557801
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
ATS
Controlepaneel
Gebruikershandleiding
ARITECH is een handelsmerk van GE Interlogix BV
COPYRIGHT
© 2004 GE Interlogix BV. Alle rechten voorbehouden.
GE Interlogix BV kent het recht van duplicatie alleen voor intern gebruik toe.
GE Interlogix BV behoudt zich het recht voor gegevens zonder voorafgaande waarschuwing te wijzigen.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe het Advisor Master-beveiligingssysteem doorgaans gebruikt
dient te worden. Het is toepasbaar voor alle ATS Controlpanelen (ATS2000/3000/4000 serie). Het
verdient aanbeveling de instructies zorgvuldig te lezen alvorens het systeem voor de eerste maal in
te schakelen. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat deze gemakkelijk geraadpleegd kan
worden.
Er worden in deze handleiding symbolen gebruikt voor verduidelijking van de informatie:
Opmerking. Geeft aanvullende informatie.
Druk op een toets op het bedieningspaneel.
De alfanumerieke toetsen op het bedieningspaneel.
WELKOM
Welkom ...................................................................................................................... 3
Een blik op het bedieningspaneel .................................................................................. 4
PIN-code voor toegang tot het systeem gebruiken ........................................................... 5
Menuopties oproepen .................................................................................................. 6
Het systeem inschakelen ............................................................................................... 8
Het systeem inschakelen ...................................................................................... 9
Het systeem uitschakelen ........................................................................................... 10
Het systeem uitschakelen ................................................................................... 11
Ingangen overbruggen ............................................................................................... 12
Een ingang overbruggen .................................................................................... 13
Overbruggingen uitschakelen ...................................................................................... 14
Overbruggingen uitschakelen ............................................................................. 15
Wat te doen bij een alarm ........................................................................................... 16
Een lokaal alarm afzetten .................................................................................... 17
Een gebied in alarmtoestand uitschakelen ............................................................ 19
Een lijst maken van recente alarmen ............................................................................. 20
Als er geen alarm is ........................................................................................... 21
Als er een alarm is ............................................................................................. 21
Woordenlijst ............................................................................................................. 22
Index ...................................................................................................................... 23
ATS Gebruikershandleiding 3
II
II
I
NHOUDSOPGAVENHOUDSOPGAVE
NHOUDSOPGAVENHOUDSOPGAVE
NHOUDSOPGAVE
1048411 (02/2004)
EE
EE
E
ENEN
ENEN
EN
BLIKBLIK
BLIKBLIK
BLIK
OPOP
OPOP
OP
HETHET
HETHET
HET
BEDIENINGSPBEDIENINGSP
BEDIENINGSPBEDIENINGSP
BEDIENINGSP
ANEELANEEL
ANEELANEEL
ANEEL
1 Systeem-LED’s
worden gebruikt om de voedingsspanning,
storingen en alarmen van het systeem te
signaleren
2 LED’s van gebieden
worden gebruikt om aan te geven welke
gebieden zijn ingeschakeld of waar een
alarm is opgetreden
3 CLEAR-toets
wordt gebruikt om de huidige display-
functie te verlaten
4 Alfanumerieke toetsen
worden gebruikt om gegevens en codes in
te voeren
5 MENU* toets
wordt gebruikt om:
- de login-prompt van het menu te tonen
- met een achterwaartse stap een
verkeerde invoer te wissen
- achterwaarts door het menu
te bladeren
6 ENTER-toets
wordt gebruikt om:
- een stap te voltooien
- door het menu te bladeren
7 OFF-toets
wordt gebruikt om na invoer van uw PIN-
code het systeem uit te schakelen
8 ON/NEXT-toets
NEXT-toets
wordt gebruikt om:
- het volgende item in een menulijst
te tonen
- getoonde informatie te verversen
ON-toets
wordt gebruikt om na invoer van uw
PIN-code het systeem in te schakelen
9 LCD-display
wordt gebruikt om teksten weer
te geven
4 ATS Gebruikershandleiding
34
5
1
2
6
8
7
9
10
5
2
1
6
4
11
3
12
13
14
Vervolg op de volgende bladzijde...
PIN-PIN-
PIN-PIN-
PIN-
CODECODE
CODECODE
CODE
VOORVOOR
VOORVOOR
VOOR
TOEGANGTOEGANG
TOEGANGTOEGANG
TOEGANG
TOTTOT
TOTTOT
TOT
HETHET
HETHET
HET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
GEBRUIKENGEBRUIKEN
GEBRUIKENGEBRUIKEN
GEBRUIKEN
U hebt een PIN-code en/of een kaart nodig voor
het gebruik van het Advisor MASTER-systeem.
Uw PIN-code heeft vier tot tien cijfers en is uniek
voor elke gebruiker
.
