81
VERWARMING
Ga voor het instellen van de gewenste
temperatuur als volgt te werk:
– Zet knop (A-fig. 68) voor de tem-
peratuurregeling in de gewenste stand.
– Zet knop (B-fig. 68) voor de lucht-
opbrengst op:
- gewenste snelheid om de luchttoevoer
te regelen
- in stand AUTO voor automatische
werking van de aanjager.
– Zet knop (C-fig. 68) voor de lucht-
verdeling in stand:
μ
Luchtstroom naar de luchtroosters in
het midden en aan de zijkant en naar de
uitstroomopeningen in de beenruimten
(bij een koele of koude buitentempera-
tuur).
w
Voor verwarming van de beenruim-
ten (bij een zeer koude buitentempera-
tuur).
≤
Luchtstroomverdeling tussen voorruit
en zijruiten en beenruimten in interieur
(om te voorkomen dat de voorruit en de
zijruiten beslaan).
Ga voor een maximale verwar-
ming als volgt te werk:
– draai knop (A-fig. 68) rechtsom in
de uiterste stand (maximale tempera-
tuur);
– zet draaiknop (B-fig. 68) op AU-
TO.
Op deze manier wordt snel een maxi-
male temperatuur verkregen met een
maximale luchtopbrengst (zie (*) bij de
tabel “Functies van de automatisch gere-
gelde airconditioning”).
Het verdient aanbeveling om de aircon-
ditioning slechts zeer kort of alleen bij
zeer lage temperaturen maximaal te la-
ten verwarmen. Hierdoor wordt een te
sterke verwarming van het interieur voor-
komen.
P4Z00029
fig. 68