60487
36
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/87
Pagina verder
Bedieningshandleiding
NL
2
Inhoudsopgave
De Traffic Assist Pro 7
Gebruik 7
Navigatie 7
Muziek 7
Foto's 7
De Traffic Assist Pro uitpakken 8
Levering controleren 8
Levering 8
Bij reclamaties 8
Behandeling van de
verpakking 8
Beschrijving van het apparaat 8
Traffic Assist Pro - basisapparaat 9
Accu 9
Geheugenkaart 9
USB-verbindingskabel 9
Apparaathouder 10
Accessoires 10
Netsteker 10
Externe GPS-antenne 10
Hoofdtelefoon 10
Aanwijzingen ten aanzien van de
documentatie 11
Quick Start Guide 11
Bedieningshandleiding 11
Registratie 11
Reparatie 11
Afvalbehandeling 11
Emissies 11
Overzicht Traffic Assist Pro 12
Onderhoud en verzorging 17
Accukwaliteit 18
Displaykwaliteit 18
Ingebruikname 18
SD-geheugenkaart 18
SD-geheugenkaart inbrengen 19
SD-geheugenkaart uitnemen 20
Voedingsspanning 20
Over de batterij 20
Over het openbare stroomnet 20
Voedingsspanning aansluiten 20
Voedingsspanning loskoppelen 21
Over de auto-accu
(via sigarettenaansteker) 21
Over de TMC-ontvanger 21
Antenne 22
GPS-Antenne 22
GPS-antenne 22
TMC-antenne 22
Inschakelen 22
Uitschakelen 23
Apparaathouder 23
Traffic Assist Pro met TMC 23
Traffic Assist Pro zonder TMC 23
De apparaathouder aanbrengen 24
Op de voorruit 24
Op het dashboard 24
De apparaathouder verstellen 25
Verticaal 25
Horizontaal 25
Traffic Assist Pro opstellen 26
Aansluiten van de schakeling
voor onderdrukking van het
telefoongeluid (mute) 26
Het touchscreen 26
Bediening 27
Kalibrering 27
De menu's 27
Het hoofdmenu 27
Invoeren met behulp van het
invoermenu 27
Tekens invoeren 28
Suggesties overnemen 28
In de lijsten bladeren 28
Speciale tekens en trema's 29
Cijfers invoeren 29
Tekens wissen 29
Spatie invoegen 30
De Back-toets 30
Overige kaarten 30
Installatieprogramma 30
Bestanden overdragen 30
Overdragen met behulp van
SD-kaartlezer 31
Overdracht met USB-interface 31
Kaarten overdragen 31
Muziek en foto's overdragen 32
Bij storingen 32
3
Inhoudsopgave
Navigatie 33
Wat is navigatie? 33
Navigatie selecteren 34
Hulpmiddelen voor de navigatie 34
Snelle toegang 34
Navigatiemenu 34
Kaartweergave 34
De snelle toegang 34
Opbouw van de snelle toegang 35
Navigatiemenu en kaartweergave 35
De lijst met bestemmingen 35
Gebruikte symbolen 35
Bediening van de snelle toegang 35
Met beschikbare bestemming
starten 35
In het bestemmingengeheugen
bladeren 35
Bestemming weergeven of
bewerken 36
Naar de kaartweergave wisselen 36
Actuele positie weergeven 36
Navigatiemenu openen 36
Het Navigatiemenu 37
Opbouw van het navigatiemenu 37
Navigatie 37
Favorieten 37
Instellingen 37
Status 37
Kaart laden 37
Nach Hause 37
Navigatiemenu: Navigatie 38
Keuzevenster bestemming 38
Bestemming: Land selecteren 38
Bestemming: Adres selecteren
en starten 38
Bestemmingskeuze via spraak 43
De navigatie beëindigen 43
Bestemming: Bijzondere
bestemmingen selecteren 44
Bijzondere bestemming:
In de omgeving 44
Bijzondere bestemming:
In het hele land 45
Bijzondere bestemming:
In een plaats 45
Bestemming: Vanaf de kaart kiezen 46
Navigatiemenu: Favorieten 47
Routelijst 47
Door de routelijst bladeren 48
Een route toepassen 48
De toets Nieuw 48
De toets Bewerken 49
De toets Berekenen 49
De toets Starten 50
Navigatiemenu: Instellingen 50
De toets Route-info 50
De toets Verkeersborden 51
De toets Routeopties 51
De toets Volume 52
De toets Kaartinfo 53
De toets Automodus 53
De toetsTijdzone 54
De toets Favorieten 55
De toets Formaat 55
De toets Snelheid 55
De toetsThuisadres 56
De toets TMC 57
De toets Smart Speller 57
De toets Fabrieksinstelling 58
Navigatiemenu: Status 58
Navigatiemenu: Kaart laden 58
Navigatiemenu: Naar huis 58
Wat is dynamische navigatie? 59
Weergave van TMC-berichten
op de wegenkaart 60
TMC gebruiken 60
Berichtenlijst actualiseren 60
Zender kiezen 61
Rekening houden met berichten
voor de routeberekening 61
Automatisch een nieuwe route
berekenen 61
Handmatig een nieuwe route
berekenen 61
De kaartweergave 62
Opbouw van de kaartweergave 62
Kaartweergave zonder navigatie 62
Kaartweergave navigatie 63
Kaartweergave met toolbar 63
Bediening van de kaartweergave 64
Laatste aanwijzing herhalen 64
Volume van aanwijzingen wijzigen 64
4
Inhoudsopgave
Informatieregels 65
Kaart in-/uitzoomen (toolbar) 65
Route weergeven (toolbar) 65
Positie en weergavemodus
(toolbar) 65
TMC-meldingen tonen (Toolbar) 66
Weergave wijzigen (toolbar) 66
Naar het noorden richten
(toolbar) 67
Kaart verschuiven (toolbar) 67
Optiemenu openen 67
Positie-informatie (toolbar) 69
Mp3-bestanden tijdens een actieve navi-
gatie afspelen 69
Muziekmodus 70
Muziekweergave selecteren 70
De MP3-speler 70
Bediening van de MP3-Players 71
Bladeren 71
Afspelen 71
Weergave onderbreken 71
Overzicht mappen 72
Volgende map oproepen 72
Huidige titel herhalen 72
Volume instellen 72
Navigatie tijdens het gebruik
van de mp3-speler 73
MP3-Player uitschakelen 73
Fotomodus 74
Fotoweergave selecteren 74
De Picture Viewer 74
Bediening van de Picture Viewers 74
Bladeren 74
Geluidsvolume van de
muziekweergave aanpassen 74
Diapresentatie 75
Volledig beeld 75
Picture Viewer uitschakelen 75
Het mapoverzicht 75
Bediening van het mapoverzicht 76
Subdirectory 76
Bladeren 76
Foto selecteren 76
Van mapniveau wisselen 76
Mapoverzicht sluiten 76
Instellingen 77
Instellingen selecteren 77
Het instellingenmenu 77
Bediening 77
Keuzemogelijkheden 77
Instellingenmenu sluiten 77
De verschillende menupunten 77
Energie 77
Voedingsspanning weergeven 77
Statusaanduiding beëindigen 78
Helderheid 78
Kalibrering 78
Kalibrering starten 78
Taal 79
Taalkeuze openen 79
Bladeren 79
Taal selecteren 79
Taalkeuze afbreken 79
Toon 79
Informatie 80
Terminologie 81
Trefworden 83
Technische specificaties 86
TOELICHTINGEN- EN
VERKLARINGENBLAD 87
De aanwijzingen en gegevens in deze
documentatie kunnen zonder vooraf-
gaande aankondiging worden veranderd.
Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toe-
stemming van HARMAN/BECKER
Automotive Systems GmbH mag geen
deel van deze documentatie voor eniger-
lei doelstelling worden verveelvoudigd
of overgedragen. Alle technische gege-
vens, tekeningen enz. vallen onder de
wetgeving inzake de bescherming van de
auteursrechten.
© Copyright 2006, HARMAN/
BECKER Automotive Systems GmbH
Alle rechten voorbehouden.
5
!Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van
bent, dat u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt
hinderen of tot last zult zijn.
In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een
bestemming worden ingevoerd.
Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel, in afzonderlijke gevallen kunnen de gegevens/aanwijzingen
onjuist zijn. De bestuurder moet in iedere situatie zelf beslissen, of hij of zij de aanwijzingen wel of niet opvolgt.
De aansprakelijkheid voor onjuiste aanwijzingen door het navigatiesysteem is uitgesloten. Op grond van
gewijzigde verkeerssituaties of afwijkende gegevens kan het gebeuren, dat onnauwkeurige of onjuiste
aanwijzingen worden gegeven. Daarbij moeten altijd de concrete verkeerstekens en verkeersregels worden
opgevolgd. Het navigatiesysteem mag in het bijzonder bij slechte zichtomstandigheden niet als oriëntatiehulp
worden gebruikt.
Het apparaat mag alleen overeenkomstig de reglementaire bestemming worden gebruikt. Het volume van het
Navigationsgerätes moet zodanig worden ingesteld, dat geluiden van buiten het voertuig nog kunnen worden
waargenomen.
In geval van een storing (bijv. rook- of stankontwikkeling) moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld.
• Uit veiligheidsoverwegingen mag het apparaat alleen door een technicus worden geopend. Neem wanneer
reparatie noodzakelijk is, contact op met uw leverancier.
6
De SD-geheugenkaart kan worden verwijderd. Voorzichtig! Kleine kinderen kunnen deze inslikken.
De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden
overschreden. Als u dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en
kan de accu exploderen.
Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot
verlies van de vergunning.
Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER. Zo zorgt u ervoor dat alle geldende bepalingen worden
aangehouden en voorkomt u letsel en materiële schade. Voer onbruikbare toestellen of de accu volgens de
geldende wettelijke bepalingen af.
Door ondeskundig gebruik komt elke aanspraak op garantie te vervallen! Deze veiligheidsvoorschriften gelden
ook voor de originele BECKER-accessoires.
7
De Traffic Assist Pro
Gebruik
Met de Traffic Assist Pro beschikt u
over
een krachtige PND (
P
ersonal
N
avi-
gation
D
evice) voor het gebruik in voer-
tuigen
en binnenshuis. Het apparaat
moet tegen vocht en verontreinigingen
worden beschermd.
De Traffic Assist Pro kan worden ge-
bruikt als:
Navigatieapparaat
•MP3-speler
JPEG-verwerking van afbeeldingen
Navigatie
Door het GPS = Global Positioning
System vervalt het moeizame zoeken in
wegenkaarten.
De uitklapbare antenne maakt pro-
bleemloze navigatie buiten gebouwen
mogelijk. In gebouwen kan de naviga-
tiefunctie, afhankelijk van de ontvangst,
niet worden gebruikt. Bij het gebruik in
voertuigen kan het afhankelijk van de in-
bouwpositie van de Traffic Assist Pro
gebeuren dat er onvoldoende ontvangst
van de GPS-gegevens mogelijk is. Voor
dit geval kan een externe antenne wor-
den aangesloten (wordt niet meegele-
verd).
Afhankelijk van de uitvoering beschikt
de Traffic Assist Pro over TMC, waar-
door het mogelijk is via de meegelever-
de TMC-antenne verkeersberichten te
ontvangen. Als TMC actief is, wordt u
op de hoogte gehouden van verkeersbe-
lemmeringen. Afhankelijk van de instel-
ling wordt u automatisch of op verzoek
om verkeersbelemmeringen heen geleid.
De TMC-ontvanger en -antenne zijn als
accessoire bij uw dealer verkrijgbaar.
Muziek
Met behulp van de geïntegreerde
MP3-Player kunt u uw lievelingsmuziek
mee op reis nemen.
Foto's
De Traffic Assist Pro beschikt over een
Picture Viewer met vele functies
voor het weergeven van foto's.
3012
8
De Traffic Assist Pro uitpakken
Levering controleren
Voordat de Traffic Assist Pro in gebruik
wordt genomen, moet de volledigheid
en de toestand van de levering worden
gecontroleerd (zie ook pagina 12).
! Pak de inhoud van de verpakking
voorzichtig uit en controleer deze.
Levering
Bij reclamaties
Neem in geval van reclamaties contact
op met uw leverancier. Het apparaat
kan ook in de originale verpakking
rechtstreeks aan Harman/Becker worden
gestuurd.
Behandeling van de
verpakking
De originele verpakking moet minimaal
gedurende de garantietijd op een droge
plaats worden bewaard.
Beschrijving van het apparaat
De Traffic Assist Pro bestaat uit het ba-
sisapparaat Traffic Assist Pro en de ac-
cessoires die worden meegeleverd.
De afzonderlijke onderdelen worden
weergegeven onder:
"Inhoud van de verpakking" op
pagina 12
Opmerking:
Uw Traffic Assist Pro wordt in een ste-
vige verpakking geleverd. Wanneer de
verpakking of de inhoud van de verpak-
king ernstig beschadigd is, mag het
apparaat niet verder worden uitgepakt.
Neem in dat geval contact op met uw le-
verancier.
Opmerking:
De versie zonder TMC omvat een TMC
antenne of geen ontvanger.
4012
Opmerking:
De verpakking moet overeenkomstig de
landspecifieke voorschriften als afval
worden behandeld. De verpakking mag
niet worden verbrand. Afhankelijk
van het land waar het product wordt
geleverd kan de verpakking bij de
leverancier worden ingeleverd.
Opmerking:
Het basisapparaat en de accessoires
mogen niet worden geopend en op geen
enkele wijze worden gewijzigd.
9
Traffic Assist Pro - basisappa-
raat
Het basisapparaat omvat de complete
elektronica, een uitklapbare antenne
voor GPS-ontvangst, een aanraak-
scherm voor de communicatie met het
systeem, een geïntegreerde luidspreker
voor meldingen tijdens de navigatie en
voor de weergave van MP3-bestanden,
een microfoon voor het opnemen van
spraakcommando’s en diverse connec-
toren en interfaces.
Verdere gegevens over het apparaat
vindt u onder "Technische specificaties"
op pagina 86
Auto-adapter
Deze kabel maakt het mogelijk om het
apparaat op de sigarettenaansteker van
het voertuig aan te sluiten.
Eisen die aan de voedingsspanning
worden gesteld zijn:
gelijkstroom 12-36 volt
1,5 ampère
Accu
Als de verwisselbare batterij ontladen is,
kan deze weer worden opgeladen door
het aansluiten van de Traffic Assist Pro
op een stroombron.
Daartoe sluit u het apparaat via de auto-
adapter aan op een contactbus (sigaret-
tenaansteker) in de auto, via de netsteker
op het openbare net (100-240V) of via
de USB-kabel op een PC.
Geheugenkaart
Als opslagmedium voor wegenkaarten,
muziek en afbeeldingen wordt een SD-
geheugenkaart toegepast.
De bij het apparaat geleverde geheugen-
kaart beschikt over een capaciteit van
2 GB, genoeg voor een set wegenkaar-
ten en een aantal MP3-bestanden en/of
afbeeldingen. Hoeveel muziek-/afbeel-
dingsdata extra op de geheugenkaart
kunnen worden gekopieerd, hangt af van
hun bestandsgrootten.
Optioneel kan er voor het weergeven
van MP3-bestanden of afbeeldingen ook
een USB memory stick op de USB-poort
worden aangesloten.
De SD-geheugenkaart moet buiten het
apparaat in de meegeleverde verpakking
op een droge plaats worden bewaard en
tegen zonnestraling worden beschermd.
Aanraken of vervuilen van de contacten
moet worden vermeden.
