• De rikker heeft van elke kleur die hij heeft de aas: in dit geval neemt de
rikker een van de azen die hij niet heeft blind mee (en zegt dit ook bij
het meevragen van de aas). De rikker mag dan, als de gevraagde aas
nog niet gespeeld is, een kaart gedekt opgooien en deze slag telt dan
als de eerste slag van de gevraagde kleur. Aan het eind van de slag
wordt de gedekte kaart opengelegd voor de slag wordt opgeruimd en
gaat het spel als gewoon verder.
Soms gespeelde variant:
De rikker maakt de aas bekend die hij mee wil hebben. Hij moet echter zelf
aan slag komen om de aas te vragen. Zit hij op voorhand, dan is dat
eenvoudig. Zo niet, dan zullen degenen die geen maat zijn proberen te
voorkomen dat de rikker zijn aas kan vragen, zodat hij zonder hulp van een
maat de vereiste 8 slagen moet zien te halen.
Het spel
Als men rikt, maakt men een kleur troef en vraagt men een maat mee.
Bijvoorbeeld klaveren troef en degene die schoppenaas heeft, is maat. De
maat is pas officieel bekend als degene die rikt de vraagaas gooit. Er moet,
zo mogelijk kleur bekend worden en er heerst geen troefplicht. De gevraagde
aas moet vallen wanneer de partner dit vraagt. Speelt de tegenpartij de kleur
van het gevraagde aas dan mag de aas pas vallen als niet anders meer
mogelijk is. De gevraagde aas mag niet worden afgetroefd als het gevraagd
wordt.
Als de rikker of zijn maat uit mag komen, zullen zij beginnen met troeftrekken.
De tegenstanders van het rikpaar zullen meestal uitkomen in een andere
kleur dan troef of gevraagd. Maar omdat de spelers, behalve de maat, in het
begin niet weten wie maat is, loont het soms om enige verwarring te zaaien.
Bij het spelen van een alleen of een piek/misère vormen de andere 3 spelers
samen een blok tegen de hoogste bieder.
Er wordt doorgespeeld tot alle kaarten gespeeld zijn of totdat een speler
(meestal de bieder) zeker is van het aantal slagen dat gehaald gaat worden
en deze open legt. Bij bijvoorbeeld een 9 alleen met 9 troefkaarten en lage
bijkaarten kan de leider direct aangeven de 9 troef zeker te zullen halen en
de overige 4 niet. Ook zal een piek of misère niet worden doorgespeeld als al
bekend is dat hij niet gehaald gaat worden.
Delen
De eerste deler is willekeurig te kiezen (meest gebruikt: de jongste begint,
dus degene die rechts van de jongste zit begint met delen). Het is aan de
deler te bepalen of hij de kaarten laat hevelen door de persoon aan zijn
rechterhand of deze te schudden. Het spreekt dus voor zich dat degene die