10
3.3 Wateraansluiting
Sluit het apparaat met behulp van de wateraansluitslang aan op een goed toegankelijke beluchterkraan,
die in geval van problemen snel dichtgedraaid kan worden. De minimale waterdruk mag niet onder 0,2 bar
(bij 5 ltr./min. stromingsdruk) komen.
Let op! Het apparaat mag uitsluitend op een koud water aansluitpunt aangesloten worden.
3.3.1 Waterbehandeling
Wij adviseren nadrukkelijk een waterontharder en/of een waterfilter te gebruiken als het leidingwater te sterk
gechloreerd of te hard (> 8°dH) is. Dit verhoogt de kwaliteit van de koffie en voorkomt al te vaak ontkalken
van het apparaat.
3.4 Waterafvoer
De overloopleiding van het apparaat moet in open verbinding aan de afvoer (sifon) worden aangesloten,
zodat in geval van een storing of onderhoudswerkzaamheden het overtollige water wordt afgevoerd.
3.5 Elektrische aansluiting
De wandcontactdoos met randaarde en de met een hoofdschakelaar afgezekerde groep behoren tot
de elektrische installatie. Op deze groep mogen geen zware machines zijn aangesloten die tijdens het
inschakelen spanningsschommelingen kunnen veroorzaken.
Een met krachtstroom (3 fase) uitgevoerd apparaat wordt fabrieksmatig geleverd zonder stekker.
Bij de installatie moet het apparaat voorzien worden van een door de installateur geadviseerde elektrisch
geschikte stekker.
• (fig. 3) Bij 3N~ 400V (5 aderige kabel).
• (fig. 4) Bij 3~ 230V (4 aderige kabel).
• (fig. 5) Bij 1N~ 230V (3 aderige kabel).
Neem de volgende aanwijzingen in acht als u een nieuwe stekker monteert:
1. De groen/geel gekleurde ader ("AARDE") moet worden aangesloten aan de klem die gemerkt is
met de letter "E", het "aarde" symbool ( ) of groen of groen/geel gekleurd is.
2. De blauw gekleurde ader ("NUL") moet worden aangesloten aan de klem die gemerkt is met de
letter "N" of zwart gekleurd is
3. De bruin en zwart gekleurde aders ("FASE") moeten worden aangesloten aan de klemmen die
gemerkt zijn met de letter "L1, L2 en L3" of rood gekleurd is zijn.
03/04
ComBi
line
WAARSCHUWING
• Voedingspanningen en frequenties kunnen per land verschillend zijn.
Controleer of het apparaat geschikt is voor aansluiting op het plaatselijke elektriciteitsnet.
Controleer of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen.
fig. 3
fig. 5
fig. 4