723482
31
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
VAATWASMACHINES
Schakel de vaatwasmachine pas in nadat u deze handleiding heeft doorgelezen!
GEBRUIKSAANWIJZING NL
EGSP 14696 E
2
Voordat u de stekker van de vaatwasmachine in het stopcontact steekt
en begint met het gebruik, moet u de volledige gebruiksaanwijzing en in-
stallatiehandleiding aandachtig doorlezen. De aanwijzingen hieruit helpen
bij het vermijden van lichamelijk letsel en beschadiging van het apparaat.
Bewaar de documentatie van de vaatwasmachine op een veilige plaats,
zodat u hem altijd kunt raadplegen.
Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld voor verschillende apparaten en
het kan gebeuren dat sommige functies niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
BESTE GEBRUIKER!
GEFELICITEERD MET UW KEUZE VOOR EEN PRODUCT VAN
AMICA
Hieronder vindt u de verklaring van de symbolen die voorkomen in deze gebruiksaanwijzing:
Verbod op het uitvoeren van bepaalde
handelingen door de gebruiker.
Gevaren die voortkomen uit onjuist
gebruik van het apparaat en handelingen
die alleen mogen worden verricht door
competente personen, bijvoorbeeld van de
service van de producent.
De vaatwasmachine is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De producent behoudt zich het recht voor
om wijzigingen aan te brengen die het
gebruik van het apparaat niet beïnvloeden.
Belangrijke informatie voor de veiligheid
van de gebruiker en de juiste exploitatie
van het apparaat.
Aanwijzingen voor het gebruik van het
apparaat.
i
Informatie over milieubescherming.
INHOUDSOPGAVE
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG GEBRUIK 3
HOE ZORG IK VOOR HET MILIEU 6
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT 7
MAAK KENNIS MET UW APPARAAT 9
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT 11
INRUIMEN VAN DE VAATWASMACHINE MET VAATWERK 16
INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT EN PROGRAMMAKEUZE 19
PROGRAMMATABEL 21
REINIGING EN ONDERHOUD 22
FOUTCODES EN HANDELINGEN BIJ STORINGEN 23
PRAKTISCHE ADVIEZEN EN NUTTIGE INFORMATIE 24
INBOUWEN VAN HET APPARAAT 25
PRODUCTKAART 32
3
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Voor de installatie
Controleer het apparaat met
het oog op transportbescha-
digingen. U mag een bescha-
digd apparaat nooit installeren
of gebruiken. Neem bij twijfel
contact op met de verkoper.
Voor het eerste gebruik
Bekijk de aanwijzingen voor
de installatie (hieronder).
Laat de aarde-aansluiting
uitvoeren door een gekwa-
liceerde elektricien.
De producent is niet aan-
sprakelijk voor schade die
is ontstaan door het gebruik
van een nietig geaard appa-
raat.
Controleer voordat u het
apparaat aansluit of de ge-
gevens die staan vermeld
op het typeplaatje overeen-
komen met de gegevens
van het lokale elektriciteit-
snetwerk.
Koppel tijdens de installatie
de vaatwasmachine los van
het elektriciteitsnet.
Gebruik altijd de originele
stekker die is meegeleverd
met het apparaat.
Sluit het apparaat niet aan
op het elektriciteitsnet met
behulp van een verleng-
snoer. Verlengsnoeren bie-
den onvoldoende veiligheid
(ze kunnen bv. oververhit
raken).
Na de installatie van het
apparaat moet de stekker
goed toegankelijk zijn.
Dit apparaat mag worden
gebruikt door kinderen die
ouder zijn dan 8 jaar en door
personen met fysieke of
geestelijke beperkingen en
personen zonder ervaring en
kennis van het apparaat, in-
dien er toezicht is of wanneer
zij zijn geïnstrueerd over
veilig gebruik van het appa-
raat, op zodanige wijze dat
de gevaren begrijpelijk zijn.
Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen. Zonder
toezicht mogen kinderen het
apparaat niet reinigen of on-
derhouden.
Zorg dat kinderen die jonger
zijn dan 3 jaar niet bij het ap-
paraat kunnen komen, tenzij
ze onder permanent toezicht
staan.
Veiligheid van kinderen
• Laat kinderen niet met dit
apparaat spelen.
Afwasmiddelen voor vaat-
wasmachines kunnen een
bijtende werking hebben
op de ogen, mond en keel.
Lees de veiligheidsaanwij-
zingen die door de produ-
cent van het afwasmiddel
op de verpakking zijn ge-
plaatst.
4
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Laat kinderen nooit zonder
toezicht als het apparaat
openstaat. Er kunnen zich
nog resten afwasmiddel in
bevinden.
Het water in de afwasma-
chine is niet geschikt om te
drinken. Gevaar voor letsel
als gevolg van bijtende mid-
delen.
Wees voorzichtig als u de
deur tijdens het waspro-
gramma opent vanwege de
hoge watertemperatuur.
Plaats lange en scherpe/
puntige voorwerpen (bv.
vorken, messen) in de be-
stekkorf, met de punt naar
beneden, of leg ze plat in
de bovenste korf, om even-
tueel letsel te voorkomen.
Dagelijkse bediening
Gebruik het apparaat alleen
in het huishouden voor de
volgende handelingen: het
afwassen van vaatwerk.
Gebruik geen chemische
oplosmiddelen in het appa-
raat, er bestaat gevaar voor
ontplofng.
Ga niet zitten of staan op de
open deur en leg er geen
voorwerpen op. Het appa-
raat kan kantelen.
Maak de deur tijdens de
werking van het apparaat
niet open. Er kan heet water
of stoom ontsnappen.
Laat de deur niet open
staan, omdat dit gevaar kan
opleveren.
Bij problemen
Laat reparaties en wijzigin-
gen van het apparaat uit-
sluitend uitvoeren door de
gekwaliceerde medewer-
kers van een servicedienst.
Bij problemen of reparaties
koppelt u het apparaat los
van het elektriciteitsnet:
koppel het apparaat los
door de stekker uit het stop-
contact te trekken,
schakel de zekering uit.
Trek niet aan de kabel, al-
leen aan de stekker. Sluit
de watertoevoer.
Aanbevelingen
Spoel de etensresten van
het vaatwerk voordat u
het in de vaatwasmachine
plaatst om energie en water
te besparen. Schakel de
vaatwasmachine in als hij
helemaal vol is.
Gebruik het voorwaspro-
gramma alleen indien nood-
zakelijk.
Zet schalen, glazen en be-
kers met de onderkant naar
boven in het apparaat.
Zet geen vaatwerk dat niet
geschikt is om af te wassen
in de vaatwasmachine en
zet de vaatwasmachine niet
te vol.
5
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Vaatwerk dat niet geschikt
is om af te wassen in de
vaatwasmachine
Asbakken, kaarsresten,
schoonmaakpasta’s, ver-
ven, chemische stoffen,
ijzerlegeringen;
Vorken, lepels en messen
met een handvat van hout,
ivoor of parelmoer; gelijmde
elementen, voorwerpen die
zijn verontreinigd met een
schuurmiddel, zuur of base;
Plastic vaatwerk dat niet
bestand is tegen hoge tem-
peraturen, containers van
koper of tin;
Voorwerpen van aluminium
en zilver (kunnen verkleu-
ren of mat worden);
Sommige tere glassoorten,
porselein met sieropdruk,
deze verbleken al na de
eerste wasbeurt; sommig
vaatwerk van kristal, om-
dat ze in de loop van de
tijd hun transparantie ver-
liezen, gelijmd bestek dat
niet bestand is tegen hoge
temperaturen, glaasjes
van loodkristal, snijbladen,
voorwerpen gemaakt van
synthetische vezels;
• Absorberende voorwerpen
als sponsjes of keuken-
doekjes zijn niet geschikt
om te wassen in de vaat-
wasmachine.
