Animo
FC GL HW07/99
5
5.2 Doorstroomwaterkoker
1. Maak de binnenpotten schoon met een
vochtig doek.
2. Steek het aansluitsnoeren met de
toestelcontactstop achter in de container
en de stekker in de wandcontactdoos van
de zuil (fig. 2H) en schakel de container
aan door schakelaar (fig. 2I) in te
schakelen. De containers gaan
verwarmen.
3. Neem de doorstroomwaterkoker ingebruik
door op de 1/4 stand te drukken (fig. 2C).
Het apparaat vult zich en het doorstroom-
proces begint.
4. Met de stopknop (fig. 2G) kan het
zetproces op ieder gewenst moment
worden onderbroken.
5. De doorstroomwaterkoker is klaar voor
gebruik nadat het piepsignaal is gegaan.
6. GEBRUIK
√ Koffiezetten, zie hoofdstuk 6.1
√ Theezetten, zie hoofdstuk 6.2
√ Heet water aftappen, zie hoofdstuk 6.3
De zwenkarm van doorstroomwaterkoker is
uitgerust met een beveiliging waardoor het
alleen mogelijk is het proces te starten als
deze in de juiste positie boven het midden van
het filter staat. Als de zwenkarm tijdens het
zetproces uit positie genomen wordt, wordt
het proces gestopt, gaat het controlelampje
knipperen en klinkt een piepsignaal.
Basis regels voor het koffiezetten
• Gebruik standaardmaling ( ±50 gram per
liter).
• Houd de container en de opzetfilters
schoon.
6.1 Koffiezetten
1. De binnenpot van de container moet fris
en schoon zijn.
2. De container voor gebuik gedurende
10 minuten met heetwater (ca. 2 Liter) en
ingeschakeld verwarmingselement
voorverwarmen. Steek de stekker van het
aansluitsnoer in de contactdoos op de
doorstroomzuil (fig. 2H).
Schakel de container aan door op de
doorstroomzuil schakelaar (fig. 2I)
in te schakelen. Het controlelampje op de
container gaat nu branden.
3. Plaats een korfilterpapier met een
afgepaste hoeveelheid koffie (standaard
maling) in het opzetfilter en verdeel de
koffie gelijkmatig in het filter.
De hoeveelheid bedraagt over het
algemeen 45 - 50 gram per liter.
4. Tap eerst het water uit de container af.
5. Plaats de menger in de container.
6. Plaats het waterverdeeldeksel op het
filter, en zet het opzetfilter op de
container en draai de zwenkarm boven
het midden van het filter.
7. Start de doorstroomwaterkoker door de
gewenste hoeveelheid op het bedienings-
paneel in te schakelen (fig. 2C, D, E of F).
Het bijbehorende controlelampje gaat
branden. Als het lampje gaat knipperen
betekent dit dat de zwenkarm niet boven
de opening van het filterdeksel staat.
8. Met de stopknop (fig. 2G) kan het
zetproces op ieder gewenst moment
worden onderbroken.
9. Het koffiezetten begint, de menger in de
container zorgt voor een gelijkmatige
constante kwaliteit van de koffie,
waardoor omschenken van de koffie
(met tijd, temperatuur en aromaverlies)
overbodig wordt. De temperatuur van de
koffie wordt door een thermostaat op
80˚- 85˚C gehouden. De bewaartijd van
de koffie wordt door de melange bepaald
en bedraagt in het algemeen 1 à 1,5 uur.
10. Na ca. 10-14 minuten, klinkt een piep-
signaal, als teken dat het doorstroom-
proces klaar is.
11. Verwijder na beëindiging van het
zetproces en nadat het opzetfilter is
uitgelekt, het opzetfilter en plaats direct
het deksel op de container.
12. Reinig het opzetfilter.
A - Deksel met waterverdeler
B - Opzetfilter met korffilterinzetstuk
C- Menger
D- Container DE met deksel
D
A
C
B