- 4 -
3. Long Distance code
In deze functie kan de telefoon automatisch een code (max. 6 cijfers) voorvoegen aan het
nummer dat herhaald wordt vanuit de lijst met binnengekomen oproepen. Gebruik de cd
scroll-toetsen om een cijfer te kiezen en druk op de STORE-toets om het op te slaan. Om
de “Long Distance” code automatisch te laten voorvoegen; selecteer een nummer uit de
lijst met binnengekomen oproepen en druk tweemaal snel op de REDIAL-toets. De
telefoon zal eerst de code vormen, onmiddellijk gevolgd door het nummer dat uit de lijst
geselecteerd werd.
4. Datum & tijd instellen
Stel jaar, maand, datum en tijd in door te drukken op de cd scroll-toetsen en druk daarna
op de STORE-toets om de instelling op te slaan.
OPMERKING
• In het systeem FSK-belleridentificatie: (behalve het jaar) worden maand, datum, week
en tijd automatisch juist gezet bij een binnenkomende oproep.
• In het systeem DTMF-belleridentificatie: is er geen automatische aanpassing van
datum en tijd bij een binnenkomende oproep.
5. LCD-contrast
Het contrast van het LCD-scherm kan worden aangepast in 5 niveaus. Druk op de cd
scroll-toetsen om het contrast te regelen en druk op de STORE-toets om op te slaan.
6. Babyfoonfunctie
Als de “BABYCALL” functie is ingeschakeld, belt de telefoon automatisch een
geprogrammeerd nummer telkens de hoorn van de haak wordt genomen. Druk op de cd
scroll-toetsen om de babyfoonfunctie IN of UIT te schakelen en druk op de STORE toets.
Als de babyfoonfunctie is ingeschakeld, voer dan het automatisch te bellen nummer in.
7. Telefoonboek invoeren
Gebruik de “PHONEBOOK INPUT” functie om een nummer in het telefoonboek op te
slaan. Gebruik de numerieke toetsen om het nummer te vormen (max. 16 cijfers), druk op
de DEL-toets om een verkeerd cijfer te verbeteren en druk op de STORE-toets om op te
slaan. Gebruik de alfanumerieke toetsen om de naam in te voeren (max. 16 letters), druk
op de DEL-toets om een verkeerde letter te wissen, druk op de 0-toets om een spatie in te
voeren en druk op de STORE-toets om de instelling op te slaan.
OPMERKING
• Wanneer de telefoon achter een PABX geïnstalleerd is moet mogelijk een pauze
worden ingevoerd tussen de code voor lijntoegang en het nummer.
8. Telefoonboek bewerken
Gebruik de “PHONEBOOK EDIT” functie om het nummer en/of de naam in het
telefoonboek te veranderen. Voer de eerste letter van de naam in door te drukken op de
numerieke toetsen en druk op de STORE-toets; naam en nummer worden weergegeven
op het LCD-scherm. Of gebruik de cd scroll-toetsen om alle gegevens uit het
telefoonboek weer te geven. Kies het nummer of de naam die veranderd moet worden en
druk op de STORE-toets. Druk op de DEL-toets om verkeerde cijfers van het nummer te
wissen en gebruik de numerieke toetsen om het juiste nummer te vormen. Druk op de
STORE-toets om het nummer op te slaan. Gebruik de alfanumerieke toetsen om de naam
te overschrijven, druk op de DEL-toets om een verkeerde letter te wissen. Druk op de
STORE-toets om de nieuwe instellingen op te slaan.