5.3.4 M
ONTAGE VAN DE BEVEILIGINGEN AAN DE UIT
-
LAAT
(
OPVANGZAK
)
Gebruik de machine nooit
zonder de beveiliging aan de uitlaat!
Haak de opvangzak (1) vast aan de steunpunten
(2) en centreer hem tegenover de achterste plaat
door beide referentiepunten (3) te laten over-
eenkomen.
5.3.5 C
ONTROLE VAN DE DOELMATIGHEID VAN DE VEILIGHEIDSMECHANISMEN
Controleer de doelmatigheid van de veiligheidsmechanismen door een aantal werksitu-
aties te simuleren (☛ 5.2) en na te gaan of voor elke situatie het aangeduide effect wordt
verkregen.
Indien het resultaat ontoereikend blijkt, wendt u zich onmiddellijk tot een erkend service-
centrum.
5.3.6 C
ONTROLE VAN HET REMSYSTEEM
Vergewis u ervan dat het remvermogen van de machine geschikt is voor de werksituatie,
en vat het werk niet aan indien u twijfels hebt over de doelmatigheid van de rem.
Indien nodig, stelt u de rem bij (☛ 6.3.4) en indien u twijfels blijft hebben over de
doelmatigheid, raadpleegt u een erkend servicecentrum.
5.3.7 C
ONTROLE VAN HET MES
Draag stevige handschoenen bij het hanteren van het mes.
Controleer of het mes goed geslepen is en stevig vastzit aan de steun.
– een bot mes rukt het gras uit een veroorzaakt de vergeling van het gazon.
– een mes dat niet goed vastzit gaat op abnormale wijze trillen en is een potentiële geva-
renbron.
Indien de controle gebreken aan het licht brengt, dient u het mes te slijpen of degelijk vast
te maken (☛ 6.3.1).
̆
!
OPGELET!
̆
!
OPGELET!
NL 18 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN