9-NE
Noodalarm in- en uitschakelen
1 Houd de toets SETUP gedurende minstens 3
seconden ingedrukt.
2 Druk herhaaldelijk op de preselectie-toets 3 om de
modus PTY31 ON of PTY31 OFF te selecteren.
In de modus PTY31 ON geeft het toestel een
noodbericht door bij het ontvangen van het
PTY31-signaal (nooduitzending).
3 Druk op de toets SETUP om de geselecteerde
modus te activeren.
Verkeersinformatie ontvangen
1 Druk op de toets T.INFO om de modus
verkeersinformatie te activeren.
Het display toont “T.INFO.” wanneer de modus
verkeersinformatie geactiveerd is.
2 Druk op de toets 4 of ¢ om af te stemmen
op uw gewenste verkeersinformatiezender.
Wanneer een verkeersinformatiezender wordt
gevonden, licht de indicator TP op.
De verkeersinformatie is enkel hoorbaar op het
moment dat ze wordt uitgezonden. Indien er
geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, blijft
het toestel in waakstand staan.
Wanneer verkeersinformatie wordt uitgezonden,
wordt deze automatisch ontvangen door het
toestel en toont het display 5 seconden lang
“TRF-INFO” en keert dan terug naar het PS-
display.
Na de uitzending van de verkeersinformatie
schakelt het toestel automatisch terug in de
waakstand.
OPMERKINGEN
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaalde
sterkte zakt, blijft het toestel nog 1 minuut in
ontvangstmodus. Indien het signaal langer dan 1 minuut
onder een bepaald sterkteniveau blijft, maakt het toestel
een alarmgeluid.
• Indien u niet naar de ontvangen verkeersinformatie wilt
luisteren, drukt u lichtjes op de toets T. INFO om die
verkeersmelding over te slaan. De T. INFO-modus blijft
ingeschakeld om de volgende melding te ontvangen.
• Indien het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de
ontvangst van een verkeersmelding, wordt het veranderde
volume in het geheugen opgeslagen. De volgende maal dat
verkeersinformatie wordt ontvangen, wordt het
geluidsniveau automatisch ingesteld op het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens
programmatype (PTY)
1 Druk op de toets "F".
De functie-indicator aan de bovenzijde van de
“F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets PTY om de PTY-modus te activeren.
Het programmatype van de momenteel
beluisterde zender wordt 5 seconden lang
getoond.
• Indien er geen PTY-uitzending kan worden
ontvangen, toont het display gedurende 5
seconden “NO PTY”.
• Indien er geen RDS-uitzending kan worden
ontvangen, toont het display “NO RDS”.
OPMERKING
Indien er binnen 5 seconden na het indrukken van de PTY-
toets geen andere toets wordt ingedrukt, wordt de PTY-
modus automatisch uitgeschakeld.
3 Druk binnen 5 seconden na het activeren van de
PTY-modus op de toets 4 of ¢ om het
gewenste programmatype te kiezen, terwijl het
display het programmatype (PTY) toont.
Bij elke druk op de toets toont het display een
ander programmatype.
LIGHT M CLASSICS OTHER M
4 Druk binnen 5 seconden na het selecteren van
het programmatype op de toets PTY om te
beginnen zoeken naar een zender die het
geselecteerde programmatype uitzendt.
De indicator knippert tijdens het zoeken van het
gekozen programmatype en blijft branden
wanneer een zender wordt gevonden.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden,
toont het display gedurende 5 seconden “NO
PTY”.
5 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde
van de “F”-toets zal oplichten.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens de
weergave van een cassette of een radio-
uitzending
1 Druk herhaaldelijk op de toets T.INFO tot de
indicator T.INFO op het display verschijnt.
2 Druk op de toets 4 of ¢ om een
verkeersinformatiezender te selecteren indien
nodig.
• Bij de aanvang van een verkeersmelding dempt
het toestel automatisch het geluid van de
cassettespeler of de normale FM-uitzending.
• Wanneer de verkeersmelding ten einde is,
schakelt het toestel automatisch terug naar de
bron die geselecteerd was voordat de
verkeersmelding begon.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders
kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus:
Wanneer het TP-signaal niet langer kan worden
ontvangen, weerklinkt een alarm na 1 minuut.
In de cassettemodus:
Wanneer het TP-signaal niet meer kan worden
ontvangen, wordt automatisch de
verkeersinformatiezender op een andere
frequentie geselecteerd.
OPMERKING
De ontvanger is uitgerust met de functie EON (Enhanced
Other Networks) om bijkomende alternatieve frequenties op
te sporen die niet in de AF-lijst staan. Tijdens de ontvangst
van een RDS EON-zender toont de display de indicator
EON. Indien de ontvangen zender geen verkeersinformatie
uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de betrokken
zender die eventuele verkeersmeldingen uitzendt.
3 Druk op de toets “T.INFO” om de
verkeersinformatiemodus uit te schakelen.
Het display toont de indicator “T.INFO”.
NE