40
S
S
A
A
T
T
E
E
L
L
L
L
I
I
E
E
T
T
-
-
N
N
A
A
V
V
I
I
G
G
A
A
T
T
I
I
E
E
S
S
Y
Y
S
S
T
T
E
E
E
E
M
M
Met het satelliet-navigatiesysteem kunt u
snel en in alle veiligheid uw bestemming be-
reiken. Als het systeem is ingeschakeld, be-
geleiden de gesproken aanwijzingen de be-
stuurder naar de bestemming. Op het dis-
play worden de route-aanwijzingen, de af-
stand en de geschatte tijd tot de bestem-
ming weergegeven.
De positie van de auto wordt bepaald met
behulp van de elektronische signalen van de
snelheidsmeter en de gyroscoop, en door de
signalen die uitgezonden worden door de
satellieten van het GPS (Global Positioning
System).
Het navigatiesysteem vergelijkt de gege-
vens met het op de navigatie-CD-ROM opge-
slagen cartografische materiaal en berekent
de route tot aan de bestemming.
NAVIGATIE STARTEN‹
Ga als volgt te werk om het systeem te
starten:
1) Plaats de CD-ROM van het land
waarin u rijdt.
2) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem (fig. 54).
3) Als een CD-ROM is geplaatst en het
hoofdmenu van het navigatiesysteem ac-
tief is, verschijnt op het display de mede-
deling die in (fig. 55) staat.
De mededeling kan ook worden weer-
gegeven als de contactsleutel in stand
MAR wordt gedraaid, de CD-ROM is ge-
plaatst, het NAVIGATIE-menu (fig. 54)
actief is en het systeem wordt uitgescha-
keld.
BELANGRIJK De weergaveduur van
de mededeling hangt af van de tijd die
nodig is om de CD-ROM te lezen (tussen
de 6 en 8 seconden). Als een CD-ROM is
geplaatst en het navigatiemenu actief is,
dan is de mededeling de gehele periode
zichtbaar terwijl de mededeling ongeveer
2 seconden zichtbaar is als de contact-
sleutel in stand MAR wordt gedraaid. De-
ze manier van weergeven komt overeen
met de voorschriften.
4) Voer de bestemming in (zie de vol-
gende paragraaf).
fig. 54
A0B3033i
fig. 55
A0B3245i
fig. 56
A0B33034i