48
Wanneer u de oefening heeft beëindigd
drukt u, zonder uw handen van de
hartslagsensoren te nemen, op de toets
“Test: Lichamelijke Conditie” en de
elektronische eenheid begint een
minuut terug te tellen. Alleen de
functielijnen Tijd en Hartslag lichten op.
De elektronische eenheid meet
gedurende deze minuut de hartslag. Het
herstel van de hartslag verschijnt op de
hartslag lijn. Wanneer u tijdens deze
herstelminuut de test wilt afbreken, dient
u op de toets “Test” te drukken en het
hoofdscherm verschijnt in het
beeldscherm. Na het verstrijken van
deze minuut, berekent en waardeert de
elektronische eenheid het verschil en de
beoordeling van uw lichamelijke conditie
verschijnt op het beeldscherm: “F1,
F2,..., F5, F6”; waarbij “F1” het beste
(lichamelijke conditie: “Zeer goed”) en
“F6” het slechtste (lichamelijke conditie:
“Zeer slecht”) resultaat is.
Wanneer u op de toets Test drukt, keert
u terug naar het hoofdscherm, waar de
u functies aantreft, zoals ze waren bij
het begin van de TEST.
De vergelijking van de hartslag tijdens
inspanning en de hers- teltijd is een
eenvoudige en snelle manier om de
lichamelijke conditie te controleren.
De beoordeling is een indicatieve
waarde om uw herstelvermogen na een
fysieke inspanning te meten. Wanneer u
regelmatig traint, zult u merken dat de
beoordeling verbetert. De vergelijking
van de hartslag tijdens inspanning en de
hers- teltijd is een eenvoudige en snelle
manier om de lichamelijke conditie te
controleren.
De test functioneert niet wanneer de
sensoren niet juist geplaatst zijn of
wanneer de letter “E1” op het scherm
verschijnt.
De TEST functioneert niet, wanneer u
beide handen niet op de sensoren (R)
(handgrip) Fig 3 houdt, wanneer u de
oefening beëindigt.
Wanneer op het scherm de boodschap
“E1” verschijnt, betekent dit dat u uw
handen niet correct op de sensoren (R)
(handgrip) geplaatst zijn.
Wanneer op het scherm de boodschap
“E2” verschijnt, betekent dit dat de
oefening nog niet is afgelopen.
PROBLEEMOPLOSSER
Probleem: De display licht op en
alleen de functie Tijd functioneert.
Oplossing:
a: Controleer of de verbindingskabel
juist is aangesloten.
Probleem: De display licht niet op of
de segmenten in de display worden
slecht weergegeven.
Oplossing:
a: Controleer of de batterijen correct
geplaatst zijn.
b. Controleer of de batterijen geladen
zijn
c.- Wanneer ze onvoldoende geladen
zijn, vervang ze dan onmiddellijk.
Probleem: Wanneer een segment van
een functie niet oplicht of er
verschijnen foutieve meldingen in een
functie.
Oplossing:
a.-Haal de batterijen gedurende 15
seconden uit en plaats ze correct
b. Controleer of de batterijen geladen
zijn Wanneer ze onvoldoende geladen
zijn, vervang ze dan onmiddellijk.
c.- Wanneer de voorgaande stappen
geen oplossing bieden, vervang dan
de elektronische monitor