
MP3
Speciale compressietechniek voor
audiodata (bijv. muziek).
SD-kaart
(Secure Digital)
De SecureDigital-kaart is in 2001 door
SanDisk op basis van een oudere MMC-
standaard ontwikkeld. Een SD-kaart is
een herschrijfbare wisselgeheugenkaart.
Stylus
Een stylus is een invoerstift, die voor de
bediening van touchscreens, mobiele
telefoons of PDA's wordt gebruikt.
De stylus is meestal een kunststof stift met
een zachtere kunststof kern. Het omhulsel
is hard en ligt gemakkelijk in de hand, de
zachte kern mondt uit in een punt en is
bedoeld, om het scherm zo voorzichtig
mogelijk (dus zonder gevaar voor krassen)
aan te raken.
De stylus is nauwkeuriger dan de vingers,
omdat alleen de dunne punt het scherm
aanraakt. Bovendien wordt zodoende de
verontreiniging van het scherm door vin-
gerafdrukken voorkomen.
125
TERMINOLOGIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
TMC
(Traffic Message Channel)
Verkeersberichten die door sommige FM-
zenders via RDS worden ovegebracht. Ba-
sis voor de dynamische navigatie.
USB
(Universal Serial Bus)
De Universal Serial Bus (USB) is een bus-
systeem om een computer aan te sluiten
op externe USB-randapparatuur, voor het
uitwisselen van data.
126
>>> TREFWORDEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Numerics
3D-gebouwen . . . . . . . . . . . . . . . 60, 61
3D-weergave
. . . . . . . . . . . . . . . 60, 81
A
aankomsttijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Aanwijzingsborden weergeven
. . . . . 63
Adres invoeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Adres via spraak invoeren
. . . . . . . . . 44
Automatisch aannemen
. . . . . . . . . 105
Automatisch verbinden
. . . . . . . . . 104
Automatische verbinding
. . . . . . . . . 99
B
Beperkingen
Snelwegen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tolwegen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Veerboten
. . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Bestemming invoeren
. . . . . . . . . . . . 37
Bestemming kiezen
Adres invoeren
. . . . . . . . . . . . . 39
Bestemming vanuit kaart
. . . . . . . . . 54
Bestemmingen
beveiligde
. . . . . . . . . . . . . . 36, 98
invoeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
opslaan
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Standaard-
. . . . . . . . . . . . . . . . . 36
standaard-
. . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Bestemmingsgeheugen
doorbladeren
. . . . . . . . . . . . . . . 36
wijzigen
. . . . . . . . . . . . . . . . 36, 97
Bijzondere bestemmingen
bellen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
bij een adres
. . . . . . . . . . . . . . . 47
in de omgeving
. . . . . . . . . . . . . 46
in de omgeving van de
bestemming
. . . . . . . . . . . . . . . . 47
op de route
. . . . . . . . . . . . . . . . 78
rechtstreeks invoeren
. . . . . . . . . 47
Bijzondere bestemmingen
van Google™
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Blokkering
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Bluetooth
. . . . . . . . . . . . . . . . . 98, 124
in-/uitschakelen
. . . . . . . . . . . . 104
C
Content Manager . . . . . . . . . . . . . . . 30
Installeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Starten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Coördinaten invoeren
. . . . . . . . . . . . 55
D
Diavoorstelling . . . . . . . . . . . . . . . . 113
DTMF-tonen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Dwarsstraat
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
E
Eco Route . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Economische route
. . . . . . . . . . . . . . 58
Eenvoudige route
. . . . . . . . . . . . . . . 58
F
Fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . 68
Foto
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
G
Geblokkeerde straten . . . . . . . . . . . . 67
Gebouwen in 3D
. . . . . . . . . . . . . . . 61
Geheugenkaart
. . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Geografische coördinaten
. . . . . . . . . 55
Gesprek
aannemen
. . . . . . . . . . . . . . . . 101
beëindigen
. . . . . . . . . . . . 101, 102
negeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
weigeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Gesprekslijst
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
GMT
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
GPS
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
GPS-ontvangst
. . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Trefworden
127
TREFWORDEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
H
HDOP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Hoofdmenu
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Hoogte boven zeeniveau
. . . . . . . . . . 74
Hoogte boven zeeniveau van auto
. . .74
Huidig nummer herhalen
. . . . . . . . 110
Huidige positie
. . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Huisadres
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Huisnummer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
I
ID3-tag . . . . . . . . . . . . . . . . . .107, 124
Instellingen
Navigatie
. . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Systeem
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
telefoon
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
J
JPG/JPEG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
K
Kaart
vergroten
. . . . . . . . . . . . . . .54, 77
verkleinen
. . . . . . . . . . . . . . .54, 77
weergeven
. . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Kaartweergave
. . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Kaartweergave instellen
. . . . . . . .60, 81
Kiezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Korte route
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
L
Laatste aankondiging . . . . . . . . . . . . .76
Land kiezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Landspecifieke informatie
. . . . .57, 116
Lijsten
Lijst met steden
. . . . . . . . . . . . . 40
Overzicht bestemmingen
. . . . . .35
Stratenlijst
. . . . . . . . . . . . . . . . .41
telefoonnummers
. . . . . . . . . . . .96
M
Maateenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Menu Bestemming invoeren:
. . . . . . .37
Structuur
. . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Microfoon aan/uit
. . . . . . . . . . . . . .103
MP3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
Mp3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107
Mp3-speler
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
afspelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . .109
beëindigen
. . . . . . . . . . . . . . . .110
Titelsprong
. . . . . . . . . . . . . . . .109
Weergave onderbreken
. . . . . . .109
N
Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
afbreken
. . . . . . . . . . . . . . . 26, 80
starten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Nieuwe bestemming
. . . . . . . . . . . . .37
Nummer kiezen
. . . . . . . . . . . . . . . . .92
Nummerlijst
bewerken
. . . . . . . . . . . . . . . . . .97
doorbladeren
. . . . . . . . . . . . . . .97
Nummer kiezen
. . . . . . . . . . . . .97
Nummerlijsten
. . . . . . . . . . . . . . . . .96
O
Oriëntatie van de kaart . . . . . . . . . . .61
Overzicht bestemmingen
. . . . . . . . . .35
P
Picture Viewer . . . . . . . . . . . . . . . . .111
Plaats selecteren
. . . . . . . . . . . . . . . . .40
Positie weergeven
. . . . . . . . . . . . . . . .54
128
>>> TREFWORDEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
R
Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . 6
reistijd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Rijsnelheid weergeven
. . . . . . . . . . . 74
Rondetijdregistratie
. . . . . . . . . . . . . 82
Route plannen
. . . . . . . . . . . . . . 38, 51
Route weergeven
. . . . . . . . . . . . 42, 85
Routebeschrijving
. . . . . . . . . . . . . . . 85
Routeopties
. . . . . . . . . . . . . . . . 57, 80
Routetypes
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
S
Satellieten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
SD-kaart
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
SMS
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
SMS-bericht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Snelheid weergeven
. . . . . . . . . . . . . 74
Snelheidsbeperking
. . . . . . . . . . . . . . 64
Snelheidslimiet
. . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Snelkoppeling
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Pictogrammen
. . . . . . . . . . . . . . 36
pictogrammen
. . . . . . . . . . . . . . 97
Snelle route
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Snelwegen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Spraakinvoer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Spreker
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Stad invoeren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Straat selecteren
. . . . . . . . . . . . . . . . 41
Straatnamen weergeven
. . . . . . . . . . 61
Straten melden
. . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Stylus
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Systeeminstellingen
. . . . . . . . . . . . 118
T
Telefoon verbinden . . . . . . . . . . . . . 98
Telefoon zoeken
. . . . . . . . . . . . . . . . 99
Telefoonboek
. . . . . . . . . . . . . . . 92, 93
bijwerken
. . . . . . . . . . . . . . . . 105
Telefoonfunctie
. . . . . . . . . . . . . . . . 91
Telefoonmenu
. . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Tijdformaat
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Tijdzone
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Titelherhaling
. . . . . . . . . . . . . . . . . 110
TMC
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 69
Berekening van een
nieuwe route
. . . . . . . . . . . . . . . 71
op de route
. . . . . . . . . . . . . . . . 79
Weergave op de kaart
. . . . . . . . 69
TMC-antenne
. . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Tolwegen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Traffic Assist inschakelen
. . . . . . . . . 24
Traject blokkeren
. . . . . . . . . . . . . . . 80
Tripcomputer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Tussenstop
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . 84
U
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
V
Veerboten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Veiligheidsvoorschriften
. . . . . . . . 6, 34
Verkeersinformatie
. . . . . . . . . . 57, 116
Videoplayer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
afspelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Weergave onderbreken
. . . . . . 115
Volume instellen
. . .76, 105, 110, 116
W
Waarschuwingen
Snelheidslimiet
. . . . . . . . . . . . . 64
Waarschuwingen voor de
bestuurder
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Weergave
. . . . . . . . . . . . . . . . 109, 115
Willekeurig afspelen
. . . . . . . . . . . . 110
Z
Zichtbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Zomertijd
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
129
TECHNISCHE SPECIFICATIES >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Technische specificaties
Afmetingen:
(b x h x d) in mm 126,4 x 81,4 x 19,7
Gewicht:
214 gram
Processor:
600 MHz-processor
Beeldscherm:
4,3 inch
touchscreen
6400 Kleuren
Reflectie-arm
Displayresolutie: 480 horizontaal en
272 verticaal
Geheugen:
4 GB Flash-geheugen
128 MB SD-RAM
Micro SD-kaartlezer:
Ondersteuning tot 8 GB class 6 SDHC
FAT 32 formatteerd
USB-interface:
USB Client 2.0
MINI USB
Hoofdtelefoonuitgang:
3,5 mm stereobus
1 Interne luidsprekers:
2 watt max.