Verdere gegevens over de SD-geheu-
genkaart vindt u onder "Technische spe-
cificaties" op pagina 86
USB-verbindingskabel
Via de USB-verbindingskabel kan het
apparaat worden aangesloten op een PC
met USB-interface. U kunt via de USB-
kabel ook de Traffic Assist Pro opladen.
Opmerking:
Let erop dat de batterij snel uitgeput kan
raken als er voor het weergeven van
MP3-bestanden of afbeeldingen een
USB memory stick wordt gebruikt
Opmerking:
Bij het gebruik van USB memory sticks
(voor MP3) kan het GPS-signaal wor-
den beïnvloed.
10
Apparaathouder
De Traffic Assist Pro kan met behulp
van de apparaathouder in het voertuig
worden bevestigd.
Accessoires
Netsteker
Met deze voeding kunt u de Traffic As-
sist Pro op een stopcontact aansluiten
(niet meegeleverd). Informeer daarnaar
bij uw dealer.
De eisen m.b.t. de voeding zijn:
Wisselstroom
100-240 volt
0,5 ampère
50-60 hertz
Externe GPS-antenne
Met een externe antenne (niet meegele-
verd) kunt u - indien nodig - verbetering
van de GPS-ontvangst bereiken. Infor-
meer daarnaar bij uw dealer.
Hoofdtelefoon
Bij het gebruik van de Traffic Assist Pro
als mp3-speler kan een standaard hoofd-
telefoon met 3,5 mm stekker of een na-
venante adapter worden aangesloten
(niet meegeleverd).
Opmerking:
De geïntegreerde GPS-antenne is niet
bruikbaar in auto’s met zonwerende
ruiten (opgedampt metaal of metaalfo-
lie, te herkennen aan de opdruk SIGLA
SOL, SIGLA CHROM, SIGLA,
KOOL-OF, SUNGATE o. a.) en in au-
to’s met fijnmazige verwarmingsdra-
den in de ruiten.
Gebruik in die gevallen een externe
GPS-antenne. Informeer daarnaar bij
uw dealer.
Gevaar!
Tijdens het rijden mag geen hoofdtele-
foon worden gedragen. Neem hierbij de
landspecifieke voorschriften en wetge-
ving in acht.
Verlaag bij het gebruik van een hoofd-
telefoon het volume zover, dat uw ge-
hoor niet beschadigd raakt.
11
Aanwijzingen ten aanzien van
de documentatie
Quick Start Guide
Voor een snelle inleiding tot de bedie-
ningsopties van uw Traffic Assist Pro
verwijzen wij u naar de Quick Start Gui-
de. In de Quick Start Guide vindt u nade-
re uitleg over de meest belangrijke basis-
functies van de Traffic Assist Pro.
Bedieningshandleiding
Een uitvoerige beschrijving van de wer-
king van de Traffic Assist Pro vindt u in
deze handleiding.
Registratie
U kunt zich laten registreren bij onze
software-service.
U krijgt dan informatie over updates en
ander nieuws.
U kunt zich laten registreren op de
Becker-homepage (www.becker.de).
„Registrierung“ vindt u op de pagina
„Service“.
Reparatie
In geval van storingen mag het apparaat
niet worden geopend. Neem contact op
met uw leverancier.
Afvalbehandeling
Emissies
De gegevens ten aanzien van emissies en
elektromagnetische verdraagzaamheid
staan vermeld in het "TOELICHTIN-
GEN- EN VERKLARINGENBLAD"
op pagina 87.
Opmerking:
Het apparaat, inclusief de
meegeleverde onderdelen
alsmede accu's en acces-
soires, moet op deskundi-
ge wijze en overeenkom-
stig de landspecifieke voorschriften
voor elektrische/elektronische appara-
tuur als afval worden behandeld.
Afhankelijk van het land waar het
product wordt geleverd kan het appa-
raat bij de leverancier worden ingele-
verd.
Overzicht Traffic Assist Pro
12
Overzicht Traffic Assist Pro
Inhoud van de verpakking
1 Apparaathouder (bij uitvoering zonder TMC niet met
TMC-ontvanger)
2 TMC-antenne (bij uitvoering met TMC)
3 USB-verbindingskabel
4 SD-Geheugenkaart (met navigatiedata)
5 Traffic Assist Pro – PND (Personal Navigation Device)
6 Auto-adapter (12-36V)
3
2
1
4
5
6
Overzicht Traffic Assist Pro
13
Apparaatfront met bedienings- en indicatie-organen
1 Schermtoets
Drukken = Activeren van het desbetreffende toetscom-
mando
2 Sneltoets Spraakcommando (Zie “Bestemming ops-
laan” op pagina 42.)
3 Sneltoets Helderheid (Zie “Helderheid” op pagina 78.)
4 BACK-toets
Drukken = Terug, bij de meeste toepassingen
Lang drukken = In- en uitschakelen van de Traffic As-
sist Pro
5 Aanraakscherm met gekozen hoofdmenu
6 Sneltoets Wegenkaartweergave (Zie “Naar de kaart-
weergave wisselen” op pagina 36.)
7 Sneltoets Naar huis (Zie “Navigatiemenu: Naar huis”
op pagina 58.)
8 Microfoon
4001
4
5
6
3
7
8
2
1
Overzicht Traffic Assist Pro
14
Achterkant van het apparaat
1 Opening voor luidspreker
2 GPS-antenne (uitklapbaar)
3 Aansluiting externe antenne (externe antenne niet inbe-
grepen)
4003
2
3
1
Overzicht Traffic Assist Pro
15
Linker apparaatzijde
1 Sleuf voor SD-geheugenkaart
2 3,5-mm-aansluiting voor hoofdtelefoon (hoofdtelefoon
niet inbegrepen)
Rechter apparaatzijde
3 USB-aansluiting voor geheugenkaart met MP3-bestan-
den of afbeeldingen
4 Aansluiting externe stroomvoorziening
4006
4005
1
2
3
4
Overzicht Traffic Assist Pro
16
Onderzijde apparaat
1 Reset-knop
2 Interface PC-aansluiting
3 Deksel batterijvak
4 Schroef van deksel batterijvak
4002
4
2
1
3
17
Algemene bediening
Onderhoud en verzorging
Het toestel is onderhoudsvrij.
Ter verzorging kan een standaard reini-
gingsmiddel voor elektronische appara-
tuur met een vochtige, zachte doek wor-
den aangebracht.
Uw mobiele navigatietoestel is met gro-
te zorgvuldigheid ontwikkeld en moet
ook zorgvuldig worden behandeld.
Neem de onderstaande aanbevelingen in
acht om zo veel mogelijk plezier aan uw
mobiele navigatietoestel te beleven:
• Bescherm uw mobiele navigatietoe-
stel tegen nat worden en vocht. Scha-
kel het toestel bij blootstelling aan
vocht uit en koppel de voeding los.
Laat het apparaat op kamertempera-
tuur drogen.
Gebruik en bewaar uw navigatietoe-
stel niet in een stoffige of vuile omge-
ving.
• Bewaar uw mobiele navigatietoestel
niet in warme omgevingen. Hoge tem-
peraturen kunnen de levensduur van
elektronische onderdelen in uw toestel
verkorten, accu’s beschadigen en be-
paalde kunststoffen vervormen of
doen smelten.
• Bewaar uw mobiele navigatietoestel
niet in koude omgevingen. Wanneer
het bij gebruik weer tot bedrijfstempe-
ratuur opwarmt, kan er sprake zijn van
interne condensvorming die schade
aan de elektronische componenten
toebrengt.
Laat uw mobiele navigatietoestel niet
vallen, stel het niet bloot aan schokken
en schud het niet. Door ondeskundig
behandelen kunt u componenten in het
toestel beschadigen.
Gebruik voor het reinigen nooit bijten-
de chemicaliën, reinigingsoplossingen
of scherpe reinigingsmiddelen.
Alle instructies gelden navenant voor
het mobiele navigatietoestel, de accu, de
net- en voertuiglaadadapter en alle ac-
cessoires. Neem contact op met uw
dealer wanneer één van deze onderdelen
niet goed functioneert. Deze zal u gaarne
van dienst zijn.
!Gevaar!
Levensgevaar door elektrische
schokken. Schakel het toestel vóór
het verzorgen van het toestel, de mee-
geleverde onderdelen en de accessoi-
res altijd uit en verwijder de voeding.
Opmerkingen:
gebruik geen agressieve of schurende
middelen of wislappen die het opper-
vlak bekrassen.
Het toestel mag niet met water in aanra-
king komen.
18
Algemene bediening
Accukwaliteit
De capaciteit van de accu van uw mobie-
le navigatietoestel neemt bij elke laad-/
ontlaadcyclus af. Ook kan de capaciteit
als gevolg van ondeskundige opslag bij
een te hoge of lage temperatuur langza-
merhand afnemen. Op deze wijze kan de
bedrijfstijd ook bij een volle accu aan-
zienlijk worden verkort.
In elk geval is de constructie van de accu
zodanig dat deze ook na gebruik gedu-
rende 6 maanden na aankoop van uw
mobiele navigatietoestel nog kan wor-
den geladen en ontladen. Bij duidelijk
mindere prestaties raden wij u aan uw
accu te vervangen. Neem hiervoor con-
tact op met uw dealer. Gebruik uitslui-
tend originele reserveonderdelen van
BECKER.
Displaykwaliteit
Bij uitzondering kunnen er door de spe-
cifieke technologie een paar puntjes
(pixels) met een andere kleur op het dis-
play verschijnen. Ook kunnen sommige
schermpuntjes een lichter of donkerder
kleur hebben. In deze gevallen is er ech-
ter geen sprake van gebreken.
Ingebruikname
Wanneer de Traffic Assist Pro is uitge-
pakt en is gecontroleerd of het geheel
vrij van schade is, kan het apparaat in
gebruik worden genomen. De afzonder-
lijke stappen zijn:
SD-geheugenkaart inbrengen
Voedingsspanning aansluiten
Toestel inschakelen
• Voor antenneontvangst zorgen (in-
dien navigatie gewenst)
SD-geheugenkaart
De bij het apparaat geleverde geheugen-
kaart beschikt over een capaciteit van
2 GB, genoeg voor een set wegenkaar-
ten en een aantal MP3-bestanden en/of
afbeeldingen. Hoeveel muziek-/afbeel-
dingsdata extra op de geheugenkaart
kunnen worden gekopieerd, hangt af van
hun bestandsgrootten.
Optioneel kan er voor het weergeven
van MP3-bestanden of afbeeldingen ook
een USB memory stick op de USB-poort
worden aangesloten.
Opmerking:
Wanneer het apparaat voor de eerste
keer wordt ingeschakeld, wordt het
apparaat automatisch geconfigureerd,
hetgeen enkele minuten kan duren.
U mag het apparaat tijdens deze
configuratie niet uitschakelen.
Opmerking:
Let erop dat de batterij snel uitgeput kan
raken als er voor het weergeven van
MP3-bestanden of afbeeldingen een
USB memory stick wordt gebruikt.
19
Algemene bediening
Aan de linkerkant van het apparaat zit de
opening waar de kaart in moet worden
geschoven. Het kaartvak is voorzien van
een met behulp van een veer werkend
vergrendelings- en uitwerpmechanisme.
SD-geheugenkaart inbrengen
! Neem de SD-geheugenkaart uit zijn
verpakking, zonder de contacten aan
te raken of vuil te maken..
! Pak de SD-geheugenkaart zo vast dat
de contacten in de richting van de ach-
terkant van het apparaat wijzen.
Opmerking:
Bij het gebruik van USB memory sticks
(voor MP3) kan het GPS-signaal wor-
den beïnvloed.
Opmerkingen:
Aan één kant van de kaart bevindt zich
een kleine schuifschakelaar. De duw
het in de richting van de pijl aan enabke
schrijft bescherming.
5013
Opmerkingen:
De geheugenkaart mag alleen bij een
uitgeschakeld apparaat geplaatst en
verwijderd worden. Wanneer dit niet in
acht wordt genomen bestaat het risico
dat de gegevens verloren gaan.
Wanneer de geheugenkaart met
kaartgegevens niet is geplaatst, is geen
navigatiewerking mogelijk. Wanneer u
de geheugenkaart tijdens het navigeren
verwijderd, wordt dit onmiddellijk
afgebroken.
5005
20
Algemene bediening
! Breng de SD-geheugenkaart in het ge-
heugenkaartvak.
! Schuif de SD-geheugenkaart met ge-
ringe kracht verder in het geheugen-
kaartvak totdat de kaart vastklikt.
SD-geheugenkaart uitnemen
Het kaartvak schuift de kaart zover naar
buiten, dat u deze met twee vingers kunt
beetpakken.
! Druk met een vinger de SD-geheugen-
kaart voorzichtig tegen de veerkracht
in naar achteren tot u de aanslag in het
geheugenkaartvak voelt.
! Trek uw vinger een weinig terug.
De kaart wordt naar buiten geschoven.
! Trek de Memory Card eruit en leg
deze in de verpakking zonder de con-
tacten aan te raken.
Voedingsspanning
Over de batterij
Een uitwisselbare batterij zorgt voor de
interne stroomvoorziening. De batterij is
onderhoudsvrij en heeft geen speciale
zorg nodig.
Over het openbare stroomnet
Voedingsspanning aansluiten
Het apparaat wordt via een netsteker als
volgt op het openbare stroomnet aange-
sloten:
! Pak de steker bij het geribbelde ge-
deelte en schuif deze zonder al te veel
druk in de contactdoos tot aan de aan-
slag.
! Plaats de voedingsadapter met de
stekker in het stopcontact.
Het apparaat is nu aangesloten op het
net.
Opmerking:
Schakel de Traffic Assist Pro altijd
eerst uit voordat u de voedingsspanning
aansluit of loskoppelt.
Opmerking:
Bij een volledig ontladen accu kan het
wel een minuut duren voordat het toe-
stel weer kan worden ingeschakeld.
Opmerking:
Neem contact op met uw dealer als de
accu defect is. Probeer de accu niet zelf
uit te bouwen.
!Levensgevaar!
Let er op dat u geen vochtige handen
heeft en de voedingsadapter droog is.
Sluit de voedingsadapter alleen op
een daarvoor goedgekeurd stroom-
net aan.
21
Algemene bediening
Voedingsspanning loskoppelen
! Koppel de voedingsspanning in
omgekeerde volgorde los.
Over de auto-accu (via sigaret-
tenaansteker)
De stroomvoorziening vanuit de auto-
accu via de bijgeleverde auto-adapter
komt als volgt tot stand:
! Steek de steker van de auto-adapter in
de met „DC 5V“ gemerkte aansluitbus
van de Traffic Assist Pro.
! Steek de adapter in de aansluitbus in
de auto.
Over de TMC-ontvanger
De TMC-ontvanger kan (in de auto) van
stroom worden voorzien door deze aan
te sluiten op de auto-accu via de bijgele-
verde auto-adapter.
! Steek de steker van de auto-adapter in
de met „DC 5V“ gemerkte aansluitbus
van de TMC-ontvanger.
! Steek de adapter in de aansluitbus.
Opmerking:
Verwijder de voedingsadapter wanneer
u de Traffic Assist Pro langere tijd niet
gebruikt.
Opmerking:
Wanneer de sigarettenaansteker net
gebruikt is en nog heet is, moet u
wachten tot de houder van de
sigarettenaansteker is afgekoeld.
Opmerking:
De voedingsspanning via de sigaretten-
aansteker zorgt er voor dat de accu van
het voertuig langzaam wordt ontladen
als de motor is uitgeschakeld! Gebruik
op grond daarvan de Traffic Assist Pro
niet gedurende een langere tijd wanneer
de motor is uitgeschakeld.
Opmerking:
TMC kan alleen worden gebruikt als de
TMC-ontvanger van stroom is voor-
zien.
