62
Het lampje gaat branden als de mist-
lampen voor worden ingeschakeld.
Mistlampen
5
Het lampje gaat branden als het groot-
licht wordt ingeschakeld.
Grootlicht
1
Het lampje gaat branden als het mist-
achterlicht wordt ingeschakeld.
Mistachterlicht
4
Het lampje brandt als de airbag aan de
passagierszijde met de contactsleutel bui-
ten werking is gesteld.
Uitgeschakelde passagiers -
airbag (optioneel op bepaalde
uitvoeringen)
F
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, dan knippert het lampje een keer
en daarna dooft het. Als de contactsleutel
in stand MAR staat en het lampje blijft
branden, dan duidt dit op een storing: zie
“Alfa Romeo CODE“.
Als de lampjes
U
en
¢
tegelijk bran-
den, dan is er een storing in de Alfa Ro-
meo CODE.
Alfa Romeo CODE
¢
Het lampje gaat branden bij een storing
in het ABS-systeem. Het conventionele
remsysteem blijft werken zonder antiblok-
keersysteem. Neem zo spoedig mogelijk
contact op met de Alfa Romeo-dealer.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het
moet na ongeveer 4 seconden doven.
Defect in antiblokkeersys-
teem (ABS)
>
De auto is uitgerust
met een elektronische
remdrukverdeling
(EBD). Als de lampjes
>
en
x
gelijktijdig branden bij een draai-
ende motor, dan kunnen bij hard
remmen de achterwielen vroeg-
tijdig blokkeren waardoor de au-
to kan gaan slippen. Rijd direct
zeer voorzichtig naar de dichtst-
bijzijnde Alfa Romeo-dealer om
het systeem te laten controleren.
De lampjes gaan branden wanneer de
aangegeven portieren, de motorkap of
het kofferdeksel niet goed zijn gesloten.
Geopende portieren, mo-
torkap, kofferdeksel