30
UNIVERSAL-5 60 / 65 / 70 / 75 / 80 / 85
9 HOEVEELHEID BRANDSTOF
9.1 HOEVEELHEID BRANDSTOF
Elk toestel is voor een bepaalde maximale stookbelasting geconstrueerd.
U dient in acht te nemen dat bij een grotere toevoer van brandstoffen uw
toestel een grotere warmte-afgifte produceert en oververhit kan worden, wat
tot brandgevaarlijke situaties kan leiden. Daarnaast kan hierdoor schade aan
uw toestel en uw schoorsteen ontstaan. BARBAS staat niet in voor schade
veroorzaakt door oververhitting.
Bij een goed gekozen toestel kunt u de ruimte voldoende verwarmen met een
enkele laag houtblokken (houtblok is ca. 30 cm lang en 30 cm omtrek).
Bij het verbranden van een laag hout varieert het vermogen sterk. Bij correct
stoken zal elke lading ongeveer 1 uur beslaan. In één keer teveel hout
toevoeren kan leiden tot overbelasting van het toestel.
De capaciteit van het toestel kunt u het best variëren met de hoeveelheid
brandstof.
Voorbeeld:
Bij een toestel van 10 kW en een rendement van ca. 75%:
Hout: 3 blokken van ca. 1 kg per stuk
Briketten: 5 stuks van ca. 0,5 kg
Bij een toestel van 6 kW:
Hout: 2 blokken van ca. 1 kg per stuk
Briketten: 3 stuks van ca. 0,5 kg
9.2 WARMTE-AFGIFTE
De tabel geeft weer de theoretisch op te wekken warmte bij verbranding van hout.
Warmte-afgifte
Soort brandstof kWh/kg
Droog hout (gemiddeld) 4,3
De stookwaarde van hout (18,7 Mj/kg bij 0% vocht) wordt niet beinvloed door de
soort hout. Wel heeft het vochtgehalte van het hout een aanzienlijke invloed
(15,6 Mj/kg bij 15% vocht).