Houd er bij toekomstige aan-
kopen rekening mee of het
vaatwerk geschikt is om af te
wassen in de vaatwasmachi-
ne.
RECYCLING
De verpakking en sommige
onderdelen van het apparaat
zijn gemaakt van materialen
die geschikt zijn om te recy-
clen. Zij zijn voorzien van het
recyclingsymbool en informa-
tie over het type materiaal.
Voordat u overgaat op het
gebruik van het apparaat
moet u de verpakking van het
apparaat halen en verwijderen
in overeenstemming met de
voorschriften.
Waarschuwing
De verpakking kan gevaarlijk
zijn voor kinderen.
Materialen die geschikt zijn
voor hergebruik kunt u inleve-
ren bij het lokale inzamelpunt.
Extra informatie kunt u verkrij-
gen bij de lokale autoriteiten
en de punten voor afvalver-
werking.
6
HOE ZORG IK VOOR HET MILIEU
De gebruiker is verplicht om
het aan te bieden bij een
inzamelpunt voor gebruikte
elektrische en elektronische
apparatuur. De inzamelende
instanties, waaronder lokale
inzamelpunten, winkels en
gemeentelijke instanties,
vormen een geschikt syste-
em voor de inzameling van
deze apparatuur. De juiste
behandeling van gebruikte
elektrische en elektronische
apparatuur leidt tot het ver-
mijden van consequenties
die schadelijk zijn voor de
menselijke gezondheid
en de natuurlijke omgeving
en voortkomen uit de aan-
wezigheid van gevaarlijke
bestanddelen en verkeerde
opslag en verwerking van
dergelijke apparatuur.
SLOPEN VAN HET OUDE
APPARAAT
Dit product is overe-
enkomstig de Euro-
pese richtlijn 2012/19/
EG en de Poolse wet
op gebruikte elektrische en
elektronische apparatuur ge-
merkt met het symbool van
een doorgekruiste verrijdba-
re afvalbak.
Dit merkteken informeert dat
dit apparaat na aoop van
zijn levensduur niet samen
met ander huishoudelijk
afval verwijderd mag wor-
den.
7
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Plaatsing van het apparaat
Kies een installatieplaats waar u voldoende
ruimte heeft om vaatwerk in en uit de vaat-
wasmachine te ruimen.
Plaats het apparaat niet in een ruimte waar de
temperatuur kan dalen tot onder 0 °C.
Pak het apparaat uit voordat u begint met
installatie. Handel hierbij in overeenstemming
met de waarschuwingen op de verpakking.
Plaats het apparaat in de buurt van een kraan
of waterafvoer. Houd er bij de installatie van
de vaatwasmachine rekening mee dat de
aansluitingen na hun uitvoering niet meer
veranderen.
Houd het apparaat bij verplaatsing niet vast
aan de deur of het bedieningspaneel.
Zorg voor voldoende ruimte aan alle kanten
van het apparaat, zodat u vrij toegang heeft
tot de vaatwasmachine tijdens het schoonma-
ken.
Zorg ervoor dat tijdens het plaatsen van de
vaatwasmachine de wateraanvoerslang en
de afvoerslang niet worden dichtgeknepen.
Zorg er ook voor dat het apparaat niet op de
voedingskabel staat.
Zet de vaatwasmachine waterpas met
behulp van de verstelbare voetjes. Een juiste
plaatsing van de vaatwasmachine zorgt voor
probleemloos openen en sluiten van de deur.
Als de deur van de vaatwasmachine niet goed
sluit, controleer dan of het apparaat stabiel op
de grond staat; als dit niet het geval is kunt
u dit bijstellen met behulp van de verstelbare
voetjes.
Wateraansluiting
Zorg ervoor dat de waterleidingsinstallatie
geschikt is voor de installatie van de vaatwasma-
chine. Bovendien raden wij aan om een lter te
monteren op het punt waar het water de woning of
het huis binnenkomt, om beschadigingen van het
apparaat te voorkomen als gevolg van verontrei-
nigingen (zand, klei, roest, etc.) die soms in het
water voorkomen; dit
voorkomt ook vergeling
en het ontstaan van
neerslag na het wassen.
Wateraanvoerslang
Gebruik niet de wa-
teraanvoerslang van de
oude vaatwasmachine.
Gebruik de nieuwe
wateraanvoerslang die
is meegeleverd met
het apparaat. Spoel de
binnenkant van de slang
uit met water voordat
u hem aansluit. Sluit
de wateraanvoerslang
direct aan op de water-
kraan. De waterdruk in
de installatie moet minimaal 0,03 MPa en maxi-
maal 1 Mpa bedragen. Als de waterdruk hoger is
dan 1 MPa moet u voor de vaatwasmachine een
drukregelaar installeren.
Na uitvoering van de aansluiting moet u de kraan
volledig openzetten en de dichtheid controleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de wateraan-
voerkraan na iedere afwasbeurt sluiten.
ATTENTIE: In sommige modellen vaat-
wasmachines is het watertoevoersysteem
Aquastop toegepast. Bij toepassing van
Aquastop treedt gevaarlijke druk op.
Sluit de watertoevoer Aquastop niet af.
Zorg ervoor dat hij niet wordt ingepakt of
verdraaid.
i
Afvoerslang
U kunt de wateraanvoerslang direct aansluiten op
de waterafvoer of op de mof van de afvoer van de
gootsteen. U kunt het water ook direct afvoeren in
de gootsteen met behulp van een speciale houder
(indien beschikbaar), door de gebogen buis op zijn
rand te hangen. De aansluiting moet zich op een
hoogte van minimaal 50 cm en maximaal 110 cm
bevinden, gemeten vanaf de vloer.
Als de toegepaste afvoerslang langer is
dan 4 m, kan het vaatwerk vuil blijven. De
producent is niet aansprakelijk voor scha-
de die is veroorzaakt door een dergelijke
situatie
Attentie!
Draai uit veiligheidsoverwegingen de kraan
na elke afwasbeurt dicht
min 50cm/max 110cm
min 50cm/max 110cm
8
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Elektrische aansluiting
Sluit de geaarde stekker aan op een enkel, geaard
stopcontact van het elektriciteitsnet met de juiste
spanning. Als er geen aarde-installatie is, laat
er dan een aanleggen door een gekwaliceerd
elektricien. Wanneer het apparaat wordt gebruikt
zonder aarding is de producent niet aansprakelijk
voor de ontstane schade
De interne installatie moet zijn beveiligd
met een zekering van 10-16 A.
Het apparaat moet worden gevoed door
een elektriciteitsnet met een wisselspan-
ning van 220-240 V. Wanneer de spanning
in het netwerk 110 V bedraagt, moet u voor
het apparaat een transformator aanslui-
ten van 110/220 V met een vermogen
van 3000 W. Sluit het apparaat tijdens de
installatie nog niet aan.
