Opmeting en regeling van de
temperatuur
De temperatuur wordt geregeld door de
thermostaatknop en mag op eender welke
positie tussen 1 en 5 (de koudste positie)
worden ingesteld.
De gemiddelde temperatuur in de koelkast zou
ongeveer +5°C (+41°F) moeten bedragen.
Regel daarom de thermostaat zo dat de
gewenste temperatuur wordt bereikt. Sommige
gedeelten van de koelkast kunnen koeler of
warmer zijn (zoals de groentelade en het
bovenste gedeelte van de koelkast). Dit is
normaal. Wij raden u aan om de temperatuur
af en toe te controleren met een thermometer,
zodat u ervoor kan zorgen dat deze
temperatuur blijft behouden. Het frequent
openen van de deur doet de inwendige
temperatuur stijgen. U wordt daarom
aangeraden de deur zo snel mogelijk na
gebruik te sluiten.
Alvorens de inwerkingstelling
Laatste controle
Alvorens u het toestel begint te gebruiken,
controleer of:
1. De voetjes zo werden geregeld dat de
koelkast perfect recht staat.
2. De binnenkant droog is en dat de lucht
achteraan vrij kan circuleren.
3. De binnenkant proper is, zoals aanbevolen
onder ”Schoonmaak en onderhoud”.
4. De stekker in het stopcontact zit en de
elektriciteit is aangesloten. Wanneer de deur
wordt geopend, zal het binnenlichtje aangaan.
Ter informatie:
5. U zult een geluid horen wanneer de
compressor opstart. De vloeistof en de gassen
die zich in het koelsysteem bevinden, zouden
ook wat lawaai kunnen veroorzaken en dit
ongeacht of de compressor aan het werken is
of niet. Dit is normaal.
6. Een lichte golving van de bovenkant van de
koelkast is normaal wegens het gebruikte
fabricatieproces; het is geen defect.
7. Wij raden u aan de thermostaatknop halfweg
in te stellen en de temperatuur op te volgen,
zodat het toestel de vereiste
bewaartemperaturen behoudt (Zie onderdeel
Opmeting en regeling van de temperatuur).
8. Laad het toestel niet onmiddellijk, nadat het
is aangeschakeld. Wacht tot de juiste
bewaartemperatuur wordt bereikt. Wij raden u
aan de temperatuur op te meten met een
accurate thermometer (zie: Opmeting en
regeling van de temperatuur).
Diepvriesproducten bewaren
Uw diepvriezer is geschikt voor het langdurige
bewaren van commercieel ingevroren
etenswaren en kan ook worden gebruikt om
verse etenswaren in te vriezen en te bewaren.
Open de deur niet in geval van een
elektriciteitspanne. De ingevroren etenswaren
zouden niet mogen worden aangetast, als de
panne minder dan 19 uur duurt. Als ze langer
duurt, moeten de etenswaren worden
nagekeken en ofwel onmiddellijk worden
opgegeten, ofwel worden klaargemaakt en
dan opnieuw ingevroren.
Verse etenswaren invriezen
Gelieve de volgende instructies in acht te
nemen om de beste resultaten te bereiken.
Vries nooit een al te grote hoeveelheid in één
keer in. De kwaliteit van het eten blijft het best
geconserveerd wanneer het zo snel mogelijk
goed tot in het hart wordt ingevroren.
Overschrijd de vriescapaciteit van uw toestel
niet binnen een tijdspanne van 24 uur.
Warm eten in de diepvriezer plaatsen, heeft
tot gevolg dat de machine aan één stuk door
zal blijven koelen totdat het eten vast is
diepgevroren. Dit kan tijdelijk leiden tot een
overdreven afkoeling van het
koelkastgedeelte.
Houd de thermostaatknop op de
middenpositie wanneer u verse etenswaren
invriest. Kleine hoeveelheden etenswaren, tot
½ kg. (1 lb.), kunnen worden ingevroren
zonder de temperatuurknop te verdraaien.
Zorg er goed voor geen diepvriesproducten te
mengen met verse etenswaren.