Opmerking:
Als de sigarettenaansteker kort daar-
voor gebruikt is en dus nog heet is,
wacht u tot deze in zijn houder is afge-
koeld.
22
Algemene bediening
Antenne
GPS-Antenne
GPS-antenne
De GPS-antenne is gemonteerd aan de
behuizing en uitklapbaar.
TMC-antenne
De bijgevoegde TMC-antenne wordt ge-
bruikt voor het ontvangen van radio-ver-
keersberichten.
! Druk de aansluitsteker van de TMC-
antenne met geringe kracht in de met
„ANT“ gemerkte bus van de TMC-
ontvanger.
Traffic Assist Pro in- en uit-
schakelen
Met behulp van de Back-toets wordt het
apparaat in- en uitgeschakeld.
Inschakelen
! Druk op de BACK-toets.
Het apparaat wordt ingeschakeld. Op het
aanraakscherm verschijnt de volgende
boodschap: Volg de verkeersregels!
! Wanneer u accoord gaat met deze
melding, moet u de toets OK indruk-
ken.
Opmerking:
Voor een optimale GPS-ontvangst moet
de antenne horizontaal staan.
4004
Opmerking:
TMC kan alleen worden gebruikt als de
TMC-ontvanger van stroom is voor-
zien.
3012
Opmerking:
Het gebruik van de Traffic Assists is al-
leen toegestaan in overeenstemming
met de op dat moment geldende natio-
nale wegenverkeerswetgeving!
23
Algemene bediening
Uitschakelen
U kunt het apparaat te allen tijde uitscha-
kelen. Indien dit is gewenst moeten eer-
ste nieuwe bestemmingen worden opge-
slagen.
! Druk enkele tellen op de Back-toets.
Het toestel schakelt over op de slaap-
stand.
Het apparaat schakelt zichzelf uit.
Apparaathouder
Met de apparaathouder kan de Traffic
Assist Pro direct op de voorruit of op het
dashboard van de auto worden gemon-
teerd (zie ook pagina 24).
Traffic Assist Pro met TMC
De TMC-ontvanger is in de apparaat-
houder geïntegreerd. Deze beschikt over
aansluitingen voor externe stroomvoor-
ziening, TMC-antenne, stereohoofdtele-
foon en een schakeling voor onderdruk-
king van het radiogeluid (mute) bij
navigatieboodschappen.
1 Arreteerschroef „draaien“
2 Apparaathouder/TMC-ontvanger
3Arm met zuignap
4 Zuignap
5 Arreteerschroef „horizontaal“
6 Arreteerschroef „verticaal“
Traffic Assist Pro zonder TMC
1 Arreteerschroef „draaien“
2 Apparaathouder
3Arm met zuignap
4 Zuignap
5 Arreteerschroef „horizontaal“
6 Arreteerschroef „verticaal“
Opmerking:
De Traffic Assist Pro en de apparaat-
houder mogen niet gedurende langere
tijd worden blootgesteld aan de recht-
streekse inwerking van zonnestralen.
Binnentemperaturen van +70 C en ho-
ger kunnen de onderdelen van de hou-
der beschadigen.
5016
2
3
4
5
6
1
5017
2
3
4
5
6
1
24
Algemene bediening
De apparaathouder aanbren-
gen
De apparaathouder kan rechtstreeks op
de voorruit of het dashboard worden be-
vestigd.
Op de voorruit
Wanneer het dasboard te ver van de be-
stuurder is verwijderd, kan de apparaat-
houder met behulp van de zuignap recht-
streeks op de voorruit worden bevestigd.
! Als de adapterplaat al aan de zuignap
(4) is bevestigd, verwijdert u deze.
Trek daartoe de arm (3) naar boven en
neem de adapterplaat weg.
! Draai de arreteerschroeven (5) en (6)
los.
! Zoek een geschikte plaats.
! Druk de apparaathouder met de zuig-
nap (4) tegen de voorruit.
! Daai de apparaathouder zodanig dat
de dragerplaat ongeveer in de gewens-
te kijkrichting staat.
! Druk de hefboom (3) naar beneden.
De houder heeft zich aan de voorruit
vastgezogen. Deze kan aansluitend
nauwkeurig worden ingesteld. Om de
houder te kunnen verwijderen moet de
hendel (3) opnieuw worden gebruikt.
Op het dashboard
Voor de bevestiging op het dashboard
wordt een adapterplaat meegeleverd.
Deze wordt op het dashboard geplakt.
Het bevestigingsvlak mag slechts licht
gebogen zijn.
! Zoek een geschikte plaats.
! Draai de arreteerschroeven (5) en (6)
los.
! Verwijder het beschermfolie van de
onderkant van de adapterplaat.
! Druk de adapterplaat op het dash-
board.
! Druk de apparaathouder met de zuig-
nap (4) op het bovenvlak van de adap-
ter.
! Draai de apparaathouder zodanig dat
de draagplaat ongeveer in de gewenste
kijkrichting staat.
! Druk de arm (3) naar onderen.
Opmerking:
Bevestig de toestelhouder zodanig dat
deze uw zicht met gemonteerde Traffic
Assist Pro niet inperkt en zich niet in
het activeringsgebied van de airbag be-
vindt.
U moet er op letten dat de elektrische
aansluitkabel geen hinder oplevert voor
het gebruik van de bedieningselemen-
ten van het voertuig.
Let er tevens op dat er voldoende ruimte
overblijft om de Traffic Assist Pro zon-
der problemen uit de houder te kunnen
schuiven.
Maak het bevestigingsvlak op de voor-
ruit of het dashboard schoon, zodat dit
vetvrij en schoon is. Gebruik geen sme-
rend, zeephoudend reinigingsmiddel,
zodat de hechting op het dasboard niet
negatief wordt beïnvloed.
Opmerking:
Wanneer de adapaterplaat wordt
verwijderd, kunnen er lijmresten op het
dashboard achterblijven.
25
Algemene bediening
De houder heeft zich aan de adapter
vastgezogen. Deze kan aansluitend
nauwkeurig worden ingesteld. Om de
houder te kunnen verwijderen moet de
hendel (3) opnieuw worden gebruikt.
De apparaathouder verstellen
De instelvoet kan in twee vlakken (hori-
zontaal en verticaal) worden gekanteld
en ook nog om zijn eigen as worden ge-
draaid. Daardoor zijn voor de bestuurder
nagenoeg alle kijkhoeken in te stellen.
Verticaal
! Draai de arreteerschroef (6) zo ver los
dat de instelvoet (2) zich zonder al te
grote krachtsinspanning laat kantelen.
! Houd met één hand de apparaathouder
vast en kantel met de andere de instel-
voet (2) naar boven, naar het midden
of naar onderen in de gewenste stand.
! Draai arreteerschroef (6) weer zoda-
nig vast dat de Traffic Assist Pro tij-
dens het rijden veilig vast blijft zitten.
Horizontaal
! Draai de arreteerschroef (5) zo ver los
dat de instelvoet (2) zich zonder al te
grote krachtsinspanning van links naar
rechts laat kantelen.
! Houd met één hand de apparaathouder
vast en kantel met de andere de instel-
voet (2) naar links, naar het midden of
naar rechts in de gewenste stand.
! Houd met één hand de apparaathouder
vast, trek met de andere de instelvoet
(2) tegen de veerkracht in naar voren
en draai deze in de gewenste stand.
! Laat de instelvoet (2) los.
Opmerking:
Draai de dragerplaat niet gelijktijdig in
beide richtingen! Verwijder de Traffic
Assist Pro altijd van te voren van de ap-
paraathouder.
26
Algemene bediening
Traffic Assist Pro opstellen
De apparaathouder is voorzien van een
instelvoet.
! Plaats de Traffic Assist Pro voorzich-
tig op de instelvoet.
! Schuif de Traffic Assist Pro naar on-
deren tot deze hoorbaar vastklikt.
Uw navigatieapparaat is nu in elkaar ge-
zet en bedrijfsklaar.
Aansluiten van de schakeling
voor onderdrukking van het te-
lefoongeluid (mute)
Via de optionele kabel voor het onder-
drukken van het telefoongeluid kunt u
uw Traffic Assist Pro met TMC op de
autoradio aansluiten. Na het op de juiste
manier aansluiten van deze kabel scha-
kelt uw Traffic Assist Pro de autoradio
op mute (onderdrukt geluid) als naviga-
tieboodschappen worden doorgegeven.
! Steek daartoe de kliksteker van de ka-
bel in de daarvoor bestemde bus op de
TMC-ontvanger.
! Sluit het andere einde van de kabel aan
op de schakeling voor het onderdruk-
ken van het geluid (mute) van uw ra-
dio (neem de aanwijzingen van de
fabrikant voor de aansluiting in acht!).
Het touchscreen
De Traffic Assist Pro is voorzien van
een touchscreen.
Opmerking:
Voor het losnemen van de Traffic As-
sist Pro trekt u het apparaat met beide
handen voorzichtig naar boven uit de
instelvoet.
4004
Opmerking:
Om het oppervlak van het display niet
te beschadigen, mag dit alleen met de
vingers of een stomp, niet smerend
voorwerp worden aangeraakt.
5001
27
Algemene bediening
Bediening
De in de desbetreffende menu's of mel-
dingsschermen verschijnende buttons
hoeven slechts zodanig te worden aan-
geraakt, dat deze als ingedrukt worden
weergegeven.
Wanneer de ingedrukte toets op de
actuele plaats niet is toegestaan, klinkt
een kort signaal.
Kalibrering
Indien het touchscreen onnauwkeurig
reageert, bijv. wanneer de button alleen
buiten het midden van de button op het
indrukken met de vinger reageert, moet
een kalibrering worden uitgevoerd.
De kalibratiefunctie wordt vanuit het
menu Instellingen gestart (zie ook
pagina 78).
De menu's
Bij de bediening wordt u geholpen door
middel van de verschillende menu's en
het invoerscherm.
Het hoofdmenu
Het bovenste menuniveau is het hoofd-
menu. Vanuit het hoofdmenu worden de
afzonderlijke toepassingen opgestart.
In de desbetreffende hoofdstukken staat
informatie ten aanzien van de afzonder-
lijke toepassingen.
Invoeren met behulp van het
invoermenu
In enkele toepassingen is het invoeren
met behulp van het invoermenu noodza-
kelijk. Het invoermenu wordt net als een
toetsenbord bediend.
In de bovenste schrijfregel geeft het in-
voermenu de via het toetsenbord inge-
voerde tekens aan. Het middengebied
dient voor het invoeren van de tekens.
In de onderste regel worden de hulp-
functies aangegeven. Hieronder wordt
het gebruik beschreven.
3001
6007
28
Algemene bediening
Tekens invoeren
De tekens worden door het indrukken
van de toetsen in het middengebied inge-
voerd.
Nadat de invoer is beëindigd, wordt deze
met behulp van de toets afgeslo-
ten en voor bewerking aan de Traffic
Assist Pro doorgegeven.
Suggesties overnemen
Gedurende het opgeven van een naviga-
tiebestemming vergelijkt de Traffic As-
sist Pro dat wat er is ingetoetst met het
databestand op de SD-geheugenkaart.
De Traffic Assist Pro biedt dan letters
aan waaruit eventueel kan worden geko-
zen en vult de reeds ingetoetste letters
aan tot een zinvol voorstel.
Het voorstel en de tekens die niet meer
kunnen worden gekozen, worden iets
donkerder weergegeven. Als daarom na
het invoeren van de eerste letters of ge-
tallen de gewenste informatie reeds bo-
venaan het display verschijnt, kunt u dit
voorstel meteen overnemen.
! Als u accoord gaat met het voorstel,
drukt u op de toets .
In de lijsten bladeren
Indien al enkele letters van de gewenste
keuze zijn ingevoerd, kunt u met behulp
van de keuzelijst alle bestemmingen met
de in aanmerking komende lettercombi-
naties laten weergeven.
! Om de keuzelijst te kunnen openen
moet u de toets indrukken.
De keuzelijst verschijnt.
6007
5020
Opmerking:
Indien gewenst kunt u de smart speller
in de navigatie-instellingen uitschake-
len.
Ook moet in zuidelijke landen (bijv.
Italië) de naamsoort (bij via Gran Mun-
do) op de tweede positie worden inge-
voerd (bijv. Gran Mundo_via).
6007
6007
5021
29
Algemene bediening
! Druk op de pijltjestoetsen op
de rechter beeldschermrand om door
de lijst te bladeren.
! Klik de gewenste bestemming aan.
De bestemming wordt overgenomen en
de keuzelijst afgesloten.
Speciale tekens en trema's
Tijdens het invoeren van plaats- of
straatnamen hoeft u geen speciale tekens
en trema's in te voeren. De Traffic Assist
Pro wijzigt indien nodig de invoer in
AE, OE en UE.
! Wanneer u bijv. naar de plaats "Würz-
burg" zoekt, voert u eenvoudig
"WUERZBURG" in.
Speciale tekens kunnen bij het benoe-
men van bestemmingen en routes nuttig
zijn.
! Om naar het toetsenbord voor speciale
tekens te kunnen wisselen, moet u op
de toets drukken.
Het toetsenbord met speciale tekens
wordt weergegeven.
! Voer het gewenste speciale teken in.
Zodra u een speciaal teken heeft
ingevoerd, wordt automatisch
teruggeschakeld naar het normale
toetsenbord.
Cijfers invoeren
Voor het invoeren van cijfers moet naar
het numerieke toetsenbord worden ge-
wisseld.
! Druk op de toets .
Het numerieke toetsenbord wordt weer-
gegeven.
! Om weer terug te kunnen gaan naar de
normale alfabetische weergave, moet
u op de toets "ABC" drukken.
Tekens wissen
Om het laatst ingevoerde teken te
kunnen wissen moet de backspace-toets
worden ingedrukt.
6008
7006
6007
5022
5004
5024
30
Algemene bediening
! Om het teken links van de cursor te
kunnen wissen, moet u de toets in-
drukken.
Spatie invoegen
Wanneer twee woorden, bijv. bij namen
van steden, moeten worden ingevoerd,
moeten deze door middel van een spatie
van elkaar worden gescheiden.
! Om een spatie in te kunnen voegen
moet u de toets indrukken.
De Back-toets
De Back-toets is in de hoek linksonder
van de behuizing geïntegreerd.
Deze heeft verschillende functies:
Door lang drukken wordt de Traffic
Assist Pro uit- of weer ingeschakeld.
Afhankelijk van de menucontext zorgt
de toets bij kortstondig indrukken
voor de terugkeer naar een voorgaand
invoerscherm.
Overige kaarten
Op de SD-geheugenkaart is door de fa-
brikant al een set wegenkaarten geïnstal-
leerd.
Installatieprogramma
Op de kaarten-DVD is een kaarteninstal-
latieprogramma opgeslagen, dat nadat
de DVD in een personal comuper met
DVD-station is geplaatst normaal ge-
sproken automatisch wordt gestart. Het
programma voert u door de installatie.
Wanneer dit niet gebeurt moet u het pro-
gramma met de hand starten.
! Open de Windows
®
-verkenner.
! Selecteer de map van uw DVD-sta-
tion.
! Dubbelklik op het bestand "Set-
up.exe".
Bestanden overdragen
De overdracht van bestanden vindt indi-
rect plaats via de SD-geheugenkaart of
direct via de USB-interface.
6007
700
6007
501
50143012
31
Algemene bediening
Overdragen met behulp van
SD-kaartlezer
De overdracht vindt plaats via een nor-
male SD-geheugenkaartlezer (niet mee-
geleverd). De SD-geheugenkaart wordt
in de lezer gestoken.
De gewenste bestanden worden dan
door de computer-software op de SD-
geheugenkaart geplaatst.