De beheerder van het beveiligingssysteem heeft
uw PIN-code ingeprogrammeerd zodat u voor
specifieke taken bent geautoriseerd, bijvoorbeeld
het in- en uitschakelen van het systeem. U hebt
alleen toegang tot menu-opties waarvoor u door
uw PIN-code bent geautoriseerd. Wanneer u
probeert een optie te kiezen waartoe u niet
geautoriseerd bent, verschijnt de displaytekst Geen
toegang.
ATS Gebruikershandleiding 5
Het is ook mogelijk dat u, zelfs als u met uw PIN-
code toegang tot een menuoptie hebt, nog geen
toegang hebt tot alle bijbehorende gegevens.
Als u een menuoptie hebt opgeroepen en daarna
twee minuten lang geen toets indrukt, wordt de
optie automatisch verlaten. Het is een goede
gewoonte menuopties te verlaten door de CLEAR-
toets in te drukken en niet te wachten op deze
‘time-out’-functie, want als iemand anders
ondertussen het menu gaat gebruiken, kan dit
worden gelogd onder uw PIN-code
.
10 ON-toets (ATS1110/1111)
wordt gebruikt om na invoer van uw
PIN-code het systeem in te schakelen
11 Left/Right-toets
Voor toekomstig gebruik
12 Open-toets
wordt gebruikt om na invoer van uw
PIN-code een deur te openen (indien
geprogrammeerd)
13 Voor toekomstig gebruik
14 Up/Down-toets
wordt gebruikt om:
- het volgende of vorige item in de
menulijst te tonen
- getoonde informatie te verversen
Begin met deze tekst op het display, met de
prompttekst ‘Code’ op de onderste regel.
Druk op de toets MENU*
Het nieuwe bericht verschijnt
Voer uw PIN-code in
Druk op ENTER
Het nieuwe bericht verschijnt nu
Bladeren – zo kunt u stap voor stap door het
menu lopen: druk op ENTER om voorwaarts te
bladeren, druk op MENU* om achterwaarts te
bladeren.
Toets vervolgens het nummer in van de
menuoptie die u wilt gebruiken. Druk op
ENTER.
Springen zo springt u naar een specifieke
menuoptie: voer het menuoptienummer in en
druk op ENTER.
Verlaten – zo verlaat u de menuoptie en keert
u terug naar het oorspronkelijke display dat
boven aan de pagina getoond wordt.
Druk op CLEAR - of op O om de menuoptie
automatisch te verlaten.
Met het Advisor MASTER-systeem kunt u
verschillende functies uitvoeren. Deze functies
kunt u activeren via menuopties. De instructies
rechts op de pagina tonen hoe u tussen de
verschillende menuopties kunt kiezen.
Alleen menuopties waarvoor u met uw PIN-
code bent geautoriseerd, zijn voor u toegankelijk.
Zie pagina 5, PIN-code voor toegang tot het
systeem gebruiken, voor meer informatie.
MM
MM
M
ENUOPTIESENUOPTIES
ENUOPTIESENUOPTIES
ENUOPTIES
OPROEPENOPROEPEN
OPROEPENOPROEPEN
OPROEPEN
6 ATS Gebruikershandleiding
MENU*
O - EINDE, ENTER - OMLAAG,
* - OMHOOG O - EINDE, MENU:
GEEF CODE VOOR MENU
CODE:
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE :
OF
ENTER
ENTER
MENU*
OF
Bladeren
PIN-code
Verlaten
ENTER
OF
MM
MM
M
ENUOPTIESENUOPTIES
ENUOPTIESENUOPTIES
ENUOPTIES
OPROEPENOPROEPEN
OPROEPENOPROEPEN
OPROEPEN
CLEAR
Menuoptienummer
OF
0
ATS Gebruikershandleiding 7
Springen
Functie programmeren
Begin met deze schermtekst.
De coderegel is de onderste regel.
De LED van het gebied dat u wilt inschakelen
staat uit.
Voer uw PIN-code in
Druk op ON
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de
programmering van uw PIN-code:
PIN-code is niet geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
Nadat u een code hebt ingevoerd en op ENTER
hebt gedrukt, worden alle uitgeschakelde
gebieden automatisch ingeschakeld en keert het
display terug naar de oorspronkelijke toestand.
PIN-code is geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
U kunt kiezen uit een van de volgende drie
opties:
1. Meer gebieden tonen – hiermee kunt u het
volgende uitgeschakelde gebied in de lijst
tonen. Selecteer het gebied dat u wilt
inschakelen (zie optie 3) of druk weer op NEXT.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER.
2. Alle gebieden inschakelen – hiermee kunt u
alle gebieden tegelijk inschakelen. Druk op 0 en
vervolgens op ENTER.
3. Afzonderlijke gebieden inschakelen
hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor
een inschakelen. Voer het gebiednummer in en
druk op ENTER voor elk gebied dat u wilt
inschakelen.
Wanneer u klaar bent, drukt u weer op ENTER.
