3.3.2. Inbouw in een bestaande schouw
• Verwijder bestaande vuurkorf of stookstenen, demonteer de afsluitklep. Het
kanaal dient intact te zijn en mag tijdens inbouw niet beschadigd worden. De
haard-opening dient zo groot te zijn, dat zowel links en rechts als ook boven
en achter het toestel een spleet van 1-3 cm aanwezig is.
Bekleed, indien mogelijk, de vuuropening van binnen met keramische wol
(zie
Hoofdstuk 3.3).
• Verleng de bestaande schoorsteen en laat deze eindigen ter hoogte van de
rookgasafvoer van de inzethaard. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een fl exibel,
dubbelwandig RVS-kanaal.
• Schuif het toestel in de haardopening. Maak een lekdichte aansluiting
van de rookgasafvoer van het toestel op het rookkanaal, zodat er nooit
roetophoping boven op het toestel kan ontstaan. Zie Hoofdstuk 3.3.4.
• Met behulp van de 4 stelpoten kan men het toestel op de gewenste hoogte
zetten en waterpas stellen.
Deze stelpoten zijn bereikbaar na het verwijderen van de bodemplaten.
Zie Hoofdstuk 11 voor de volgorde van demonteren: “Volgorde vervangen
interieur toestel”.
• Vul eventueel de ruimtes rondom het toestel op met stroken keramische
isolatiewol (zie Hoofdstuk 3.3).
• De muren/wanden rondom het toestel tot ± 2 mm van het toestel aanwerken.
Eventueel hiervoor het inbouwframe (accessoire) gebruiken (zie Hoofdstuk
2.3).