Overdracht met USB-interface
Via de USB-interface wordt de Traffic
Assist Pro direct met een PC verbonden.
Dat gebeurt in een aantal stappen:
! Traffic Assist Pro uitschakelen.
! Beschermkap van de USB-aansluiting
op de onderkant van het apparaat ver-
wijderen.
! Traffic Assist Pro en computer via de
USB-kabel verbinden.
! Traffic Assist Pro weer inschakelen.
De Traffic Assist Pro maakt automatisch
verbinding met de computer.
Kaarten overdragen
Voor de overdracht moet de installa-
tiesoftware op de DVD worden ge-
bruikt. Dit gebeurt in onderstaande stap-
pen:
! Traffic Assist Pro uitschakelen.
! SD-geheugenkaart uitnemen en in een
SD-geheugenkaartlezer steken, of de
Traffic Assist Pro via de USB-kabel
op de computer aansluiten.
! Computer aanzetten en de DVD inleg-
gen.
! Met het installatieprogramma de we-
genkaartdata overdragen.
! SD-geheugenkaart weer in de Traffic
Assist Pro schuiven of USB-kabel op
de juiste manier losnemen.
! Traffic Assist Pro weer inschakelen.
De wegenkaart staat onmiddellijk ter
beschikking.
Opmerking:
Alleen de meegeleverde kaarten mogen
in de Traffic Assist Pro worden ge-
bruikt. De installatie of het overdragen
van bestanden of programma's, die de
functie van de Traffic Assists beperken
of veranderen, is verboden!
5006
32
Algemene bediening
Muziek en foto's overdragen
De bestanden kunnen via een kaartlezser
of de USB-PC-aansluiting worden over-
gebracht.
Bij storingen
Bij storingen in het apparaat die
samenhangen met het bedrijfssysteem
verschijnen dienovereenkomstige
meldingen. Deze moeten worden
bevestigd. Wanneer de geactiveerde
functie vervolgens niet kan worden
uitgevoerd, moet de Traffic Assist Pro
via de reset-toets opnieuw worden
gestart.
Indien de meldingen terugkeren of het
apparaat door andere oorzaken niet goed
werkt, verzoeken wij u om contact op te
nemen met uw leverancier.
Opmerking:
Houdt u er rekening mee dat bij het ge-
bruik van USB memory sticks voor het
weergeven van MP3-bestanden of af-
beeldingen de levensduur van de batte-
rij verminderd wordt.
Opmerking:
Bij het gebruik van USB memory sticks
(voor MP3) kan het GPS-signaal wor-
den beïnvloed.
Opmerking:
Geef uw mappen handige, voor zichzelf
sprekende namen. Dat helpt later om de
gewenste bestanden in de Traffic Assist
Pro terug te vinden.
Opmerking:
Probeer nooit het toestel zelf te openen.
Neem contact op met uw dealer wan-
neer u de opgetreden storingen niet zelf
kunt verhelpen.
33
Navigatie
Navigatie
Wat is navigatie?
Onder navigatie (lat. navigare = op zee
varen) verstaat men in het algemeen de
plaatsbepaling van een voer- of vaartuig,
de bepaling van richting en afstand ten
opzichte van de gewenste bestemming,
en het vaststellen van de route en het be-
geleiden naar de bestemming. Als navi-
gatiehulpmiddelen worden o. a. sterren,
markante punten, kompas en satellieten
toegepast.
Bij de Traffic Assist Pro zorgt de GPS-
ontvanger voor de plaatsbepaling. Het
Navigational Satellite Timing and Ran-
ging - Global Positioning System (NA-
VSTAR-GPS, meestal GPSgenoemd)
werd in de jaren 70 door het Amerikaan-
se leger voor plaatsbepaling en navigatie
ontwikkeld.
GPS is gebaseerd op de ontvangst van
signalen van satellieten die de aarde in
vaste banen omcirkelen. Ten einde de
ontvangst op ieder punt van de aarde
continu te garanderen zijn er altijd ten
minste 24 satellieten actief. De GPS-
ontvanger vangt de signalen op en bere-
kent uit de looptijden de afstand tot iede-
re satelliet afzonderlijk. Daaruit is dan
weer de actuele geografische positie te
bepalen.
Voor de positiebepaling zijn de signalen
van ten minste drie satellieten nodig. Als
er vijf signalen beschikbaar zijn, kan
ook de hoogte boven de zeespiegel wor-
den vastgesteld.
De Traffic Assist Pro bepaalt de richting
en afstand tot de bestemming met behulp
van de navigatieprocessor en een
digitale wegenkaart op de SD-
geheugenkaart.
Uit veiligheidsoverwegingen worden de
navigatieaanwijzingen overwegend in
gesproken vorm weergegeven. Ter
ondersteuning wordt de richting en de
kaart op het touchscreen weergegeven.
!Veiligheidsvoorschriften
Hierbij heeft de wegenverkeerswet
altijd voorrang boven de aanwijzin-
gen van het navigatiesysteem. Het
navigatiesysteem is slechts een
hulpmiddel, in afzonderlijke geval-
len kunnen de gegevens/aanwijzin-
gen onjuist zijn. De bestuurder
moet in iedere situatie zelf beslis-
sen, of hij of zij de aanwijzingen
wel of niet opvolgt.
De aansprakelijkheid voor onjuiste
aanwijzingen door het navigatie-
systeem is uitgesloten.
Wanneer het systeem voor de eer-
ste keer wordt gebruikt kan het wel
30 minuten duren voordat een posi-
tie kan worden bepaald.
Verkeersborden en plaatselijke
voorschriften hebben altijd voor-
rang boven de aanwijzingen.
De navigatie heeft uitsluitend be-
trekking op personenauto's. Er
wordt geen rekening gehouden met
speciale rijadviezen en voorschrif-
ten voor andere voertuigen (bijv.
vrachtwagens).
Alleen wanneer de auto stilstaat
mag een bestemming worden inge-
voerd.
34
Navigatie
Navigatie selecteren
De navigatie wordt vanuit het hoofdme-
nu geopend.
! Druk hiervoor in het hoofdmenu op de
toets Navigatie.
De snelle toegang wordt geopend.
Hulpmiddelen voor de
navigatie
Voor de navigatie zijn drie hulpmidde-
len beschikbaar: Snelle toegang, naviga-
tiemenu en kaartweergave.
Snelle toegang
De navigatiemodus start steeds met de
snelle toegang voor het direct kiezen van
reeds opgeslagen bestemmingen.
Navigatiemenu
Vanuit de snelle toegang kan wanneer
dat wordt gewenst het navigatiemenu,
bijv. voor het invoeren van een nieuwe,
nog niet aanwezige, bestemming
worden geopend.
Kaartweergave
Tevens kan de kaartweergave worden
geopend. Naast de weergave van de
actuele positie kan hier ook een
bestemming worden gekozen.
De snelle toegang
De snelle toegang biedt een keuze uit de
belangrijkste functies voor het snel
opstarten van de navigatie. De snelle
toegang wordt hierna met behulp van
voorbeeldbestemmingen weergegeven.
3001
6001
35
Navigatie
Opbouw van de snelle toegang
Navigatiemenu en kaartweergave
In de snelle toegang wordt in de boven-
ste regel links de toets Navigatiemenu
weergegeven voor het openen van het
navigatiemenu.
Rechts daarnaast zit een toets met
kaartsymbool.Deze dient voor het om-
schakelen naar de kaartweergave.
De lijst met bestemmingen wordt in de
daaronder liggende regels weergegeven.
De lijst met bestemmingen
De lijst met bestemmingen geeft per
regel alle beschikbare bestemmingen
aan. Iedere regel is verdeeld in twee
velden. Ieder lijstveld wordt als toets
weergegeven. Op de rechter toets staat
de bestemming en met het linker
symbool worden de eigenschappen van
de bestemming weergegeven.
Gebruikte symbolen
In de lijst met bestemmingen worden de
onderstaande symbolen gebruikt.
Bediening van de snelle toegang
Met beschikbare bestemming starten
In het bestemmingengeheugen beschik-
bare bestemmingen worden in de lijst
met bestemming opgevoerd.
! Druk op de toets met de gewenste be-
stemming om de routeberekening te
starten.
De berekening wordt gestart. Nadat de
berekeningen zijn beëindigd wordt de
kaart weergegeven en begint de naviga-
tie.
In het bestemmingengeheugen
bladeren
Met behulp van de toets kan in
de desbetreffende pijlrichting door de
lijst worden gebladerd.
Tussen de toetsen verschijnt de actuele
pagina van de lijst en het totale aantal
pagina's.
Opmerking:
De laatste 50 bestemmingen worden in
het bestemmingengeheugen opgesla-
gen. Wanneer de max. geheugencapaci-
teit is bereikt wordt de oudste bestem-
ming automatisch vervangen door de
nieuwste. Belangrijke bestemmingen
kunnen echter worden beveiligd.
Symbool Betekenis
Deze bestemming is een
standaardbestemming
zonder bijzonderheden.
Deze bestemming is
beveiligd. Wanneer het
bestemmingengeheugen vol
is, wordt deze bestemming
niet automatisch vervangen.
Wanneer dat nodig is kan dat
handmatig worden gedaan.
Deze bestemming is het
actuele thuisadres.
7006
36
Navigatie
Bestemming weergeven of bewerken
Elk van de in het bestemmingengeheugen
beschikbare bestemming kan weergege-
ven of bewerkt worden.
! Druk op het naast de gewenste be-
stemming aanwezige symbool.
! Er verschijnt een keuzemenu.
Naar de kaartweergave wisselen
Vanuit de snelle toegang kan met behulp
van de onderstaande toetsen naar het
kaartaanzicht worden gewisseld.
! Druk op de toets met het kaartsym-
bool.
De kaartweergave met de verschillende
functies verschijnt.
Actuele positie weergeven
U kunt uw actuele positie in de kaart-
weergave laten weergeven.
! Druk in de snelle toegang op de toets
met het kaartsymbool in de bovenste
beeldschermrand.
Navigatiemenu openen
Met behulp van de toets Navigatiemenu
krijgt u de beschikking over uitgebreide-
re mogelijkheden van het navigatieme-
nu. Pagina "Het Navigatiemenu" op
pagina 37.
Keuze Betekenis
Details
tonen
Alle gegevens met
betrekking tot de
bestemming worden
weergegeven.
In kaart weer-
geven
De kaartweergave
wordt met behulp van
de toolbar geopend en
de bestemming wordt
weergegeven.
Invoer
beschermen
De bestemming wordt
tegen het automatisch
verwijderen beveiligd.
Invoer
benoemen
De bestemming kan
een andere naam
worden gegeven.
Invoer wissen De bestemming wordt
in het bestemmingenge-
heugen verwijderd.
Lijst wissen Alle bestemmingen
(ook de beveiligde)
worden uit de lijst
verwijderd.
6027
6028
6027
37
Navigatie
Het Navigatiemenu
Wanneer geen snelle selectie van een be-
stemming is gewenst of wanneer de ge-
wenste bestemming nog niet in het be-
stemmingengeheugen zit, heeft u de
mogelijkheid om met behulp van het na-
vigatiemenu een nieuwe bestemming
vast te leggen.
! Druk in de snelle toegang op de toets
Navigatiemenu in de bovenste beeld-
schermrand.
Het navigatiemenu verschijnt.
Opbouw van het navigatiemenu
Navigatie
Met behulp van de toets Bestemming in-
voeren worden de verschillende stappen
van het selecteren van een bestemming
tot het starten van de navigatie mogelijk
gemaakt. Pagina "Navigatiemenu: Navi-
gatie" op pagina 38.
Favorieten
Met behulp van de toets Favorieten kan
een route met meerdere tussenbestem-
mingen worden gepland. Pagina "Navi-
gatiemenu: Favorieten" op pagina 47.
Instellingen
Met behulp van de toets Instellingen
kunnen algemene instellingen voor de
navigatie worden ingevoerd of gewij-
zigd. Pagina "Navigatiemenu: Instellin-
gen" op pagina 50.
Status
Beslissend voor de kwaliteit van het na-
vigatieproces is de GPS-ontvangst. De
actuele status daarvan kan met
Status
worden nagegaan. Op dezelfde manier
kunt u met deze toets TMC-informatie
oproepen. Pagina "Navigatiemenu: Sta-
tus" op pagina 58..
Kaart laden
De Traffic Assist Pro werkt met het op
de SD-geheugenkaart opgeslagen kaart-
materiaal. Met Kaart laden wordt het ge-
laden kaartmateriaal getoond. Pagina
"Navigatiemenu: Kaart laden" op
pagina 58.
Nach Hause
Bij een al opgegeven huisadres wordt
met
Naar huis of door indrukken van de
harde toets onmiddellijk met de begelei-
ding begonnen. Pagina "Navigatiemenu:
Naar huis" op pagina 58..
6001
6002
38
Navigatie
Navigatiemenu: Navigatie
Vanuit Navigatiemenu wordt met be-
hulp van de toets Navigatie een keuze-
venster voor de bestemming geopend.
! Druk in het navigatiemenu op de but-
ton Bestemming invoeren.
Het keuzevenster bestemming ver-
schijnt.
Keuzevenster bestemming
Vanuit het keuzevenster bestemming
kan op verschillende manieren een be-
stemming worden aangegeven. De ver-
schillende stappen en mogelijkheden
worden hierna beschreven.
Bestemming: Land selecteren
Indrukken van
Land van bestemming le-
vert alle landen die op de SD-geheugen-
kaart voor navigatie beschikbaar zijn.
Na het kiezen van een land wordt dit au-
tomatisch in het menu van de routebere-
kening overgenomen. Als er al een land
van bestemming is opgegeven, is dat
vermeld in de eerste regel en dientenge-
volge geldig.
! Druk op de toets land van bestemming
om in de keuzelijst van landen te kun-
nen komen.
De keuzelijst verschijnt.
! Druk op de toets van het gewenste
land.
! Druk indien nodig op de pijltjestoet-
sen in de rechter beeld-
schermrand om door alle
bestemmingslanden te kunnen blade-
ren.
Bestemming: Adres selecteren en
starten
In het adresvenster kunt u het precieze
adres van bestemming invoeren.
! Druk op de toets Adres, om de bestem-
ming nauwkeuriger aan te geven.
6002
6003
6004
6004
6003
7006
6004
39
Navigatie
Het adresseervenster verschijnt.
In het adresseervenster kunnen onder-
staande gegevens worden ingevoerd:
•Stad
Postcode
Straat met huisnummer
Dwarsstraten als oriëntatiehulp
Tevens bestaat de mogelijkheid om:
de bestemming op de kaart te laten
weergeven
de opties voor het rijprofiel vast te
leggen
de bestemming in het
bestemmingengeheugen op te slaan
direct met de navigatie te beginnen.
De stad selecteren
De opgave van de stad van bestemming
kan plaatsvinden via de naam of via de
postcode. Hierbij wordt na het opgeven
van iedere letter, resp. ieder cijfer een
mogelijke stad resp.een mogelijke post-
code getoond. De Traffic Assist Pro ver-
biedt alle onmogelijke lettercombinaties
en postcodes en activeert alleen letters
resp. cijfers die behoren bij een bestaan-
de stad resp. postcode (Smart Speller ac-
tief).
! Druk op de stad c.q. de postcode.
! Voer achtereenvolgens de letters van
de stad van bestemming c.q. de cijfers
van de postcode in.
De OK-toets
Met OK kan de gekozen bestemming in
het menu voor de routeberekening wor-
den overgenomen. Indien na de opgave
van de eerste letter of het eerste cijfer de
gewenste bestemming boven in het dis-
play verschijnt, kunt u zonder gebruik
van de lijstfunctie onmiddellijk met OK
de bestemming overnemen.
