ELEKTRICITEITSSNOER
Controleer, vóór u het apparaat aansluit op het
elektriciteitsnet, of het voltage overeenkomt met het
voltage dat aangegeven staat op het typeplaatje van
uw apparatuur. Sluit de stroom aan het toestel met de
stroomschakelaar naast de stekker aan en druk op de
POWER-knop.
BELANGRIJK! De T3 mag alleen worden aangesloten
op een geaard stopcontact. Het gebruik van een
verlengsnoer is niet toegestaan.
MONITOR
TOETSEN
A. VEILIGHEIDSSLEUTEL:
De monitor en de loopband kunnen enkel bediend
worden wanneer de sleutel zich op de SAFETY KEY
-knop bevindt. Zowel de monitor als de loopband
worden uitgeschakeld zodra de sleutel verwijderd
wordt.
B. BELANGRIJKSTE FUNCTIES:
1. INCLINE +:
a. Laat de helling stijgen van 0 % tot 10 %.
Dit kan afgelezen worden in het Pulse /
Inclinescherm. Als u 1 keer drukt, stijgt de
helling met 1 %. Als u 2 seconden blijft
drukken, stijgt de helling sneller.
b. Met deze knop kiest u een programma.
2. INCLINE –:
a. Laat de helling dalen van 0 % tot 10 %.
Dit kan afgelezen worden in het Pulse /
Inclinescherm. Als u 1 keer drukt, daalt de
helling met 1 %. Als u 2 seconden blijft
drukken, daalt de helling sneller.
b. Met deze knop kiest u een programma.
3. POWER: om het toestel aan of uit te schakelen.
4. START/STOP: om het programma te starten of te
stoppen.
5. SELECT: druk op deze knop om een programma
te selecteren of om de functie pulse (hartslag)
en Elevation (helling) te doorlopen.
6. ENTER/RESET:
a. Om het gewenste programma of de
ingestelde waarde te bevestigen.
b. Druk 2 seconden op deze knop om alle
waarden terug naar de beginwaarde te
brengen.
7. SPEED +:
a. Laat de snelheid stijgen van 0,8 tot 16,0
km/h. Dit kan afgelezen worden in het
SPEED-scherm. Als u 1 keer drukt, stijgt
de snelheid met 0,1 km/h. Als u 2 seconden
blijft drukken, neemt de snelheid sneller toe.
b. Met deze knop kiest u een programma.
8. SPEED –:
a. Laat de snelheid afnemen van 0,8 tot 16,0
km/h. Dit kan afgelezen worden in het
SPEED-scherm. Als u 1 keer drukt, daalt
de snelheid met 0,1 km/h. Als u 2 seconden
blijft drukken, daalt de snelheid sneller.
b. Met deze knop kiest u een programma.
C. SNELTOETSEN VOOR SNELHEID:
5 sneltoetsen zijn ingesteld op 3, 6, 9, 12, en 15 km/h.
Bijvoorbeeld, als u drukt op sneltoets 9 springt de
snelheid meteen op 9 km/h.
D. SNELTOETSEN VOOR HELLING:
5 sneltoetsen zijn ingesteld op 2, 4, 6, 8 en 10 %.
Bijvoorbeeld, als u drukt op sneltoets 4 springt de
helling meteen op 4 %.
E. SNELLE TOEGANGSTOETSEN VOOR SNELHEID:
1. + : zelfde als Speed +.
2. - : zelfde als Speed –.
F. SNELLE TOEGANGSTOETSEN VOOR HELLING:
1. + : zelfde als Incline +.
2. - : zelfde als Incline –.
SCHERMEN EN BEREIKWAARDEN
PROGRAM-SCHERM: toont informatie over de
geselecteerde training.
TIME: toont de oefentijd, waarbij er naar boven of naar
beneden wordt geteld. Als de loopband stilstaat
en de veiligheidssleutel aan is, kan dit scherm
geselecteerd worden door op ENTER / RESET te
drukken en aangepast worden via +/-. Er wordt
naar boven geteld van 00:00 tot 99:59 en naar
beneden van 10:00 tot 99:00. Als er naar beneden
wordt geteld tot 00:00, zal de monitor 12 keer
piepen. Daarna stopt de loopband.
SPEED: toont de snelheid geleverd door de loopband.
Die kan via de SPEED +/- toetsen geregeld worden
van 0,8 tot 16 km/h.
DISTANCE: toont de afstand. Er wordt naar boven
geteld van 0.00 tot 999 km.
CAL: toont de kcal. Er wordt naar boven geteld van
0.00 tot 999 kcal.
Netsnoer
ON / OFF
Veiligheidsschakelaar