BEDIENING
Er zijn drie verschillende bediening modi beschikbaar via “MODE”-toets op voorzijde van het apparaat.
1. Automatisch en muziekgestuurd (automatische omschakelen)
De LED-indicator op de voorzijde van het apparaat zal oranje oplichten (of oranje knipperen). Automatisch programma zal
starten wanneer geen geluid wordt waargenomen.
2. Muziekgestuurd
De LED-indicator op de voorzijde van het apparaat zal groen oplichten.
3. Automatisch programma
De LED-indicator op de voorzijde van het apparaat zal rood oplichten.
AFSTANDSBEDIENING
1. Muziekgestuurde modus
2. Selecteer de automatische modus of automatische modus en muziekgestuurde modus.
3. Selecteer de volgende laserkleur
4. Aan/Uit schakelaar
5. Selecteer de vorige laserkleur
6. Programma toetsen:
1. Automatisch, langzaam roterend.
2. Automatisch, snel roterend.
3. Automatisch, roteren vooruit en achteruit.
4. Automatisch en muziekgestuurd, zelfde als punt 1.
5. Automatisch en muziekgestuurd, zelfde als punt 2.
6. Automatisch en muziekgestuurd, zelfde als punt 3.
De afstandsbediening zal heeft onmiddellijk voorrang op “MODE” toets zonder enige
instelling te veranderen.
LASER LEVENSDUUR
Volg het onderstaande advies op om te genieten van een langere levensduur van de laser:
• Snel aan / uit schakelen van dit apparaat zal de duurzaamheid van de laserdiode dramatisch verminderen.
• Zorg dat het apparaat niet oververhit raakt.
- Schakel het apparaat uit wanneer dit niet nodig is. Diodes zijn
ingeschakeld en kunnen slijten, zelfs als er geen zichtbare laseruitvoer is.
- Schakel het apparaat na 1 uur uit en laat de laser 15 minuten afkoelen.
- Zorg ervoor dat de ventilatoren en de koellichamen vrij zijn van stof en
vuil.
ONDERHOUD
Het reinigen van inwendige en uitwendige optische lenzen en / of spiegels moet regelmatig worden uitgevoerd om de
lichtopbrengst te optimaliseren. Reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin het armatuur wordt gebruikt: een
klamme, rokerige of bijzonder vuile omgeving kan een grotere opeenhoping van vuil veroorzaken op de optische uitrusting.
• Zorg er voor dat gedurende het onderhoud zich geen individuen bevinden onder het apparaat.
• Schakel het apparaat uit, trek de stekker uit het stopcontact en wacht tot het apparaat is afgekoeld.
• Behuizing, bevestiging en installaties (plafond, truss, ophanging) moeten van deugdelijke aard zijn.
• Het netsnoer mag niet beschadigd zijn en moet direct vervangen worden, ook bij kleine defecten.
• Om het apparaat te beschermen tegen oververhitting dienen ventilatoren en ventilatie openingen iedere maand
gereinigd te worden.
• De lens en spiegels dienen periodiek gereinigd te worden. Deze periode is afhankelijk van de aanwezige viezigheid.
• Alleen reinigen met een droge doek, gebruik geen reinigingsmiddelen.
• Modificaties door de fabrikant worden zonder u op de hoogte te brengen doorgevoerd.