! Druk op de OK-toets om uw bestem-
ming in het routeberekeningsmenu
over te nemen.
6005
6006
Opmerking:
Indien gewenst kunt u de smart speller
in de navigatie-instellingen uitschake-
len.
Ook moet in zuidelijke landen (bijv.
Italië) de naamsoort (bij via Gran Mun-
do) op de tweede positie worden inge-
voerd (bijv. Gran Mundo_via).
Opmerking:
Wanneer twee woorden zijn ingevoerd
moeten deze met behulp van het teken
"_" van elkaar worden gescheiden.
40
Navigatie
De stedenlijst gebruiken
Indien al enkele letters van de gewenste
stad zijn ingevoerd, kunt u met behulp
van de Lijst-functie alle steden met de in
aanmerking komende lettercombinaties
laten weergeven.
! Druk op de toets in de onderste
beeldschermrand om de stedenlijst te
openen.
! U kunt een stad selecteren door de
desbetreffende button in te drukken.
De straat selecteren
In het menugedeelte straat van
bestemming kunnen met behulp van een
letter- en cijferveld de staat en het
huisnummer gescheiden worden
ingevoerd. Ook hierbij wordt na het
invoeren van iedere letter een mogelijke
straat weergegeven.
Traffic Assist Pro sluit alle lettercombi-
naties die niet mogelijk zijn uit en acti-
veert alleen nog lettervelden, die tot een
bestaande straat leiden.
Er kan pas een huisnummer worden ge-
kozen wanneer de straat is geselecteerd,
c.q. wanneer ook huisnummers beschik-
baar zijn.
! Druk achtereenvolgens op de letters
van de straat van bestemming.
De OK-toets
Met OK kan de gekozen bestemming in
het menu voor de routeberekening wor-
den overgenomen. Indien na de opgave
van de eerste letter of het eerste cijfer de
gewenste bestemming boven in het dis-
play verschijnt, kunt u zonder gebruik
van de lijstfunctie onmiddellijk met OK
de bestemming overnemen.
! Druk op de OK-toets om uw bestem-
ming in het routeberekeningsmenu
over te nemen.
6047
41
Navigatie
De stratenlijst gebuiken
Indien al enkele letters van de gewenste
straat zijn ingevoerd, kunt u met behulp
van de Lijst-functie alle straten met de in
aanmerking komende lettercombinaties
laten weergeven.
! Druk op de toets in de onderste
beeldschermrand om de stratenlijst te
openen.
! U kunt de straat selecteren door de
desbetreffende button in te drukken.
De Dwarsstraat selecteren
Na het invoeren van de plaats en het
adres van bestemming kunt u bij de me-
nuoptie Dwarsstraat alle van de weg van
bestemming aflopende of kruisende we-
gen ter nadere oriëntatie laten weerge-
ven.
! Druk op Dwarsstraat, om alle dwars-
straten van uw straat van bestemming
te laten zien.
! Druk op een Dwarsstraat, om deze in
het routeberekeningsmenu te laten
overnemen.
Bestemming op de kaart laten weerge-
ven
Na het invoeren van de bestemming be-
staat de mogelijkheid om een omge-
vingskaart te laten weergeven.
! Druk op de toets In kaart, om de gese-
lecteerde bestemming op de kaart te
laten weergeven.
Opties voor het routeprofiel
In het instellingenvenster Opties kunt u
uw routeprofiel instellen. De hier inge-
voerde instelling heeft invloed op de be-
rekening van de vermoedelijke reistijd
en de lengte van het traject (kortste rou-
te/snelste route).
! Druk op het veld linksboven en kies
de manier waarop u zich verplaatst.
! Druk in het veld Aard van de route.
! Selecteer één van de onderstaande op-
ties:
6008
6034
6052
42
Navigatie
Druk achtereenvolgens op de velden:
•Snelwegen
Veerverbindingen
•Tolwegen
! Selecteer één van de onderstaande
opties:
Bestemming opslaan
Opslaan opent een venster voor het be-
noemen van de bestemming via het let-
termenu (het opgavemenu biedt de mo-
gelijkheid tussen hoofdletters en kleine
letters te wisselen). Na opgave via het
lettermenu kunt u een spraakopname
maken voor bestemmingskeuze via
spraak.
! Druk op Spraakopname, en volg de aan-
wijzingen op de display.
Als er een naam is opgegeven en met
OK
overgenomen, wordt deze bestemming
overgebracht naar de snelkoppeling,
daar beveiligd en met een sterretje ge-
merkt.
Instelling Betekenis
Snelle route Bij deze optie wordt de
qua tijd kortste route be-
rekend.
Dynamische
route
Bij deze optie wordt de
snelste route berekend,
rekening houdend met
de invloed van actuele
verkeersmeldingende
op de benodigde rijtijd.
Korte route Bij deze optie wordt de
qua afstand kortste route
berekend.
Instelling Betekenis
Toegestaan Bij deze optie wordt
tijdens het berekenen
van de route rekening
gehouden met het
desbetreffende
wegtype.
Vermijden Bij deze optie wordt het
desbetreffende wegtype
waar mogelijk
vermeden.
Verboden Bij deze optie wordt
tijdens het berekenen
van de route het
desbetreffende wegtype
vermeden.
0
0
0
6053
6053
43
Navigatie
! Als u geen spraakopname wilt maken,
drukt u op de toets .
Bestemmingskeuze via spraak
Met de sneltoets „Spraakkeuze“ (zie ook
pagina 13) kunt u met spraakkeuze op-
geslagen bestemmingen direct oproe-
pen.
! Drukt u daartoe op de toets „Spraak-
keuze“ van uw Traffic Assist Pro en
spreek na de toon een tevoren door u
ingesproken commando in.
Het apparaat begint de route te bereke-
nen en start de navigatie.
De navigatie starten
Met behulp van de button Starten kan
onmiddellijk met de navigatie worden
begonnen. Alle tot dusver ingevoerde
gegevens worden tijdens het berekenen
van de route verwerkt.
! Druk op de toets Starten, om met het
navigeren te beginnen.
De route wordt berekend. Aansluitend
verschijnt de kaartweergave en wordt
begonnen met de navigatie.
De navigatie beëindigen
U heeft drie mogelijkheden om de actu-
ele navigatie te beëindigen.
! Druk op kaartweergave.
! Druk op de toets Hoofdmenu.
! Druk op de toets , om het beëindi-
gen te bevestigen.
of
! Druk op kaartweergave.
! Druk op de toets Navigatie beëindigen.
! Druk op de toets , om het beëindi-
gen te bevestigen.
of
! Druk op de Back-toets .
! Druk op de toets , om het beëindi-
gen te bevestigen.
602
6058
602
602
602
44
Navigatie
Bestemming: Bijzondere bestemmin-
gen selecteren
Bijzondere bestemmingen, ook wel kort-
weg POI (
P
oint
o
f
I
nterest) genoemd,
zijn in de kaart opgenomen en kunnen
daar worden weergegeven. Tot de bijzon-
dere bestemmingen behoren vliegvelden
en veerhavens, restaurants, hotels,
tankstations, openbare instellingen en an-
dere. Bijzonder bestemmingen kunnen
als navigatiebestemming worden ge-
bruikt.
U heeft de keuze tussen:
een bestemming in de omgeving,
een bestemming in het hele land en
een bestemming in een plaats.
! D
ruk op de toets
Bijzondere bestem-
ming
, om de bijzondere bestemmingen
te laten weergeven.
Het keuzevenster zoekgebied verschijnt.
Nu heeft u de mogelijkheid om met
behulp van de buttons het zoekgebied te
selecteren.
Bijzondere bestemming: In de omge-
ving
! Raak In de omgeving aan.
In het bijzondere bestemmingenvenster
kunt u de onderstaande zoekcriteria in-
voeren.
! Voer in de bovenste button de straal in
kilometers aan, waarin u een bijzonde-
re bestemming zoekt.
! Kies uit het veld Alle categorieën een
hoofdcategorie (bijv. Autoverhuur).
Nu worden alleen de voor de actuele
omgeving beschikbare bijzondere be-
stemmingen weergegeven.
! Klik het daarnaast staande veld
aan en selecteer een subcategorie
(bijv. SIXT, HERTZ).
Informatie vindt u in het hoofdstuk
"In de lijsten bladeren" op pagina 28.
! Selecteer nu de gewenste bijzondere
bestemming, waar u heen wilt.
Opmerking:
Bijzondere bestemmingen uit de actuele
omgeving kunt u alleen dan selecteren,
wanneer de ontvangst voor de positiebe-
paling voldoende is.
6004
6011
6062
Opmerking:
Wanneer u het veld Subcategorie leeg
laat, worden alle bijzondere
bestemmingen van de hoofdcategorie in
de gekozen straal weergegeven.
Opmerking:
De categorie-velden hoeven niet te
worden ingevuld. Deze hebben slechts
ten doel om de lijst met bijzondere
bestemmingen te beperken. Deze lijst
kan, in het bijzonder in grote steden,
heel lang worden.
45
Navigatie
Bijzondere bestemming: In het hele
land
! Klik de button In het hele land aan.
! Selecteer in het veld Alle categorieën
het soort bijzondere bestemming
(bijv. vliegvelden).
! Klik de toets Bijzondere bestemming
aan om in het invoermenu te kunnen
komen.
! Selecteer via het invoermenu de ge-
wenste bijzondere bestemming.
In het hoofdstuk "Invoeren met behulp
van het invoermenu" op pagina 27 is de
informatie vermeld ten aanzien van het
werken met het invoermenu.
In het hoofdstuk "In de lijsten bladeren"
op pagina 28 is de informatie vermeld
ten aanzien van het bladeren in de
lijsten.
Bijzondere bestemming: In een plaats
! Klik de button In een plaats aan.
! Voer in het veld Plaats of postcode
(bovenste button) de plaats in, waar u
naar een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
! Kies uit het veld Alle categorieën een
hoofdcategorie (bijv. Cultuur). In de
aangegeven plaats worden nu de be-
schikbare bijzondere bestemmingen
weergegeven.
! Klik het daarnaast staande veld
aan en selecteer een subcategorie
(bijv. Museum).
! Klik de toets Bijzondere bestemming
aan om in het invoermenu te kunnen
komen.
! Selecteer via het invoermenu de
gewenste bijzondere bestemming.
In het hoofdstuk "Invoeren met behulp
van het invoermenu" op pagina 27 is de
informatie vermeld ten aanzien van het
werken met het invoermenu.
In het hoofdstuk "In de lijsten bladeren"
op pagina 28 is de informatie vermeld
ten aanzien van het bladeren in de
lijsten.
6055
6048
Opmerking:
Het Categorie-veld hoeft niet te
worden ingevuld. Deze heeft slechts ten
doel om de lijst met bijzondere
bestemmingen te beperken. Deze lijst
kan, afhankelijk van de kaart die u op
dat moment gebruikt, heel lang worden.
6054
Opmerking:
De Categorie-velden hoeven niet te
worden ingevuld. Deze hebben slechts
ten doel om de lijst met bijzondere
bestemmingen te beperken. Deze lijst
kan, in het bijzonder in grote steden,
heel lang worden.
46
Navigatie
Met behulp van de toetsen aan de
onderkant heeft u nadat u een bijzondere
bestemming heeft geselecteerd de
mogelijkheid:
bijzondere bestemmingen op de
kaart te laten weergeven
de opties voor het rijprofiel vast te
leggen
de bijzondere bestemming in het
bestemmingengeheugen op te slaan
direct met de navigatie naar de
bijzondere bestemming beginnen.
Bestemming: Vanaf de kaart kiezen
Indien een gewenste bestemming nog
niet of niet meer in het bestemmingenge-
heugen is te vinden, kunt u met behulp
van de button Bestemming uit kaart
rechtstreeks selecteren.
Daarbij wordt niet om adresdetails
gevraagd.
! Druk op de toets Bestemming uit kaart,
om rechtstreeks te kunnen selecteren.
De kaartweergave verschijnt.
! Druk lichtjes op het beeldschermop-
pervlak totdat een cirkel van puntjes
rond de gewenste bestemming wordt
getekend. De bestemming wordt gere-
gistreerd.
Vanuit het gegevensbestand wordt in-
formatie met betrekking tot het geselec-
teerde punt geladen en weergegeven.
Onder het informatieveld zitten buttons
waarmee meerdere functies, die voor het
geselecteerde routepunt beschikbaar
zijn, kunnen worden geopend.
De onderstaande functietoetsen zijn be-
schikbaar wanneer de navigatie niet ac-
tief is:
Opmerking:
Met behulp van de zoom-toetsen moet u
eventueel het gebied vergroten, om een
gewenste straat te kunnen vinden.
6004
6034
Toets Betekenis
Navigatie Start de navigatie
Toevoegen Voegt de bestemming
van de route toe
Opslaan Maakt de benaming van
uw bestemming met
behulp van het invoer-
menu mogelijk en slaat
deze op in het bestem-
mingengeheugen
In de omge-
ving zoeken
Invoervenster als bij een
normale POI-invoer
47
Navigatie
Wanneer de navigatie actief is, is boven-
dien de button Tussenbestemming
beschikbaar. Met behulp van deze
button kunt u de gekozen bestemming
uit de kaart van uw route als tussenbe-
stemming toevoegen.
! Druk op een toets, om de gewenste
actie uit te kunnen voeren.
Navigatiemenu: Favorieten
Routeplanning biedt de mogelijkheid
individuele routes samen te stellen en te
kiezen. Naast het kiezen en instellen van
diverse details kunt u ook tussenetappes
vastleggen.
! Druk in Navigatiemenu op toets Favo-
rieten om in het routemenu terecht te
kunnen komen.
In het routemenu ziet u rechtsboven het
wegenkaartsymbool. Linksboven is de
naam van de laatst gebruikte route weer-
gegeven, daaronder de afzonderlijke
etappes van deze route.
Routelijst
Met de routelijst kan uit tevoren opge-
slagen routes worden gekozen.
! Druk op het keuzevlak met de naam
van de actuele route.
De routelijst wordt geopend.
6012
6002
6013
Opmerking:
Als geen route wordt getoond, b.v. na
het terugstellen, druk de knoop Route.
6013
48
Navigatie
Door de routelijst bladeren
! Druk op de pijltoetsen rechts om door
de routelijst te bladeren.
Routedetails tonen
! Druk op de toetsom de details van
de route te laten zien.
Routedetails wordt geopend. In dit ven-
ster kunt u de route ook een andere naam
geven of deze wissen.
Druk op de BACK-toets om terug te
gaan naar de routelijst.
Route kiezen
! Door op het desbetreffende keuzevlak
te drukken kiest u een route.
De route wordt geladen en in het Route-
planning getoond.
Een route toepassen
De volgende toetsen staan tot uw be-
schikking:
De toets Nieuw
Met
Nieuwe route kunt u een nieuwe route
samenstellen.
! Druk op Nieuwe Route.
Er verschijnt een leeg routevenster. On-
derin dit lege venster bevindt zich Toe-
voeg.
! Druk op Toevoeg.
Het venster voor de adresopgave opent
zich.
! Geef nu een routebestemming op (zie
“Navigatiemenu: Navigatie” op
pagina 38).
! Herhaal voor iedere etappebestem-
ming deze opgave vanuit het routen-
planningvenster met Toevoeg.
! Met de toetsen kunnen de
afzonderlijke opgaven worden ver-
schoven.
! Als alle opgaven in het routeplanning-
venster gereed zijn, sluit u de bestem-
mingsopgaven af met
OK.
6
0
2
6098
Toets Betekenis
Nieuw Opent het "Adresseer-
venster" voor het invoe-
ren van een nieuw
bestemmingsadres
Bewerken Activeert afzonderlijke
routepunten voor be-
werking
Berekenen Berekent het trajectver-
schil en de trajecttijd
van de actuele invoeren
Starten Start de navigatie
6097
6083
49
Navigatie
Het opgavemenu verschijnt.