Voedingsspanning:
LPS (Limited Power Source)
5 volt/1 A via USB-aansluiting
AC-adapter (niet meegeleverd):
110 - 240 volt
0,2 ampère
50 - 60 Hz
Uitgangsspanning 5 volt
130
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
NORMEN EN RICHTLIJNEN
Geachte klant,
Dit apparaat mag volgens de geldende EG-richtlijn door iedereen worden gebruikt. Dit toe-
stel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlij-
nen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties
m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit is voldaan. Dat betekent, dat storingen bij andere
elektrische/elektronische apparaten door uw radio, alsmede storende invloeden op uw radio
door andere elektrische/elektronische apparaten zo veel mogelijk worden voorkomen.
De door Luxemburg verleende EG-typegoedkeuring (E13) conform de Europese
EMC-richtlijn inzake motorvoertuigen, zoals laatstelijk gewijzigd in ECE-R10, staat
inbouw en gebruik in voertuigen (categorie L, M, N en O) toe.
EG-conformiteitsverklaring
Harman/Becker Automotive Systems GmbH verklaart dat Traffic Assist voldoet aan de fun-
damentele vereisten van de toepasselijke EG-richtlijnen en in het bijzonder aan de fundamen-
tele vereisten en de andere relevante voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
Een uitgebreide EG-conformiteitsverklaring vindt u op de website
http://www.mybecker.com bij het betreffende product onder 'Downloads'.
Z213/Z215
131
NORMEN EN RICHTLIJNEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Afvoer van het apparaat
Informatie voor de klant m.b.t. de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur
(privéhuishoudens)
Overeenkomstig de zelf voorgeschreven bedrijfsprincipes van Harman/Becker Automotive
Systems GmbH werd dit product uit hoogwaardige en recyclebare materialen en componen-
ten ontwikkeld en vervaardigd.
Dit symbool op het product en/of de begeleidende documenten betekent, dat elektrische en
elektronische producten aan het eind van hun levensduur gescheiden van het huisvuil moeten
worden afgevoerd. Lever deze producten voor verdere verwerking of recycling kosteloos in bij
de gemeentelijke inzamelpunten of milieuparken.
Door een juiste afvoer van het product wordt het milieu ontzien en worden mogelijk schade-
lijke gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu verhinderd.
Voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelpunt kunt u contact opnemen met het
gemeentehuis in uw woonplaats.
Voor zakelijke klanten binnen de Europese Unie
Neem contact op met de dealer of leverancier als u deze elektrische/elektronische apparatuur
wilt afvoeren.
Informatie over de afvoer in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool geldt alleen binnen de Europese Unie.
132
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Afvoer van de accu
Informatieplicht conform het Besluit verwijdering batterijen
Batterijen en accu's horen niet in de vuilnisbak. De consument is wettelijk verplicht afgedankte batterijen en accu's in te leveren. U
kunt deze op alle plaatsen waar batterijen worden verkocht en bij de verzamelpunten van uw gemeente inleveren. Hiermee levert u
een concrete bijdrage aan de bescherming van het milieu.De leveranciers en fabrikanten zijn wettelijk verplicht deze batterijen en accu's
kosteloos in te nemen en volgens de voorschriften te recyclen of als chemisch afval af te voeren. Uw batterijen en accu's kunt u bij ons
inleveren door deze voldoende gefrankeerd naar het volgende adres te sturen:
Fa.
Harman/Becker Automotive Systems GmbH
- Batterieverwertung -
Becker-Göring-Str. 16
D- 76307 Karlsbad- Ittersbach
Op de ingebouwde lithium-ion-accu van de Traffic Assist staat het hiernaast afgebeelde sym-
bool van een afvalcontainer met een kruis erdoor en het soort accu.
Accu uitbouwen
Voordat u uw afgedankte apparaat weggooit, moet de accu uit het apparaat worden verwijderd.
Opmerking:
Bij de hier beschreven instructies voor het uitbouwen van de accu kan uw apparaat onherstelbaar beschadigd raken.
Bouw de accu alleen uit als u het apparaat daarna wilt weggooien.
Li-ion
133
NORMEN EN RICHTLIJNEN >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Zorg ervoor dat de accu helemaal ontladen is (apparaat zonder externe voeding ingeschakeld laten tot het vanzelf uitschakelt).
> Verwijder de twee rubberafdekkingen via de schroefgaten.
> Draai de twee schroeven met een kleine kruiskopschroevendraaier uit de behuizing.
> Wip met een sleufschroevendraaier (bij de sleuven aan de zijkanten van de behuizing ) de achterkant van de behuizing eraf.
> Trek de stekker van de aansluitkabel van de accu eruit .
> Verwijder de accu .
Opmerking:
Sluit het door u geopende apparaat niet opnieuw op de voeding aan.
3
5
4
1
2
1
2
3
4
5
132

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Becker Z213 Traffic Assist bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Becker Z213 Traffic Assist in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,48 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info