Gebruik altijd de stekker met behuizing
die is meegeleverd met het apparaat.
Inschakeling van het apparaat bij een lage
spanning verslechtert de kwaliteit van het
afwassen en kan leiden tot beschadiging
van het apparaat.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door de geautoriseerde service
of een gekwaliceerd elektricien. Als u zich
niet houdt aan deze regels kan dit leiden
tot ongevallen.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de
stekker altijd uit het stopcontact halen na
aoop van de afwasbeurt.
Om stroomschokken te voorkomen mag
u de stekker niet met natte handen uit het
stopcontact trekken.
Koppel het apparaat altijd los van het elek-
triciteitsnet door aan de stekker te trekken.
Trek nooit aan de kabel.
9
MAAK KENNIS MET UW APPARAAT
Hieronder zijn de elementen van uw apparaat opgesomd (Afb. 1):
1. Sproeiarmen
2. Bestekkorf
3. Bovenste korf
4. Interne buis
5. Onderste korf
6. Zoutvakje
7. Zeepdispenser
8. Roosters voor bekers en kopjes
9. Sproeiarmen
10. Hoofdlter
11. Watertoevoerslangaansluiting
12. Waterafvoerslang
10
MAAK KENNIS MET UW APPARAAT
Bedieningspaneel (Afb. 2).
1. Aan/Uit-knop: Om de voeding aan/uit te zetten.
2. Programmaknop: Druk op de knop om een afwasprogramma te selecteren.
3. Uitgestelde start-knop: Druk op de knop om de start uit te stellen.
4. Functieknop halve lading: Om te kiezen voor halve laadfuncties.
5. Start/Pauze-knop: Om het geselecteerde afwasprogramma te starten of het afwasprogramma te
pauzeren tijdens de werking van de machine.
6. Voedingsindicator: Geeft aan of de machine aanstaat.
7. Programmaindicators: tonen welk programma u heeft gekozen.
8. Indicators voor uitgestelde start: tonen de uitgestelde starttijd (3u/6u/9u).
9. Halfvol/waarschuwingsindicator zout: als u kiest voor een halfvolle machine, brandt de indicator
voor halfvol. Als de waarschuwingsindicator zout brandt, moet u het zoutreservoir bijvullen.
2 3
4
6
7 8 9
5
1
11
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT
De betekenis van waterontkalking
Voor een goede werking heeft de vaat-
wasmachine zacht water nodig (met een
laag kalkgehalte). Anders blijft er op het
vaatwerk en in het apparaat witte kalkaan-
slag achter. Dit heeft negatieve invloed op
de kwaliteit van het afwassen, drogen en
glanzen. Als het water door de wateront-
hardingsinstallatie loopt, worden de ionen
die verantwoordelijk zijn voor de water-
hardheid verwijderd. Het water is dusdanig
zacht dat de beste afwasresultaten worden
bereikt. Afhankelijk van de hardheidsgraad
van het water verzamelen de ionen die
verantwoordelijk zijn voor de waterhard-
heid zich snel in de wateronthardingsin-
stallatie. De wateronthardingsinstallatie
moet daarom worden ververst om ervoor
te zorgen dat hij ook tijdens de volgende
wasbeurt voldoende effectief werkt. Daar-
om moet u zout voor vaatwasmachines
toepassen.
i
Vul de zoutdispenser alleen bij het eerste
gebruik met water.
Strooi geen keukenzout in de vaatwasmachine.
In de loop van de tijd kan de werking van de zout-
dispenser minder worden. Na inschakeling van de
vaatwasmachine vult de zoutdispenser zich met
water. Daarom moet u het zout in de dispenser
strooien voordat u de vaatwasmachine inschakelt.
Hierdoor wordt het gemorste zout direct wegge-
wassen tijdens het afwasprogramma. Wanneer u
direct na het strooien van het zout de vaatwasma-
chine niet gaat gebruiken, schakel dan het korte
afwasprogramma in bij een lege vaatwasmachine.
Hiermee voorkomt u beschadiging (corrosie) van
de vaatwasmachine als gevolg van het zout dat is
gemorst tijdens het vullen van de dispenser.
Vullen met zout
Gebruik zout dat is bestemd voor vaatwasma-
chines. Om het zout toe te voegen haalt u eerst
de onderste korf uit het apparaat en opent u het
deksel van de zoutdispenser door het naar links te
draaien - (1). Maak de zoutdispenser eerst vol met
Voor het eerste gebruik van de vaatwas-
machine
Controleer voordat u het apparaat aan-
sluit of de gegevens die staan vermeld
op het typeplaatje overeenkomen met
de gegevens van het lokale elektrici-
teitsnetwerk.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit het interieur van het apparaat.
Bereid een wateronthardingsmiddel
voor.
Giet het glansspoelmiddel in het daar-
voor bestemde vakje.
zout (~1,5 kg zout) en water (2), gebruik hiervoor
de meegeleverde trechter (2). Plaats het deksel en
sluit af. Als het controlelampje voor het zout op het
bedieningspaneel brandt, moet u de zoutdispenser
opnieuw vullen.
i
Teststrip
De effectiviteit van de afwas in de vaatwasmachine is afhankelijk van de waterhardheid in de lei-
ding. Daarom is het apparaat is uitgerust met een systeem dat de waterhardheid vermindert. De
effectiviteit van de afwas stijgt als dit systeem op de juiste manier is ingesteld. Om het niveau
van de waterhardheid in de omgeving te controleren kunt u contact opnemen met het plaatselij-
ke waterleidingbedrijf. U kunt ook zelf de waterhardheid vaststellen met behulp van een teststrip
(indien beschikbaar).
Open de
verpakking
met de
teststrip
Laat
gedurende 1
minuut water
uit de kraan
lopen.
Houdt de
teststrip 1
seconde in
het water.
Schud de
waterresten
van de strip.
Wacht 1
minuut
Stel de waterhardheid in de vaatwasmachine
in conform de uitgevoerde meting
Niveau 1 – geen kalk
Niveau 2 – bijzonder laag kalkgehalte
Niveau 3 – laag kalkgehalte
Niveau 4 – gemiddelde kalkgehalte
Niveau 5 – hoger kalkgehalte
Niveau 6 – hoog kalkgehalte
Gebruik uitsluitend zout dat speciaal be-
stemd is voor vaatwasmachines.
12
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT
Vul de zeepdispenser met afwasmiddel
Druk op de druksluiting om de zeepdispenser te
openen, zoals getoond op de tekening. (1) Aan de
binnenkant van de zeepdispenser bevindt zich een
maataanduiding. Met behulp van deze aanduidin-
gen (lijnen) kunt u de juiste hoeveelheid afwasmid-
del afmeten. Er kan maximaal 30 g afwasmiddel in
de zeepdispenser.
Open de verpakking met het afwasmiddel voor
vaatwasmachines en strooi in het grootste vakje
een hoeveelheid van 25 cm
3
bij sterk verontreinigd
vaatwerk of 15 cm
3
bij minder sterk verontreinigd
vaatwerk. (2) Als het vaatwerk langere tijd niet is
gewassen of bij opgedroogde etensresten, strooit
u na het laden van de vaatwasmachine (a) 5 cm
3
afwasmiddel in de dispenser voor voorwassen
en schakelt u de vaatwasmachine in. Afhankelijk
van de mate van verontreiniging van het vaatwerk
en de waterhardheid kan het nodig zijn om extra
afwasmiddel toe te voegen.