! Geef de route een veelzeggende naam.
! Druk op OK.
De routeplanning wordt afgesloten.
Het routemenu met de nieuwe route ver-
schijnt.
De toets Bewerken
In het menu Bewerken kunnen bestaande
routes worden gewijzigd.
! Druk op de toets Bewerken, om be-
staande routes te wijzigen.
Het routeplanningsvenster verschijnt.
De onderstaande functies zijn beschik-
baar:
De toets Berekenen
Een geplande route kan ook zonder
GPS-ontvangst worden berekend, zodat
u een overzicht kunt krijgen van het
traject.
Daarbij wordt het eerste aangegeven
routepunt als startpunt van de route aan-
genomen.
! Druk op de button om het totale traject
alsmede de vermoedelijke reisduur
van de route te laten bereken.
Route-opties wordt geopend.
! Leg de gewenste instellingen vast (zie
“Opties voor het routeprofiel” op
pagina 41).
! Druk op Berekenen.
De route wordt berekend. Een venster
informeert u over de voortgang van de
berekening.
6013
6013
Toets Betekenis
Toevoeg Met behulp van dit veld
kan een nieuw routepunt
worden toegevoegd.
Wissen Met behulp van dit veld
kan een gemarkeerd
routepunt worden ge-
wist.
OK Met behulp van dit veld
kan de bewerkte route
opgeslagen en in de
snelle toegang overge-
nomen worden.
Pijltjestoet-
sen omhoog/
omlaag.
Met behulp van deze
toetsen kan binnen de
lijsten omhoog en om-
laag worden gebladerd.
Opmerking:
Bij de navigatie is de actuele
standplaats het startpunt. De eerste
etappe is dan het traject naar het eerste
aangegeven routepunt.
6022
50
Navigatie
Als de berekening gereed is, toont Rou-
teplanning naast de naam van de route
het totale traject vanaf het eerste tot en
met het laatste routepunt en tevens de
vermoedelijke ritduur.
De toets Starten
! Druk op de toets Starten in het route-
planningsmenu.
De routeopties worden nogmaals weer-
gegeven.
! Druk opnieuw op de toets Starten, om
met het navigeren te beginnen.
Navigatiemenu: Instellingen
In het menu Instellingen staan de voor de
navigatiefuncties relevante instellingen.
! Druk op de toets Instellingen in Navi-
gatiemenu.
U komt terecht in het instellingenmenu.
Opbouw
In het instellingenmenu heeft u de
beschikking over diverse buttons:
De functies van de verschillende toetsen
worden hier achtereenvolgens uitgelegd.
De toets Route-info
In het instellingenvenster Route-info
kunt u de instellingen kiezen:
Opmerking:
Als geen gps-Signaal wordt ontvangen,
begint de navigatie zodra een signaal
beschikbaar is.
6078
Opmerking:
Alle instellingen moeten door middel
van het indrukken van de toets OK wor-
den bevestigd. Met behulp van de
BACK-toets kunt u op ieder willekeu-
rig moment de actuele instelling verla-
ten zonder iets te hebben gewijzigd.
6002
6014
6014
6018
51
Navigatie
De onderstaande instellingen zijn moge-
lijk.
! Druk bij de optiebuttons op of ,
om de eisen te activeren of uit te scha-
kelen.
! Bevestig uw keuze door middel van
het indrukken van de toets OK.
De toets Verkeersborden
Met Verkeersborden kunt u instellen of u
tijdens de navigatie informatie over de
bewegwijzering wilt ontvangen of niet.
De toets Routeopties
In Routeopties kunt u uw rijprofiel in-
stellen. De hier gemaakte instelling
heeft invloed op de berekening van de
vermoedelijke rittijden.
! Druk op het veld Profiel n kies de ma-
nier van voortbewegen uit.
Instelling Betekenis
Straatnamen
tonen
Weergaven van de
actuele/volgende straat
Info
bestemming
Weergave van ETA, de
nog te rijden afstand,
duur tot de aankomst op
de hoofdbestemming.
Info etappe Weergave van ETA, de
nog te rijden afstand,
duur tot de aankomst op
de tussenbestemming.
5059 5060
Instelling Betekenis
Verkeerstekens worden
weergegeven.
Verkeerstekens worden
niet weergegeven.
Opmerking:
Deze informatie kan alleen dan worden
weergegeven, wanneer deze in het kaar-
tenmateriaal is opgenomen.
6063
52
Navigatie
! Druk in het veld Aard van de route en
selecteer één van de onderstaande op-
ties:
! Kies met Autowegen, Autoveren en
Tolwegen steeds een van de volgende
opties:
! Bevestig uw keuze door middel van
het indrukken van de toets OK.
De toets Volume
Met behulp van het instellingenvenster
Volume kunt u het volume van de
spraakmeldingen algemeen voor iedere
start van de Traffic Assists invoeren. Af-
hankelijk van de situatie kan deze kaart-
weergave worden aangepast.
! Druk op Geluidssterkte en kies een
waarde.
! Bevestig uw instellingen door middel
van het indrukken van de toets OK.
Instelling Betekenis
Snelle route Bij deze optie wordt de
qua tijd kortste route
berekend.
Dynamischr
route
Bij deze optie wordt de
snelste route berekend,
rekening houdend met
de invloed van actuele
verkeersmeldingende
op de benodigde rijtijd.
Korte route Bij deze optie wordt de
qua afstand kortste route
berekend.
Instelling Betekenis
Toegestaan Bij deze optie wordt tij-
dens het berekenen van
de route rekening ge-
houden met het desbe-
treffende wegtype.
Vermijden Bij deze optie wordt het
desbetreffende wegtype
waar mogelijk verme-
den.
Verboden Bij deze optie wordt tij-
dens het berekenen van
de route het desbetref-
fende wegtype verme-
den.
0
0
0
6039
53
Navigatie
De toets Kaartinfo
In het instellingenvenster Kaartinfo kunt
u de onderstaande instellingen invoeren.
De toets Automodus
In het instellingenvenster Automodus
kunt u de onderstaande instellingen in-
voeren:
6015
Instelling Betekenis
Bijzondere
bestemmin-
gen
Wanneer u de invoer in-
schakelt, worden in de
kaart in een extra balk in
de onderste rand de
schaal, het kompas en
uw actuele snelheid
weergegeven.
Straatnamen Wanneer u de invoer in-
schakelt, worden in de
kaart alle straatnamen
weergegeven
Infovak Als u deze optie inscha-
kelt, toont de kaart de
kompasrichting, de rij-
snelheid en de hoogte
boven de zeespiegel.
Instelling Betekenis
Starten met Kies of de kaart stan-
daard in 3D-aanzicht of
in 2D-aanzicht moet
worden weergegeven.
6095
54
Navigatie
! Bevestig uw keuze door middel van
het indrukken van de toets OK.
De toetsTijdzone
In Tijdzone kunt u de voor uw woon-
plaats geldende tijdzone instellen. Deze
instelling is van belang voor de juiste be-
rekening van vermoedelijke aankomst-
tijden en voor trajecten met tijdsafhan-
kelijke verkeersregeling.
3D-autozoom Kies of u tijdens de na-
vigatie met 3D-aanzicht
standaard gebruik wilt
maken van de mogelijk-
heid Autozoom of
Geen autozoom.
Bij autozoom wordt de
zoomgrootte afhanke-
lijk van uw snelheid ge-
wijzigd: Wanneer u
langzaam rijdt wordt de
schaal kleiner.Wanneer
u sneller rijdt wordt de
schaal groter.
2D-autozoom Kies of u tijdens een na-
vigatie met 2D-beeld als
standaardinstelling
geen autozoom, laag,
normaal of hoog wenst.
Bij autozoom wordt de
zoomwaarde aangepast
aan de rijnelheid: Als u
langzaam rijdt, wordt de
zoomwaarde kleiner.
Als u sneller rijdt, wordt
de zoomwaarde groter.
2D-aanzicht Kies of de kaart tijdens
de navigatie met 2D-
aanzicht standaard naar
het Noorden of In
rijrichting georiënteerd
moet zijn.
Instelling Betekenis
Tijdzone Leg de voor uw stand-
plaats geldende tijdzone
vast.
Zomertijd Leg vast of voor de ac-
tuele tijdzone de zomer-
tijd geldt.
6096
55
Navigatie
De toets Favorieten
In het instellingenvenster Favorieten
kunt u instellen of na het bereiken van
een etappebestemming de berekening
naar de volgende etappebestemming wel
of niet uitgevoerd moet worden.
• Wanneer de automatische bereke-
ning is ingeschakeld, wordt na het
bereiken van een etappebestemming
automatisch de route naar de vol-
gende etappebestemming berekend.
Wanneer u de automatische bereke-
ning heeft uitgeschakeld, kunt u
naar de volgende etappebestem-
ming navigeren, door kort op een
willekeurige plaats op de kaart te
drukken en de optie Volgende
bestemming te selecteren.
De toets Formaat
In het instellingenvenster Formaat kunt
u instellen, welke eenheden voor tijd en
afstanden moeten worden gebruikt.
! Bevestig uw instellingen door middel
van het indrukken van de toets OK.
De toets Snelheid
In Snelheid kunt u instellen of tijdens de
navigatie snelheidsbeperkingen worden
getoond en of u bij snelheidsoverschrij-
dingen met een gesproken boodschap
wilt worden gewaarschuwd.
De onderstaande instellingen zijn
mogelijk.
6050
Instelling Betekenis
Uur Kies tussen een klok
met 12-uurs- of 24-uurs-
aanwijzing.
Afstand Kies tussen aanwijzing
in mijlen of kilometers.
Instelling Betekenis
Borden tonen Met behulp van de but-
ton Borden tonen kunt u
bij overschrijdingen van
de max. snelheid borden
laten weergeven.
6017
56
Navigatie
! Druk op een button en selecteer de ge-
wenste instelling.
! Bevestig uw keuze door middel van
het indrukken van de toets OK.
De toetsThuisadres
Doordat u uw Thuisadres heeft
ingevoerd kunt u vanuit iedere plaats
rechtstreeks naar huis navigeren.
! Druk op de button Thuisadres.
Het venster Thuisadres verschijnt.
! Als er geen thuisadres is vastgelegd,
drukt u op de knop Instellen.
! Druk op de knop Wijzigen om het be-
staande thuisadres te wijzigen.
Het keuzevenster Bestemming wordt
geopend.
Alarm bin-
nen de be-
bouwde kom
Op de button Alarm bin-
nen de bebouwde kom
staat de hoogte van de
overschrijding van de
max. snelheid, vanaf
waar u binnen de be-
bouwde kom akoestisch
wilt worden gewaar-
schuwd.
Alarm buiten
de bebouwde
kom
Op de button Alarm bui-
ten de bebouwde kom
staat de hoogte van de
overschrijding van de
max. snelheid, vanaf
waar u buiten de be-
bouwde kom akoestisch
wilt worden gewaar-
schuwd.
Alarm Kies of u ook bij snel-
heidsbeperkingen die
alleen bij regen,
sneeuwval of op bepaal-
de tijdstippen gelden,
met een gesproken
boodschap wilt worden
gewaarschuwd.
Opmerking:
Deze informatie kan alleen dan worden
weergegeven, wanneer deze in het
kaartenmateriaal is opgenomen.
!Let op!
De informatie in het kaartenmateriaal
kan op grond van recente wijzigingen
(bijv. bij wegwerkzaamheden) onjuist
zijn!
De verkeerssituatie en de borden ter
plaatse hebben voorrang boven de in-
formatie van het navigatiesysteem.
6021
6037
57
Navigatie
! Geef uw huisadres op (zie “Keuzeven-
ster bestemming” op pagina 38).
! Druk op de button Instellen.
Het adres wordt overgenomen en
verschijnt in het venster keuze van de
thuisadres.
! Bevestig het thuisadres met behulp
van de toets OK.
Het thuisadres is beschikbaar.
Pagina "Navigatiemenu: Naar huis" op
pagina 58.
De toets TMC
In TMC kunt u de volgende instellingen
uitvoeren:
De toets Smart Speller
De Smart Speller maakt het mogelijk
steden, wegen of andere bestemmingen
sneller op te geven door middel van een
handige uitsluitmethode.
In Smart Speller kunt u de Smart Spel-
ler met de toetsen en in- of uit-
schakelen.
! Bevestig deze opgave door het indruk-
ken van toets .
Instelling Betekenis
Zender auto-
matisch
Door de toetsen of kunt
u kiezen of automatisch
de zender met de beste
ontvangst moet worden
gezocht.
Door drukken op de
pijltoetsen wordt de au-
tomatische zenderzoek-
functie geactiveerd. De
TMC-zender die nu
wordt ontvangen, wordt
in het veld daarnaast ge-
toond.
Omleiding Met dit keuzevlak kunt
u kiezen of een route-
verandering automa-
tisch of met de hand
plaatsvindt (Pagina "Re-
kening houden met be-
richten voor de routebe-
rekening" op
pagina 61.).
6059 6060
58
Navigatie
De toets Fabrieksinstelling
In het instellingenvenster Fabrieksin-
stelling kunt u alle uitgevoerde instellin-
gen terugzetten naar de fabrieksinstel-
lingen (resetten).
! Druk op de knop Fabrieksinstellingen.
! Om de Traffic Assist Pro naar de fa-
brieksinstellingen te resetten, moet u
de toets indrukken.
Navigatiemenu: Status
In het menu Status wordt ter informatie
het aantal ontvangen satellieten, de actu-
ele positie en de actuele snelheid weer-
gegeven.
! Om in Status de lijst met TMC-meldin-
gen te bekijken (zie ook pagina 60),
drukt u op toets .
! Om uw actuele positie op te slaan
drukt u op Locatie opslaan.
Het opslaan van de positie gaat op de-
zelfde manier als "Bestemming opslaan"
op pagina 42.
Navigatiemenu: Kaart laden
In het menu Kaart laden wordt de actu-
eel geladen kaart weergegeven.
Navigatiemenu: Naar huis
Wanneer het thuisadres is opgeslagen,
wordt onmiddellijk met de routebereke-
ning naar dit adres gestart. Nadat het be-
rekenen is beëindigd, verschijnt de
kaartweergave met actieve navigatie.
6001
6065
6002
6086
6066
Opmerking:
U kunt deze eigenschap met sneltoets
Naar huis activeren, siehe Seite 13.
6002
6023
59
Navigatie
Indien geen adres is opgeslagen, ver-
schijnt de bijbehorende melding.
! Wanneer u het thuisadres wilt invoe-
ren, moet u Ja selecteren .
! Wanneer u de functie Naar huis wilt
annuleren, moet u Nee selecteren .
Wat is dynamische navigatie?
Met dynamische navigatie wordt de rou-
te berekend, rekening houdend met actu-
ele verkeersberichten.
De verkeersberichten worden via het
TM-kanaal (Traffic Message Channel)
van radiozenders tegelijk met het radio-
programma uitgezonden en door het na-
vigatiesysteem ontvangen en verwerkt.
De ontvangst van deze verkeersberich-
ten is kosteloos.
Als de dynamische navigatie is geacti-
veerd, wordt voortdurend gecontroleerd
of er relevante berichten voor de inge-
stelde route zijn (verkeersbelemmerin-
gen worden echter ook bij niet-actieve
navigatie op de wegenkaart aangege-
ven).
Wordt daarbij geconstateerd dat een ver-
keersbericht voor de navigatie van be-
lang is, dan wordt door het apparaat au-
tomatisch een nieuwe route naar de
bestemming berekend (zie “De toets
TMC” op pagina 57).