Wanneer het gebied is ingeschakeld, gaat de
rode LED behorende bij het gebied weer branden.
HH
HH
H
ETET
ETET
ET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
INSCHAKELENINSCHAKELEN
INSCHAKELENINSCHAKELEN
INSCHAKELEN
Wanneer inschakelen:
U schakelt de beveiliging van het gebouw, of alleen
van een gebied in als er niemand aanwezig is,
bijvoorbeeld aan het eind van de dag als iedereen
naar huis is. Als er zich dan een ongewenste
gebeurtenis voordoet, bijvoorbeeld een deur die
wordt geforceerd, treedt er een alarm op.
De tijdslimiet voor het verlaten van het gebouw
na inschakeling:
Nadat u het systeem hebt ingeschakeld, dient u
het gebouw (of gebied) binnen een vooraf ingestelde
tijd te verlaten, anders treedt er een alarm op.
De installateur van uw systeem kan u meedelen
hoe groot deze tijdslimiet is.
Normaal gesproken hoort u een pieptoon tijdens de
periode waarin u het gebouw mag verlaten.
Wanneer u niet kunt in- of uitschakelen:
U bent misschien niet geautoriseerd voor het in- en
uitschakelen van bepaalde gebieden omdat:
z Uw PIN-code slechts geprogrammeerd is voor
het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden in
het systeem. Ga na voor welke gebieden u bent
geautoriseerd.
z Uw alarmsysteem heeft misschien meer dan een
controlepaneel. Als dat zo is, zal elk paneel
geprogrammeerd zijn voor het in- en uitschakelen
van bepaalde gebieden binnen het gebouw.
Controleer of u het juiste bedieningspaneel gebruikt
voor de gebieden die u wilt in- of uitschakelen.
z U kunt een gebied niet inschakelen als er een
ingang is verstoord, bijvoorbeeld van een magnetisch
contact van een deur of een raam. Controleer voor
inschakeling of alle deuren en ramen goed gesloten
zijn. Als een ingang verstoord is terwijl u probeert
in te schakelen, hoort u zeven korte pieptonen;
bovendien krijgt u de melding “Active verstoord”. U
dient dan het probleem te verhelpen.
De beheerder van uw systeem kan u meedelen welke
onderdelen u kunt gebruiken en welk(e) gebied(en)
u kunt in- en uitschakelen.
8 ATS Gebruikershandleiding
HH
HH
H
ETET
ETET
ET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
INSCHAKELENINSCHAKELEN
INSCHAKELENINSCHAKELEN
INSCHAKELEN
PIN-code is geprogrammeerd
voor het weergeven van
gebieden
Alle uitgeschakelde gebieden worden in
het display weergegeven.
Bijvoorbeeld:
O-ALLE 1, KANTOOR 2, ARCHIEF 3 GEEF
GEBIED:
PIN-code is niet geprogrammeerd
voor het weergeven van gebieden
PIN-code
ON
0
ENTER
ENTER
Afzonderlijke
gebieden
inschakelen
NEXT
Meer gebieden
tonen
Gebied-
nummer
ENTER
OF
OF
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
ATS Gebruikershandleiding 9
Alle gebieden
inschakelen
Het systeem is ingeschakeld.
Begin met deze tekst op het display.
De coderegel is de onderste regel.
De LED van het gebied dat u wilt
uitschakelen is rood.
Voer uw PIN-code in
Druk op OFF
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de
programmering van uw PIN-code:
PIN-code is niet geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
Alle geprogrammeerde ingeschakelde gebieden
worden automatisch uitgeschakeld.
PIN-code is geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
U kunt kiezen uit een van de volgende vier
opties:
1. Meer gebieden tonen – hiermee kunt u het
volgende uitgeschakelde gebied in de lijst
tonen. Selecteer het gebied dat u wilt
uitschakelen (zie optie 3) of druk weer op NEXT.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER.
2. Alle gebieden uitschakelen – hiermee kunt u
alle gebieden tegelijk uitschakelen. Druk op 0 en
vervolgens op ENTER.
3. Afzonderlijke gebieden uitschakelen
hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor
een uitschakelen. Voer het nummer van een
gebied in en druk op ENTER voor elk gebied dat
u wilt uitschakelen. Wanneer u klaar bent, drukt
u weer op ENTER.
4. Exit – hiermee kunt u de uitschakelfunctie
verlaten. Druk op CLEAR. De gebieden blijven
ingeschakeld.
Wanneer een gebied is uitgeschakeld, gaat de
bijbehorende LED uit.
HH
HH
H
ETET
ETET
ET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Wanneer uitschakelen:
Als u een gebied wilt betreden dat is ingeschakeld,
dient u het beveiligingssysteem eerst uit te
schakelen, anders zou er een alarm optreden. U
kunt aan de bijbehorende rode LED op het
bedieningspaneel zien of een gebied is ingeschakeld.
