59
Naam van bestemming
invoeren en wijzigen
Ga als volgt te werk om in het geheu-
gen van de bestemmingen een naam te
wijzigen of in te voeren:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem (fig. 83 ).
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel GEHEUGEN BEST.
(fig. 86).
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het menu GEHEUGEN
BEST. (fig. 87).
4) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel NAAM WIJZIGEN
(fig. 88).
5) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het invoermenu.
6) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het gewenste
karakter.
7) Bevestig het geselecteerde karakter
door de draaiknop/toets (11) in te druk-
ken. Het geselecteerde karakter wordt in
het invoerveld weergegeven. Herhaal de
laatste twee handelingen tot de volledige
naam is ingevoerd.
8) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) langer dan 2 seconden
in te drukken of selecteer het symbool j
en druk op de draaiknop/toets (11).
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
OPGESLAGEN BESTEMMINGEN
ARCHIVEREN
Het is mogelijk de lijst met bestemmin-
gen in het geheugen te ordenen. Deze
lijst kan worden opgeroepen als er een
bestemming wordt ingevoerd.
Ga voor het ordenen als volgt te werk:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel GEHEUGEN BEST.
(fig. 89).
fig. 87
A0B3104i
fig. 88
A0B3098i
fig. 89
A0B3050i