41
FUNCTIE HARTSLAG.-
De functie hartslag toont u het aantal
P.P.M (hartslagen per minuut).
Hiervoor plaatst u uw handen Fig.5
over de sensoren op het stuur (R) en
na enkele seconden wordt uw
hartslagfrequentie getoond. Dit is
geen medisch apparaat en deze
waarde is slechts een indicatie.
Om de THR (streefwaarde hartslag) te
kiezen, dient u de volgende stappen te
volgen:
1 Door op de toets ENTER/RESET te
drukken gaat het kleine venster van
de hartslag knipperen .
2. Door op de toetsen UP of DOWN te
drukken, kiest u een
hartslagfrequentie tussen de 10 en
240 (PPM) waarop u de oefening wilt
doen. De geprogrammeerde
beginwaarde staat ingesteld op 150
PPM.
3. Wanneer u de oefening start, wordt
op het beeldscherm PULSE getoond
met uw hartslagfrequentie en
wanneer de gekozen waarde is
bereikt, zult u gedurende 8 seconden
een piepsignaal horen, wat u
waarschuwt dat de gekozen waarde is
bereikt.
OPMERKING:
Wanneer er, na 15 seconden, geen
enkel hartslagsignaal wordt
weergegeven, wordt er op het scherm
“E 3” getoond. Controleer of u beide
handen over de sensoren (R) op het
stuur, Fig.5, heeft gelegd. Wanneer er
geen signaal binnen 5 seconden wordt
waargenomen, keert het beeldscherm
naar zijn vorige stand terug.
PROGRAMMA WATTS.-
Als u na het selecteren van de
manuele modus viermaal op ENTER
drukt, zal het watts-venster gaan
knipperen. Door op de wieltje
UP/DOWN ▲▼ te drukken, kunt u de
te produceren watts programmeren
voor de oefening (tussen 10-350
Watt).
Selecteer de watts en druk op
START/STOP om met de oefening te
beginnen. Het inspanningsniveau van
de oefening past zichzelf aan,
gebaseerd op de snelheid en het
aantal geselecteerde watts. Drie
symbolen zullen u helpen met uw
trainingssessies:
▲ – Binnen de operatiemarge geeft
dit aan dat de snelheid te hoog is en u
langzamer moet gaan.
▲ – Binnen de operatiemarge geeft
dit aan dat de snelheid te laag is en u
sneller moet gaan.
------- Dit geeft aan dat de watts die
geproduceerd worden buiten de
operatielimiet vallen (ofwel te hoog,
ofwel te laag), zodat u sneller of
langzamer moet gaan in
overeenstemming hiermee. De
monitor zal verschillende malen
piepen om deze status aan te geven.
PROGRAMMA’S STAND.-
Wanneer u de stand Programma’s
heeft geselecteerd, dan drukt u op
ENTER/RESET en met de knop UP of
DOWN selecteert u het gewenste
trainingsprofiel (P1-P12).
Met de knop START/STOP kunt u
dadelijk de training starten.
Er bestaat tevens de mogelijk om de
variabelen van tijd, afstand, calorieën,
watt en polsslag te programmeren met
de knop ENTER/RESET en de
toetsen UP en DOWN.