De tijdslimiet bij uitschakeling:
Indien het systeem is ingeschakeld, hebt u een
vooraf ingestelde tijd om het gebied uit te schakelen
zonder een alarm te veroorzaken. De beheerder
van het systeem kan u meedelen hoe groot deze
tijdslimiet is.
Normaal gesproken hoort u een pieptoon wanneer
u naar binnen gaat.
Uitschakelen bij een opgetreden alarm:
Als er een alarmconditie is terwijl u het systeem
uitschakelt, wordt het alarm uitgezet. U dient dan
de oorzaak van het alarm na te gaan en deze te
verhelpen.
Gebruik de functie “Recente alarmen weergave” voor
het verkrijgen van een lijst van alle alarmen die
recent zijn opgetreden (zie pagina 20).
Wanneer u niet kunt uitschakelen:
U bent misschien niet geautoriseerd voor het
uitschakelen van specifieke gebieden binnen het
terrein. Zie de voorgaande sectie “Wanneer u niet
kunt in- of uitschakelen” op pagina 8 voor meer
informatie.
10 ATS Gebruikershandleiding
PIN-code is geprogrammeerd
voor het weergeven van
gebieden
Alle uitgeschakelde gebieden worden in
het display weergegeven.
Bijvoorbeeld:
O-ALLE, KANTOOR 2, ARCHIEF 3 GEEF
GEBIED:
PIN-code
OFF
0
ENTER
ENTER
Ingang-
nummer
ENTER
OF
OF
OF
Alle gebieden
uitschakelen
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE :
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
NEXT
Meer gebieden tonen
HH
HH
H
ETET
ETET
ET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
ATS Gebruikershandleiding 11
Afzonderlijke gebieden
uitschakelen
PIN-code is niet geprogrammeerd voor
het weergeven van gebieden
II
II
I
NGANGENNGANGEN
NGANGENNGANGEN
NGANGEN
OVERBRUGGENOVERBRUGGEN
OVERBRUGGENOVERBRUGGEN
OVERBRUGGEN
Met deze functie kunt u ingangen overbruggen en
deze isoleren van het beveiligingssysteem. Dit doet
u bijvoorbeeld wanneer een ingang defect is. Door
een ingang te overbruggen voorkomt u dat deze
een alarm genereert, totdat de defecte ingang is
gerepareerd.
Er kunnen ook gevallen optreden waarin u een
veilige ingang wilt overbruggen. Bijvoorbeeld
wanneer u een raam open wilt laten staan terwijl
het systeem is ingeschakeld. Door de ingang van
dit raam te overbruggen, wordt er geen alarm
gegenereerd wanneer het systeem wordt
ingeschakeld.
Begin met de coderegel op de onderste regel
van het display.
Druk op MENU*
Voer uw PIN-code in
Voer 10 in en druk op ENTER.
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de
aanwezigheid van overbrugde ingangen:
Alle ingangen zijn veilig - u kunt veilige ingangen
overbruggen als u de ingangsnummers weet.
Voer het ingangsnummer in en druk op ENTER om
de ingang te overbruggen, of druk op CLEAR om de
programmeermodus te verlaten.
Verstoorde ingangen - minstens één ingang is
verstoord. Deze kunnen op een van de volgende
twee manieren worden weergegeven:
- een voor een, of
- als een lijst van nummers
Wanneer de ingangen een voor een worden
weergegeven, kunt u van de ene naar de andere
ingang bladeren met de toets NEXT.
Afhankelijk van de status van de ingangen
kunt u:
• Verstoorde ingangen overbruggen
Voer het Ingangsnummer in en druk vervolgens op
ENTER.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER en CLEAR
om de programmeermodus te verlaten.
• Veilige ingangen overbruggen
Voer het Ingangsnummer in en druk vervolgens op
ENTER.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER en CLEAR
om de programmeermodus te verlaten of drukt u op
0.
Exit - hiermee kunt u de programmeermodus
verlaten.
Druk op CLEAR.
Druk op ENTER
(Zie pagina 6 voor meer informatie over het oproepen van
menu-opties)
12 ATS Gebruikershandleiding
PIN-Code
MENU
+
10
ENTER
Ingangen
overbruggen
Ingang-
nummer
CLEAR
All zones are sealed
Inhibit Nº :
Veilige ingangen
Het display toont :
ALLE INGANGEN ZIJN VEILIG
OVERBRUG:
Verstoorde ingangen
Verstoorde ingangen worden als volgt
weergegeven:
OF
VERSTOORD IN 4. PIR KANTOOR
OVERBRUG:
VERSTOORD IN 1, 4, 6
OVERBRUG:
ENTER
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
OVERBRUGDE INGANGEN IN DIT GEBIED
CODE:
NEXT
Bladeren
II
II
I
NGANGENNGANGEN
NGANGENNGANGEN
NGANGEN
OVERBRUGGENOVERBRUGGEN
OVERBRUGGENOVERBRUGGEN
OVERBRUGGEN
ATS Gebruikershandleiding 13
ENTER
ENTER
0
ENTER
Begin met de coderegel op de onderste regel
van het display.