Gecombineerde afwasmiddelen (bv. "2-in-1",
"3-in-1", etc.)
Er komen 3 soorten afwasmiddel voor:
1. fosfaat- en chloorhoudende middelen;
2. fosfaathoudende en chloorvrije middelen;
3. fosfaat- en chloorvrije middelen.
De nieuwste tabletten zijn meestal fosfaatvrij. Om-
dat fosfaten waterverzachtende eigenschappen
hebben, raden wij aan om zout te gebruiken, zelfs
wanneer de waterhardheid slechts 6°dH bedraagt.
Als u een fosfaatvrij afwasmiddel gebruikt op
plaatsen met hard water, kunnen op het vaatwerk
en de glazen witte sporen achterblijven. U kunt
dit voorkomen door de hoeveelheid afwasmiddel
te vergroten. Chloorvrije afwasmiddelen hebben
minder sterke blekende eigenschappen. Daardoor
kan het gebeuren dat gekleurde vlekken niet goed
worden verwijderd. Kies in dat geval een program-
ma met een hogere afwastemperatuur.
In het algemeen bereikt u met gecombineerde
afwasmiddelen alleen bevredigende resultaten
onder bepaalde voorwaarden. Dergelijke afwas-
middelen bevatten glansspoelmiddel en/of zout
in bepaalde hoeveelheden. Wij raden echter bij
toepassing van gecombineerde tabletten aan om
regeneratiezout te gebruiken.
Waar moet u op letten als u dergelijke produc-
ten gebruikt:
Controleer altijd de samenstelling van het
gebruikte afwasmiddel en of het een gecombi-
neerd product is.
Controleer of het gebruikte afwasmiddel
geschikt is voor de waterhardheid van het
kraanwater dat gebruikt wordt in de vaatwas-
machine.
Houd u aan de aanwijzingen op de verpakking
van het product.
Als het afwasmiddel de vorm heeft van ta-
bletten mag u ze nooit in de bestekkorf doen.
Plaats het tablet altijd in de zeepdispenser.
Toepassing van deze middelen heeft alleen
goede resultaten bij bepaalde toepassingen.
Als u dit type afwasmiddel gebruikt, moet u
contact opnemen met de producent en infor-
meren naar de juiste toepassingsvoorwaar-
den.
Wanneer de voorwaarden voor toepassing van
dergelijke afwasmiddelen en de instellingen
van de vaatwasmachine juist zijn, bespaart u
zout en/of glansspoelmiddel.
Wanneer de afwasresultaten bij toepassing
van afwasmiddelen van het type "2-in-1" of
"3-in-1" niet bevredigend zijn (wanneer er
kalkresten of watersporen achterblijven op het
vaatwerk), moet u contact opnemen met de
producent van het afwasmiddel. Reclamaties
op basis van toepassing van gecombineerde
afwasmiddelen vallen niet onder de garantie
van de vaatwasmachine.
Aanbevolen gebruikswijze: Voor het beste
resultaat bij gecombineerde afwasmid-
delen voegt u zout en glansspoelmiddel
toe aan de vaatwasmachine en stelt u de
waterhardheid en de hoeveelheid glans-
spoelmiddel in op de laagste waarde.
De oplosbaarheid van afwasmiddel in
de vorm van tabletten van verschillende
producenten kan verschillend zijn, reke-
ning houdend met temperatuur en tijd. Wij
raden daarom af om afwasmiddelen in de
vorm van tabletten te gebruiken bij korte
programma's. Voor korte programma's
raden wij aan om afwasmiddel in poeder-
vorm te gebruiken.
i
Bewaar de afwasmiddelen altijd op een
droge en koele plaats, buiten bereik van
kinderen. Vul de zeepdispenser vlak voor-
dat u het apparaat inschakelt.
Waarschuwing: Wanneer er zich bij de
toepassing van een gecombineerd afwas-
middel problemen voordoen die eerder
niet optraden, verzoeken wij u rechtstreeks
contact op te nemen met de producent van
het afwasmiddel.
Druk op de druksluiting om
te openen
Afwaspoeder
Afwastabletten
13
Stoppen met het toepassen van gecombineerde
afwasmiddelen
Vul de betreffende vakjes met zout en glans-
spoelmiddel.
Stel de waterhardheid in op het hoogste ni-
veau (6) en zet de lege vaatwasmachine aan.
Pas de waterhardheid aan.
Stel het glansspoelmiddel juist in.
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT
Vullen van het vakje met glansspoelmiddel en
keuze van de instelling
Een glansspoelmiddel wordt gebruikt om het
ontstaan van witte waterdruppels, kalkvlekken en
witte leksporen op het vaatwerk te voorkomen en
de kwaliteit van het droogproces te verbeteren. In
tegenstelling tot de algemene opvatting dient het
dus niet alleen om het vaatwerk te laten glanzen,
maar ook om het voldoende droog te maken. Let
er daarom op of er in de dispenser voldoende
glansspoelmiddel voor vaatwasmachines zit.
Als het controlelampje voor het glansspoelmiddel
op het bedieningspaneel brandt, moet u de dis-
penser voor glansspoelmiddel opnieuw vullen.
Om de dispenser te vullen met glansspoelmiddel
moet u het dopje losdraaien (1). Vul het vakje met
het glansspoelmiddel totdat de niveauaanduiding
donker wordt; (4) plaats het dopje en draai het
vast tot de markeringen op elkaar aansluiten. U
kunt nagaan of er nog voldoende glansspoelmid-
del in de vaatwasmachine zit door de niveau-aan-
duiding te controleren. Een donkere aanduiding (4)
betekent dat er glansspoelmiddel in de dispenser
zit. Als de aanduiding licht is (4), betekent dit dat u
het vakje moet bijvullen met glansspoelmiddel.
U kunt de niveauregelaar voor het glansspoel-
middel instellen binnen een bereik van 1 tot 6.
De fabrieksinstelling voor het glansspoelmiddel is
stand 4. Stel de regelaar in op een hogere stand
als na het afwassen watervlekken op het vaatwerk
zitten; als na het afvegen met de hand blauwe
vlekken achterblijven op het vaatwerk, moet u een
lagere stand van de regelaar instellen.
Waarschuwing: Gebruik uitsluitend
glansspoelmiddelen die zijn bestemd voor
huishoudelijke vaatwasmachines. Resten
glansspoelmiddel die zijn gemorst bij het
vullen van de dispenser zorgen voor een
grote hoeveelheid schuim en verminderen
daarmee de kwaliteit van het afwassen.
Veeg daarom het gemorste glansspoelmid-
del op met een doekje.
Vol
¾ gevuld
½ gevuld
¼ gevuld (u moet de dispenser bijvullen)
Leeg
C (Indicator glansspoelmiddel)
4
14
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT
Als het vaatwerk niet erg vuil is kunt u een lagere
dosis afwasmiddel toepassen dan de aanbevolen
hoeveelheid.
- dispenser
Druk op het dekseltje (1) tot het dichtklikt (2).
