Warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD
100
- Hydraulische veiligheidsgroep 1/2" (voor producten met toevoerleidingen met een diameter 1/2") cod. 877084;
- Hydraulische veiligheidsgroep 3/4" (voor producten met toevoerleidingen met een diameter 3/4") cod. 877085;
- Sifon 1 " cod. 877086.
Sommige landen vereisen het gebruik van alternatieve hydraulische beveiligingen, in overeenstemming met de
vereisten van plaatselijke wetten. Het is de taak van de gekwalificeerde installateur, belast met het installeren van het
product, om te beoordelen of de te gebruiken beveiliging geschikt is volgens de geldende voorschriften. Het is verboden
om afsluiters (kleppen, kranen, enz.) tussen de beveiliging en de waterverwarmer te plaatsen.
De afvoer van het systeem moet verbonden worden aan een afvoerbuis met een diameter die niet minder is dan die
van de aansluiting aan het apparaat (3/4”), door middel van een sifon die een beluchtingsopening van minstens 20 mm
mogelijk maakt en die een visuele controle toestaat, om te vermijden dat in het geval van het in werking treden van het
systeem zelf, schade wordt veroorzaakt aan personen, dieren of voorwerpen, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld. Sluit de ingang van het mechanisme ter voorkoming van de overdruk m.b.v. een flexibele buis aan
op de koudwaterkraan. Indien noodzakelijk kunt u een afsluitkraan gebruiken. Indien de leegloopkraan wordt
opengedraaid dient u bovendien te zorgen voor een afvoerbuis die aan de uitgang wordt verbonden.
Als u het mechanisme tegen de overdruk vastschroeft moet u deze op het einde niet forceren en er niet aan sleutelen.
Een licht druppelen van het mechanisme tegen de overdruk is normaal in de verwarmingsfase, daarom raden wij u aan
de afvoer aan te sluiten (deze moet altijd in verbinding staan met de atmosfeer) op een draineerbuis die in een
doorlopende helling naar beneden is geïnstalleerd, in een omgeving vrij van ijs. Op dezelfde buis is het bovendien
noodzakelijk een condensdrainage aan te sluiten d.m.v. de speciale koppeling aan de onderzijde van de boiler.
Het apparaat mag niet werken met water waarvan de hardheid lager is dan 12°F. Aan de andere kant wordt bij
extreem hard water het gebruik van een ontharder aangeraden die correct is afgesteld en gecontroleerd; (meer dan
25°F); In dit geval mag de resterende hardheid niet onder de 15°F raken.
Mocht de waterdruk dichtbij de ijkingwaarden van de klep liggen, dan moet een drukverlager worden aangebracht, zo
ver mogelijk van het apparaat.
AFB 12. A:Warm water / B:Koud water / C:Veiligheidsgroep / D:Afsluitkraan / E:Dielektrische verbindingselementen
OPGELET! Spoel de leidingen van de installatie grondig door, zodat eventuele resten van gesneden
schroefdraden, soldeerwerk of ander vuil, die de normale werking van het apparaat kunnen verhinderen,
verwijderd worden.
4.11 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING:
Voordat u toegang tot terminals, moeten alle voedingsstroomkringen worden losgekoppeld.
Het apparaat wordt geleverd met een voedingskabel (wanneer deze vervangen moet worden, dient men een originele
vervangingskabel te gebruiken die door de fabrikant wordt geleverd).
Het is noodzakelijk een controle uit te voeren van de elektrische installatie en de conformiteit te toetsen aan de geldende
normen. Controleer of de installatie geschikt is voor het maximaal opgenomen vermogen van de boiler (kijk op het
typeplaatje), zowel voor wat betreft de doorsnede van de kabels als voor wat betreft hun conformiteit aan de geldende
normen. Meervoudige stekkers, verlengsnoeren of adapters zijn verboden. Het is verboden om de leidingen van het
hydraulische systeem, het verwarmingssysteem en het gas te gebruiken voor de aardaansluiting van het
apparaat.
Vóór de inbedrijfstelling moet u controleren of de netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje van de
apparaten. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door afwezigheid van een
aardaansluiting of vanwege problemen in de elektriciteitstoevoer. Voor het van het net uitschakelen van het apparaat
gebruikt u een tweepolige schakelaar die voldoet aan de geldende normen IEC-EN (min. afstand tussen de
contactpunten 3 mm, beter indien voorzien van zekeringen). Het apparaat moet voldoen aan de Europese en nationale
normen, en moet worden beschermd door een 30mA aardlekschakelaar.