OO
OO
O
VERBRUGGINGENVERBRUGGINGEN
VERBRUGGINGENVERBRUGGINGEN
VERBRUGGINGEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Deze functie gebruikt u voor het uit de
overbrugging halen van ingangen en deze
weer normaal te laten functioneren.
Druk op MENU*
Druk op ENTER
(zie pagina 6 voor meer informatie over het oproepen van
menuopties).
Voer uw PIN-code in
Toets eerst 11 in en druk vervolgens op ENTER
Wat er vervolgens gebeurt hangt af van de
aanwezigheid van overbrugde ingangen:
Geen overbrugde ingangen druk op CLEAR om
de programmeermodus te verlaten
Overbrugde ingangen – er zijn een of meer
overbrugde zones. Deze ingangen worden op een
van de twee volgende manieren weergegeven:
- een voor een, of
- als een lijst van nummers.
Wanneer de ingangen een voor een worden
weergegeven, kunt u van de ene naar de andere
ingang bladeren met de toets NEXT
.
Afhankelijk van de status van de ingang kunt u:
Overbruggingen uitschakelen
u kunt hier de geselecteerde ingangen uit de
overbrugging halen.
Voer het Ingangsnummer van de gewenste
ingangen in en druk vervolgens op ENTER.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER en CLEAR
om de programmeermodus te verlaten of druk op 0
gevolgd door ENTER
.
Exit hiermee kunt u de programmeermodus
verlaten
.
Druk op CLEAR.
14 ATS Gebruikershandleiding
OO
OO
O
VERBRUGGINGENVERBRUGGINGEN
VERBRUGGINGENVERBRUGGINGEN
VERBRUGGINGEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
MENU*
11
ENTER
ENTER
PIN-code
OVERBRUGDE INGANGEN IN DIT GEBIED
CODE:
Overbrugging
uitschakelen
Ingangsnr.
ENTER
CLEAR
All zones are sealed
Inhibit Nº :
Geen overbrugde ingangen
Het display toont :
ALLE ZONES UIT OVERBRUGGING
UIT OVERBRG:
Overbrugde ingangen
Overbrugde ingangen worden als volgt
weergegeven:
OF
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
NEXT
Bladeren
ENTER
ATS Gebruikershandleiding 15
OVERBRUGD 4. PIR KANTOOR
UIT OVERBRG:
OVERBRUGD 1, 4, 6
UIT OVERBRG:
0
ENTER
WW
WW
W
AA
AA
A
TT
TT
T
TETE
TETE
TE
DOENDOEN
DOENDOEN
DOEN
BIJBIJ
BIJBIJ
BIJ
EENEEN
EENEEN
EEN
ALARMALARM
ALARMALARM
ALARM
U kunt nu kiezen uit deze twee opties:
- Lokaal alarm accepteren – hiermee kunt u de
sirene afzetten en de alarmtoestand beëindigen.
Alle ingangen met een lokaal alarm hebben een
A (=Alarm) voor hun ingangsnummer staan.
Druk op 0 en vervolgens op ENTER.
U kunt slechts een ingang tegelijk bevestigen.
- Volledige ingangsnaam tonen – hiermee kunt u
de volledige naam weergeven van de ingang in
alarmtoestand. U weet dan de exacte plaats van
de ingang in het gebied.
Voer het ingangsnummer in en druk vervolgens
op ENTER.
Druk tweemaal op ENTER om de plaats van
het alarm te bepalen. Er wordt een lijst met
alarmen getoond.
Wat er op het display wordt getoond, hangt af van de
programmering. De ingangen kunnen als volgt worden
weergegeven:
- een voor een, of
- als een lijst van nummers.
De rode LED van het gebied waar het alarm is afgegaan,
knippert.
Het bericht Local Alarm verschijnt.
Er wordt geen bericht getoond. Alleen CODE: staat
afgebeeld. Bij een lokaal alarm gaat geen LED branden,
de tekst "Lokaal ALarm"verschijnt echter wel.
Verhelp het probleem (bijvoorbeeld door de
branddeur te sluiten).
Wanneer een alarm optreedt, knippert een rode
LED van het gebied op het bedieningspaneel.
De schermtekst
"Er zijn geen alarmen in dit
gebied
" wordt niet langer getoond.
Indien het een lokaal alarm is, wordt de
schermtekst
"Lokaal Alarm" getoond.
Er kunnen vele ingangen met een gebied
verbonden zijn. Wanneer een alarm optreedt, is
het belangrijk te weten welke ingang het
probleem veroorzaakt zodat u snel maatregelen
kunt nemen.
Wat er gebeurt bij een alarm:
Er kunnen verschillende soorten alarmen
optreden in verschillende situaties.
