Het gebruik van de 3 v
e
r
sn
e
llin
g
e
n
•
Draai de greep naar een hoger getal voor een zwaarder
v
e
rz
e
t
(bv. voor wind mee of heuvel
a
f
).
•
Draai de greep naar een lager getal voor een lichter
v
e
rz
e
t
(bv. voor wind tegen of heuvel
o
p
).
L
et
op!
Verminder de pedaaldruk tijdens het
sc
ha
k
e
l
e
n.
V
oo
r
z
i
c
ht
i
g!
Indien u twijfelt aan een correcte werking van d
e
versnellingen, stel uw versnelling niet zelf af.
L
aa
t
de
v
ersn
el
l
ing
e
n
controleren en afstellen door een erkend
r
epa
r
a
t
e
u
r
.
Tip:
Schakel bij wegrijden naar de 1
e
v
ersn
el
l
ing
,
hiermee vergroot u de actieradius en rijdt u soepel en comfortabel w
e
g.
Het gebruik van de
r
emm
e
n
Gebruik beide remmen gelijktijdig en
gel
i
jk
ma
t
i
g
.
L
et
op!
Houdt het remoppervlak van de velgen goed schoon.
B
r
e
n
g
geen schoonmaakmiddelen aan die de remmenwerking
negatief
beïnvloeden, zoals b.v. siliconenspray, aan op de
v
e
l
g
e
n.
L
et
op!
L
aat
uw remmen regelmatig controleren en afstellen door
ee
n
erkend
r
epa
r
a
t
e
u
r
.
L
et
op!
Houdt tijdens het afremmen (bv. naar een stoplicht toe) de pedalen
s
t
i
l
,
zo wordt de ondersteuning uitgeschakeld en komt u soepel tot
s
t
i
l
s
t
an
d
.