Warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD
88
ALGEMENE INFORMATIE
1.1 Betekenis van de gebruikte symbolen
Voor wat betreft de veiligheidsaspecten van installatie en gebruik, en teneinde de aanwijzingen betreffende de risico's
te benadrukken, worden een aantal symbolen gebruikt wiens betekenis in de hier volgende tabel wordt uitgelegd.
1.2 Toepassing
Dit apparaat dient voor het verwarmen van tapwater, dus tot een temperatuur die lager is dan het kookpunt, in een
huiselijke of soortgelijke omgeving. Het apparaat moet een hydraulische aansluiting hebben op een tapwaternet en een
elektrische voeding. Het kan toevoer- en afvoerleidingen hebben voor de in- en uitgang van de gebruikte lucht.
Het is verboden om het apparaat voor andere doeleinden te gebruiken dan hetgeen wordt beschreven in deze
handleiding. Elk ander oneigenlijk gebruik is niet toegestaan. Het is in het bijzonder verboden het apparaat te gebruiken
in industriële installaties en/of het apparaat te installeren in een corrosieve of explosieve omgeving. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die voortkomt uit een foute installatie, oneigenlijk gebruik,
irrationeel gedrag en van een niet complete of onnauwkeurige toepassing van de aanwijzingen in deze handleiding.
Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik door personen (inclusief kinderen) met een beperkt
lichamelijk of sensorieel vermogen of door personen zonder de nodige ervaring of kennis, tenzij zij
worden gecontroleerd of onderwezen betreffende het gebruik van het apparaat door personen die
verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid. Kinderen moeten worden gecontroleerd door personen die
verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid en die zich ervan verzekeren dat zij niet met apparaat spelen.
1.3 Voorschriften en technische normen
De installatie is voor rekening van de koper en moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, overeenkomstig
de geldende nationale installatienormen en eventuele voorschriften van de locale autoriteiten en van instellingen voor
de volksgezondheid, volgens de specifieke aanwijzingen die de fabrikant in de huidige handleiding beschrijft. De
fabrikant is verantwoordelijk voor de conformiteit van het product aan de richtlijnen, wetten en constructienormen die
het product aangaan en die gelden op het moment dat het product voor de eerste keer op de markt wordt gebracht. De
kennis en het naleven van de wetsbepalingen en de technische normen betreffende het ontwerp van de installaties, de
plaatsing, de werking en het onderhoud zijn een exclusieve taak van de ontwerper, de installateur en de gebruiker, ieder
voor hun specifieke taken. De verwijzingen naar wetten, normen of technische regels worden in de huidige handleiding
puur ter informatie geciteerd. Het in werking treden van nieuwe bepalingen of wijzigingen op de geldende normen
verplicht de fabrikant op geen enkele wijze t.o.v. derden. U dient zich ervan te verzekeren dat het elektriciteitsnet waarop
het apparaat wordt aangesloten conform is aan de norm EN 50160 (indien dit niet het geval is, vervalt de garantie).
Voor Frankrijk: controleer of de installatie conform is aan de norm NFC 15-100. Bij het aanbrengen van onprofessionele
wijzigingen aan de producten en/of aanhorige onderdelen vervalt de garantie.
1.4 Productcertificaties
De plaatsing van de CE markering op het apparaat garandeert de conformiteit aan de volgende EU Richtlijnen, aan
wiens fundamentele rekwisieten het voldoet:
- 2014/35/EU betreffende de elektrische veiligheid (EN/IEC 60335-1; EN/IEC 60335-2-21; EN/IEC 60335-2-40);
- 2014/30/EU betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (EN 55014-1; EN 55014-2; EN 61000-3-2; EN 61000-
3-3);
- Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en
elektronische apparatuur (EN 50581).
- Verordening (EU) n. 814/2013 betreffende ecodesign (n. 2014/C 207/03 - overgangsmeet- en -
berekeningsmethoden)
De controle van de prestaties wordt uitgevoerd in navolging van de volgende technische normen: