14
Bellen en gebeld worden
Met de Beltoets van de BeoCom 2 begint en
eindigt u gesprekken. Tijdens het gesprek
worden op het display van de telefoon de
gespreksduur en het nummer of de naam van
de gebelde persoon afgebeeld.
Bellen en ophangen
> Voer met de cijfertoetsen het telefoonnummer
in. Als u een fout maakt, kunt u met de toets C
de cijfers een voor een in omgekeerde volgorde
wissen.
> Druk op de Beltoets om het nummer te bellen.
> Om een verbinding te beëindigen, kunt u na
afloop van het gesprek de Beltoets gebruiken
of
de handset in het basisstation plaatsen.
U kunt een nummer ook bellen door na invoering
van het nummer tweemaal op OK te drukken. Als
u deze methode gebruikt, kunt u met de toets C
het nummer desgewenst corrigeren voordat u de
tweede maal op OK drukt om het nummer te
bellen. U kunt ook eerst op de Beltoets drukken
en daarna het telefoonnummer invoeren.
De telefoon opnemen
> Druk op de Beltoets om de telefoon op te
nemen.
U kunt de telefoon instellen op ’Auto.opnemen’.
Als u vervolgens een gesprek wil aannemen, hoeft
u niet op de Beltoets te drukken om de telefoon
op te nemen, maar kunt u volstaan met de
handset uit het basisstation te nemen (zie pagina
26).