- Bij toepassing van een afwasmiddel in de vorm
van tabletten moet u de aanwijzingen van de pro-
ducent op de verpakking over de plaatsing van het
tablet in de afwasmachine opvolgen (bv. bestek-
mandje, zeepdispenser, etc.).
Sluit het deksel van de zeepdispenser ook wanne-
er u afwastabletten gebruikt.
Sluit de zeepdispenser
15
VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT
Waterhard-
heid
Duitse graden
dH
Franse graden
dF
Britse graden
dE
Aanduid-
ing hard-
heidsniveau
Zoutverbruik
(g/cyclus)
1 0~5 0~9 0~6 H1-Snel 0
2 6-11 10-20 7-14 H2-90’ 9
3 12-17 21-30 15-21 H3-90’; Snel 12
4 18-22 31-40 22-28 H4-Glas 20
5 23-34 41-60 29-42 H5-Glas; Snel 30
6 35-55 61-98 43-69 H6-Glas, 90’ 60
Als de waterhardheid hoger is dan de maximale waarde die staat vermeld in bovenstaande tabel, of
wanneer u bronwater gebruikt, raden wij u aan om waterbehandelingslters en -apparaten te gebruiken.
ATTENTIE: De fabrieksinstellingen van het apparaat zijn aangepast aan een waterhardheid van niveau
4.
Afwasmiddelgebruik
Gebruik een afwasmiddel dat is bestemd
voor huishoudelijke vaatwasmachines. Op
de markt vindt u afwasmiddelen in de vorm
van poeder, gel en tabletten, bestemd voor
huishoudelijke vaatwasmachines. Plaats
het afwasmiddel in de dispenser voordat
u de vaatwasmachine inschakelt. Bewaar
afwasmiddelen op een koele en droge
plaats, buiten bereik van kinderen.
Doe de dispenser voor afwasmiddel niet
te vol; anders kunnen krassen ontstaan op
glazen en het is mogelijk dat het afwasmid-
del niet volledig oplost.
Wilt u meer informatie over het toegepaste
afwasmiddel? Neem dan rechtstreeks
contact op met zijn producent.
Waterhardheidstabel
i
Zet het apparaat aan;
Druk langer dan 5 seconden op de Start-/
Pauzeknop om de waterontharder in te
stellen, binnen 60 seconden nadat u het
apparaat heeft ingeschakeld (als u in
de instellingsmodus bent knipperen de
waarschuwingslampjes voor zout en glans-
spoelmiddel);
Druk op de programmaknop om de juiste
instelling te kiezen aan de hand van uw
lokale omstandigheden; de instellingen
veranderen in de volgende volgorde: H1-
>H2->H3->H4->H5->H6;
Druk op de aan/uit-knop om de instellings-
modus te verlaten.
1
2
16
INRUIMEN VAN DE VAATWASMACHINE MET VAATWERK
Bovenste korf
De bovenste korf is ontworpen voor het afwassen
van teer vaatwerk zoals glazen, kopjes, schotel-
tjes, etc. Vaatwerk dat in de bovenste korf wordt
geplaatst, moet minder vuil zijn dan vaatwerk in
de onderste korf. U kunt bovendien lange vorken,
messen en lepels op de roosters plaatsen zodat zij
de sproeiarmen niet blokkeren.
Onderste korf
Plaats in de onderste korf borden, schalen, pan-
nen, etc. Zorg ervoor dat het vaatwerk in de onder-
ste korf de sproeiarmen niet blokkeert, zodat ze
vrij rond kunnen draaien. In de onderste korf moet
u groot vaatwerk plaatsen, maar ook vaatwerk dat
moeilijker af te wassen is, bijvoorbeeld pannen,
koekenpannen, deksels, schalen, etc. Plaats het
vaatwerk met de bodem naar boven, zodat er zich
geen water in het vaatwerk verzamelt.
Uitklappen van de roosters voor kopjes
Dankzij deze roosters kunt u de inhoud van de
bovenste korf vergroten. U kunt glazen en bekers
op de roosters plaatsen.
Inklappen elementen van de onderste korf
Om de pannen beter te kunnen plaatsen kunt u de
elementen inklappen op de wijze die hieronder op
de afbeelding is getoond.
Plaats het vaatwerk zodanig dat ze de
sproeiarmen niet blokkeren.
i
Optillen van de korf naar
de bovenste positie
Naar boven drukken
van de handgrepen om
de korf te verlagen
Afstellen van de handgreep
Regeling van de hoogte van de in geruimde
bovenste korf
U kunt de hoogte van de bovenste korf regelen om
zowel in de bovenste als in de onderste korf meer
plaats te creëren voor groot vaatwerk. De hoogte
van de bovenste korf kan worden geregeld door
de korf op te tillen naar de bovenste positie en de
handgreep naar boven te drukken om hem weer te
laten zakken, zie de afbeelding hieronder.
17
INRUIMEN VAN DE VAATWASMACHINE MET VAATWERK
Bestekmand
Plaats het bestek in de bestekkorf, los van elkaar,
in de juiste positie. Let erop dat ze niet in elkaar
haken omdat dit kan veroorzaken dat het afwas-
proces niet juist verloopt.
Opgelet: Bestek mag
niet uitsteken buiten de
randen van de mand
Voor de beste afwaskwaliteit moet u het bestek in
de bestekkorf plaatsen, terwijl u er op let dat:
■ ze niet in elkaar haken;
■ het bestek naar boven is gericht;
■ lange elementen in het midden liggen.
18
INRUIMEN VAN DE VAATWASMACHINE MET VAATWERK
Standaardlading en onderzoeksresultaten
Inhoud:
Bovenste en onderste korf: 14-delig servies. De bovenste korf moet in de bovenste positie staan. Plaats
de kopjes op de roosters.
Afwasmiddel/Glansspoelmiddel
5+35g, conform de normen EN 50242, IEC 436 (internationale normen) / instellingdosering glansspoel-
middel: 6
Testprogramma
ECO, in overeenstemming met de norm EN 50242 (internationale normen).
Bovenste korf
Onderste korf
Bestekkorf
Informatie voor onderzoeken in overeenstem-
ming met de norm EN 50242
Inhoud - standaard 14-delig servies
Instelling bovenste korf - onderste positie
Program - ECO
Instelling dosering glansspoelmiddel - 6
Instelling regelaar waterhardheid - H4
Eetlepels
Vorken
Messen
Theelepeltjes
Dessertlepels
Opscheplepels
Serveervorken
Sauslepels
19
INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT EN PROGRAMMAKEUZE
Inschakelen van het apparaat
1. Trek de onderste en bovenste korf uit, laad het vaatwerk en duw ze terug in het apparaat.
We raden aan om eerst de onderste korf te laden, en daarna de bovenste (zie het hoofdstuk met de titel
“Laden van de afwasmachine”).
2. Voeg het afwasmiddel toe (zie het hoofdstuk met de titel “Zout, afwasmiddel en glansspoelmiddel”).
3. Steek de stekker in het stopcontact. De voeding bedraagt 220-240 V AC /50 Hz, de specicatie van
het stopcontact bedraagt 10 A, 250 V AC. Zorg ervoor dat de watervoorziening openstaat met volledige
druk.
4. Sluit de deur, druk op de AAN/UIT-knop en het AAN/UIT-lampje licht op.
5. Druk op de programmaknop, het wasprogramma verandert in de volgende volgorde:
Intensief->Normaal->ECO->Glas->90’->Snel;
Als u een programma selecteert gaat het lichtje branden. Sluit vervolgens de deur, druk op de Start/
Pauze-knop en de afwasmachine begint met werken.
1
2
3
4
20
INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT EN PROGRAMMAKEUZE
Wijziging van het programma
Vaatwerk vergeten?
U kunt vergeten vaatwerk op ieder gewenst moment, maar voordat het zeepbakje opent, toevoegen.
1. Open de deur op een kier.
2. Zodra de sproeiarmen stoppen met werken kunt u de deur volledig openen.
3. Zet het vergeten vaatwerk in de machine.
4. Sluit de deur
5. De vaatwasmachine gaat na 10 seconden weer verder.
Aan het einde van de wascyclus
Als de werkingscyclus is beëindigd, gaat de zoemer van de afwasmachine gedurende 8 seconden af en
stopt daarna. Schakel de machine uit met de AAN/UIT-knop, sluit de watertoevoer en open de deur van
de afwasmachine. Wacht een paar minuten voordat u de afwasmachine uitruimt om te voorkomen dat
u het vaatwerk en bestek vastpakt terwijl het nog heet is en gevoeliger is voor breuk. Zo drogen ze ook
beter.
■ De afwasmachine uitschakelen
Het programmalampje brandt maar knippert niet. Dit is alleen het geval als het programma is geëindigd.
1. Druk op de AAN/UIT-knop om de afwasmachine uit te zetten.
2. Draai de waterkraan dicht!
■ Open voorzichtig de deur.
Heet vaatwerk is gevoelig voor stoten. Laat het vaatwerk daarom ongeveer 15 minuten afkoelen voordat
u het uit de afwasmachine haalt.
Open de deur van de afwasmachine, laat hem openstaan en wacht een paar minuten voordat u het
vaatwerk verwijdert. Op deze manier is het koeler en het droogproces verloopt beter.
■ Uitladen van de afwasmachine
Het is normaal dat de afwasmachine nat is van binnen.
Maak eerst de onderste korf leeg en daarna de bovenste. Dit voorkomt dat er water uit de bovenste korf
op het vaatwerk in de onderste korf druppelt.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de deur te openen tijdens het afwasproces, omdat het hete water brandwonden kan
veroorzaken.
Als u de deur tijdens een wascyclus opent zal de machine pauzeren. Het programmalichtje stopt
met knipperen en de zoemer klinkt iedere minuut tenzij u de deur weer sluit. Als u de deur heeft
gesloten zal de machine na 10 seconden verdergaan met werken.
OPGELET:
Als u op de Start/Pauze-knop drukt om tijdens het afwasprogramma te pauzeren, stopt de werking in
met knipperen en de afwasmachine zoemt iedere minuut tenzij u de Start/Pauze-knop indrukt om te
starten.
Verander het programma...
Uitgangspunt:
1. En cyclus die al is gestart kan alleen worden gewijzigd als hij nog maar korte tijd actief is. Anders is
het afwasmiddel al toegevoegd en het afwaswater al afgevoerd. Als dit het geval is moet het zeepbakje
opnieuw worden gevuld (zie het hoofdstuk met de titel “Afwasmiddel toevoegen”).
2. Druk op de Start/Pauze-knop om te stoppen met afwassen. Druk vervolgens na 3 seconden op de
programmaknop en het programma wordt geannuleerd. Nu kunt u het te wijzigen in de gewenste cyclu-
sinstelling. Druk op de Start/Pauze-knop, de vaatwasmachine gaat na 10 seconden weer verder (zie het
hoofdstuk met de titel “Starten van een wascyclus...”).
12
21
PROGRAMMATABEL
Tabel*:
** Standaardprogramma. Dit is tegelijkertijd het referentieprogramma voor onderzoeksinstituten. On-
derzoeken volgens de norm EN 50242.
Dit programma is geschikt voor het wassen van normaal verontreinigd servies. Voor dit type servies
is dit het meest efciënte programma met betrekking tot het energie- en watergebruik.
* De in de tabel weergegeven waarden voor de duur van het programma en het energie- en water-
gebruik zijn vastgesteld onder laboratoriumomstandigheden. De daadwerkelijke waarden kunnen
hiervan afwijken.
Naam
programma
Intensief Normaal **ECO Glas 90’ Snel
Temperatuur 60 ° C 55 ° C 45 ° C 40 ° C 65 ° C 45 ° C
Aard van de
verontreiniging
Verontreinigd
vaatwerk
en normaal
verontreinigde
pannen, schalen,
borden, etc. met
ingedroogde
voedselresten
Voor normaal
verontreinigde
ladingen, zoals
schalen, borden,
glazen en licht
verontreinigde
pannen
Dit is een
standaardpro-
gramma, geschikt
voor het afwas-
sen van normaal
verontreinigd
serviesgoed.
Het is het
meest efciënte
programma
met betrekking
tot energie- en
watergebruik
voor dit type
serviesgoed
Voor licht veron-
treinigd vaatwerk
en glazen
Voor licht
verontreinigde
ladingen die geen
perfecte droging
behoeven
Een kort wasp-
rogramma voor
licht verontrein-
igde ladingen die
niet gedroogd
hoeven te
worden
Verontreinig-
ingsniveau
sterk veron-
treinigd
normaal veron-
treinigd
licht veron-
treinigd
licht veron-
treinigd
licht veron-
treinigd
licht veron-
treinigd
Hoeveelheid
afwasmiddel
5g /30g
(of een
"3-in-1"-middel)
5g /30g
(of een
"3-in-1"-middel)
5g /30g
(of een
"3-in-1"-middel)
5g /30g
(of een
“3-in-1”-middel)
35g
(of een
“3-in-1”-middel)
25g
*Duur van het
programma (min.)
160 180 185 120 90 40
*Elektriciteitsver-
bruik (kWh)
1.5 1.25 0.93 0.85 1.35 0.75
*Waterverbruik (l)
18.5 15 11 14.5 12.5 11.5
Voorafwas bij
65
o
C
Spoelen
Spoelen bij 65
o
C
Drogen
Voorafwas
Afwassen bij
40
o
C
Spoelen
Spoelen bij 60
o
C
Drogen
Voorafwas
Afwassen bij
45
o
C
Spoelen bij 65
o
C
Drogen
Voorafwas bij
50
o
C
Afwassen bij
60
o
C
Spoelen
Spoelen
Spoelen bij 65
o
C
Drogen
Voorafwas bij
45
o
C
Afwassen bij
55
o
C
Spoelen
Spoelen bij 65
o
C
Drogen
Afwassen bij 45
o
C
Spoelen
Spoelen bij 55
o
C
22
REINIGING EN ONDERHOUD
Regelmatig schoonmaken van de vaatwasmachi-
ne verlengt de duur van de storingsvrije werking.
In de binnenruimte van de vaatwasmachine kan
zich vet en kalkaanslag verzamelen. Indien zich
een dergelijke opeenhoping voordoet, handelt u
als volgt:
- Vul de zeepdispenser, zet geen vaatwerk in de
vaatwasmachine, kies een programma met een
hoge afwastemperatuur en schakel het apparaat
in. Als het resultaat onvoldoende is, gebruik van
een speciaal schoonmaakmiddel dat op de markt
verkrijgbaar is. (Schoonmaakmiddelen worden
speciaal voor vaatwasmachines geproduceerd
door producenten van afkomstmiddelen).
Reinigen van de dichtingen van de vaatwasma-
chinedeur
Veeg de dichtingen regelmatig schoon met een
vochtig doekje om alle verzamelde verontreinigin-
gen te verwijderen.
Reiniging van de vaatwasmachine
Maak de lters en de sproeiarmen minimaal één
keer per week schoon. Koppel de vaatwasmachi-
ne los van het elektriciteitsnet en sluit de watertoe-
voerkraan voordat u begint met
schoonmaken. Gebruik voor
het schoonmaken geen harde
materialen, maar een vochtig
doekje en een mild schoon-
maakmiddel.
Filters
Controleer of er etensresten
zijn achtergebleven op het grove en jne lter. Als
u etensresten aantreft, verwijder dan de lters en
maak ze onder stromend water zorgvuldig schoon.
1. Hoofdlter
2. Grove lter
3. Fijne lter / microlter
1. Verwijder de onderste korf uit het apparaat.
2. Draai het grove lter naar links en trek hem
omhoog.
3. Verwijder de volledige lterset.
4. Haal het microlter uit het grove lter.
5. Maak de lters zorgvuldig schoon onder stro-
mend water. Gebruik indien nodig een borstel.
6. Monteer de lters in omgekeerde volgorde in
de vaatwasmachine.
7. Plaats de lterset in de vaatwasmachine en
draai het grove lter naar rechts.
• Schakel de vaatwasmachine nooit in
zonder lter.
• Verkeerde bevestiging van het lter ver-
mindert de effectiviteit van het afwassen.
• Schone lters zijn bijzonder belangrijk uit
het oogpunt van de juiste werking van de
vaatwasmachine.
Sproeiarmen
Controleer of de openingen in de bovenste en on-
derste sproeiarm niet zijn verstopt. Als ze verstopt
zijn, verwijdert u de sproeiarmen en maakt u ze
schoon onder stromend water.
U verwijdert de onderste sproeiarm door hem naar
boven te trekken, voor de bovenste sproeiarm
draait u de moer naar links.
Zorg er bij de montage van de sproeiarm voor dat
de moer goed is vastgedraaid.
Filter van de wateraanvoerslang
Het water wordt gelterd door een lter op de
wateraanvoerslang om beschadigingen van het
apparaat te voorkomen als gevolg van veron-
treinigingen (zand, klei, roest, etc.) die soms in
het water voorkomen; dit voorkomt ook vergeling
en het ontstaan van neerslag na het wassen.
Controleer het lter en de slang regelmatig en
maak ze indien noodzakelijk schoon. Om het lter
schoon te maken, draait u de waterkraan dicht en
verwijdert u de slang. Neem het lter uit de slang
en maak hem schoon onder stromend water.
Plaats het schoongemaakte lter terug in de slang.
Monteer de slang.
Reiniging van de deurslot
Maak het deurslot en zijn omgeving na iedere
afwasbuurt schoon met een doekje en een mild
schoonmaakmiddel. Veeg het droog. Giet geen
water op het slot. Gebruik geen reinigingsmidde-
len met aerosolen, deze kunnen het slot en de
elektrische elementen beschadigen.
23
Als een van de controlelampjes voor monitor-
ing van het programma brandt en het controle-
lampje Start/Pauze knippert
De deur van de vaatwasmachine staat open,
sluit de deur.
Als het programma niet start
Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
Controleer de zekeringen van uw huisinstal-
latie
Zorg ervoor dat de watertoevoerkraan open-
staat.
Controleer of de deur van het apparaat goed is
gesloten.
Zorg ervoor dat de vaatwasmachine is
uitgeschakeld door op de On/Off-knop te druk-
ken.
Zorg ervoor dat het watertoevoerlter en de
lters in de vaatwasmachine schoon zijn.
Als de controlelampjes niet te doven na aoop
van het afwasprogramma
De On/Off-knop is niet ingedrukt.
Als in de zeepdispenser restjes afwasmiddel
zijn achtergebleven
FOUTCODES EN HANDELINGEN BIJ STORINGEN
Het afwasmiddel is in een vochtige dispenser
gestrooid.
Als zich water in de vaatwasmachine bevindt
na aoop van het programma
De waterafvoerslang is verstopt of verdraaid.
De lters zijn verstopt.
Het programma is nog niet afgelopen.
Als de vaatwasmachine stopt tijdens het uitvo-
eren van een afwasprogramma.
Stroomstoring.
Geen watertoevoer.
Het programma kan zich in de stand-bymodus
bevinden.
Als u tijdens het afwassen trillingen en bonken
hoort
Het vaatwerk is niet juist geplaatst.
De sproeiarm stoot tegen het vaatwerk.
Als er zich nog etensresten bevinden op het
vaatwerk
Het vaatwerk is onjuist in de vaatwasmachine
geplaatst, het water heeft niet alle plaatsen
bereikt.
De korf is overladen.
Het vaatwerk staat tegen elkaar.
Heel weinig afwasmiddel gebruikt.
Een ongeschikt, te behoedzaam afwaspro-
gramma gekozen.
De sproeiarmen zijn verstopt met etensresten.
Betekenis van de aanduidingen programmakeuze:
a) alle aanduidingen uitgeschakeld - waakstand
b) een van de programma-aanduidingen brandt continu - pauze of wachten op inschakelen van het
programma
c) een van de programma-aanduidingen knippert - het apparaat is in werking
d) snel knipperen - fout (zie onderstaande tabel)
FOUTCODE
BESCHRIJVING VAN DE
STORING
ACTIE
Het Snel-lampje knippert Langere waterinlaattijd
De kraan staat niet open, of de wa-
terinlaat is beperkt, of de waterdruk
is te laag.
Het Glas-lampje knippert Overstroming
Sommige elementen van de afwas-
machine lekken.
24
Verstopte lters.
Filters onjuist gemonteerd.
De afvoerpomp is verstopt.
Als er witachtige plekken op het vaatwerk zijn
verschenen
Veel te weinig afwasmiddel gebruikt.
Instelling van de dosis glansspoelmiddel te
laag.
Geen zouten toegepast, ondanks de hoge
hardheidsgraad van het water.
Het wateronthardingssysteem is ingesteld op
een bijzonder laag niveau.
Het deksel van de zoutdispenser is niet goed
gesloten.
Als het vaatwerk niet opdroogt
U heeft een programma gekozen zonder
PRAKTISCHE ADVIEZEN EN NUTTIGE INFORMATIE
droogfase.
Te lage dosis glansspoelmiddel ingesteld.
Het vaatwerk is te snel uit de vaatwasmachine
gehaald.
Als op het vaatwerk roestplekken zijn ver-
schenen
De kwaliteit van het roestvrijstalen vaatwerk is
laag.
Veel zout in het spoelwater.
Het deksel van de zoutdispenser is niet goed
gesloten.
Er is te veel zout in de ruimte van de vaatwas-
machine terechtgekomen tijdens het vullen
van de zoutdispenser.
Het apparaat is niet goed geaard.
