7
Auto restart
Na stroomuitval start de airconditioner automatisch als de stroomvoorziening is
hersteld. Controleer bij twijfel de instellingen.
Werkgebied binnenthermostaat
De binnenthermostaat kan worden ingesteld op een gewenste temperatuur tussen
18 en 30 °C.
Let op: of de gewenste waarde wordt bereikt hangt af van de condities in de
betreffende ruimte.
Werkgebied warmtepompfunctie
De verwarmingsfunctie kan worden gebruikt bij een buitentemperatuur van ca. 10
°C of hoger.
Let op: bij lagere buitentemperaturen kan de goede werking worden verstoord.
Capaciteit
De benodigde koel- of verwarmingscapaciteit is sterk afhankelijk van de ligging
en/of het gebruik van de ruimte waarin de airconditioner is geïnstalleerd. Sterke
zonnestraling en de aanwezigheid van personen, lampen of apparatuur zorgen voor
een extra warmtebelasting.
Normale woonruimtes vergen voor koeling ca 100 W per m
2
vloeroppervlak. Bij
sterke zonbelasting of overige warmtebronnen kan dit oplopen tot 350 W per m
2
.
Voor de specificaties van uw airconditioner zie blz. 58/59.
Tip: laat op warme dagen de airconditioner gedurende de nacht de ruimte zover
mogelijk afkoelen. Hierdoor werken de koude muren en meubilair mee om de
ruimte tijdens gebruik aangenaam te houden. Voorkom sterke zon instraling.
Noodstart
In geval van problemen kan de airconditioner met de noodknop onder het paneel
van het binnendeel in werking worden gesteld. Open het frontpaneel en druk op de
knop
De airconditioner gaat:
- verwarmen als de kamertemperatuur ≤ 20°C is,
- koelen als de kamertemparatuur ≥ 25 °C is,
en bij tussenliggende waarden: ontvochtigen in een model zonder warmtepomp en
in een model met warmtepomp in ventilator modus.
VAN BELANG
NL