Lokaal alarm - Dit treedt op wanneer een
ingang wordt verstoord, terwijl een systeem is
uitgeschakeld. Het alarm is alleen binnen het
gebouw hoorbaar en wordt lokaal afgehandeld.
De LED van het gebied knippert (als dit zo is
geprogrammeerd). Het controlepaneel geeft een
continue pieptoon af totdat iemand het alarm
bevestigt via het bedieningspaneel. Op het
display staat de melding:
"Lokaal Alarm".
Het treedt bijvoorbeeld op wanneer een als
branddeur geprogrammeerde ingang verstoord
wordt.
U hoeft geen contact op te nemen met de
particuliere alarmcentrale.
Alarm - Het exacte type alarmsignaal hangt af
van de programmering van het systeem
(knipperlichten, sirenes, ...). De LED op het
bedieningspaneel knippert snel.
Het kan 24 uur per dag optreden, afhankelijk van
de programmering, bijvoorbeeld vanwege een
deur die wordt geforceerd terwijl het gebied is
ingeschakeld.
Een alarm kan zo worden geprogrammeerd dat
het wordt doorgegeven aan de particuliere
alarmcentrale.
Vervolg op de volgende bladzijde...
16 ATS Gebruikershandleiding
ENTER
Alarm
accepteren
Volledige
ingangsnaam tonen
ENTER
LOKAAL ALARM
CODE :
LOKAAL ALARM IN A4, BRANDDEUR
NEXT OF ENTER:
LOKAAL ALARM IN A4, A5, A9
INGANGNR:
0
ENTER
Indien uw systeem is
geprogrammeerd om alarmen te
herhalen, wordt het
alarmsignaal automatisch
herhaald na een ingestelde tijd
zolang u de oorzaak van het
alarm niet hebt weggenomen,
ongeacht hoe vaak u het alarm
hebt geaccepteerd.
EE
EE
E
ENEN
ENEN
EN
LOKAALLOKAAL
LOKAALLOKAAL
LOKAAL
ALARMALARM
ALARMALARM
ALARM
AFZETTENAFZETTEN
AFZETTENAFZETTEN
AFZETTEN
ENTER
Zone-
nummer
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
NEXT
Bladeren
OF
Verhelp het probleem
ATS Gebruikershandleiding 17
Op het paneel knippert een LED van een gebied
om aan te geven in welk gebied er een alarm is
opgetreden.
Voer uw PIN-code in.
WW
WW
W
AA
AA
A
TT
TT
T
TETE
TETE
TE
DOENDOEN
DOENDOEN
DOEN
BIJBIJ
BIJBIJ
BIJ
EENEEN
EENEEN
EEN
ALARMALARM
ALARMALARM
ALARM
(vervolg)(vervolg)
(vervolg)(vervolg)
(vervolg)
Druk op OFF.
De LED stopt met knipperen. Het gebied is nu
uitgeschakeld.
Verhelp het probleem (bijvoorbeeld door de deur
te sluiten).
Systeemalarm - dit alarm kan te allen tijde
optreden. Het soort alarmsignaal hangt af van
de programmering van het systeem
(knipperlichten, sirenes,...).
Het treedt op wanneer de beveiligingsapparatuur
(bijvoorbeeld het paneel) wordt gesaboteerd, of
wanneer zich een storing voordoet.
U kunt een systeemalarm alleen afzetten als u
daarvoor met uw PIN-code toe bent
geautoriseerd.
Het systeem kan zo worden geprogrammeerd dat
er automatisch contact met de particuliere
alarmcentrale wordt opgenomen.
Met wie moet u contact opnemen bij een alarm:
Neem bij een alarm contact op met de
installateur van uw beveiligingssysteem.
De volgende problemen kunnen zich voordoen:
z Er is een defecte ingang - Deze zal een alarm
blijven veroorzaken totdat die ingang wordt
overbrugd (zie pagina 10).
Zodra u een defecte ingang overbrugt, wordt het
alarm automatisch afgezet.
z Uw PIN-code werkt niet wanneer u het alarm
probeert af te zetten - daarvoor kunnen twee
redenen zijn:
- U kunt slechts een alarm afzetten voor een
gebied als uw PIN-code daarvoor is
geprogrammeerd. Als dat niet het geval is en u
probeert een alarm af te zetten, wordt het
gebied misschien in- of uitgeschakeld.
- U kunt een systeemalarm alleen afzetten indien
uw PIN-code daarvoor is geautoriseerd.
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de
programmering van uw PIN-code:
PIN-code is niet geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
Alle geprogrammeerde gebieden worden
automatisch uitgeschakeld.
PIN-code is geprogrammeerd voor het tonen van
gebieden
U kunt kiezen uit een van de volgende vier opties:
1. Meer gebieden tonen – hiermee kunt u het
volgende ingeschakelde gebied in de lijst tonen.
Selecteer het gebied dat u wilt uitschakelen (zie
optie 3) of druk weer op NEXT. Wanneer u klaar
bent, drukt u op ENTER.
2. Alle gebieden uitschakelen – hiermee kunt u
alle gebieden tegelijk uitschakelen. Druk op 0 en
vervolgens op ENTER.
3. Afzonderlijke gebieden uitschakelen
hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor
een uitschakelen. Voer het nummer in van het
gebied dat u wilt uitschakelen. Wanneer u klaar
bent, drukt u weer op ENTER.
4. EXIT– Druk op CLEAR. De gebieden blijven
ingeschakeld.
18 ATS Gebruikershandleiding
CODE :
EE
EE
E
ENEN
ENEN
EN
GEBIEDGEBIED
GEBIEDGEBIED
GEBIED
ININ
ININ
IN
ALARMTALARMT
ALARMTALARMT
ALARMT
OESTOEST
OESTOEST
OEST
ANDAND
ANDAND
AND
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
PIN-code is geprogrammeerd
voor het tonen van gebieden
Alle ingeschakelde gebieden worden
getoond. Bijvoorbeeld:
O-ALLE, KANTOOR 2, ARCHIEF 3
GEEF GEBIED:
PIN-code
OFF
0
ENTER
ENTER
NEXT
Meer gebieden
tonen
Ingang-
nummer
ENTER
OF
OF
Alle gebieden
uitschakelen
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
OF
Verhelp het probleem
ATS Gebruikershandleiding 19
Afzonderlijke
gebieden
uitschakelen
PIN-code is niet geprogrammeerd
voor het tonen van gebieden
EE
EE
E
ENEN
ENEN
EN
LIJSTLIJST
LIJSTLIJST
LIJST
VANVAN
VANVAN
VAN
RECENTERECENTE
RECENTERECENTE
RECENTE
ALARMENALARMEN
ALARMENALARMEN
ALARMEN
MAKENMAKEN
MAKENMAKEN
MAKEN
ALS ER GEEN ALARM IS:
Druk twee maal op de ENTER-toets om informatie
over de laatste alarmen op te vragen.
Op het display staat waar het alarm is opgetreden.
U kunt nu:
- de laatste alarmen in detail bekijken. Druk op
1.
- het overzicht verlaten. U kunt het historisch
overzicht van de alarmen verlaten en terugkeren
naar het oorspronkelijke display. Druk op 0.
Dit is een snelle en gemakkelijke manier om
na te gaan waar en wanneer alarmen zijn
opgetreden. Deze informatie is nuttig
wanneer u een alarm hebt moeten afzetten
zonder eerst de oorzaak na te gaan.
Als er tijdens het opvragen van de lijst een
alarm actief is, wordt er alleen informatie over
dat alarm getoond.
ALS ER EEN ALARM IS:
Druk tweemaal op de ENTER knop om informatie
over huidige alarmen te krijgen.
Op het display staat waar het alarm is
opgetreden.
U kunt nu:
- door de lijst bladeren. Druk op NEXT.
- de lijst verlaten. U kunt de lijst van de
alarmhistorie verlaten en terugkeren naar het
oorspronkelijke display. Druk op ENTER.
20 ATS Gebruikershandleiding
EE
EE
E
ENEN
ENEN
EN
LIJSTLIJST
LIJSTLIJST
LIJST
VANVAN
VANVAN
VAN
RECENTERECENTE
RECENTERECENTE
RECENTE
ALARMENALARMEN
ALARMENALARMEN
ALARMEN
MAKENMAKEN
MAKENMAKEN
MAKEN
AA
AA
A
LSLS
LSLS
LS
ERER
ERER
ER
EENEEN
EENEEN
EEN
ALARMALARM
ALARMALARM
ALARM
ISIS
ISIS
IS
ER ZIJN GEEN ALARMEN IN DIT GEBIED
CODE:
13:23 - 31/10 - ALARM Ingang 1
1-Scan, Ø Einde:
1
ER ZIJN GEEN ALARMEN VOOR DIT GEBIED
CODE:
ENTER
ENTER
Lijst met recente
alarmen verlaten
OF
Bladeren door
recente alarmen
0
CODE:
ALARM IN T3
NEXT OF ENTER
NEXT
CODE:
ENTER
ENTER
Verlaten
OF
Voorwaarts
bladeren
ENTER
AA
AA
A
LSLS
LSLS
LS
ERER
ERER
ER
GEENGEEN
GEENGEEN
GEEN
ALARMALARM
ALARMALARM
ALARM
ISIS
ISIS
IS
ATS Gebruikershandleiding 21
WW
WW
W
OORDENLIJSTOORDENLIJST
OORDENLIJSTOORDENLIJST
OORDENLIJST
Controlepaneel Dit is het “brein” van het systeem. Het houdt toezicht op alle ingangen
en bepaalt hoe te reageren.
