communicatie is vereist. Onder bepaalde omstandigheden kunnen sommige
accessoires de draadloze prestaties van de iPhone beïnvloeden. De draadloze
prestaties kunnen mogelijk worden verbeterd door de iPhone en het op de
iPhone aangesloten accessoire te draaien of te verplaatsen.
De juiste temperaturen voor de iPhone De iPhone dient te worden gebruikt
in een omgeving waar de temperatuur tussen de 0 en 35 ºC ligt en bewaard
in een omgeving waar de temperatuur tussen de -20 en 45 ºC ligt. Als de
temperatuur lager of hoger is dan aanbevolen, is de gebruiksduur van de
batterij mogelijk tijdelijk korter of werkt de iPhone mogelijk tijdelijk niet
naar behoren. Als u uw iPhone in een geparkeerde auto of in direct zonlicht
laat liggen, bestaat het risico dat de aanbevolen omgevingstemperatuur
wordt overschreden. Probeer een extreme verandering in de temperatuur of
luchtvochtigheid te voorkomen tijdens het gebruik van de iPhone; hierdoor kan
namelijk condensvorming op of in de iPhone ontstaan.
Wanneer u de iPhone gebruikt of de batterij oplaadt, wordt de iPhone warm.
Dit is normaal. De behuizing van de iPhone fungeert als een koelvlak waarlangs
warmte die in de iPhone is ontstaan, wordt afgevoerd naar buiten.
Blootstelling aan radiogolven De iPhone bevat een radiozender en
-ontvanger. Als de iPhone is ingeschakeld, ontvangt en verstuurt deze
radiogolven via de antenne. De antenne voor mobiele telefonie bevindt zich
aan de achterkant van het apparaat, in de buurt van de dockconnector. De
antenne voor Wi-Fi en Bluetooth bevindt zich bovenin aan de achterkant van
de iPhone.
Deze instructies en voorzorgsmaatregelen zorgen ervoor dat uw mobiele
apparaat optimaal presteert en dat de RF-blootstellingsrichtlijnen van de FCC,
IC en de Europese Unie niet worden overschreden. Houd de iPhone met de
dockconnector naar beneden in de richting van uw schouder wanneer de
ingebouwde audio-ontvanger van de iPhone is ingeschakeld om ervoor te
zorgen dat de antenne zo ver mogelijk van uw lichaam is verwijderd. Wanneer
u met de iPhone een telefoongesprek voert of gegevens draadloos via een
mobieletelefoonnetwerk verstuurt, moet u ervoor zorgen dat de afstand tussen
de iPhone en uw lichaam ten minste 15 mm bedraagt. Gebruik bovendien
alleen draagtasjes, riemclips en houders die geen metalen delen bevatten en
die ervoor zorgen dat de iPhone zich op ten minste 15 mm afstand van uw
lichaam bevindt.
De iPhone is zo ontworpen en gefabriceerd dat deze voldoet aan de
blootstellingslimiet voor radiogolven (RF-straling) zoals die is vastgesteld
door de Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC), Industry
Canada (IC), regulerende instanties in Japan, de Europese Unie en andere
landen. De blootstellingsnorm wordt uitgedrukt in een maateenheid die
speciek absorptietempo (SAT) wordt genoemd. De volgende SAT-limieten zijn
voor de iPhone ingesteld door respectievelijk de FCC, Industry Canada en de
Raad van de Europese Unie: 1,6 watt per kilogram (W/kg), 1,6 W/kg en 2,0 W/
kg. Tests van het SAT zijn uitgevoerd op de standaardlocaties (bij het oor en
gedragen op het lichaam) die door deze organisaties zijn vastgesteld, waarbij
de iPhone op het grootste toegestane zendvermogen was ingesteld voor alle
geteste frequentiebanden. Hoewel het SAT wordt gemeten bij het grootste
toegestane zendvermogen van elke frequentieband, kan het werkelijke
SAT-niveau ruimschoots onder het maximumniveau liggen omdat de iPhone
het cellulaire zendvermogen aanpast aan de afstand waarop het draadloze