6002
6049
6
065
Opmerking:
Dynamische navigatie is niet in alle lan-
den mogelijk (op het ogenblik alleen in
België, Duitsland, Denemarken, Frank-
rijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Zwe-
den, Zwitserland en Spanje).
Om dynamische navigatie en de hierna
beschreven functies toe te kunnen pas-
sen moet TMC-ontvangst mogelijk
zijn. TMC-ontvangst is alleen mogelijk
bij gebruik van een apparaathouder met
TMC-ontvanger.
Opmerking:
Omdat de verkeersinformatie door ra-
diozenders wordt uitgezonden, kunnen
wij de volledigheid en juistheid van
deze berichten niet garanderen.
Oostenrijk: De lokatie- en eventcode
wordt door de ASFINAG en de BMVIT
ter beschikking gesteld.
6071
60
Navigatie
Weergave van TMC-berichten
op de wegenkaart
Actuele TMC-berichten worden op de
kaart grafisch weergegeven. Zo worden
weggedeelten waarop zich een verkeers-
belemmering bevindt, groen gemerkt.
Verder geeft een zwarte pijl de rijrich-
ting aan.
De kleurmarkering wordt aangevuld met
een gevaarteken bij het desbetreffende
weggedeelte.
TMC gebruiken
Als u de TMC-antenne heeft aangeslo-
ten, ontvangt uw Traffic Assist Pro actu-
ele verkeersberichten, waardoor het mo-
gelijk wordt een dynamische route
(filevermijding) te berekenen. U kunt
ook verkeersberichten direct bekijken.
Voorinstelling van TMC zie “De toets
TMC” op pagina 57
! Druk in de wegenkaartweergave op de
kaart.
! Druk op TMC.
Alle actuele verkeersberichten worden
getoond.
Met de pijltoetsen links en rechts van het
berichtnummer kunt u door de verkeers-
berichten bladeren.
Bij ieder verkeersbericht wordt het weg-
nummer (snelweg, autoweg of lokale
weg), eventueel het weggedeelte met de
rijrichting alsmede de aard van de be-
lemmering aangegeven.
Berichtenlijst actualiseren
! Om de verkeersberichten te actualise-
ren drukt u op toets .
6071
6068
6069
6
070
61
Navigatie
Zender kiezen
U beschikt over drie mogelijkheden om
TMC-zenders te kiezen: automatisch,
via de naam van de zender of via de fre-
quentie. Voor het omschakelen drukt u
op de toets rechtsboven in het scherm.
De standaardkeuze is Automatische zen-
derkeuze.
Rekening houden met berich-
ten voor de routeberekening
Uw Traffic Assist Pro kan bij het bere-
kenen van een route rekening houden
met verkeersmeldingen. Of dat automa-
tisch of handmatig gaat, kunt u met "De
toets TMC" op pagina 57 instellen.
Automatisch een nieuwe route bere-
kenen
Als een verkeersbericht uw route betreft,
wordt een nieuwe route berekend met de
snelste omleiding.
Handmatig een nieuwe route bereke-
nen
Als een verkeersbericht uw route betreft,
verschijnt er een venster met gedetail-
leerde informatie over de melding.
Als u een omleiding van de verkeersbe-
lemmering wilt berekenen, drukt u op
Ontwijken, zo niet, dan op Negeren
.
Instelling Betekenis
Automatische
zenderkeuze
Het automatisch zoeken
van zenders is actief.
Kies een zender met de
pijltoetsen.
houden De met Automatische
zenderkeuze of Frequen-
tie invoeren ingestelde
zender wordt gehand-
haafd zolang u zich in
het bereik van de zender
bevindt.
Frequentie in-
voeren
Als u de frequentie van
de zender weet, kunt u
die in de frequentiemo-
dus via de pijltoetsen in-
stellen.
6072
6073
6074
62
Navigatie
Status veranderen
U kunt te allen tijde achteraf wijzigen of
er met een melding rekening wordt ge-
houden of niet.
! Druk in de wegenkaart op het TMC-
symbool om de lijst met TMC-
meldingen te openen.
! Druk op het desbetreffende verkeers-
bericht.
! Druk op de toets onderaan om te wis-
selen tussen Ontwijken en Negeren.
De kaartweergave
De kaartweergave wordt vanuit ver-
schillende toepassingen in de miniatuur-
weergave van de kaart geopend.
! Druk op de toets met het kaartsym-
bool.
Daarop verschijnt de kaartweergave.
Opbouw van de kaartweergave
De opbouw is afhankelijk van de actuele
gebruiksmodus van de Traffic Assists.
Kaartweergave zonder navigatie
Wanneer de navigatie niet actief is, wordt
vrijwel het gehele oppervlak van het tou-
chscreen door de kaart opgevuld. Hier-
naast verschijnt in de hoek rechtsonder
altijd een symbool voor het wisselen naar
de instellingenmodus met toolbar
.
6
075
6076
6077
6001
6028
63
Navigatie
Kaartweergave navigatie
Wanneer de navigatie actief is, wordt op
de kaart uw actuele standplaats met
behulp van het positiesymbool
gevisualiseerd.
Afhankelijk van de instelling in de
optiemodus blijft het positiesymbool
staan en de kaart beweegt of omgekeerd.
De infobox op de linker beeldscherm-
rand geeft een kompasroos, die naar het
noorden wijst, uw snelheid en de hoogte
ten opzichte van het zeeniveau in meters
weer.
Verder wordt in de hoek linksonder de
vooraankondiging met bijbehorende in-
formatie getoond.
Daarbij wordt de richtingsverandering
met behulp van een pijltje, met daaron-
der de resterende afstand, weergegeven.
Wanneer kort na elkaar meerdere rich-
tingsveranderingen moeten worden
doorgevoerd, verschijnt boven de eerste
een kleiner pijltje voor de tweede rich-
tingsverandering.
Als ondersteuning worden aanvullende
informatieregels in de onderste rand ge-
toond.
Er zijn, afhankelijk van de gekozen in-
stelling in het menu Instellingen, in to-
taal drie informatieregels met verschil-
lende gegevens mogelijk.
Kaartweergave met toolbar
Door het indrukken van de onderstaande
toets kan de toolbar geactiveerd en door
nogmaals indrukken uitgeschakeld wor-
den.
Naast de kaartweergave worden extra
functietoetsen getoond.
6029
6030
6032
6033
6
031
6034
64
Navigatie
De onderstaande functietoetsen zijn
beschikbaar:
Bediening van de kaartweerga-
ve
Laatste aanwijzing herhalen
Tijdens de navigatie ontvangt u belang-
rijke informatie, b. v. de volgende af-
slag. De laatste aankondiging kan met
geactualiseerde gegevens worden her-
haald.
! Druk tijdens actieve navigatie op het
veld met de vooraankondiging.
De laatste aankondiging wordt herhaald
met geactualiseerde gegevens. Boven-
dien wordt het geluidsvolume getoond.
Volume van aanwijzingen wijzigen
Het volume van de aanwijzingen kan
worden gewijzigd.
! Druk tijdens actieve navigatie op het
veld met de vooraankondiging.
Het geluidsvolume wordt getoond. Bo-
vendien wordt de laatste aankondiging
herhaald
Balken visualiseren het actuele geluids-
volume vergeleken met totale geluids-
volume. Het linker balkendiagram toont
het geluidsvolume van de muziekweer-
gave, het rechter dat van de navigatie-
aankondigingen.
Symbool Betekenis
Pagina "Route weergeven
(toolbar)" op pagina 65.
Pagina "Positie en weerga-
vemodus (toolbar)" op
pagina 65.
Pagina "TMC-meldingen to-
nen (Toolbar)" op pagina 66.
Pagina "Weergave wijzigen
(toolbar)" op pagina 66.
Pagina "Naar het noorden
richten (toolbar)" op
pagina 67.
Pagina "Kaart verschuiven
(toolbar)" op pagina 67.
Pagina "Muziekweergave
selecteren" op pagina 70.
6041
6
07
5
604
6
6032
6032
6087
65
Navigatie
Met de toetsen resp. kan het
respectievelijke geluidsvolume worden
verhoogd of verlaagd.
Als er geen toets wordt ingedrukt, ver-
dwijnt het instelvenster na acht secon-
den.
Informatieregels
Tijdens de navigatie kunnen maximaal
drie informatieregels met de onderstaan-
de inhoud getoond en uitgeschakeld
worden:
Actuele straat c.q volgende straat
Vermoedelijke aankomsttijd,
reisduur tot aan de bestemming,
resterende afstand tot de
bestemming (deze regel wordt met
behulp van een vlaggetje
gevisualiseerd).
Vermoedelijke aankomsttijd op tus-
senbestemming, reisduur en reste-
rende afstand tot de
tussenbestemming (deze regel
wordt met behulp van een vlaggetje
en extra markeringsnaald gevisuali-
seerd).
! Maak uw keuze in het instellingenme-
nu, in de button route-info, pagina 56.
Kaart in-/uitzoomen (toolbar)
Met behulp van de zoom-toetsen in de
beide bovenste hoeken kan trapsgewijs
op de kaart worden in-/uitgezoomd.
! Druk op inzoomen : om "op de
kaart in te zoomen" waarmee weerge-
geven details dichterbij komen.
! Druk op uitzoomen : om "op de
kaart uit te zoomen" en daarmee min-
der details maar een beter overzicht te
krijgen.
Route weergeven (toolbar)
Met deze toets wordt automatisch de
schaal van de wegenkaart zo ingesteld
dat de gehele route wordt weergegeven.
Deze functie is alleen dan actief als er
voor de navigatie een route is gekozen.
! Druk op de routetoets.
Er wordt op de kaart ingezoomd en de
afzonderlijke routedoelen worden weer-
gegeven.
Positie en weergavemodus (toolbar)
Met behulp van de positietoets zijn bij
een actieve navigatie verschillende
functies mogelijk.
Bij een actieve toets, wordt de kaart
automatisch zodanig weergegeven,
dat het positiesymbool ongeveer in
het midden van de kaart zit. De kaart
wordt dan voortdurend verschoven.
Deze functie wordt automatisch geko-
zen, wanneer de navigatie is gestart.
Selecteer deze functie altijd, wanneer
u bijv. na een verschoven kaartweer-
gave uw actuele positie opnieuw wilt
vinden.
!Let op!
Stellen Sie die Lautstärke so ein, dass
Sie alle Umweltgeräusche noch gut hö-
ren können.
6089 6090
6033
60
84
60
85
6
08
4
6085
60
40
66
Navigatie
Wanneer de toets uitgeschakeld is
blijft daarentegen de kaart stilstaan
en het positiesymbool beweegt tot
aan de rand van het touchscreen.
Vanaf daar wordt het symbool niet
meer weergegeven.
Deze functie wordt automatisch gese-
lecteerd, wanneer u de kaart handma-
tig heeft verschoven, aangezien de
kaartweergave anders voortdurend
naar de actuele positie zou terugsprin-
gen.
Selecteer deze functie altijd, wanneer
u ten aanzien van een punt op de kaart
het informatievenster wilt openen.
! Druk bij geactiveerde navigatie op de
positietoets.
De toets wordt als ingedrukt gevisuali-
seerd. Door het nogmaals indrukken
wordt weer teruggeschakeld.
TMC-meldingen tonen (Toolbar)
Met deze toets worden alle TMC-ver-
keersberichten getoond die door de op
dat moment ingestelde zender zijn ont-
vangen.
Zo krijgt u een overzicht van de actuele
verkeerssituatie, zodat u eventueel een
omleidingsroute kunt laten berekenen of
een vroeger berekende omleiding kunt
wissen (zie “Rekening houden met be-
richten voor de routeberekening” op
pagina 61).
! Druk op de toets TMC-meldingen.
Een lijst met TMC-meldingen opent
zich.
! Druk op de pijltoetsen rechts
om door de lijst te bladeren.
Weergave wijzigen (toolbar)
De wegenkaart kan in 2D-afbeelding
(landkaart) of 3D-afbeelding (ruimte-
lijk) worden weergegeven.
Met behulp van de 3D-toets wordt de
weergave veranderd.
! Druk op de 3D-toets.
De weergave wordt veranderd. Door het
nogmaals indrukken wordt het voor-
gaande design weer opgeroepen.
6
041
6076
0
75
7006
6029
6079
6043
67
Navigatie
Naar het noorden richten (toolbar)
Met behulp van de kompastoets kunt u
de kaart op het touchscreen op het noor-
den richten.
! Druk op de kompastoets .
De kaart wordt op het touchscreen naar
het noorden gericht.
Kaart verschuiven (toolbar)
In de verschuifmodus kan de kaart in
willekeurige richtingen worden verscho-
ven. Daarvoor moet een vrij te kiezen
punt in de kaart "beetgepakt" en ver-
schoven worden. De verschuifmodus
wordt met behulp van onderstaande
toets in- en uitgeschakeld.
! Schakel door het indrukken van de
toets met het handsymbool de ver-
schuifmodus in.
! Druk op het gewenste punt in de kaart
en verschuif deze dan direct in de ge-
wenste richting.
Daarop wordt de kaart dienovereenkom-
stig mee verschoven.
Optiemenu openen
In het optiemenu worden nuttige func-
ties aangeboden.
! Druk kort op de kaart.
Het optiemenu verschijnt. Met behulp
van de Back-toets of het indrukken van
het kaartsymbool wordt het optiemenu
weer gesloten.
60
44
6045
Opmerking:
Wanneer na het aanraken van de kaart
te lang wordt gewacht, verschijnt het
optiemenu.
6080
6081
68
Navigatie
U heeft de keus uit de onderstaande mo-
gelijkheden.
Keuze Betekenis
Hoofdmenu Beëindigt de navigatie
en maakt de toepas-
sing van andere func-
ties als de MP3-Player
mogelijk.
Navi-menu Beëindigt de navigatie
en springt naar de
snelle toegang.
Kaartsymbool Springt naar de kaart-
weergave
Navigatie
stoppen
Beëindigt de navigatie
(alleen bij actieve na-
vigatie). De snelle toe-
gang verschijnt.
Routeopties Maakt het mogelijk
om de route-opties te
wijzigen (alleen bij
actieve navigatie).
Pagina "Opties
voor het routepro-
fiel" op pagina 41.
Blokkade
Op de door de Traffic
Assist Pro geplande
routes kunnen onvoor-
ziene wegafsluitingen
aanwezig zijn.
Met behulp van deze
functie wordt de leng-
te van de wegafslui-
ting aan het systeem
meegedeeld. Reeds
vaststaande wegafslui-
tingen kunnen worden
geselecteerd. Na het
invoeren wordt een
nieuwe routebereke-
ning uitgevoerd met
dienovereenkomstig
gewijzigde route (al-
leen bij actieve navi-
gatie).
Tussenbestem-
ming
Maakt de invoer van
een tussenbestemming
mogelijk (alleen bij
actieve navigatie).
Pagina "Naviga-
tiemenu: Naviga-
tie" op pagina 38.
Volgende
bestemming
Wanneer meerdere be-
stemmingen zijn inge-
voerd, wordt de vol-
gende bestemming
weergegeven (alleen
bij actieve navigatie).
Mute Afhankelijk van de ac-
tieve instelling wordt
de akoestische aanwij-
zing van de richtings-
verandering in- of
uitgeschakeld.
TMC Pagina "TMC gebrui-
ken" op pagina 60.
Instellingen Pagina "Navigatieme-
nu: Instellingen" op
pagina 50.
Status Pagina "Navigatieme-
nu: Status" op
pagina 58.
69
Navigatie
Positie-informatie (toolbar)
Indien u voor een willekeurig punt op de
kaartweergave informatie wenst, kan het
informatievenster worden geopend.
