4. Automatisch satellietzoeken
De SoloSat wordt met de AAN/UITtoets ingeschakeld. Na inschakeling branden de LED naast de
AAN/UIT-toets en de satellietkeuze-LED gelijktijdig.
Om het zoeken te activeren moet binnen 10 seconden de toets NEXT worden ingedrukt omdat de installatie
zich anders weer uitschakelt. (Dit uitschakelen dient als een soort beveiliging zodat de installatie tijdens
transport niet per ongeluk geactiveerd kan worden.)
De installatie toont nu de laatst gevonden satelliet middels drie rode LEDs. Het is nu mogelijk om binnen 5
seconden de instelling te wijzigen door op de toets SAT te drukken. Ter bevestiging van uw keuze drukt u
vervolgens opnieuw op de toets NEXT. Wanneer er geen toets wordt ingedrukt dan gaat de installatie op zoek
naar de satelliet. De LED naast de AAN/UITtoets gaat nu uit.
Zodra de installatie een satelliet heeft gevonden treedt de functie “fijnafstemming” in werking. Hierna gaat de
LED naast de AAN/UIT-toets weer branden en wordt het signaal aan de aangesloten receiver doorgegeven.
Heeft u op uw receiver een zender van de gewenste satelliet ingeschakeld, dan zal op uw televisie het beeld
van de gewenste zender te zien zijn. Is dit niet het geval dan bestaat de mogelijkheid dat de SoloSat een
andere dan de gewenste satelliet heeft gevonden.
Door opnieuw op de toets NEXT te drukken gaat de installatie op zoek naar de volgende satelliet. Dit moet wel
binnen 2 minuten gebeuren, omdat de SoloSat anders in standby-stand gaat en eerst weer moet worden
ingeschakeld alvorens te kunnen gaan zoeken.
Indien de SoloSat de juiste satelliet wel heeft gevonden, maar u drukt toch opnieuw op de toets NEXT,
dan kan het gebeuren dat de installatie de juiste satelliet niet meer kan vinden. Als u de gewenste
zender dus niet direct ziet/herkent, dan is het beter om eerst nog een of twee andere zenders te kie-
zen ter controle van de juistheid van de gevonden satelliet.
4.1 Sluiten van de installatie
- Om de antenne te sluiten drukt u eenmaal op de AAN/UITtoets om de SoloSat te activeren.
- U bevestigt uw keuze door op de toets NEXT te drukken en vervolgens drukt u nogmaals op de
AAN/UITtoets.
- Zodra de schotel in ruststand terug is, schakelt de SoloSat zelfstandig uit.
5. Gebruiksaanwijzing
5.
1 Bijzondere functie
Wanneer u de toets NEXT tijdens het inschakelen van de installatie ingedrukt houdt, dan draait de schotel naar
de stand (recht omhoog) waarin een schotel of LNB gemonteerd kunnen worden
Stroomverzorging
Laadt de accu uitsluitend met de meegeleverde laadadapter. Open nooit de behuizing van het apparaat.
Een eventueel noodzakelijke ingreep mag uitsluitend door daarvoor opgeleide personen geschieden.
De antennekabel
De antennekabel moet altijd zodanig worden neergelegd dat niemand het risico van struikelen en vallen loopt,
zodanig
worden neergelegd dat niemand eroverheen rijdt, mag niet geknikt of beschadigd zijn.
Bij beschadiging kan water in de kern komen hetgeen signaalverlies zal geven.
1.4 Afvalverwijdering
a. De verpakking van de SoloSat bestaat uit herbruikbare materialen.
b. De SoloSat dient volgens de voor het betreffende land geldende
regelingen en/of wetten, als huishoudelijke apparatuur bij de
vuilverwijdering te worden afgeleverd.
c. U dient erop te letten dat de accu op de juiste wijze
(als chemisch afval) wordt aangeboden.
1.5 Algemene aanwijzingen
Absolute voorwaarde voor satellietontvangst is een vrij zicht op de satelliet. Let dus op dat u de installatie niet
onder/achter een boom plaatst: het signaal gaat er niet doorheen!
2. Het laden van de accu
Om de accu van de SoloSat te laden mag uitsluitend de meegeleverde laadadapter worden gebruikt. Wanneer
de accu op 12V-boordspanning wordt geladen dan dient de de speciaal daarvoor bestemde kabel (bestelnum-
mer 14730) te worden gebruikt. Met deze kabel kan de accu nooit volgeladen worden. De mate van lading is
tevens afhankelijk van de laadtoestand van de verzorgaccu. Laden via 12V is uitsluitend bedoeld als
noodvoorziening wanneer er geen 230V voorhanden is.
Attentie: Sluit de laadbus nooit rechtstraaks op een andere stroombron aan. Gebruik altijd de laada-
dapter. Of wanneer geen 230V voorhanden is, de speciale laadkabel.
2.1 Aansluiting van de coax-antennekabel
Bij de fabrikant is een F-connector aan de Coax-antennekabel bevestigd. Controleer deze connector eerst op
beschadiging en/of goed op de kabel vastzitten, voordat hem gaat aansluiten. De kern van de kabel mag niet
verbogen zijn. Wanneer de kabel wordt ingekort of verlengd dan moet een nieuwe F-connector aangebracht
worden. Hier zijn verschillende mogelijkheden: de voorbewerkt zoals op de tekening weergegeven.Bij het
plaatsen van de connector mogen absoluut geen metalen draadjes van het binnenvlechtwerk van de kabel
tegen de kern van de kabel komen. Dit kan kortsluiting veroorzaken. Draai een schroefconnector nooit met
gereedschap vast maar met de hand.
3. Afbeelding van het SoloSat frontpaneel