Werking van DAB (optioneel)
17
Zenders zoeken volgens
programmatype (PTY)
Druk op de FUNC toets en de “FUNC”-indicator
gaat aan.
In de radiomodus (DAB-ontvangst) drukt u op de
2/PTY toets om naar de PTY-selectiemodus te
gaan.
Druk op de
of
toets om het gewenste
programmatype te selecteren.
Als u een programmatype heeft geselecteerd en
als de “FUNC”-indicator aan is, drukt u op de
2/PTY toets om naar de PTY-zoekmodus te
gaan.
Het geselecteerde programmatype wordt
gezocht.
OPMERKING
Om de PTY-zoekmodus te annuleren en terug te keren
naar de PTY-selectiemodus tijdens de PTY-zoekfunctie,
drukt u op de
2/PTY, of toets.
Als de zender wordt ontvangen, wordt het
ontvangen programmatype gedurende 5
seconden afgebeeld. Indien er geen PTY-
uitzending wordt gevonden, toont het display
gedurende 2 seconden “NO PTY”.
OPMERKING
Deze functies kunnen enkel worden uitgevoerd voor
services binnen een ensemble.
Verkeersmeldingen aan-
/uitschakelen
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de
verkeersinformatie aan- en uit te schakelen.
OPMERKINGEN
•
U kan tegelijk ook de RDS-zenders instellen.
•
U kan deze functie ook aan- en uitschakelen in de
paragraaf “Berichtselectiemodus instellen” op pagina
18.
1
Als u deze functie aanschakelt, kan u
automatisch verkeersinformatie ontvangen.
5
4
3
2
1
Het ensemble automatisch in
het geheugen opslaan
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste
frequentieband te selecteren.
Houd de toets
TUNE/A.ME minstens 2
seconden ingedrukt.
Het ensemble wordt gezocht; zes ensembles
worden automatisch ontvangen en in het
geheugen opgeslagen met de
voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6).
Als alle informatie in het geheugen is
opgeslagen, wordt het ensemble dat het laatst in
het geheugen werd opgeslagen, ontvangen.
Door de modus te selecteren in de paragraaf
“De afbeeldingsmodus wijzigen” (zie pagina 19),
toont het display als volgt de status van de
ontvangen zenders:
Afbeelding kanaalnr.:
De kanaalnummers van de ontvangen zenders
worden afgebeeld.
Afbeelding ensemblelabel:
Het ensemblelabel van de ontvangen zender
wordt afgebeeld.
Afbeelding servicelabel:
Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden
afgebeeld, waarna het servicelabel verschijnt als
de zender wordt ontvangen.
Afbeelding componentlabel:
Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden
afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2
seconden, waarna het componentlabel wordt
afgebeeld na ontvangst van de zender.
Afbeelding dynamisch label:
Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden
afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2
seconden, waarna het dynamisch label wordt
afgebeeld na ontvangst van de zender.
OPMERKING
Als geen ensemble wordt ontvangen, gaat het toestel
naar het ensemble dat u ontving voor u deze informatie
in het geheugen heeft opgeslagen.
2
1