Andere nuttige functies
38
De achtergrondkleur van het
scherm instellen (DAG/NACHT)
Met het monitordisplay open houdt u de
MUTE/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het SETUP scherm verschijnt.
Druk op
voorkeuzezendertoets 1 om de
instelmodus van het display te activeren. Druk
opnieuw op
voorkeuzezendertoets 1 om
B.GND(DAY) of B.GND(NIGHT) te selecteren.
Druk op de of toets om de gewenste
kleur te selecteren.
Om een andere instelling te selecteren drukt u
op
voorkeuzezendertoets 1 of een andere
voorkeuzezendertoets.
Als de instelling beëindigd is, drukt u op de
MUTE/SETUP toets om terug te keren naar de
normale modus.
De achtergrondkleur van het scherm
automatisch omschakelen
Met het monitordisplay open houdt u de
MUTE/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het SETUP scherm verschijnt.
Druk op
voorkeuzezendertoets 1 om de
instelmodus van het display te activeren.
Druk opnieuw op
voorkeuzezendertoets 1 om
AUTO B.GND. te selecteren.
Druk op de of toets om aan of uit te
schakelen.
Om een andere instelling te selecteren drukt u
op
voorkeuzezendertoets 1 of een andere
voorkeuzezendertoets.
Als de instelling beëindigd is, drukt u op de
MUTE/SETUP toets om terug te keren naar de
normale modus.
4
3
2
1
Als de instelling voor het automatisch omschakelen
van de achtergrondkleur van het scherm op ON
staat, verandert de achtergrondkleur van het
scherm naar blauw, groen of grijs als de
contactsleutel aan en uit wordt geschakeld.
4
3
2
1
De achtergrondkleur kan verschillend worden
ingesteld voor gebruik overdag (DIMMER OFF) en ’s
nachts (DIMMER ON). (Voor meer details over het
aan- en uitschakelen van de dimmer verwijzen we
naar “Regeling van de verlichting” op pagina 37).
Regelen van de beeldtint
Met het monitordisplay open houdt u de
MUTE/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het SETUP scherm verschijnt.
Druk op
voorkeuzezendertoets 1 om de
instelmodus van het display te activeren. Druk
opnieuw op
voorkeuzezendertoets 1 om TINT
te selecteren.
Druk op de of toets om de beeldtint in
te stellen (tussen -16 en +16). Als de minimum-
of maximumwaarde bereikt wordt, beeldt het
display respectievelijk “R MAX” of “G MAX” af.
Om een andere instelling te selecteren drukt u
op
voorkeuzezendertoets 1 of een andere
voorkeuzezendertoets.
Als de instelling beëindigd is, drukt u op de
MUTE/SETUP toets om terug te keren naar de
normale modus.
OPMERKING
De tintinstelling van de beeldbron (AUX/DVD/NAV.)
wordt afzonderlijk opgeslagen in het geheugen.
4
3
2
1
De beeldtint kan enkel geregeld worden in
videobronnen (dvd, navigatiesysteem, enz.).
De beeldtint kan niet worden geregeld als een
navigatiesysteem met de RGB-functie
aangesloten is.