Als het niet is gelukt om het probleem op te
lossen, of wanneer zich een probleem voor-
doet dat hierboven niet is genoemd, neem dan
contact op met het Servicecentrum.
Verklaring van de producent
Hierbij verklaart de producent, dat dit product voldoet aan de basiseisen uit de
volgende EU-richtlijnen:
- laagspanningsrichtlijn 2014/35/UE,
- richtlijn inzake elektromagnetische comptabiliteit 2014/30/UE,
- richtlijn voor ecologisch ontwerp 2009/125/EC,
- richtlijn RoHS 2011/65/UE
het product is daarom voorzien van het -merk en er is een conformiteits-
verklaring afgegeven door de markttoezichthoudende organen.
25
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
De installatie plaats van de vaatwasmachine moet dichtbij een bestaande wateraansluiting, afvoerbui-
zen en voedingskabel zijn.
Kies een van de zijkanten van het kastje om de aansluiting van de afvoerslangen van de vaatwasma-
chine te vergemakkelijken.
Opgelet: controleer de meegeleverde installatie-accessoires (haak voor het afwerkingspaneel, schroef)
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door.
Afbeelding met afmetingen van het kastje en de installatieplaats van de vaatwasmachine. U moet
de voorbereidingen uitvoeren voordat de vaatwasmachine op de installatieplaats wordt gezet.
1 Kies een plaats in de buurt van de gootsteen om de installatie van de toevoer- en afvoerslang te
vergemakkelijken (zie afbeelding 1).
2 Wanneer de vaatwasmachine wordt geïnstalleerd bij een hoek, moet er bij het openen van de deur
extra ruimte zijn (getoond op afbeelding 2).
[Afbeelding 1]
Afmetingen kastje Minder dan
5 mm tussen de bovenkant
van de vaatwasmachine en
het kastje en de deuren van de
aangrenzende kastjes.
90 °
90 °
600mm
820mm
100
580mm
80
Ingangen voor
de elektrische
aansluit-
ing en de
watertoevoer
en -afvoer
Ruimte tussen de
bodem van het
kastje en de vloer
[Afbeelding 2]
Minimale afstand bij het
openen van de deur.
min= 50mm
Vaatwasmachine
Deur van de vaat-
wasmachine
Kastje
Minimale ruimte
450 / 600
26
OPGELET: Vanwege de specieke eigenschappen van inbouw kan het nodig zijn om de plintlijst op
maat te snijden.
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
max 720 mm
20 mm
27
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
Afmetingen en installatie van het afwerkingspaneel
1 een houten afwerkingspaneel kan worden gemaakt in overeenstemming met afbeelding 3a of 3b
(afhankelijk van de breedte van het apparaat).
[Afbeelding 3a]
Modellen met een breedte
van 45 cm - Het afwerking-
spaneel moet worden ge-
maakt aan de hand van de
afmetingen op de afbeelding
(eenheid mm)
[Afbeelding 3b]
Modellen met
een breedte
van 60 cm - Het
afwerkingspaneel
moet worden
gemaakt aan
de hand van de
afmetingen op de
afbeelding
(eenheid mm)
28
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
2 Installeer een haak op het houten afwerkingspaneel en steek de haak in de spleet op de buitenkant
van de vaatwasmachinedeur (zie afbeelding 4a). Na positionering van het paneel, bevestigt u het op de
buitenkant van de deur met de hulp van schroeven en bouten (zie afbeelding 4b).
[Afbeelding 4a]
Installatie van het afwerk-
ingspaneel
[Afbeelding 4b]
Installatie van het houten
afwerkingspaneel
1. Verwijder de vier korte
schroeven
2. Bevestig vier lange
schroeven
Verwijder de vier korte schroeven
Bevestig vier lange
schroeven
29
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
Afstelling van de veerspanning van de deur
De veren van de deur zijn fabrieksmatig ingesteld op de juiste spanning voor buitendeuren. Wanneer
u een houten afwerkingspaneel installeert, moet u de veerspanning opnieuw afstellen. Draai aan de
afstelschroef van de regelaar in te stellen op de juiste spanning, of om de staalkabel losser te maken
(zie afbeelding 5).
De veerspanning van de deur
is juist, als hij in horizontale
positie blijft als hij volledig is
geopend, maar bij een lichte
aanraking met de vingers
vanzelf omhoog gaat.
[Afbeelding 5]
Afstelling van de veerspan-
ning van de deur
Installatie van de vaatwasmachine in stappen
1. U moet de meubeldeuren installeren op de buitendeur van de vaatwasmachine met de meege-
leverde houders. Voor de positionering van de houders moet u gebruik maken van het sjabloon.
2. Stel de veerspanning van de deur in met behulp van een inbussleutel. Draai hem in de richting
van de klok om de linker- en rechterveer van de deur strakker te zetten. Als u dit niet doet kan dit
beschadiging van uw vaatwasmachine veroorzaken (afbeelding 2).
30
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
3. Sluit de toevoerslang voor koud water aan.
4. Sluit de afvoerslang aan. Controleer of het klopt met het schema. (afbeelding 6)
5. Sluit de voedingskabel aan.
6. Bevestig het condensatiebakje onder het werkblad van het kastje. Let erop dat het condensatie-
bakje gelijk is aan de rand van het werkblad.
7. Plaats de vaatwasmachine op de denitieve plaats (afbeelding 4)
8. Zet de vaatwasmachine waterpas. U kunt de achterkant afstellen vanaf de voorkant van de vaat-
wasmachine door de inbusschroeven in het midden van de sokkel van de vaatwasmachine aan te
draaien met behulp van een inbussleutel (afbeelding 5A). Voor het afstellen van de voorste voetjes
moet u met een platte schroevendraaier het voorste voetje draaien totdat de vaatwasmachine wa-
terpas staat (afbeelding 5B).
9. De vaatwasmachine moet worden vastgezet op zijn denitieve plaats. Dit kunt u op twee manieren
doen:
A. Normaal werkblad: Plaats de installatiehaak in de spleet van de zijkant en bevestig hem aan het
werkblad met behulp van houtschroeven (afbeelding 6).
B. Werkblad van marmer of graniet: Zet de zijkant vast met behulp van een schroef (afbeelding 7).
[Afbeelding 7]
31
INBOUWEN VAN HET APPARAAT
De vaatwasmachine moet waterpas staan om ervoor te zorgen dat de korven met vaatwerk juist functio-
neren en het afwasproces effectief verloopt.
1. Plaats een waterpas op de deur en de rails in de vaatwasmachineruimte, zoals getoond op de
afbeelding, om te controleren of de vaatwasmachine waterpas staat.
2. Zet de vaatwasmachine waterpas door individuele afstelling van de drie stelvoetjes.
3. Let er bij het waterpas zetten van de vaatwasmachine op dat hij niet omvalt.
[Afbeelding 8]
Illustratie van de
afstelling van de
stelvoetjes
BELANGRIJK:
De maximale
afstelhoogte van de
voetjes bedraagt
50 mm
Controleren
Niveau
Controleren
31

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Amica EGSP 14696 E bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Amica EGSP 14696 E in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,04 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Amica EGSP 14696 E

Amica EGSP 14696 E Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 36 pagina's

Amica EGSP 14696 E Gebruiksaanwijzing - English - 36 pagina's

Amica EGSP 14696 E Gebruiksaanwijzing - Français - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info