Gebied Een deel van het systeem met eigen beveiligingsvereisten.
Een systeem kan in een aantal verschillende gebieden opgedeeld zijn,
bijvoorbeeld een vergaderzaal, een kantoor en een magazijn.
Geheugen Een lijst van recente alarmgebeurtenissen die opgeslagen zijn in een
geheugen.
Deze kunnen worden weergegeven op het LCD-display van het
bediendeel.
Ingang Een ingang wordt aangesloten op apparatuur die een alarm kan
genereren, zoals een magnetisch contact of een PIR-apparaat. Elke
ingang heeft een eigen nummer en bijbehorende naam, bijvoorbeeld:
6 Toegang.
Ingeschakeld Het beveiligingssysteem is ingeschakeld.
LCD De schermteksten worden weergegeven op het Liquid Crystal Display van
het bediendeel dat verbonden is met het controlepaneel.
LED Een Light Emitting Diode is een lampje op het controlepaneel dat een
status aangeeft, bijvoorbeeld een veilige status of een alarm.
Een LED kan groen (230v), oranje (storing), of rood (ingeschakeld/
alarm) zijn, afhankelijk van de status.
Overbrugd De ingang is tijdelijk losgekoppeld van het beveiligingssysteem.
Particuliere alarmcentrale Een bedrijf dat de toestand van een beveiligingsinstallatie bewaakt en
afgesproken opvolging onderneemt bij afgesproken voorvallen.
PIN-code Het Persoonlijke Identificatie Nummer waarmee u het systeem kunt in-
en uitschakelen; eventueel kunt u hiermee ook autorisatie hebben voor
andere functies.
Het is een 4- tot 10-cijferig getal dat in het beveiligingssysteem moet
worden ingevoerd via het bediendeel alvorens de meeste functies
uitgevoerd kunnen worden.
Elke gebruiker heeft een unieke PIN-code.
PIR-detector Een apparaat dat beweging detecteert met behulp van passieve
infrarood-technologie.
Sabotage Een sabotagefunctie voorkomt dat ingangen of het controlepaneel
worden ontregeld of vernield, bijvoorbeeld door het onderbreken of
kortsluiten van een kabel. Als een dergelijke situatie wordt
gedetecteerd, treedt er een alarm op.
Uitgeschakeld Het beveiligingssysteem is uitgeschakeld. De ingangen voor sabotage,
dwang, overval, paniek en brand functioneren nog.
Veilige ingang Het op de ingang aangesloten detectieapparaat is niet geactiveerd,
bijvoorbeeld omdat de deur dicht is.
Verstoorde ingang Het op de ingang aangesloten detectie apparaat is verstoord,
bijvoorbeeld omdat er een deur openstaat.
22 ATS Gebruikershandleiding
II
II
I
NDEXNDEX
NDEXNDEX
NDEX
A
Afzetten van een alarm 18
Alarm
afzetten 19
accepteren 16
locatie bepalen 16
lijst maken van recente alarmen 20
lokaal alarm 16
met wie contact opnemen wanneer alarm optreedt 18
PIN-code werkt niet 18
uitschakelen van gealarmeerde ingang 19
Accepteren van lokale alarmen 16
B
Bedieningspaneel
welk te gebruiken voor in-/uitschakelen 8
I
Ingangen
defect 12
overbruggen 12
overbrugging uitschakelen 14
veilig 12
verstoord 12
Inschakelen
afhankelijk van programmering PIN-code 8
instelbare tijd voor verlaten van gebied 8
situaties waarin u niet kunt in-/uitschakelen 8
tonen van uitgeschakelde gebieden 8
wanneer inschakelen 8
L
LED
rood 8
uit 10
Lijst maken van recente alarmen 20
Lokaal alarm
afzetten 17
accepteren 17
locatie bepalen 16
M
Menuopties
oproepen van 6
springen naar een specifieke menu-optie 6
O
Oproepen van menuopties 6
Overbruggen van ingangen
venster open laten bij inschakelen systeem 12
Overbruggingen uitschakelen 14
P
PIN-code
gebruik 5
restricties op gebruik 5
PIN-code werkt niet
bij afzetten van alarm 18
bij in-/uitschakelen 8
R
Recente alarmen
lijst maken 20
S
Displayteksten
lokaal alarm 16
Geen toegang 5
Symbolen gebruikt in deze handleiding 3
Systeemalarm 18
T
Toetsenbord
beschrijving 4
U
Uitschakelen
afhankelijk van programmering van PIN-code 10, 18
ingang in alarmtoestand 19
ingestelde inlooptijd 10
situaties waarbij u niet kunt uitschakelen 10
tonen van ingeschakelde gebieden 10, 18
wanneer uitschakelen 10
W
Woordenlijst 22
ATS Gebruikershandleiding 23
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Aritech ATS Advisor Master bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Aritech ATS Advisor Master in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,29 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info