Dit geeft (indien informatie is opgesla-
gen) het adres van het punt aan en biedt
verschillende functies voor verdere han-
delingen.
! Om de navigatie en daarmee de kaart-
weergave kort te onderbreken, moet u
op de onderstaande toets van de tool-
bar drukken.
De kaart blijft stilstaan. Indien een ge-
wenste bestemming niet in de kaart-
weergave is opgenomen, kan deze nu
met de toets van de toolbar in- of uitge-
zoomd of verschoven worden.
! Druk aanhoudend in de kaart op de ge-
wenste bestemming, tot het venster
voor de bewerking van de bestemming
verschijnt.
! Voer de gewenste instellingen uit.
Mp3-bestanden tijdens een actieve
navigatie afspelen
Tijdens een actieve navigatie kunt u uw
eerder geïnstalleerde mp3-bestanden af-
spelen.
! Druk op de -toets.
De mp3-speler wordt geactiveerd.
U kunt nu uw muziekbestanden afspelen
(zie “Afspelen” op pagina 60).
60
41
6012
6046
70
Muziekmodus
Muziekmodus
Muziekweergave selecteren
De muziekweergave wordt vanuit het
hoofdmenu geopend.
! Druk hiervoor in het hoofdmenu op de
toets Muziek.
Openen zonder actieve navigatie
De MP3-Player wordt geopend en het
hoofdscherm van de MP3-speler ver-
schijnt.
Als de weergave van een muziek-
stuk is beëindigd, wordt de titel
daarvan getoond.
Als deze niet meer beschikbaar is,
wordt de eerste muziektitel op de
SD-geheugenkaart getoond.
Als de SD-geheugenkaart geen mu-
ziektitels bevat, verschijnt de mel-
ding Geen muziek beschikbaar.
De MP3-speler
Met de MP3-speler kunnen de op een
SD-geheugenkaart of op een USB me-
mory stick opgeslagen MP3-stukken
worden opgeroepen en afgespeeld.
De standaardaanduiding van de MP3-
Player wordt met een voorbeeldtitel als
volgt weergegeven.
In het bovenste deel van de MP3-Players
wordt de titel van het op dat moment ge-
laden muzieknummer met zijn Interpret/
-in en het nummer in de actuele map op
de titelbalk weergegeven.
3001
Opmerking:
Let erop dat de batterij snel uitgeput kan
raken als er een USB memory stick
voor het weergeven van MP3-bestan-
den of afbeeldingen wordt gebruikt.
Opmerking:
Bij het gebruik van USB memory sticks
(voor MP3) kan het GPS-signaal wor-
den beïnvloed.
Opmerking:
Voor het opslaan van muziekstukken
op een Memory Card verwijzen wij u
naar “Muziekstukken en afbeeldingen
overdragen” op pagina 26.
Opmerking:
De Interpret en titel worden uit de ID3-
Tag van de MP3 bestanden gelezen.
Heeft het afgespeelde MP3-nummer
geen ID3-Tag, dan wordt de bestands-
naam van de titel weergegeven.
7001
71
Muziekmodus
Bediening van de MP3-Players
Voor een eenvoudige bediening zijn
diverse toetsvelden rondom de titelbalk
gegroepeerd.
Bladeren
Boven resp. onder de actuele muziektitel
wordt de vorige resp. volgendee titel met
bijbehorende naam getoond.
! Druk op een muziektitel.
De muziektitel wordt in de titelbalk
geladen.
Indien de afspeeltoets niet wordt in-
gedrukt, wordt het nummer niet af-
gespeeld.
• Wordt er al een bepaald nummer
weergegeven, dan wordt dit num-
mer afgebroken waarna met de
weergave van de nieuwe titel wordt
begonnen.
Afspelen
De muzieknummers vanaf de in de titel-
balk weergegeven muziektitel worden
met de volgende toets afgespeeld.
! Druk op de toets met het afspeelsym-
bool.
De MP3-Player start met de weergave.
De toetsweergave springt naar het pau-
ze-symbool.
Tijdens de weergave verschijnt onder de
titel een balkdiagram, waarop u de actu-
ele afspeelduur in verhouding tot de to-
tale duur van het nummer kunt aflezen.
Bovendien worden deze gegevens onder
het diagram ook numeriek weergegeven.
Weergave onderbreken
De weergave kan op elk moment worden
onderbroken of weer worden voortgezet.
! Druk op de toets met het
pauze-symbool.
Het weergeven wordt onderbroken. De
huidige titel wordt nog steeds op de titel-
regel weergegeven. De toetsweergave
schakelt over op het afspeelpictogram.
Door nogmaals indrukken wordt de
weergave voortgezet.
Opmerking:
De weergegeven tijden kunnen
afhankelijk van de toegepaste bitrate
(comprimering) van het MP3-nummer
afwijken van de daadwerkelijke tijd.
7007
7002
7013
72
Muziekmodus
Overzicht mappen
Achter het keuzevlak Mappen vindt u
alle muziekmappen die op de memory
stick zijn opgeslagen.
! Druk op Mappen (zie pijl).
U komt in het menu voor het samenstel-
len van een map voor muziekbestanden.
Door op en neer te bladeren kunt u een
map kiezen en in het afspeelmenu over-
nemen.
Volgende map oproepen
Met de volgende toets wordt de volgen-
de map met MP3-bestanden opgeroepen
en er wordt met de eerste titel begonnen.
Huidige titel herhalen
Met de volgende toets wordt het op dat
moment afgespeelde muzieknummer
continu herhaald.
! Druk op de toets met het herhaalsym-
bool.
Het muziekstuk wordt steeds herhaald.
! Indien u de herhaling wilt beëindigen,
drukt u nogmaals op de toets met het
herhaalsymbool.
Volume instellen
Balken visualiseren het actuele geluids-
volume vergeleken met het totale ge-
luidsvolume.
Met de toetsen resp. kan
het geluidsvolume worden verhoogd
resp. verlaagd.
7001
7003
7004
7009
Let op!
Stel het volume zo in, dat u alle
omgevingsgeluiden nog goed kunt
horen.
7008 7005
73
Muziekmodus
Navigatie tijdens het gebruik van de
mp3-speler
Tijdens het afspelen van muziek door de
MP3-speler kunt u een navigatie starten
of voortzetten.
! Druk hiervoor op het kaartsymbool
rechtsonder op het scherm.
Het kaartscherm verschijnt, de muziek
blijft spelen.
MP3-Player uitschakelen
Door indruken van de BACK-toets ver-
laat u het MP3-menu.
Opmerking:
Er moet een geheugenkaart met zowel
kaartgegevens als MP3-bestanden zijn
geplaatst.
Opmerking:
Tegen simultaan vaste van zeevaart-
kunde en MP3- weergave tin op voor
woelingen en afgezien van zuinig tegen
Musikwiedergabe overkomst.
7001
Opmerking:
Let erop dat ondanks het verlaten van
het MP3-menu de muziekweergave
doorgaat. Om de muziekweergave te
beëindigen drukt u op het Pauze-icoon
(Pagina “Weergave onderbreken” op
pagina 71.).
74
Fotomodus
Fotomodus
Fotoweergave selecteren
De fotoweergave wordt vanuit het
hoofdmenu geopend.
! Druk hiervoor in het hoofdmenu op de
toets Foto’s.
De Picture Viewer wordt geopend en het
hoofdscherm van de Picture Viewer ver-
schijnt.
• Als de laatst getoonde afbeelding
nog op de SD-geheugenkaart be-
schikbaar is, wordt deze in het af-
beeldingenveld getoond.
Is deze niet meer beschikbaar, dan
wordt de volgende afbeelding in de-
zelfde map getoond. Bevinden zich
geen afbeeldingen meer in deze
map, dan wordt er geen afbeelding
getoond.
Bevat de SD-geheugenkaart geen
afbeeldingen, dan verschijnt de mel-
ding Geen foto’s beschikbaar.
De Picture Viewer
Met de Picture Viewer kunnen abeeldin-
gen (JPG) worden opgeroepen die op
een SD-geheugenkaart of een USB me-
mory stick zijn opgeslagen. De Picture
Viewer wordt standaard als volgt weer-
gegeven.
In het midden van de Picture Viewers
wordt de op dat moment geladen foto
weergegeven. Boven de foto verschijnt
de bestandsnaam
Bediening van de Picture Vie-
wers
Voor een eenvoudige bediening zijn di-
verse toetsvelden rondom de foto ge-
groepeerd.
Bladeren
Met de toetsen kan in de rich-
ting van de betreffende pijl tussen de fo-
to's in de actuele map worden gebladerd.
Onder de toetsen wordt een voorbeeld
van de betreffende foto en de bestands-
naam weergegeven.
Geluidsvolume van de muziekweerga-
ve aanpassen
U kunt in de Picture Viewer het geluids-
volume van de muziekweergave veran-
deren.
! Druk op de toets met het luidspreker-
symbool. De geluidsvolumeregeling
wordt geopend.
! Verander het geluidsvolume door
drukken op de toetsen of .
De geluidsvolumeregeling wordt
5 seconden na de laatste opgave afgeslo-
ten.
3001
Opmerking:
Voor het opslaan van afbeeldingen op
een Memory Card verwijzen wij u naar
“Muziekstukken en afbeeldingen over-
dragen” op pagina 26.
8001
8010+1
800
6
75
Fotomodus
Diapresentatie
Tijdens de diapresentatie worden alle fo-
to's van de actuele map automatisch ach-
ter elkaar weergegeven. De diapresenta-
tie kan met de volgende toetsen worden
gestart.
! Druk op de toets met het diapresenta-
tiesymbool.
Het beeldscherm schakelt over op volle-
dig scherm en start de show met het
weergegeven beeld van het huidige
mapniveau.
Als alle afbeeldingen zijn getoond,
wordt gevraagd wat u verder wilt doen.
! Als u de diavoorstelling wilt herhalen,
drukt u op .
! Als u de diavoorstelling wilt beëindi-
gen, drukt u op .
Volgt er geen opgave, dan wordt de dia-
voorstelling automatisch herhaald.
Voor het beëindigen van de diavoorstel-
ling drukt u op de BACK-toets.
Volledig beeld
In het volledige beeld wordt de actuele
foto tot het volledige oppervlak van het
touchscreen vergroot. Het volledige
beeld kan met de volgende toetsen wor-
den gestart.
! Druk op de toets met het volledig-
beeld-symbool.
Het beeldscherm schakelt over op volle-
dig scherm en start de show met het
weergegeven beeld van het huidige
mapniveau.
Door de drukken op het linker of rechter
touchscreengedeelte gaat u naar de vori-
ge of volgende afbeelding op het huidige
mapniveau.
Met de Back-toets keert u terug naar de
standaardweergave.
Picture Viewer uitschakelen
Door op de Back-toets te drukken wordt
de Picture Viewer uitgeschakeld en
verschijnt het hoofdmenu.
Het mapoverzicht
Onder de in de Picture Viewer weerge-
geven foto wordt de map van de foto in
een toetsenveld weergegeven.
! Druk op het toetsenveld.
Het mapoverzicht verschijnt.
In dit overzicht wordt de naam van de
huidige map in de bovenste regel
weergegeven. De inhoud verschijnt in
een eronder geplaatste lijst.
De lijstvelden zijn bovendien als buttons
geactiveerd. Foto's en submappen wor-
den met hun naam weergegeven.
8012
6024
6051
8013
8003
Foto’s
8004
76
Fotomodus
Bediening van het mapover-
zicht
Subdirectory
In de directorystructuur verschijnen alle
bestandsdirectory’s met beeldbestanden.
Bladeren
Met behulp van de toets kan
in de desbetreffende pijlrichting door de
lijst worden gebladerd.
Tussen de toetsen verschijnt de actuele
pagina van de lijst en het totale aantal
pagina's.
Foto selecteren
Een foto uit de lijst kunt u direct in de
Picture Viewer laden.
! Druk op de button van de gewenste
foto.
Het mapoverzicht wordt gesloten en de
Picture Viewer verschijnt met de
gewenste foto.
Van mapniveau wisselen
Met behulp van de toets kunt u naar
het hoogste directoryniveau gaan. Hier
worden alle subdirectory’s met beeldbe-
standen weergegeven.
Druk op de desbetreffende knop om de
inhoud van een subdirectory weer te ge-
ven.
Mapoverzicht sluiten
U sluit de directorystructuur door op de
BACK-toets te drukken.
8010+1
801
5
77
Instellingen
Instellingen
Instellingen selecteren
U kunt verschillende fundamentele
instellingen voor alle toepassingen van
de Traffic Assist Pro invoeren.
! Druk hiervoor in het hoofdmenu op de
toets Instellingen.
Het instellingenmenu voor verdere
selectie wordt geopend.
Het instellingenmenu
Vanuit het instellingenmenu kunnen
diverse instelmogelijkheden worden
geselecteerd.
Bediening
Keuzemogelijkheden
U maakt uw keuze door op de gewenste
toets te drukken. De functies van de toet-
sen verschilt afhankelijk van de selectie
en wordt onder “De verschillende menu-
punten” op pagina 77 beschreven.
Instellingenmenu sluiten
Door op de Back-toets te drukken wordt
het instellingenmenu gesloten en ver-
schijnt het hoofdmenu.
De verschillende menupunten
Energie
Uw Traffic Assist Pro kan via een exter-
ne voeding of via de ingebouwde accu
worden gebruikt.
De voedingsspanning en de toestand van
de accu wordt weergegeven in een sta-
tusaanduiding.
Voedingsspanning weergeven
Met de volgende toets kan de statusaan-
duiding worden geopend.
! Druk op de toets Energie.
De statusaanduiding wordt geopend en
de voedingsspanning wordt weergege-
ven.
3001
9017
Opmerking:
Bij de voeding door middel van een
accu is de laadtoestand van de accu van
belang. Indien er onvoldoende voeding
beschikbaar is, blijft de navigatie wel-
licht niet meer ingeschakeld tot u uw
bestemming heeft bereikt.
9027
78
Instellingen
De laadtoestand wordt aan de hand van
een vulpeilaanduiding weergegeven. In
het voorbeeld is de accu nog maar voor
ca. 2/3 geladen.
Het opladen worden door een stopcon-
tactsymbool op het statusscherm aange-
duid.
Statusaanduiding beëindigen
Door op de toets OK te drukken, wordt
de statusaanduiding beëindigd en ver-
schijnt het instellingenmenu.
Helderheid
Met de volgende toets kunt u tussen de
maximale en minimale helderheid van
het beeldscherm wisselen.
! Druk op de toets Helderheid.
De helderheid van het beeldscherm wis-
selt naar het andere helderheidsniveau.
Het symbool van de actieve instelling
wordt ingeschakeld.
Symbool Dag: maximale helderheid
• Symbool Nacht: minimale helder-
heid
De helderheid kunt u ook door drukken
op de sneltoets Helderheid omschakelen
(zie pagina 13.).
Kalibrering
Als het touchscreen niet correct op de
aanraking van de buttons reageert, moet
een kalibrering worden doorgevoerd.
Kalibrering starten
Met de volgende toets kan de kalibrering
worden gestart.
! Druk op de toets Kalibrering.
De kalibreerprocedure wordt gestart.
Op het touchscreen worden de
verschillende posities met een
dradenkruis benaderd. Druk steeds exact
op deze positie.
Nadat alle posities zijn ingedrukt, wordt
de kalibreer-procedure automatisch
beëindigd. Het instellingenmenu
verschijnt. Het aanraakscherm moet nu
accuraat functioneren.
9021
9021
9024
9030
9025
36

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Becker 7916 TM bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Becker 7916 TM in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,39 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Becker 7916 TM

Becker 7916 TM Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 87 pagina's

Becker 7916 TM Gebruiksaanwijzing - English - 84 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info